n,
Buitenland.
om zoodanige overeenkomsten aan te
gaan, dat ieder in zijn eigen land kon
blijven. Immers niets hoegenaamd mag
er over de vijidubbele dradenrij van
ongeveer anderhalven meter hoog heen
en evenmin mag iets daar onderdoor.
Zóó angstvallig is men zelfs aan den
Duitschen kant, dat men in de beekjes,
welke over de grens van België naar
Nederland stroomen, tot op den bodem
een dichtgevlochten rasterwerk heeft
aangebracht, opdat pakjes met hrieven
of documenten, welke eventueel op
Belgisch gebied in het water zouden
worden geworpen, geen gelegenheid
zullen hebben om door den stroom mee
te worden gevoerd naar den Holland-
schen kant.
Alleen bij de Nederlandsch-Limburg-
sche gemeente Thorn is de Duitsche
overheid wat toeschietelijker geweest
dan op het overige gedeelte van het
grensgebied. Daar toch, bij grenspaal
130, op ongeveer U/j K.M. van den
Maasoever, schiet de draadversperring
in binnen waartsche richtiDg op de Maas
aan, zoodat er nog een klein stukje
België voor Hollanders toegankelijk'is.
De vrijgevigheid van de Duitschers ten
opzichte van dat stukje België is te
danken aan de omstandigheid dat daar
op toch geen enkel huis staat en dus
geen enkele Belgische onderdaan woont,
terwijl al het land dat er ligt in eigen
dom toebehoort aan of althans in ge
bruik is bij boeren uit Thorn en Wes-
sem. Die boeren mogen daar ongestoord
hun werk verrichten.
j
Twee jaar oorlog.
Het was Dinsdag twee jaar geleden,
dat keizer Wilhelm, door den oorlog
aan Rusland te verklaren, den Euro
peeschen oorlog ontketende. Duitsch-
land dacht in drie maanden te over
winnen. Twee jaar zijn voorbijgegaan,
zonder dat het erin geslaagd is ook
maar één van zijn tegenstanders te
verslaan. Integendeel staan deze, meer
vereenigd en sterker tegenover een
ongetwijfeld verzwakt Duitschland,
waaraan zij harde slagen toebrengen,
wat een gelukkig voorteeken is voor
het derde oorlogsjaar, dat begint. In
dezen zin bespreken de Fransche bla
den het feit, dat de oorlog thans twee
jaar geduurd heeft.
De Matin noemt het teekenend, dat
de Duitsche pers, daarin voorgegaan
door den Keizer, ellenlange redevoe
ringen schrijft om op den herdenkings
dag de openbare meening moed in te
spreken en alzoo den waren tpestand
te verbloemen. Men ziet daaruit, hoe
de bezorgdheid voor de toekomst voel
baar is. Het blad stelt daar het on
wankelbaar vertrouwen van de Fran
sche generaals en ministers tegenover.
Natuurlijk hebben de verschillende
legerhoofden hunne troepen toegespro-
keu en gewezen op de bereikte resul
taten, die elk zoo breed mogelijk uit
meet. We nemen er een greep uit en
beginnen met de legerorder van Joflre
Soldaten der Republiek Uw derde
oorlogsjaar gaat in. Twee jaar achter
een hebt gij onverflauwd den onver
zoenlijken strijd volgehouden. Gij hebt
alle plannen onzer vijanden doen mis
lukken. Gij hebt hen overwonnen aan
de Marne, hen aan den Yser tot staan
gebracht, hen verslagen in Artois en
Champagne, terwijl zij vergeefs in de
vlakten van Rusland de overwinning
zochten. Voorts heeft uw zegevierende
weerstand in een slag van 5 maanden
den Duitschen opzet voor Verdun ge.
broken.
Dank zij uw hardnekkige dapperheid,
hebben de legers onzer bondgenooten
wapenen kunnen smeden, waarvan
onze vijanden thans de kracht op alle
fronten gevoelen.
Het oogenblik naakt, waarop de
Duitsche militaire macht zal bezwijken
onaer onzen gemeenschappelijken druk.
