Binnenland. hebben nu ook de opgaaf van de En gelsche admiraliteit omtrent hare eigen verliezen gekregen. Zij noemt geen enkel linie-schip, terwijl yan Duitschen kant was beweerd, dat de Engelsche •uperdreadnought Warapitp naar den kelder gezonden was. Het verlies van de door de Duitschers als gezonken vermelde Engelsche linie kruisers Queen Mary- (30,000 ton) en Indefatigable (19,U00 ton) wordt bevestigd. Daarbij komt echter nog, blijkens de Engelsche. opgaaf, de linie-kruiser Invincible (20,000 ton). Al dadelijk valt dus te constateeren, dat het aantal Engelsche linie-kruisers (deze schepen heeten battle cruisers, d. i. linie-kruisers, sedert de invoering van het lnvincible-type in 1907 en omvatten bij het begin van den oorlog 10 schepen) een belangrijke vermindering heeft ondergaan. Ook de Duitsche opgaaf over de ver liezen aan oudere Engelsche gepant serde kruisers blijkt te gunstig geweest te zijn voor de Engelschen. De Duit schers vermeldden als verlies „twee Engelsche pantserkruisers, blijkbaar van de Achilles-klasse" (uit 1905 met een waterverplaatsing van 13,750 ton). In werkelijkheid verloren de Engelschen echter den uit 1907 dagteekenenden gepantserden kruiser Defence (14,800 ton), den gepantserden kruiser van het Achilles type Warrior (13,750 ton) en den gepantserden kruiser Black Prince (13,750 ton, uit 1904). Alles tezamen dus een vermindering van de linie- en pantserkruisers met 111,000 ton. Lichte kruisers zijn aan Engelschen kant, naar de admiraliteit uitdrukkelijk verklaart, niet verloren gegaan. Wel echter 8 torpedojagers. De Duitsche marine-staf heeft totdus- ver het verlies erkend van het linie schip Pommern (13,200 ton), den kruiser Wiesbaden (5000 ton), den kruiser Frauenlob (2700 ton) en „eenige torpedo booten." De lijst van de D uitsche verliezen was niet volledig, daar ook de Duitsche kruiser Elbing verloren is gegaan, waarvan een aantal geredden in IJmuiden zijn aangebracht. Volgens de mededeelingen van die geredden, is het schip echter niet in den slag ge bleven, maar, nadat het door een aan varing met een Duitschen torpedo jager zwaar beschadigd was, door een gedeelte van de eigen bemanning vernield en tot zinken gebracht. De Engelsche admiraliteit verklaart daarentegen stellig, dat ook een Duitsch linieschip van de Kaiserklasse (24,700 ton) en een Duitsche linie kruiser, de Derflinger of de Lützow (dus een van het nieuwste type) in de lucht ge vlogen zijn. De Engelschen willen dus blijkbaar de voorstelling ingang doen vinden, dat de Duitschers belangrijke verliezen verheimelijken en daardoor de geheele voorstelling van den afloop van den slag verdraaien. Want als men aan kon nemen, dat de Duitsche vloot be halve de erkende verliezen ook die schepen verloren had, zou het verlies aan tonnenmaat aan Duitschen kant nog wel met 40 pCt. beneden dat van de Engelschen blijven, maar, betrekke lijk gesproken, d.w.z. in verhouding tot de geheele tonnenmaat van de vloot, kwaarder zijn dan dat van de Engel schen. Daartegenover staat echter weer dat van officieele Duitsche zijde het verlies van het Engelsche linie-schip Warspite als een feit wordt genoemd. De Engelschen en de Duitschers mogen nu verder over de juistheid van hun beweringen twisten het is echter duidelijk, dat, zoo lang er op zulke belangrijke punten nog onzekerheid heerscht, het moeielijk wordt de vraag te beantwoorden, wie in den zeedag van Woensdag onbetwistbaar gezege vierd heeft. Met dat al moet de indruk blijven overheerschen, dat de Duitsche vloot door de wijze, waarop zij zich tegen de Engelsche geweerd heeft, haar zedelijk prestige verhoogd en op door slaande wijze getoond heeft, welk een geducht