N Buitenland. L Zijn veelzijdige studie maakte dat hij terstond hier in de Kamer kou optreden als een man van gezag. Reeds vroeger was hij voor allerlei tunctie aangezocht. In 1898, toen spreker hem in het Torentje ontving en hem, op 35-jarigen leeftijd verzocht als inspecteur van het M. O. op te treden (bijzondere omstandigheden ver hinderden hem deze functie te aanvaar den) kreeg spr. reeds den indruk, dat van hem onder de jongeren voor de toekomst veel viel te hopen. Bij zijn optreden in de Kamer bleek dit. Van kleinheid was hij atkeerig en groote kwesties trokken hem aan. Zonder eerzucht was hij niet, doch slechts die eerzucht bezat hij die grooten mannen past. Als we straks de oorlogswinstbe lasting behandelen, als later de basis wordt gelegd voor het Middenstands- crediet, als het vak- en hooger handels onderwijs zal worden behandeld en het grondwetsartikel aan de orde komt, zullen wij allen, van welke richting ook Bos missen. Spr. herdenkt voorts zijn verzoenend en bezielend optreden in de Bevredi gingscommissie. En door zijn karakter, èn door zijn zelfbeheerschiog, èn door zijn geduld en uitgebreide kennis van details en in onwrikbaar vertrouwen, dat alle partijen bereid zouden zijn tot toenadering, was hij daar de aangewezen man. Hoe jammer, dat hij, die alles voor bereidde, voor hij de vruchten van al dezen arbeid kon aanschouwen, heen ging. Als een ander zijn plaats zal innemen, zal een leegte ontstaan die niet kan worden aangevuld. Niet alleen zijn politieke vrienden en geest ver wan ten, doch de geheele Kamer zal het gemis gevoelen. Als hij het woord voerde, dan wist hij bijna altijd het debat tot hooger peil op te voeren, en nieuwe gezichtspunten te openen en uiteenloopende meeningen tot elkaar te brengen. Zelts als hij geen tijd had gehad tot voorbereiding, was de vorm van zijn rede welverzorgd. Primus inter pares was dr. Bos in kleine, zoowel als in groote zaken. Nooit was spr. meer doordrongen van zijn superioriteit dan toen hij bezig was de opdracht te vervullen tot vorming van een ministe rie, hem door H. M. verleend. Spr. bewonderde zijn tact en inzicht en men wist dat Bos de eenige was, by wien slagen mogelijk was. Na die moeilijke dagen begonnen zijn vrienden in te zien, dat er reden was voor ongerustheid over zijn gezondheid. Hij had te veel werk op zyn schouders geladen. Ook de teleurstellingen, die het openbare leven steeds met zich brengt, verzwakten hem. Toen hij eindelijk genoodzaakt was rust te nemen was het te laat. Geen liefderijke ver zorging was meer in staat hem te redden voor zijn vrouw en kinderen, die hem vergoodden, voor zijn vrienden en voor het vaderland. Velen van ons, uit alle partijen, zullen opgaan naar zijn graf, om hem de laatste eer te bewijzen en het Nederlandsche volk zal zorgen, dat zijn naam in onze geschiedenis met eere zal worden vermeld. De minister van Binnenlandsche Zaken, de heer Cort van der Linden, verklaarde, dat ook de Regeering diep doordrongen is van het verlies, door den dood van dr. Bos geleden. Spr. herin nert er aan, dat dr. Bos ook voor de Regeering een groote steun en kracht is geweest. Terecht wees de Voorzitter op zijn arbeid in de Bevredigingscom missie, die dank zij zijn geduld, beleid en verlichte leiding, tot een goed resul taat leidde. De hoogheid van zijn karakter, zijn nimmer falende plichtsbe trachting en waardeering van anders denkenden, maken zijn verlies een verlies voor het gansche vaderland. Beide redevoeringen werden door de Kamer staande aangehoord. Avp. Onder