Soldaten van Frankrijk Gij kunt'fier
zijn op het werk, dat gij reeds hebt
volbracht. Gij zijt besloten, het te vol
tooien tot den einde toe. De overwin
ning is zeker.
(w.g.) Joffre.
Keizer Wilhelm's proclamatie. De
Keizer heeft tot het Duitsche leger en
de Duitsche vloot de volgende procla
matie gericht:
Kameraden Het tweede oorlogsjaar
is voorbij. Evenals het eerste is het
voor de Duitsche wapenen een roem-
r k jaar geweest. Op alle-fronten hebt
gij den vijand opnieuw zware slagen
toegebracht. Hetzij hij werd neergeveld
of voor den stoot van uw aanval week,
hetzij hij door vreemde, uit de geheele
wereld samengeraapte, gepreste hulp
versterkt, u den prijs van uw overwin
ningen weer trachtte te ontrukken, gij
hebt steeds getoond hem de baas te
zijn. Ook waar Engeland's dwingelan
dij onbetwist was, op de vrije wegen
der zee, hebt gij zegevierend tegen de
groote overmacht gevochten. De waar
deering van uw Keizer, de trotsche be
wondering van het dankbare vaderland
zijn uw loon voor deze daden van on
wankelbare trouw, vermetelen moed
en taaie volharding. Evenals het aan
denken aan de gevallen helden, zal
ook uw roem tot in de verste tijden
blijven voortleven. Hetgeen leger en
vloot aan lauweren hebben geoogst,
ondanks nood en gevaar steeds fier
van geest, omdat hun het heerlijk sol-
datenlot beschoren was, is onafscheide
lijk verbonden met den toewijdenden,
onvermoeiden arbeid in het vaderland,
dat steeds versche krachten aan de
vechtende troepen heeft verstrekt,
steeds weer het zwaard heeft gescherpt,
dat Duitschland's vertrouwen en de
schrik zijner vijanden is. Ook dat leger
der thuisgeblevenen heeft het recht op
mijn dank en dien van het vaderland.
Nog echter zijn de macht en de wil
van den vijand niet gebroken. Wij
moeten dus den zwaren strijd voort
zetten voor de veiligheid van ODze
dierbaren, voor de eer van het vader
land, voor de grootheid van het rijk.
Wij zullen in deze beslissende worste
ling, hetzij de vijand met wapengeweld,
of met koud berekende listen te werk
gaat, ook in het derde oorlogsjaar de
ouden blijven.
De geest van plichtsbetrachting jegens
het vaderland en de onbuigzame wil
om te overwinnen bezielen thans even
als op den eersten dag van den oorlog
leger en vloot zoowel als de bevolking.
Met Gods genadige hulp zullen, daar
ben ik zeker van, uw toekomstige daden
die in het verleden en die van thans
waardig zijn.
Groot hoofdkwartier, 31 Juli 1916.
w.g. Wilhelm I.R.
Naar aanleiding van het ingaan van
het derde oorlogsjaar heeft de Belgische
minister van justitie gezegd, dat België,
ondanks, al het lijden, niets betreurt.
Integendeel, het vuur, waarmede de
Belgen zich rond den Koning geschaard
hebben om de onafhankelijkheid van
België te verdedigen, is steeds toege
nomen in het bewustzijn de schoonste
zaak te dienen en tengevolge van het
aanstekelijke schouwspel van de door
de bondgenooten ontwikkelde deugden.
Het vertrouwen van de Belgen, dat
nooit gewankeld heeft, is tot zekerheid
geworden, dat de overwinning een ware
wedervergelding van het recht zal
worden. Carton de Wiart zeide ten
slotte, dat de gesneuvelden niet vergeefs
gestorven zijn. De oorlog moet eerst
eindigen op den dag, waarop België
niet meer zal zijn blootgesteld aan de
bedreigingen van het cynische Duitsche
militairisme. N. R. crt.
Wanneer geen oorlogsfeiten van be
teekenis zijn te boeken, gaan de oorlog
voerende partijen elkaar op papier be
strijden. Zoo lezen we in de A. R. Crt.
de volgende ontboezeming uit Berlijn.
