Binnenland. Duitsche verliezen. *- t)e Daily Mail" schrijft, dat de laatste 25 Prui sische rerliezen lijsten, de nummers 443 tot 467, over Februari, de namen bevatten 37,829, officieren en manschap pen gedood, gewond of vermist' waar door het totaal der Pruisische verliezen 2.374,925 wordt, behalve 252 Beiersche, 257 Saksische, 349 Wurtembergsche en 67 lijsten der Marine. De laatstbedoelde lijsten vermelden de namen van 43 vliegers gedood, 27 gewond, 13 gevangen genomen en 1 vermist. De namen van 4 gewonde generaals en van prins Oscar van Pruisen, al3 gewond, komen daaaop voor. Ar.p. Bonar Law heeft in het Lagerhuis meegedeeld dat er tot dusver 750,000 vierkante mijl van de Duitsche kolonies zyn bezet, t.w. in Afrika; Zuidwe Afrika 322,450 v. m., Kameroen 300,000 v. m., Togoland 33,700 v.m. In de Stille ZuidzeeSamea 660 v. m., Upolu 340 v. m., Kaiser Wilhelmsland en eilandjes in de Stille Zuidzee 70,000 v. m., de Bismarck-archipel 22,640 v m., de Carolinen, Marianon en Marschall-eilao den 1000 v. m. In AziëKiaotsjou 200 v. m. N. R. crt. De Duitscher Charles Respa uit De troit is tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld wegens den dynamietaan- slag op ae Peabody Clothing fabriek te Walkerville. In een schriftelijke be kentenis heeft Respa verklaard dat een rijk Duitscher, met name Albert Kalt schmied te Detroit, hem 200 dollars voor den aanslag heeft gegeven. Uit Parijs meldt men Een officieel Duitsch bericht van 10 Maart beweert dat bij de luchtgevechten in de maand Februari geen enkel Duitsch vliegtuig is verloren gegaan. Daarentegen be weert het dat 13 Fransche en Engelsche vliegtuigen zijn neergeschoten. De waarheid ziet er heel anders uit. In Februari hebben de geallieerden 10 Duitsche vliegtuigen neergeschoten. Er zijn er 5 neergekomen binnen de Fran sche linies, en 5 binnen de Duitsche linies naar den kant van het trout der geallieerden. Slechts één Fransch vliegtoestel is in een luchtgevecht neer geschoten. TV. R. crt De Duitsche gouverneur generaal in België heeft de volgende verordening uitgevaardigd Art. 1. Het is verboden plantaardige en dierlijke oliën en vetten, die tot menschelyke voeding geschikt zijn, of waaruit menschelijke genotmiddelen kunnen vervaardigd worden, in ruwen of verwerkten toestand tot andere doeleinden dan tot menschelijke voeding te bezigen. Uitzonderingen kan de „Oelxentrale" in België toestaan. Art. 2. Met ten hoogste 5000 mk. boete en met ten hoogste drie maand gevangenis of met een van beide wordt gestraft al wie de bepalingen dezer ver ordening overtreedt. Bovendien kan verbeurdverklaring der stoffen, die het voorwerp der over ireding uitmaken, uitgesproken worden. Bevoegd zijn de krygsrechtbanken. TV. R. Crt. Een Havasbericht, eergisteren uit Parijs afgezonden, deelt mede, dat de zoo bewogen week met kalmte geëin digd is. Vermindering van het krijgs bedrijf ten opzichte van de infanterie terwijl de wederzijdsche werkzaamheid van de artillerie voortduurt, is ook heden, Zondag, voor den toestand ken schetsend. Trouwens volgens zyn gewoonte, als er geen werkelijke voordeelen zijn te melaen, herhaalt de generale staf van den Keizer welk getal gevangenen aan de Maas zijn gemaakt. De kalmte, die is ingetreden, bewijst dat het voor den vijand noodzakelijk is, de vreeselyke gapingen, welke de Fransche artillerie heeft gemaakt, aan te vullen, en zich van nieuwe proviand en munitie te voorzien. Mag