Xo. 25.
Zaterdag I Ji/fe" 1910
e Jaarü.
[j1|
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
E. DIELEMAA.
Niet aangenaam.
Buitenland.
ke.
VI
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor Belgis 70 Cqnt. Afzonderlijke Nos. 5 Gent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
AdvertentiëD worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN ure.
Niet aaugenaam is het geschrijf en
de propaganda die sommige Belgen in
en buiten ons land maken voor de
vergrooting van hun vaderland na den
oorlog. Bedoelde lieden toch zouden
niets liever wenschen, dan dat na den
oorlog aan het hun te kleine België
o. a. werd toegevoegd het groothertog
dom van Luxemburg en één of twee
Scheldeoevers, m. a. w. ook Zeeuwsch-
Vlaanderen worde Belgisch.
Al veel is hierover geschreven
nog meer gesproken en nu kan de
kleine pers weliswaar tegen zulke be
doelingen weinig doen, maar toch lijkt
het ons noodig, dat daartegen niet door
sommige groote bladen alleen, maar
door alle en vooral alle Zeeuwsche
couranten worde geprotesteerd, opdat
men in binnen en buitenland wete, dat
men hier allerminst van inlijving
bij welke mogendheid ook gediend is.
Wij zijn Nederlanders, en willen
dat blijven!
Verblijdend is het, dat niet alle Belgen
die uitbreidingsplannen toejuichen, maar
vele intellectueele Vlamingen schouder
ophalend zeggen „laat ze maar kletsen
we zullen al blij zijn, als we ons België
mogen behouden, zooals we het ver
laten hebben."
Frans Cauwelaert, een Vlaamsch
«chrijver van naam, noemt die plannen
«ougewenscbt gesnater" en zegt, dat
men er niet te veel waarde aan moet
hechten. We waardeeren die goede
bedoeling. Maar töch is het bedenkelijk,
dat de partij der lieden die op gebieds
uitbreiding zoo belust ziju (anuexio
nisten), steeds aangroeit en zelfs propa
ganda wordt gemaakt voor die plannen
door Belgische bladen, thans te Havre
verschijnend en waaraan personen
werken, die in nauwe betrekking staau
tot de regeering, terwijl ook in de
Belgische loopgraven volgens de Neder
lander door Belgische geestelijken wordt
gecolporteerd met een werkje, waarin
o. a, gezegd wordt, „dat België op zijn
minst den linkeroever der V^ester-
Schelde moet hebben."
We stemmen in ons oordeel daarover
ten volle in met de Midd. Crt. Zij schrijlc:
We kunnen niet, zooaU sommigen
dergelijke dingen in de bestaande om
atandigheden slechts bescbouwea als
lachwekkende grootdoenerij van eeu
natie, die wel het minst vau alle oorlog
voerenden gerechtigd is, nu reeds over
winnaarseischeu te stellen en de kaart
van Europa te verkuippeu ten koste
van neutralen. We vindöu het zeer
zeker voor eeu Belg in ziju treurjgen
toestand vau 't oogeublik pralerig, om
nu reeds met zulke wenschen te koop
te loopen.
Maarwe zijn nog niet aan het
eind, en wat niet is, kan nog worden
Daar hebben we rekening mee te hou
den. Maar dau zij men er ia Belgische
kringen en speciaal in regeeringskriu
geu indachtig op, dat zulke dingen hier
te lande eeu zeer sterk wautrouweu
wekken.
Als men aan Belgische zijde niet
beseft, of weler niët om geeftdat
die openlijke eu telkens herhaalde in-
palmingspropaganda beleedigend
is voor óns (en vooral v'mr Zeeuwsch-
Vlamingen, Red.) dan zal men er zich
te Havre op hebben voor te bereiden,
dat er met oubebaaglijken aandrang
door onze regeering wordt gevraagd
daaraan een eind te maken.
Wil de Belgische regeeriüg dat voor
komen, laat zij dan zelf duidelijk mee
deelen dat zij althans het gedoe van
die veldpastoors in het leger verder
zal beletten. Aan de journalisten en
anderen, zelfs aan de ambtenaren iu
haar onmiddellijke omgeving in Havre
kan zij blijkbaar niet verbieden te
schrijven in een geest die kwetsend is.
voor een buurman met wien België in
vriendschap leeft.
