No. 47. Zaterdag 16 September 19I6_ Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Het Koninklijk bezoek Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 60 Cent; franco per post 70 Cent. Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN ure. Wederom hebben we onze dierbare Koningin Wilhelmina in onze onmid dellijke nabijheid kunnen zien. Dit is dan de tweede maal dat Zij sis vorstin ons stadje bezocht en de derde maal dat Zij onze gemeente door reisde. En al is het ongeveer een tiental jaren geleden (14 Sept. 1907, werd H. M. aan het station alhier gecompli menteerd door den toenmaligen burge meester), toch is het alsof slechts een droom ons scheidt van dien tijd, dat we van aangezicht tot aangezicht voor onze Koningin stonden. Met hetzelfde ongeduld stonden we Haar Woensdag weer op te wachten. Dezelfde gewaarwording bezielde ons by Hare verschijning. Dezelfde geestdrift kwam tot uiting, toen we bij haar vertrek spontaan ,Leve de Koningin" uitriepen, alsof we Hare Majesteit ertoe wilden bewegen, om nog langer* bij ons te vertoeven. Want voor wie vorstenliefde bezit, wien het hart voor Oranje gloeit, wien Nêerlandsch bloed in de aderen vloeit, voor hem is het zien van onze Koningin een heerlijkheid. En het schijnt wel, dat die oogenblik ken des te aangenamer zijn voor hen, die zoo ver steeds van H. M. verwijderd zijn en zoo zelden het genot kunnen smaken, H. M. het „hoera" toe te mogen roepen. Of is het, omdat we van kindsbeen af de levensgeschiedenis van Koningin Wilhelmina steeds met zooveel belang stelling volgden Dat we Haar geboor tedagen van af den eersten met blijd schap in het hart gevierd hebben Of we Haar als Prinsesje reeds liederen toezongen en we portretten, ansichten en alle mogelijke kiekjes van Haar verzameld ,en bewaard hebben Zijn dat misschien de redenen, dat we zoo belangstellend, moeite noch kosten ontziend, liepen om toch die Vorstin met eigen oogen te aanschouwen zoo vaak en zoo lang als mogelijk is? Of zijn het de bewondering, die van uit het Buitenland voor onze Koningin wordt gekoesterd, en de lof, dien ook groote mannen in toonaange vende bladen id ons eigen land haar toezwaaien, welke onze harten voor die beminnelijke persoonlijkheid van liefde en ontzag doen kloppen Ons dunkt, dat al die verschillende factoren samenwerken, om ons als ge trokken te gevoelen voor onze Vorstin, en vooral in deze tijden daar toe bij draagt de omstandigheid, dat ons Vader land als gekneld zit tusschen de oorlog voerende rijken. Telkens en telkens lezen we, dat onze Koningin, gesteund door Hare raadslieden, als het ware moet schikken en plooien, om toch niet gesleurd te worden in dien maalstroom van ver woesting. En alsof dit al geen moed en wijsheid genoeg vergt van een Staatshoofd, zoo wordt onze Rageering herhaaldelijk gemoeid in Biunenland- ache aangelegenheden, als mobilisatie, in- en uitvoer, belastingwetten, voedings maatregelen, enz., alle zaken, die ons Volk en daarmede in de eerste plaats ohze Koningin raken. Want dat weten we, dat Hare Majesteit het Nederlandsche Volk na aan het harte ligt. En dat b ij het Nederlandsche Volk ook behoort het Volk vanZeeuwsch Vlaanderen, dat heeft H. M. ons deze week weer getoond. Het is waar, het vorstelijk bezoek van nu gold een inspectiereis en had als zoodanig een militaire beteekenis. De Koningin bezocht bijna het geheele land en heeft herhaaldelijk belangstelling getoond voor hetgeen ons Leger betreft. Maar ook vergat Ze daarbij niet met het Volk in aanraking te komen. En daarom vooral hechten wij aan het Koninklijk bezoek in Zeeuwsch Vlaan deren een in 't bijzonder vriendschappe lijke beteekenis. We zoeken