het laatste al gemakkelijk zijn, het is voor hem onmogelijk zijn gedecimeerde troepen te vervangen. Uitputting is dus het eenig resultaat waar zijn geduchte inspanning tegen Verdun op uit is geloopen. Van de andere gevechtsterreinen met uitzondering van die in Armenië en Perzië, geen nieuws. De Russen ont namen Riza aan de Turken, hetgeen na de gelukte landing bij Trebizonde van niet zoo veel waarde behoeft te worden geacht. Van meer beteekenis is het snelle oprukken der Russen in Perzië, in de richting van Mossul en Bagdad, blijkende uit de berichten, dat Siuna is bereikt en dat de van Kermandsjab voortgerukte troepen zich reeds 50 werst ten Westen van die plaats bevinden. De toestand ontwikkelt zich hier thans op voor de Turken bedenkelijk nadeelige wijze. Avp. Aan het station te Sas van Gent, zoo schrijft de Aardenburgsche berichtgever van De Nieuwe Couranthangt bij het loket eeo bordje, vermeldend dat op bevel der Duitsche militaire overheid geen reizigers mogen worden meegenomen over de Belgische grenzen. Bij informatie bleek het verbod absoluut te zijn. Drie treinen rijden per dag de grenzen over naar Selzaete en terug, maar vervoeren enkel goederen- en officieele personen die in Duitschen dienst reizen, den secretaris van den Hollandschen consul in Gent, en den hoogst enkele die van de hoogste Duitsche autoriteiten in Gent een speciaal verlof' krijgt om per trein de grens te passeeren. De redenen kan men natuurlijk niet mededeelen de stationsbeambte deed eenvoudig wat hem bevolen werd. Later bleek mij in Gent, dat de maat regel samenhing met velerlei strenger geworden bepalingen. Nog steeds is het ongeoorloofde verkeer met Nederland door middel van overloopers en brievensmok kei niet gausch verhinderd kunnen wor den. Van allerlei hoort men nog mom pelen aan de grenzen. En daar volgens Duitsche ervaring op duizend familiebrie ven toch misschien één met militaire aanwijzingen gesmokkeld wordt, tracht men door absolute »Gerizsperre« en daarna voor hoogst enkele in militair opzicht betrouwbare personen de mogelijkheid van berichten smokkelen tot een minimum te beperken, terwijl tegen overloopers en brieven smokkel langs binnenwegen op andere evenzeer radicale wyze wordt geageerd. De correspondent vertelt dau verder van de ontruiming van de grensstreek en vau den ruiterweg, die achter den elec- trischen draad is aangebracht. Ieder, die. voortaan in die streek zal worden aange troffen krijgt terstond de kogel. In Selzaete zelf, zoo gaat hij voort, was alle8 zooals ik het vroeger had gezien Alleen nog meer afgesloten dau voorheen. Reizen naar Gent was vandaar ongeveer onmogelijk. Werk was er niet. De groote fabrikanten deelden nog al eens kolen en aardappelen uit. Van 't Arae rikaansche comité kwam bij het gemeen tebestuur het noodige tarwemeel. Maar de bewoners klaagden wel over de kwa liteit. Als een bijzonderheid valt te vermelden, dat hier en elders door som mige Belgische staatsbeambten geweigerd was voor de Duitsche overheid te werken. Gevolg was dat zij waren ontslagen en nu broodeloos waren, terwijl hun plaatsen door andere Belgen waren ingenomen »Ja*, zeide mij ergens een Belg, die in zijn dienst gebleven was: verzijn er die 't mij kwalijk nemen, dat ik mijn positie niet heb opgeofferd. Maar wat moet ik doen Ik moet met vrouw en kinderen toch eten En er staan er hoopen klaar om mij te vervangen Moeilijke jaren zijn het voor