buitengewoon talrijke blijken van deelneming had Dinsdagmiddag de teraardebestelling plaats van dr. Bos. Ter begrafenis was een groote menitge aanwezig, onder wie alle ministers, (behalve de heer Rambonet), zeer vele Kamerleden, burgemeesters van onder scheidene gemeenten, en deputaties uit tal van instellingen, waarin dr. Bos zitting had. Er waren zeer vele kran sen, o. a. een van H. M. de Koningin. Aan de groeve werd het woord ge voerd door Minister Cort. van der Lin den namens de Regeering, door het Tweede Kamerlid mr. Marchant namen» de politieke vrienden en nog door twee andere heeren. Een zoon van den overledene dankte voor de betoonde deelneming. Kermis toegestaan Zoolang de oorlog reeds duurt, was er van k^rmishouden in het in staat van beleg verklaarde gebied van Noord-Brabant en Limburg geen sprake meer. Thans echter heeft aecomman is, nog zenuwachtiger te worden door gebrek aan berichten, over hun ver spreide familieleden Er zullen zonder dat al genoeg neurasthenici zijn na den oorlog; het bericht zal ook wat kalmte brengen in de gemoederen van hen, die zich verbeelden, dat juist zij zonder bericht zitten, en die niet gelooven, dat het een bloot toeval is." dant van het Veldleger toegestaan, dat de kermissen gevierd mogen worden in de gemeenten, welke op grooter af stand dau van vijf kilometers van de grens zijn gelegen. Tern. cri. Pbstverkeer met België. Er komen weer vele klachten over het postverkeer met België. Degenen, die» in geregelde briefwisseling met familieleden of bekenden zijn, klagen steen en been, dat sedert Jan. ongeveer er zoo heel weinig briefkaarten van België naar Holland, zoowel als omge keerd, doorkomen. Men kan niet zeggen, dat het postverkeer bepaald is stop gezet, waut er gaan weinig dagen voorbij dat, wie een omvangrijke correspon dentie onderhouden, niet enkele kaarten uit België ontvangen, maar wat er doorkomt is ongeveer 4/6 van wat er door moest komen. Een lezer schrijft aan de N. R. Crt., dit te hebben kunnen vaststellen, toen Hpllandsche vrienden uit Brussel hem de vorige week zijn komen bezoeken, die nota hadden ge houden van de door hen en vele andere families verzonden briefkaarten. Een controle op de correspondentie België Zwitserland leverde ook het bewijs, dat er zeer veel kaarten verloren gaan, schoon minder dan 4/6. Van aangetee- kende kaarten gaat een even groot percentage verloren, maar, o wonder 1 Portretten schijnen veelal terecht te komen. Het interesseerde onze bericht gever eens te weten, waarom zooveel doodonschuldige, banale briefkaarten achtergehouden werden, en een betrouw baar onderzoeker van het geval berichtte hem het volgende Aan de censuur te Aken wordt het personeel om de 10 of 14 dagen vervan gen. Nu is het personeel te Aken veel te klein in verhouding tot ^ijn groote taak het raakt daardoor eiken dag meer achter, en bij de wisseling van beambten ligt er dan een groote borg ongecensu reerde kaarten waar de vertrekkenden nog niet aan toe zijn bekomen. Het nieuwe personeel begint dan met dezeD stapel te amoveeren. Als het zoo schoon schip gemaakt heeft, vat het zijn taak met frisscheu moed aan. Maar het raakt onvermijdelijk weer achterde onge censureerde berg groeit weer aan... tot na een dag of .14 werkens de nieuwe personeelwisseliug weer komt. Dan wordt er weer opruiming gehouden. Enz. Het is dus het bloote toeval, dat beslist, of eeu kaart doorkomt of niet. Vrij groote, op stijl karton gedrukte portretten zijn alle doorgekomen, daar zij door hun formaat ergens anders