tegenstandster zij is. Was de Duitsche linie-vloot tot het einde van den slag toe op zee gebleven, dan zou het gevecht misschien een beslissender karakter gehad hebben. Op grond van de mededeelingen, die nu van ooggetuigen gekomen zijn, moet men zich den loop van den slag aldus denken, dat de voorhoede van de En gelsche vloot, die hoofdzakèlijk uit kruisers bestond, met de hoofdmacht van de Duitsche vloot slaags is geweest, daarbij zware verliezen geleden, maar later versterkingen ontvangen heeft, waarop de Duitsche linie vloot zich teruggetrokken schijnt te hebben. Kapitein Persius schrijft iD het Berl. TageblattDe groote zeeslag, die door velen aan deze eu gene zijde van de Noordzee reeds bij het begin van den oorlog verwacht werd, is thans, na 22 maanden wachtens, uitgevochten. De slag is, zooals het commuuiqué van den admiralenstaf zegt, op een wijze ver loopen die in Duitschland de levendigste vreugde en voldoening wekken zal. Voor en aleer nadere berichten over het verloop van den slag gepubliceerd worden, kan men slechts een in alge- meene bewoordingen vervat oordeel vellen. Het oordeel is, dat de Duitsche vloot een groot succes heeft behaald op Engelsche zee strijdkrachten. Welk wapen in de eerste plaats tot het succes geleid heeft of geschut, torpedo, dan wel duikboot daarin de groote rol ge speeld hebben is op het oogenblik nog niet bekend. Alleen is op dit oogenblik met zekerheid te zeggen, dat de verliezen aan de zijde van Engeland buitengewoon groot waren, de verliezen aan Duitsche zijde daarentegen in ver houding tot het behaalde succes buiten gewoon klein. De verliezen der Engel sche vloot zijn voor een deel schepen van het allernieuwste materiaal, de Duitsche vloot heeft in een open zeeslag zonder eenige hulp van kustversterkin- gen, een zegevierenden slag toegebracht aan de sterkste vloot der wereld. Een bijzondere correspondent van de A. R. Cri. meldt uit IJmuiden o. m., dat in het geheel een honderd vijftig schepen aan den slag moeten hebben deelgenomen. Zeer belangwekkend was het verhaal van schipper Thomas Punt van den treiler John Brown IJm. 109. Deze had geruimen tijd te midden van de strijdende vloten gevaren. Hij was zoo vertelde hij bijna gereed met de vischvaugst en bevond zich op 56 graden 31 N.B. en 6 graden 15 O.L., in de omgeving van Monkey- Bank, 80 mijlen van de Deensche kust, toen hem, in den middag van Woensdag 22 Mei ongeveer 2 uur een groote vloot pas seerde ten n.w. De schepen voeren zuid ten oosten naar noord ten westen. Wat de nationaliteit was had de schipper op dat oogenblik niet met zekerheid kunnen vaststellen. De schepen hadden 3 of 4 schoorsteeneD, gele en roode en de schipper meende, dat het Duitsche schepen waren, ongeveer 50, naar schatting. Dit vermoeden is later juist gebleken. De vloot bestond uit schepen van allerlei soort, de groote kruisers waren echter in de meerderheid. De vloot ging voorbij en de schipper ging voort met visschen. De Engelsche vloot had de schipper niet gezien. Afgaand? op de richting, waarin de schipper de Duitsche vloot had zien varen en waaruit het kanon gebulder kwam, viel echter, meent de schipper op te maken, dat de Engel schen uit Noordwestelijke richting komende op de Duitschers waren ge- stooten. Na dit kort gevecht werd het weer stil, doch 's avonds 7 uur out brandde de strijd opnieuw en duurde onverminderd voort tot 11 uur. De schipper vond het géraden niet te vluchten, doch in de omgeving van den slag te blijven, omdat hij het in het belang van de onzijdige scheepvaart achtte, dat iemand, in de buurt bleef om later juist de plaats te kunnen op geven waar het gevecht had plaats gehad. Onzijdige schepen kunnen