velen, dat is zeker. En in gstnsch Vlaanderen drukt de onvrijheid en de al nijpender nood. Te Gent was ongeveer alle, verkeer met het geueraal-gouvemement verbro ken. De hotels hadden heel geen reizigers meer. Bij hei begin van de »Grenzsperre« was het voorgekomen dat reispassen vau personen, uit Brussel gekomen, te Gent op straat waren verscheurd, zoo vertelde mij een Gentenaar. Zij waren gedwon gen daar tot nader order te blij ven. Een meisje zoo verhaalde mij een ander, was voor de begrafenis van haar vader van Antwerpen gekomen, en kon nu niet weer terug. Begrijpelijk dat de treinen nu bijna geen burgerlijke personen meer bevattem Militairen zijn er in die streken naar het schijnt meer dan ooit. En ik dacht aan dien Geutenaar, nu reeds meer dan een jaar geleden, die mij zoo overtuigend bad verzekerd, dat de laatste Duitsche mannen nu in het veld stonden. »Gent was leeg, meneer Het leven in Gent gaat gewoon zijn gang. Volle cinema's. Tooneelvoorstel- gen. Concerten. Maar de stemming is dof en gedempt. De schuldenlast der gemeente wordt al grooter. Aan de fabrieken ontbreken de grondstoffen vrij wel geheel, nu alle invoei van buiten door Engeland verboden is. Alles staat stil. De Gentsche arbeidersbevolking loopt voor negentiende ledig. Nering doenden klagen steen en been er wordt niet gekocht omdat er geen koopkraeht is onder het volk. De gansche Vlaamsche werkerswereld snakt uasiT vrede. Maar zij is machteloos... Nederïandsche vlag varend Engelsch schip voor zich had, dat tot den aauval overging, en nam de „Bandoeug" der halve onder vuur. Later stopte het stoomschip en zond het een boot at ter onderzoeking van de.scheepspapieren. De Nederïandsche officier die in de boot was, verklaarde dat de kapitein van de „Bandoeng" slechts om de formaliteiten vlugger af te bandelen dichter bij de duikboot had willen komen. Wolff voegt aan deze lezing van het „Baudoeng"-iucident toe, dat de com mandant van de duikboot tot de ver onderstelling dat hij een verkapt Eu- gelsch schip voor zich had de» te meer gerechtigd was, daar de Engelscher. „zooals bekend is" de Nederïandsche vlag plegen te misbruiken'. We willen hierbij opmerken, dat volgens de lezing door de opvarenden der „Bandoeng" gegeven, er geschoten is vóór men de duikboot zag, en dat eerst na het derde schot de „BaDdoeng" langzaam naar de duikboot toevoer, en niet met volle vaart. Bovendien is ons zeker niet „bekend" de Engelschen de Nederïandsche vlag plegen te misbruiken. En zelfs al zou de Duitsche lezing juist zijn, dau blijft ook zij een absolute veroordeeling van de Duitsche methode vaD schieten zonder onderzoek. M. Crt. Spoorweg Breskens—Sluis met zyiynen. Aan het verslag betreffende het wets ontwerp tot toekenning van een rente loos voorschot ten behoeve van den aanleg en het in exploitatie brengen van een spoorweg van Breskens over Cadzand en Retranchement-naar Sluis met zijlijnen van Cadzand naar de haven van Cadzand en van Retranche ment naar de Belgische grens in de richting van Knocke wordt ontleend, dat dit ontwerp algemeen instemming vond. Men keurde het goed, dat juist in dezen tijd voor deze streek iets wordt gedaan. Intusschen waren som mige leden van oordeel, dat het niet wenschelijk is voor de zijlijn van Retranchement naar de Belgische grens een renteloos voorschot te verleenen, zoolang niet vaststaat, dat de verbinding met Knocke tot stand zal komen. Voorts wenschte