Maar één ding kan ze wel doen
openlijk verklaren dat zij het niet eens
is met die auuexionisten. Dat zal ze
wel niet doen. Ze Zal het dau echter
aan zich zelftewijteD hebben, wanneer
door dat zwijgen het reeds ontstane
wantrouwen nog sterker wordt en dat
het „ongewenschte gesnater" tot een
hoogst ongewenschte verwijdering tus
schen de beide naties leidt.
DE OORLOG.
Wij .beleven tegenwoordig een tijd,
waarin wij met spanning de £ebeurte
nissen op het gevechtsterrein mogen
tegemoet zien, aldus schrijft de N. R. Crt.
Duitschland, en, bij monde van den
Hongaarsehen ministerpresident, ook
Oostenrijk-Hongarije, hebben in den
laatsten tijd bij berhaling te kennen
gegeven, dat zij bereid waren over
vrede te onderhandelen.
De ontvangst van deze uitlatingen
in de landen van de entente was niet
gunstig. Zij werden öf als huichelarij,
óf als bewys vau zwakte uitgelegd.
Dat dit de Duitsche regeering er niet
vau weerhoudt, genoemde uitlatingen
te herhalen, heeft men nog dezer dagen
met de zoogenaamde indiscretie van
Scbeidemann gezien, waardoor ander
maal werd te kennen gegeven, dat de
Duitsche regeering geen annexatie
plaanen met België of Noord Frankrijk
heeft. Van Duitsche zijde is gezegd,
dat nu verder de bondgeuooteu der
euteute, gezien eenmaal het feit, dat
da ceutraleu zich bereid hebben ver
klaard op schappelijke grondslagen over
vrede te onderhandelen, aansprakelijk
zijn voor de voortzetting van den oorlog
en al den aankleve van dien. Welk
nut deze argumentatie misschien moge
hebben, de entente boudgenooteu aan
vaarden haar niet. Wat haar woord
voerders er tegen aanvoerden, komt
ongeveer op het volgende neer: Gij
centralen wilt nu over vrede ouder
handelen eu gij zegt daarbij dat
spreekt vanzelf ziet op de kaart hóe
de toestand op de gevechtsterreinen is,
die toestand zal bij onderhandelingen
niet buiten beschouwing.kunnen worden
gelaten. Maar hier ligt juist de kern
van de heele kwestie. Die toestand,
dien men op de kaart ziet, zou als
grondslag moeten dienen voor onder
handelingen. indien zij door beide par
tijen als definitief werd erkend. Maar
dat doet de entente geenszins. Zij be
schouwt dien toestand, die op het oogen-
blik voor de centralen gunstig is, niet
als blijvend, zij is overtuigd daar ver
andering in te kunnen brengen, en
daarom zal zij dat doen, alvorens over
vrede te willen praten.
Het voorgaande is van algemeene
bekendheid, eu waar zoo de zaken staan
kijkt men met spanning uit naar tee
kenen, die den aanvang van den be-
slissenden strijd aankondigen. De strijd,
waardoor de entente, de blokkade slechts
als hulpmiddel gebruikend, de beslissing
op het slagveld zal pogen te bevechten.
Dat zulks zal gebeuren door een alge
meen gelijktijdig offensief, waardoor de
centralen, op alle punten in de minder
heid, buiten staat zullen zijn (gebruik
makend van de binnenlijnen) hun troe
pen op de weinige bedreigde punten te
concentreeren, is herhaaldelijk aauge
koudigd. Maar bet woord „gelijktijdig"
zal men wel niet al te letterlijk moeten
opvatten, zoodat bijvoorbeeld op een
bepaalden dag om 11.2 plotselipg op
alle fronten tegelijkertijd een offensief
begint. De gelijktijdigheid zou praktisch
reeds volkomen bereikt zijn, indien
telkens de strijd op een verder stuk
van de fronten, die de geallieerden
rohdom de centrale rijken bezet houden
ontbrandde, totdat ten slotte op het heele
front een offensief der geallieerden aan
den gang was.
Zoo zou het wel kunnen wezen, dat
de gelijktijdige aanvallende beweging
van de Russen en van de Italianen een
begiu van dezen verwachten beslissings
strijd was, en daarom spitsten wij de
ooren, toen Dinsdag het Duitsche hoofd
kwartier vertelde, dat „de militaire
bedrijvigheid aan ons naar het Westen
toe gerichte frout, tegenover het Engel
sche en deu Noordelijken vleugel vau
het Frausche leger, evenals op de twee
vorige dagen, zeer groot was geweest.'
Het Engelsche bericht geeft opheldering
De Eugelscheu hebben op niet minder
dan tien plaatsen van die kleine over
vallen uitgevoerd, die tegenwoordig ge
bruikelijk ziju geworden.