gedeponeerd zijn en behandeld door een minder met werk overstelpten ambte naar. Men ziet hieruit, dat er niets „achter" zit, als de briefkaarten niet doorkomen. Het euvel is gemakkelijk te herstellen. Misschien zullen de Duitschers, om hun naam als goede om administrateurs hoog te houden, hun personeel aan de censuur te Aken wat willen uitbreiden, en dan komt alles in orde. „Wat behoeven de Belgen, vraagt onze berichtgever terecht, wier leven nu waarlijk niet benijdenswaardig DE OORLOG. De „Köln. Volkszeitung" meldt uit Bergen In de Borinage had een aantal mijnwerkers gestaakt; zij verlangden nieer levensmiddelen vooral genoeg aardappelen. Daarbij komt dat de prij zen der noodzakelijkste levensmiddelen dagelijks stegen. Tengevolge van de staking hebben de burgemeesters van het district afgevaardigden gezonden naar de Duitsche overheden van het burgerlijk bestuur om met hen te onder handelen. Hiermede hebben zij, volgens de „Courrier l'Avenir", succes gehad. Het bureau voor de verdeeling van aardappelen te Brussel heeft terstond de noodige stappen gedaan om eene rijkelijker uitdeeling van aardappelen te doen plaats hebben, en eene voldoende verzorging tot den volgenden oogst te waarborgen. Daarop zijn de stakers weder gedeeltelijk aan het werk gegaan en, naar men hoopt, zal het werk dezer dagen weder overal worden hervat. Uit bovenstaand bericht uit een Duitscb blad, blijkt ten duidelijkste, dat het met de voedselvoorziening door de Duitsche overheid in het bezette gebied van België, allerbeklagelijkst gesteld is, en de zelfingenomenheid der Duitschers met betrekking tot het orga niseeren van het bestuur en het herstel van het economische leven achter het front, zacht uitgedrukt, al zeer voor barig is. Als verontschuldiging voor den absoluten voedselnood in België diene echter, dat in Duitschland, waar kraaien en meikevers op den disch prijken, het gebrek hand over hand toeneemt en van den aanwezigen voor raad niets gemist kan worden. Avp. Het Turksche hoofdkwartier bericht Aan het Irakfront, in den Pelabiesector, van tijd tot tijd activiteit der tegenzijdige artilleriën. Door den was van de Tigris werden aan weerskanten loopgraven vernield. Wij hersteldeu de onze dade lijk weer. De namen van de hoogere, bij Koet- el Almara, gevangen genomen bevel hebbers zijn, buiten generaal Towns hend, de commandant van de 6 Infan teriedi visie Powna, de divisie generaal Matios, de commandanten der 16e, 17e en 18e brigade, n.l. de generaals Dal mack en Hamilton en de kolonel Evens, voorts de commandant der artillerie generaal Smith en 551 andere officieren van lageren rang, waaronder de helft Europeanen en de rest Indiërs. Van de gevangen genomen soldaten zijn 25 pCt. Engelschen, de rest Indiërs. Hoewel de vijaud voor de kapitulatie een deel van zijn stukken geschut, geweren en oorlogsmateriaal vernielde en de rest in de Tigris wierp, was de buit, die tot dusverre werd geteld, met kleine herstellingen te gebruiken is, 40 kanonnen vau verschillend kaliber, 20 machinegeweren en bijna 5000 ge weren, een groote hoeveelheid infanterie en artilleriemuuitie, een groot en een klein schip, die beide weer gebruikt worden, dan 4 automobielen en 3 vlieg machines, voorts nog een groote hoe veelheid oorlogsmateriaal dat nog niet geteld is. De wapens en munitie, die in de rivier zijn geworpen, worden er weer uitgevischt. De inwoners van KoetelAmara die niet tot ons overgeloopen waren,- ontvin gen ons met groote vreugde en vergoten tranen van vreugde bij den intocht onzer troepen