Xo. 85
Zaterdag 29 Januari llitÖ
1
31e ♦laar»»
N i e u w s- e n A d v e r t e n t i e b 1 a <1
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
E. DIELEMAN,
Binnenland.
Dit. blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor Belgis 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRÜKKER—UITGEVER
AXEL.
AL)VERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Gro®te letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing S/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TTVEE uren.
Crt.
Koninklyk bezoek.
Een berichtgever van de R. A/
meldt
H. M. de Koningin ia Woensdagmiddag
vergezeld van een hofdame en den
adjudant jhr. C. Hooft Graafland om 2
uur aan het Centraal Station te Amster
dam aangekomen.
Hare Majesteit nam met haar gevolg
plaats in een hofauto en reed terstond,
voorafgegaan door een militairen auto
ia welke de luitenant ter zee Heilbron
had plaats genomen naar het IJ-veer
ten einde opnieuw een bezoek te gaan
brengen aan de geteisterde streek.
Bij Buiksloot werd terstond de weg
naar Oostzaau ingeslagen in behoorlijke
vaart ging het tot de Oostzaanschen
Overtoom, den zijweg naar Laudsmeer.
Onderweg stonden veel bewoners voor
hun huizen, die de Vorstin hartelijk
toewuifden. Bij het fort Kadoelen brach
ten de mariniers het militair saluut.
Vóór den toegangsweg naar Lauds
meer, die thans geheel onder water
staat, werd H. M. opgewacht door den
burgemeester van Landsmeer, den heer
J. M. van Beek Jr., den districtscom
mandant kapitein Quack eu den eersten
luitenant adjudant Rapp.
De heer van Beek stelde eenige
Landsmeersche autoriteiten voor, waar
na de Koningin zich terstona naar het
lager gedeelte van den weg naar Lands-
meer begaf waar een drietal bootjes
met aauhaugmotor gereed Lagen. Hare
Majesteit nam plaats in den boeier
Jongejan, ^die door den eigenaar den
heer J. Kwantes zelf bestuurd werd.
De officieren volgdau met sloepjes
laeres en Arcbimedes, die voorzien als
te waren van goed werkendeaauhang-
motoren, iu de laatste dagen voortdurend
uitstekend werk op dit ondergeloopen
|ebied hebben verricbt. Eindelijk was
er nog ter begeleiding van het Konink
lijke eskadertje een zgn. „hekwieier"
van de marine, de achterwiel-sloep no.
83, die voortdurend politietoezicht in
ien polder blijft uitoefenen. Laatstge
meld vaartuig stond ouder commando
van den adelborst le kl. der Kon. Ned.
marine reserve A. Karsdorp, terwijl de
leiachements-commaudant van Buik-
loot, de 2de luitenant bij den vrijwil
[gen landstorm C. F. van Ledden
lulsebosch ook op die boot meeging.
Door een toevallige bijzonderheid
lochten wij er in slagen den tocht naar
andsmeer op laatstbedoelde vaartuig
ee te maken.
Ëet was een allermerkwaardigste reis
rer den gewonen weg, dien wij vroeger
oo vaak per fiets of te voet hebben
fgelegd. De hek wieier met zijn tien
Jatrozen eu de bootsman Letevre aan
oord hield de vaart over de dijkjes en
egen best uit. Schuimspattend sloegen
raderen het water voortdurend weg
raakten wij een eDkele maal vast
w was met een kleiue ruk de vrijheid
loedig herkregen. Af en toe bonkten
'ij tegen een scherp voorwerp of stiet
os vaartuig tegen een telefoonpaal
'intijds zagen wij een eeudeuvoudertje
dat losgeraakt was, en als een belem
mering midden op onzen weg was
scheen maar een zachte aanraking vol
doende om baan te ruimen. Bij de
woning van zekeren De Greote zagen
wij duizende eenden verzameldiu
koor hieven zij hun gesnater tijdens
onze voorbijvaart, aan.
Ue raderen van den hekwielerkunnen
heel wat verdragenvanmorgen was
er nog een heel kippenhok tusschen
bekneld geraakt, maar vrij spoedig
hadden de matrozen het weer lusge
werkt. Alle bruggetjes over de slootjes
waren loshet zal nog een heel gepeuter
geven, wanneer eenmaal, het water
weer is verdreven. Gelukkig is de
cou8tructie der meeste woniugeu hier
vau dieu aard, dat zij het npg wel uit
zullen houden. Eén drijvend huis
kwamen wij tegen. „Uit de hand te
koop" stond er niet zonder ironie boven
opgeplakt. Langs den weg zijn de meeste
woningen ontruimd, omdat de verbin
ding zoo moeilijk is te onderhouden.