verband tusschen de in den vreemde uitgedrukte begeerte naar onze welvarende landerijen en het bewijs van aanhankelijkheid aan ons Zeeuwsch-Vlamingen nü door H. M. weer betoond. Hierin zit o. i. de groote beteekenis van dit bezoek. En al moge dit bezoek van zeer korten duur geweest zijn, H. M. beeft voldoende gelegenheid gehad om waar te nemen, dat naast de militairen'een zeer talrijke schare stond, waarvoor niet werd ge boden „Geeft acht", en die dus naar hartelust kon groeten en het „Leve" toeroepen. En dat dit door H. M. werd gewaar deerd bl ikt behalve uit de lieftallige begroeting, waarmede Zij de „hoera's" beantwoordde, ook nog te over uit het volgende telegram, dat hier Woensdag avond aan den Burgemeester ODzer gemeente werd afgezonden. Het luidt aldus „Het heeft Hare Majesteit behaagd mij op te dragen aan de inwoners van Uwe gemeente Hoogstderzelver dank te betui gen voor de blijken van trouwenaaDhan- kelijkheid bij haar komst ondervonden De Commissaris der Konimin in Zeeland, DIJCKMEESTER." Met de vermelding van dezen inhoud zijn we echter op ons verslag vooruit- geloopen en zullen we dus terugkeeren tot eene beschrijving van hetgeen eigen lijk gebeurd is. Dinsdagochtend om 10.42 kwam de Koninklijke trein te Middelburg aan, waar de Koningin werd ontvangen door den commandant in Zeeland met ziju j adjudant en de chef van den staf, den Commissaris der Koningin en den burge meester van Middelburg. Per automobiel werd van hier door een dichte volksmenigte en bevlagde straten naar den Buitentuin gereden, waar H. M. te paard steeg en in draf naar het Molenwater reed, om de daar aanwezige troepen te inspecteereu. Na afloop hiervan werd weer plaats genomen in de auto en reed de Koningin weer naar het station, om de reis naar Zeeuwsch-Viaanderen voort te zetten. Tijdens het bezoek der Koningin zweefde een Nederlaudsch vliegtuig in wijde kringen boven Zeelands hoofdstad Te Vlissingen met den Koninklijken trein aangekomen bleet H. M. met ge volg in den trein om aldaar den lunch te gebruiken. Om 1.15 werd uitgestapt en na een kort onderhoud met den burgemeester van Vlissingen begaf men zich naar de ponton, waar een oorlogsbodem gereed lag om den Koninklijken stoet over de Schelde naar Breskens te voeren. Het was de mijneulegger „Balder". Te Breskens werden de auto's weer bestegen en van uit de auto inspecteerde de Koningin de troepen en reed ouder luid gejubel het land van Cadzand in om ook op de andereplaatsen,IJzendijke, Oostburg en Zuidzande de inspectie voort te zetten. In alle plaatsen werd H. M. ook in dit district als om strijd toegejuicht. Om 6.15 uur was de Koningiii weer met den Koninklijken trein te Middel burg teruggekeerd en overnachtte daarin op het stations-emplacement, bewaakt door militairen en rijkspolitie. Woensdagochtend half negen reed de trein weer hel station te Vlissingen binnen, waar H. M. werd opgewacht door den commandant van Walcheren, dén garnizoenscommandant en de burge meester van Vlissingen. Direct stapte men aan boord van de pantserboot „Brinio", die de Koningin met gevolg naar Ter Neuzen bracht. Op uitnoodigiug van H. M. was daar aan boord de zeeloofls R. Zorgdrager die de drie rampen met de mailbooten had meegemaakt. Ongeveer halt tien stoomde de „Bri nio" de.nieuwe zeehaven te Ter Neuzen binnen en begroette een talrijke menigte H. M. die op de brug van het oorlogs schip stond. Bij de aanlegplaats werd de Koningin verwelkomd door den .Burgemeester, waarna Zij in de gereedstaande auto plaats nam en voorafgegaan door een auto, waarin de Burgemeester, naar de Markt reed. Aldaar stonden de mili tairen ter inspectie opgesteld, benevens een drom