die vóór alles onder de bele gerden levensmiddelen uitdeelden. Een bestorming In de „Cape Times" komt een treffend verhaal voor van de bestorming vau Taveta Nek, in Oost Afrika. Het blad drukt een brief van een sergeant af, waarin o.a. voorkomt De Duitschers hielden een zeer sterke positie bij Taveta Nek bezet en het was van het hoogste belang, dat wij die namen. Wij behoorden tot de reserve en Vrijdag, tegen donker, kregen wij bevel de stelling aan te vallen. Zoodra de vijand de toebereidselen hiertoe zag opende hij het vuur op ons. Het was ontzettend, maar wij hielden vol en toen wij, nog een halve mijl vóór de stelling, bevel kregen de bajonet op het geweer te zetten, ging er eeu veel malen herhaald gejuich op, dat met uitdagend geroep van den vijand beant woord werd. De maan scheen helder en het was een mooi gezicht, al die bajonetten in het maanlicht te zien schitteren. Ook de vijandelijke stelling was duidelijk zichtbaareen geweldig vuur uit allerlei soorten kanonnen werd op ons gericht. Drie uren lang handhaafden wij ons daar op dezelfde plaats, zonder ook maar een handbreed te wijken. Eindelijk kwam het bevel tot den aanval en weer juichten wij en drongen wij vooruit. „Are we downhearted?" riep ik en uit duizend kelen klonk het antwoord, „No Toen begonnen wij Tipperary te zingen, wat de vijand met geroep „Kom maar op, dan zullen we jullie Tipperary geven", beantwoordde. Tegen half twaalf school de maan achter een wolk en gat kolonel Preeth het bevel om den Nek te bestormen. Ik stond met mijn peleton op den uiter sten rechtervleugel. De kolonel voerde ons aan en wij volgden hem. Wij deden een vluggen aanval op den top en bereikten dien ook. Taveta Nek was in ons bezit. Het was bijna 1 uur en wij waren alle zoo moe, dat wij bijna neervielen, maar toch zorgden wij, den heuvel tot den ochtend vast te houden. Wij behoefden de mannen niet te zeggen dat zij wakker moesten blijven. Zij begrepen volkomen in hoe gevaarlijke positie wij ons bevonden. Ik zal dien nacht nooit vergeten. Tegelijkertijd deed majoor Thompson van de andere zijde van den heuvel een aanval op den Nek en had met 150 man de stelling om vijf uur's ochtends genomen, De andere regimenten juich ten ons luide toe, toen zij vernameD wat wij gedaan hadden. Avp. AXEL, 12 Mei 1916. Op het den 29sten Juni aanst. te Zaamslag te houden Zeeuwsch-Vlaamsch Zendingsfeest hopen als sprekers op te treden de heeren Ds. K. van Anken van Pernis, Dr. V. Hepp van Klundert, de heer Jens van Utrecht, oud-zendeling, Ds. M. Lindenhorn, directeur der Ned. Zendingsvereeniging te Rotterdam, Ds. H. Mulder van Amsterdam, Ds. Van der Schuit van Amsterdam en Ds. Schuller van Den Haag. In een te Hulst gehouden raads zitting is met 6 tegen 2 stemmen aan genomen een voorstel van Burg. en Weth. om voor het totstandkomen van een verbindingsweg tusschen het vierde en vijfde district gedurende 30 jaren eene bijdrage te verleeneu van 106,38. Dinsdag 16 dezer bezoekt de Com missaris der Koningin de gemeenten Zuiddorpe, Overslag, Westdorpe en Sas van Gent. M-. crt. In de week van 3—9 Mei zijn uit Zeeland de navolgende besmette lijke ziekten ter kennis van den Cen- tralen Gezondheidsraad gekomen diphterituseen geval te Arnemui- den, Biervliet, Oostkapelle en ZierikZee roodvonkeen geval te Clinge en ta Goes en twee gevallen ie Neuzen; nekkrampeen geval te Bruinise. E geb teD, moi als van lijk gro aut ter gec rat Ma ko va m oil ui In H ge de 8Cl

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1916 | | pagina 2