dan de plaats mijden en zullen, zoo meende hij, geen gevaar loopen om te stooten op wrakken of uitgestrooide mijnen. Hij had vastgesteld, dat de actie had plaats gevonden, aanvankelijk van 56.38-. N.B. tot 57 N.B. en 6.25 O.L. tot 6.40 O.L. en zich daarna had ver plaatst naar 56.50 N.B. en 5.50 O.L In den loop van den avond had het gevecht zich dus in Westelijke richting verplaatst. Naar de meening van den schipper week de Duitsche vloot in Westelijke richting. Tegen 11 uur werd aan Duitsche zijde een lichtkogel afge schoten, welke vlak bij den treiler neerkwam. Deze lichtkogel was blijk baar het sein tot den terugtocht, want om 11 uur stevende de Duitsche vloot snel zuidwaarts. De Engelsche vloot achtervolgde haar met spoed. De schipper kon nu duidelijk de nationali teit van de schepen onderscheiden, daar zij op 200 a 300 meter van den treiler passeerden eu hij bij den schijn der zoeklichten goed de vlaggen.kon zien. De treiler deinde hevig, zoo hevig werd de zee beroerd. Eenige oogenblikken kwam het scheepje tusschen de wij kende Duitsche vloot en de achter volgende Engelsche vloot te liggen. De kogels vlogen over het dek en vielen rondom den treiler in het water. De opvarenden beleefden angstige oogenblikken maar bleven, wonder boven wonder, gespaard. Tijdeus den terugtocht der Duitschers zag de schip per twee schepen, welker nationaliteit hij niet kon vaststellen, in brand schie ten. Om twee uur 's nachts waren beide vloten in Zuidelijke richtingen, in de richting van Helgoland dus, ver dweoen. De schipper meende, dat later in den nacht weer een treffen volgde, althans hij hoorde kanonge bulder. Tijdens de achtervolging dooi de Engelsche schenen deze versterking te krijgen. In het begin van den slag had de schipper een Engelschen kruiser snel in westelijke richting zien ver dwijnen, vermoedelijk wa3 deze hulp gaan halen. De Engelschen bleven voortdurend in de meerderheid, aldus schipper Punt. Bij het begin van den zeeslag had de' schipper twee groote schepen, vermoedelijk Engelsche, zien zinken van luchtvaartuigen had men op den treiler niets gemerkt. met zijn zware stukken de streek N.O, van het dorp Krevo onder vuur. Om 10 uur 's avonds, den lsten Juni, traden vijandelijke colonnes aanvallend op tegen dpn sector ten zuiden van het dorp Dogouse, ten noordoosten van het vlek Krevo. Zij werden echter terug gedreven door ons geweervuur. Het Wekelijksch Belgisch communi qué luidt d.d. 5 Juni: De vijand toonde groote bedrijvigheid op het N. deel van het Belgische front. Hij heeft vooral ernstig onze vooruit geschoven stellingen ten N. van Nieuw poort beschoten. De Belgische artillerie richtte regelmatig en met goed succes haar vernielend vuur op de Duitsche batterijen en stellingen ten oosten van Dixmuiden. De acties hebben dagelijks zeer hevig, tegenvuur van den vijand uitgelokt, dat evenwel zonder succes bleet. Zoo ontwikkelden zich herhaalde lijk vrij levendige artilleriegevechten in den sector van Dixmuiden, waarbij de Belgen in het voordeel bleven. Behalve de gewone kanonnade wordt niets bijzonders gemeld van bet Z. deel van het Belgische front. De Belgische regeering heeft op 1 Juni besloten, dat de Belgen van 18 tot 40 jaar, die m het buitenland of in een niet bezet gebied vertoeven en die voor den militairen dienst goedgekeurd zullen worden, hetzij, bij het leger zelf in dienst gesteld zullen worden, hetzij bij de nijverheid die in het belang van de nationale verdediging werkzaam is. Bij de verdeeling van deze dienstplich tigen zal rekening gehouden worden met de beroepen, de familieomstandig heden, den leeftijd en de behoeften van de geallieerde landen, waar die Balgen zich bevinden. Een