De belangwekkendste vraag is dus:
Wat zal er van die uieuwe actie op bet
Eagelsche frout komen?
Patroeljegevechteu bij menigte, sterk
wederzijdsch artillerievuur, talrijke ver
keaaiugeu vau de Eagelsche vliegers
boven de vijandelijke liuies, zelts gas
en rookwolken, alle teekenen van een
naderende groote worsteling zijn aan
wezig. Beide strij lende partijen geven
ook bij voorbaat (als gebruikelijk) hun
rotsvaste overtuiging te kennen, dat zij
met da vernietiging van dan tegenstan
der zal eindigen, en de neutrale toe
schouwer wacht met spanning of het
hier werkelijx tot eeu beslissende wor
steling zal komen, dan wel of men met
een schijubeweging te doen beeft om
afleiding te brengen bij Verdun, waar
de Daitichers na hun laatsten vooruit
gang vau de hoogte Froide Terre al
haast in de stad kunnen kijken, zonder
dat men nochthans met zekerheid kan
voorspellen of zij haar ooit in handen
zullen krijgen.
Het voorwaarts gaan der Italiaansche
strijdkrachten, reeds meermalen aange
kondigd, is nu uit de feiten te consta-
teeren. Op het front tusschen Arsiero
en de rivier Brenta, het gedeelte, waar
den laatsten tijd de strijd het hevigst
voortduurde, zijn de Italianen thans aan
de winnende hand. In onze vorige
beschouwingen duidden we aan, dat de
Oostenrijkers hun aanvallen nogrichtten
tegen het frontdeel tusschen Asiago en
Arsiero, terwijl de Italianen worstelden
om ten Noordwesten van Asiago vooruit
te dringen. Dit laatste is hun thans,
naar de berichten uit Rome van den
25sten Juni, gelukt: Asiago en Gallio,
alsmede de Monte Meletta en nog eenige
punten van minder beteekenis zijn hen
weder in Handen gevallen. De ver
zwakking der Oostenrijkers wordt door
deze gebeurtenis wel het krachtigst
geteekendook op dit operatietooneel
doen zich thans de gevolgen van het
Russische offensief gevoelen. Voor het
eerst in dezen oorlog bemerken de
Ententestaten de voordeelen eener juiste
samenwerking.
De luchtaanval op Karlsruhe. Een
Havas bericht uit Parijs luidtDe
Duitsche dradelooze berichten gewagen
van de verschrikkelijke uitwerking van
het bombardement onzer vliegtuigen qp
de stad Karlsruhe, waarbij 267 personen
zijn gedood of gewond. De telegram
men veroordeelen de „schanddaad van
'dit bombardement, zonder eenig militair
doel, van een open vijandelijke stad."
Men kan volstaan met er aan te
herinneren, 'dat, het bombardement van
Karlsruhe is gelast gelijk trouwens
het Frausche avondcommuniqué van
22 Juni heeft gemeld als vergelding
voor de jong3te beschietingen, door de
Duitschers, van de open steden Barle-
due en Luuéville, welke talrijke slacht
offers hebben gemaakt onder argelooze
burgers.
Wij hebben besloten den vijaud, die
geen enkele oorlogswet eerbiedigt, te
tachtigen. Dat besluit hebben wij pas
genomen, nadat bet aantal door hen
begane aanslagen alle perken te buiten
is gegaan. Iu bet tijdvak van 3 Februari
tot 19 Mai 1916, gedurende hetwelk wij
ons geheel van een beschieting van
achter het vijandelijk front gelegen
steden hebben onthouden, hebben de
Duitschers tot 6 maal toe Béthume be
schoten, 6 maal Amiens, 3 maal Haze-
brouck, 2 maal Barleduc, 4 maal
Epernay, 13 maal St. Dié (met verdra-
gmd geschut eu van vliegtuigen uit),
5 maal Gerardmer, 9 maal Lunéviile,
5 maal Baccarat, 5 maal Rion l'Etappe,
enz. Wij willan deo Duitschers het
genot niet gunnen het getal hunner
slachtoffers ta kennen. Hat komt ons
eehter voor, dit onze langdurige ont
houding vplioeüde is, om dar wereld
deu graad van ons geduld te doenkeuuen
zoomade onzan wensch, om vreedzame
bevolkingen de verschrikkingen van
den ooriog te besparen. Wij hebbeu
7,-20
7,50
7,52
8,22
8,4ft
en II