Nu sedert het begin van het Engelsch
Fransche offensief in het Sommegebied
een maand is verloopen, waarin volgens
vroegere aankondigingen van onze vij
anden onze insluiting onder alle om
standigheden zou worden bewerkstel
ligd, loont het de moeite kort na te
gaan wat door hen is bereikt.
Weliswaar is op een frontbreedte van
ongeveer 28 K.M. een indeuking van
het Duitsche front ter diepte van ge
middeld 4 K.M. bereikt, maar zij zullen
na de ervaringen van 20, 22, 24 en 30
Juli zeil niet willen beweren, dat de
Duitsche linie daarom op eenig punt
ook maar geschokt is. Dit succes heeft
den Engelschen volgen® zeer voorzich
tige schatting ten minste 320,000 man
gekost. Voor -een schatting van de
Fransche verliezen staan ons in dit
geval geen betrouwbare gegevens ten
dienste. Aangezien dé Franschen het
voornaamste werk te doen hadden,
zullen hun verliezen ondanks hun
grootere ervaring in den stryd, ook zeer
groot zijn.
Het gezamenlijk verlies van onze
tegenstanders zal dus ongeveer 350,000
man bedragen, terwijl onze verliezen,
hoe betreurenswaardig ook, wat de
cijfers betreft hiermee in het geheel
niet te vergelijken zijn. Daarbij hebben
wij tengevolge van het langzaam voort
schrijden van het offensief voldoende
tijd gehad achter onze tegenwoordige
voorste linies weder stellingen aan te
leggen, die wij tevoren verloren hadden.
Om deze gegevens in het juiste licht
te stellen, zij nog opgemerkt, dat de
eerste maand van de gevechten in het
Maasgebied bij Verdun ons by een
meer dan tweemaal zoo groote terrein
winst een verlies van ongeveer 60,000
man heeft gekost, terwijl de Franschen
in dienzelfdeu tijd ten minste 100,000
man hebben verloren.
Uit Engeland wordt weer het vol
gende geschreven, dat men er tegenover
kan plaatsen
Sedert twee dagen brandt de zon
gloeiend heet en onze strijders zijn
bruin geblakerd. Het is niet het rechte
vechtweer, zoomin voor de artillerie
als voor de manschappen. Er hangt
een nevel over het veld zoo dicht als
een November mist. De lucht trilt van
de hitte, waardoor de waarnemingen
voor de artillerie onnauwkeurig blijken,
wanneer het er op aankomt op grooten
afstand te schieten. Het vechten zelf
is een heete en dorstige geschiedenis.
Het lijden der gewonden wordt er nog
door verergerd.
Onze generaals hebben een geweldi
gen overval gefnuikt, dien de vijand
in den zin had twee uren nadat wij
waren begonnen de stellingen van het
Delville bosch tot Guillemont te be
schieten. Hoewel de strijd nog hevig
is, zorgen wij er, evenals de Franschen,
voor, dat het reeds gewonnen terrein
tegen een vijandelijk contra offensief
wordt beveiligd. Het doel der Duit
schers bij hun verwoede tegenaanvallen
was, de Eugelsche en Fransche vleugels
terug te dringen. Daarom trokken zij
hun pogingen samen op het bosch van
Delville en Hem en vooral op de hoeve
Monacu.
De autoriteiten zeggen, dat de Duit
schers thans 122 divisies hebben aan
het Westelijk front. De tijd zal nu
aanbreken, dat het Duitsche opperbevel
de onmogelijkheid zal inzien om troepen
van het eene front naar het andere te
brengen. Men vertrouwt, dat de Fran
schen en Eugelschen thans een doel
treffende taktiek volgen om den vijand
uit zijn onderaardsche versterkingen
te verdrijven.
De kosten van twee oorlogsjaren.
Nu het tweede jaar van den oorlog
ten einde gaat, heeft de Neue Freie
Presse een becijfering opgesteld van
wat de oorlog aan directe kosten ge
durende die twee jaar heeft vereischt.