men te vernemen welke bedragen door onmiddellijk be langstellenden worden gegeven. Ai. Crt. Uitvoer van aardappelen. De minister van landbouw, nijverheid en handel brengt ter algemeene kennis dat de uitvoer van aardappelen uit sluitend zal kunnen plaats hebben over de volgende grenskantoren Delfzijl, Harlingen, Amsterdam, Rot terdam, Nieuweschans, Ter Apel, Coe- vorden, Oldenzaal, Enschede, Winters wijk, Zevenaar, Lobitb, Groesbeek, Gennep, Venlo, Roermond, Simpel veld, Eisden, Weert, Valkenswaard, Baarle- Nassau, Rosendaal, Hulst, Sas van Gent, Hansweert. St. crt. Nederland en de oorlog. Wolff seint uit Berlijn Naar aauleiding van het bericht uit Den Haag, dat de directie van de Rotterdamsche Lloyd te bevoegder plaatse wegens de beschieting van het stoomschip „Bandoeug" iu de Middel landsche Zee door een Duitsche duik boot een vertoog zal richten, vernemen wijvan bevoegde zijde, dat het ge beurde zich op de volgende wijze afspeelde De „Bandoeug" kreeg op grooten afstand door een vlaggensiguaal het bevel te stoppenin plaats van dat bevel op te volgen, gooide het stoom schip iu volle vaart onmiddellijk zijn roer om en kwam het op de duikboot af De commandant van de duikboot moest uit dit optreden van de „Ban doeng" noodzakelijkerwijze de gevolg trekking maken, dat hij een onder Watersnood eereteeken. Bij Kon. besluit van 6 dezer is, wil lende aan hen die bij gelegenheid van den jongsten watersnood door ijver, moed, beleid en zelfopoffering het meest hebben uitgemunt, een blijk van Onze goedkeuring en tevredenheid verleenen; bepaald Art. 1. Ter erkenning van uitstekende daden bij den jongsten watersnood ver richt, wordt een eereteeken ingesteld. Art. 2. Dit eereteeken bestaat lo. in een medaille in zilver of brons houdende aan de voorzijde het borst beeld van wijlen Onzen beminden Vader met het omschrift: Willem III, Koning der Ned. G. H. V. L., en aan dekeerzijde, met het omschriftWatersnood van 1916, een oranje- en lauriertak, van onder met elkaar door een lint ver bonden, omvattende een perkament, waarboven, de Koninklijke kroon en voorzien van het opschriftde Konin gin aan. 2o. in eene barret in zilver of in brons, voorstellende een eikentak om slingerd door een lint, waarop de woor den: Watersnood van 1916 zijn gegra veerd. Art. 3. De medaille wordt door Ons verleend aan hen die zich bij den jongsten watersnood bijzonder hebben onderscheiden, om aan een oranjelint op de linkerborst te worden gedragen. Art. 4. De barret wordt door On» toegekend aan hen die reeds vroeger met de medailles ingesteld bij de Kon. besluiten van 31 Maart 1855, no. 71, 24 Maart 1861, no. 66 en van 5 April 1876, uo. 18, of met de barret, ingesteld bij de twee laatstvermelde besluiten, zijn begiftigd, en zich opnieuw bij den jongsten watersnood loffelijk hebben onderscheiden zij zal gedragen worden op de lin kerborst door middel vau een oranjelint boven de vroeger bij Koninklijk besluit verleende medaille en nevens de vroe ger bij Koninklijk besluit toegekende barret. Art. 5. De barret en het lint mogen niet zonder de medaille worden ge dragen. N. Rcrt. Maildienst op Engeland. Zaterdag 18 dezer wordt de maildienst van de Maatschappij Zeeland hervat en wordt weer viermaal per week in beide richtingen gevaren. AXEL, 14 Maart 1916 Zaterdagmorgen had to Axel en Zaterdagnamiddag te Neuzen de eindles

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1916 | | pagina 2