van belangstellende burgers. Bij aankomst speelde de muziek er het „Wilhelmus". De Koningin hield een korte inspectie, stapte weer in en weg ging het naar Sluiskil. Ook daar had een korte inspectie plaats en weer ver trok de 3toet, met een goed gangetje voor Het bezoek te Axel. Wij Axelaren en zeer veel lieden uit de naburige gemeenten, de militairen en nog enkele vluchtelingen uit België stonden intusschen met ongeduld te wachteu, tot ook voor ous het gewichtig oogenblik zou aanbreken. Zooals in andere plaatsen, ging het ook hier Zaterdagavond als een loopend vuurtje „De Koningin komt naar Axel, jen ze". Wie „ze" waren, wist meu niet; het was in vertrouwen,' niet officieel medegedeeld maar wie kau nu zulk nieuws verzwijgen Allengs kreeg het gerucht dan ook meer vasten vorm en kwam men te weten, dat H. M. hier zou afstappen en enkele minuten vertoeven. Vlug eenige voorbereiding getroffen tot ver siering en feestelijkheid en ja, men zou wel klaar zijn. Axel heeft meer getoond vlug en goed te kunnen versieren, als er maar „duiten" zijn. Maar deze keer werd gezegd 't Zal niet gaan Alle uiterlijke vorm van feestelijkheid moest achterwege blijven. Men had zich te bepalen tot het uitsteken der driekleur met oranjewimpel en een kleine borst- versiering als blijk van ingenomenheid met de komst onzer beminde Vorstin. En niemand was er die dit verzuimd had. De vlaggen, die van huis tot huis wapperden, gaven reeds vroeg een feestelijk aanzien aan ons stadje. Om acht uur werd het stil in de straten. De arbeid werd voor eenige oogenblik- ken gestaakt, zoodat men geen geklop of geratel meer hoorde. Langzamerhand verminderde die stilte weer. Na het ontbijt kwam weer meer geloop, ook van vreemdelingen, tervyijl groepjes in kleurigen tooi gehulde schoolkinderen met of zonder vlaggetje, liet de veer gerepeteerde vaderlandsche liedereu deden hooren. Zoo iets brengt al dade lijk de stemming erin. Tegen halt tien zorgde zoo wat ieder zijn plaats in te nemen. De soldaten keken hun boeltje nog eens vluchtig na voor de inspectie, de politie zorgde dat alles ordelijk en veilig werd afgezet, zoodat niet de minste belemmering kon plaats hebben voor het Hooge bezoek de schooljeugd trok in optocht begeleid door hun onderwijzers naar de ver zamelplaats en de burgerij, de een meer, de ander minder, in ZoDdagstenue, zocht een geschikt plaatsje om zoo goed mogelij te het beeld van onze Lands vrouwe niet alleen in de oogen maar vooral in het geheugen te prenten, opdat men toch telkens, als men aan Haar denkt, dat innemend lief gezicht, vol vriendelijkheid en aanvalligheid voor zich kan brengen. En zoo ontstoud al meer en meer op straten en pleinen een heg van men- schen dicht op elkaar gedrongen met het ééne doelwe willen onze Koningin zien. Nog éénmaal wilde de burgemeester in eigen persoon zich van de goede orde van zaken overtuigen en reed den weg, welken de itoninklijke stoet zou volgen nog eens opook de brigade commandant inspecteerde nogmaals vluchtig de route en ziet wij wachtten at. De suite werd intusschen weer ver broken door de tonen van het muziek gezelschap „Coucordia", dat zich aan de brug bij de schoolkiuderen zou op stellen. Natuurlijk had dit co*-ps ook weer een grooten aauhang van feest gangers (laat ous ze zoo maar noemen) bij zich. Inmiddels kwamen ook de raadsleden en enkele dames ten stad- huize om een goed „plekje" te hebben. Wachten duurt altijd lang, naar nu leek het een pijniging. R''is waren enkele regeubuien neergeko u >n en telkens - dreigden al meer zware donkere wolken in een stortbui neer te storten..

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1916 | | pagina 1