Het blad komt tot het resultaat, dat
Engeland 60, Frankrijk 44, Rusland 44,
Italië 11, Duitschland en Oostenrijk
tezamen 60 milliard, of in totaal 219
milliard kronen aan den oorlog hebben
besteed. De andere mogendheden als
Turkije, Bulgarije enz. medegerekend,
komt het blad voor de beide jareu op
totaal 225 milliard kronen.
Het is natuurljjk voor niemand moge
lijk zich een voorstelling te maken van
het enorme bedrag van 225 milliard
kronen. Het blad geeft daarom een
aardige vergelijking. Het uit tabellen
berekende cijfer van de goud en
zilverproductie van de wereld siudsde
ontdekking van Amerika tot 1912 be-
draagt 29 milliard pd. st. De productie
aan edele metalen van 1913 tot 1916
gesteld op 2.1 milliard pd. si. bedraagt
dus de totale productie sinds Columbus
vermaarde ontdekking rond 156 milliard
kronen.
Als men ou eenvoudig maar aanneemt
dat de productie van edele metalen
vóór 1492 een derde deel bedroeg van
de productie er na (een schatting, zonder
eenig verder gegeven, doch eerder te
hoog dan te laag), dan blijkt dus dat
de geheele productie aan goud en zilver
sinds de vroegste tijden nog niet vol
doende is om deze twee jaar van moderne
oorlogvoering te bekostigen.
N. R. Crt.
De Times verneemt uit Madrid, dal
het adres van de Spaansche katbo
lieken aan België door vierhonderd van
de voornaamste figuren uit de Spaan
sche katholieke wereld onderteekendis,
Het adres steunt het verzoek van de
Belgische bisschoppen, die een inter
nationale commissie van onderzoek naar
de wreedheden van de Duitschers in
België wenschen, en stemt in met de
veroordeeling door den Paus van de
schending der Belgische onzijdigheid,
Het adres dringt er op aan, dat België
geheel schadeloos gesteld worde en zijn
onafhankelijkheid terug zal krijgen.
Toen de Duitsche overheid vernam,
dat het adres in voorbereiding was,
trachtte zij de menschen, van wie ver
wacht kon worden, dat zij het zouden
onderteekenen, bang te maken. De
Keizer liet zelfs aan eenige welbekende
leden van de Spaansche aristocratie
weten, dat, zoo zij niet hun handteeke-
ning achterwegen lieten, hun voor
vaderlijke bezittingen in België verwoest
zouden worden en hun verblijven ver
nietigd door de ruwste soldaten van
het Duitsche leger. Waarop zij hun
handteekening niet onder het adres
plaatsten. Overigens hadden de Duit
sche pogingen geen succes.
N. R. Crt.
AXEL, 4 Augustus 1916.
Woensdag en Donderdag werd te
Middelburg onder begunstiging van
prachtig weder het aangekondigde
concours hippique gehoudeu. Behalve
de gewone nummers bevatte het pro
gramma ook een paar militaire oefe
ninsen, benevens een bloemencorso
voor automobielen.
Zooals gewoonlijk, wanneer er in
Zeelauds hoofdstad iets buitengewoons
plaats heeft, was het bezoek enorm en
waren straten en café's vol. Ook aan
het concours viel een druk bezoek
ten deel.
Onder de nummers ter opluistering
behoorde een vierspan landbouwpaarden
van den heer Ph. J. van Dixhoorn alhier,
Genoemde heer was ook lid der jury
bij het concours voor landbouwpaarden,
zwaar wagenslag.
De Axelsche reisclub bracht gisteren
ook een bezoek aan Middelburg. Een
extratram bracht de plezierreizigers
omstreeks halfelf goed en wel weer
thuis na een vermoeienden, maar zeer
prettig doorgebrachten dag. De mooie
avond en het arriveeren van de late
tram bracht hier heel wat volk op de
beenvooral ook veel kleine leven
makers waren,nog te kijk die al lang
in bed hadden moeten liggen.
Een 12-jarig jongetje was na het
eten op de tweede brug over het kanaal
Voo-m.
Nam.
Voorin.
Nam
Voorm.
Nam
Voorm
Nam
'sAv.