koninklijk besluit op dit stuk is reeds verschenen. De dienstplichtige Belgen, die niet aan huune verplichting om zich bij het leger aan te melden voldoen, zullen, volgens eene wet, afgekondigd 20 Mei 1916, verschenen in den Moniteur Beige, worden geplaatst op eene door den Minister van Binnenlandsche zaken in te richten „Register van Dienstweige raars". Zij die zich niet voor den dienst aanmelden zullen worden beschouwd als deserteurs en onderworpen zijn aan de straffen bij het militair Strafwetboek daarvoor bepaald. Verschillende berichten. Het Engelsche stafbericht van den 3en luidt: Het zeer ernstige geVecht ten Z.O. van Yperen, tusschen Hooge en de spoorlijn Yperen - Meènen is zonder ophouden voortgezet. De Duitschers zetten hun aanvankelijk succes voort met nachtelijke aanvallen en slaagden erin tot een diepte van 650 M. in onze linies door te dringen in de richting Zedebeke. De Canadeezen, die in dezen sector staan, voerden 's ochtends om zeven uur een tegenaanval uit en slaag den er allengs in, den vijand te ver drijven uit een groot gedeelte van het door hem genomen terrein. De Cana deezen spreidden grooten moed tentoon i bij een, zonder succes uitgevoerden tegenaauval, die was uitgevoerd na een hevig, onafgebroken bombardement. De verliezen van deu vijand zijn zwaar; de Duitschers lieten vele lijken achter. De generaals Mercer en Williams van de derde Canadeesohe divisie, die gis teren gedurende het bombardement de voorste loopgraven inspecteerden wor den vermist. Uit Petrograd wordt van het Ooster- front bericht De vyand heelt verscheidene malen het dorp Schrot, bruggehoofd van Iskoel^, gebombardeerd en ook aan verscheiden secties van onze stellingen bij Dunaburg, vond een levendig artillerie gevecht plaats. Iu den loop van deu nacht van 2 op I 3 Juni ngm de vijandelijke artillerie De Suiker. (Officiéél.) In verband met veelvul dige klachten over niet-levering van suiker, terwijl er genoeg voorraad in het land is, en er gegronde redenen zijn om prijsopdrijving en achterhou- ding aan te nemen, zal de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel met kracht tegeuover hen, die zich daaraan schuldig maken, optreden. Reeds is aan firma's, die voorraden consumptiesuiker geacht mogen worden achter te houden, de vraag gericht deze tegen grossiersprijs beschikbaar te stel len, bij gebreke waarvan onteigening zal volgen. In de Tel. onderwerpt een medewer ker onzen buiteulaudschen handel in de eerste vier maanden van dit jaar aan een beschouwing, en vestigt daar bij vooral de aaudacht op onzen suiker uitvoer. Met cijfers wordt aangetoond, dat tegen de i000 K. G. ruw suiker, die in liet eerste kwartaal 1914 uit om land naar Duitschland werd verzonden, thans ruim 19 millioen K.G. daarheen wordt uitgevoerd. Voor witte suiker zijn de cijfers onderscheidenlijk 12 en twaalf duizend ton. Aangespoelde mgnen. Sedert het begiu van den oorlog zijn aan onze kust aangespoeld 1048 mijnen, waarvan 554 van Engelschen, 61 van Frauschen en 2u4 van Duitschen oor sprong 229 waren van onbekende nationaliteit. Naar tot opric op de I weten, een groc nale vis gereken* door wt alle huu genomei die daa verwerk dat de groote ook du: verdien - hi keuring waren In de bekroot der ve 2en ee ging t vermeh de hee M. Dek stieren die vai de 8tie te Axt van d' Axel e Ook puike zien a door 1 den v betere: de kei lijk da verbet openb benoe Axel lijk s marin door synod welke wordi van met Zeela land mans op b diens zijn wone Ve voors hand ,E iema het vern blek jong Ei hulp 13 d zoo het veri P hov wor viei tees bete „de bes I me een doe nat 1 r

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1916 | | pagina 2