De bootsman maakte ons opmerkzaam
op een flink plakkaat aan een der
huizen: „Loopjongen gevraagd!" Het
staat er werkelijk. Wie zou zich daar
vocfr thans aanmeideu Sommige boer
derijen dragen het veelbeteekenend
'pschrift „Nooit gedacht". Inderdaad,
wie had het ooit gedacht op-deze wijze
naar Landsmeer te gaan. De hekwieler
glijdt als gesmeerd over de dammetjes
de bootsman betuigt in allen ernst, dat
er groene zeep onder gesmeerd is. Wie
zou den ronden zeeman niet willen
gelooven. Eenmaal stooten wij weer
op een partij steenen. Het achteruit
van den-leider is voldoende om bij de
volgeude spurt er netjes overheen te
gaan.
De flottielje der Koningin kan ge
makkelijk worden bijgehouden, waut
hoe aardig schot er ook iu de sloepjes
komt door de mechanische beweging
der motoren. ons marine vaartuig is
de andere ondanks zijn logheid verre
de baas.
Even voor Landsmeer gaan wij
buitenom, nadat wij bij het tusschen de
huizen doorvaren e n oogenblik onze
beenen hebben moeten bergen. Het
was er geducht smal en de punt van
het dak kwam vlak laugs den rand
van den hekwieler.
Wanneer wij midden in het dorp
tegenover de kerk zijn aangekomen, is
de Koninklijke flottielje juist vóór het
raadhuis aangeland. Alles wat nog in
Landsmeer vertoeft, heeft zich hier
vereenigd, zoodat de ongeveer 250 bur
gers en 60 militairen te zumen nog een
flksch geheel uitmaken. De Koningin
betreedt het gemeentehuis, waar ds. H.
•J Heynes en de hoofdonderwijzer de
Vries aan de Landsvrouwe worden
voorgesteld. De rijksveldwachter De
Boer heeft ondauks den noodtoestand
voor de plechtigheid zijn witte hand
schoenen aangetrokken; hg houdt de
nieuwsgierigen zooveel mogelijk op'
een afstand.
Langs het glibberige pad begaf de
Koningin zich naar de school en vandaar
naar de Hervormde kerk, waar nog 22
moeien, 2 paarden en 12 geiten zijn
ondergebracht. Landsmeer behoeft nog
niet ontruimd te worden en zoolang
blijft de gemeenschap tusschen de over-
olijvënde zooveel mogelijk ouderhouden,
Burgemeester van Beek zeide ons de
vorige week al, dat dij tot het laatst
hier op zijn post zou blijven.
Er schijut bovendien nog voldoende
leeftocht te wezenwij zagen een vlet
volgeladen met eieren.
Alvorens weer in den boeier te stap
pen onderhield de Koningin zich met
verschillende boeren, terwijl Zij hun
Hare deelneming betuigde en belang
stellend naar hun toestand ondervroeg,
loen de flottielje zich weer in beweging
zette, ging er onder de bevolking een
luid hoezee voor Hare Majesteit op.
Langs de Tyssenspoel en de Braak
kwamen de booten in de Twisk, „echt"
water, zooals de bootsman op den hek
wieier het noemde en zoo kon met
geduchten tegenwind gekoerst worden
in de richting van het punt van vertrek.
Na een tocht, die in zijn geheel ongeveer
anderhall uur geduurd had, werd de
Oostzaan8che Overtoom opnieuw be
reikt.
De KoniDgin sprak, op den dijk ge
komen, nog eenige boeren toe, en besteeg
na met een handdruk afscheid genomen
te hebben van den burgemeester en
de officieren Haar auto om haar weg
langs den Oostzaanschen Zeedijk te
vervolgen.
Zonder onophoud werd Zaandam be
reikt. De verschillende bewoners van
de Zaansche hoofdstad schenen uiter
mate verrast door heCKoninklijk bezoek.
Menig voorbijganger gaf zich eerst na
het passeeren van de koninklijke auto,
waaraan de staadaard gebonden was,
rekenschap wie in het rijtuig zat, zoodat
de groet vaak te laat kon worden ge
bracht. Velen herkenden echter hun
LandsvorstiD, die, ondanks deiuvallende
avondkoelte, met neergeslagen kap,
Haar weg vervolgde.
In Zaandam werd langs het stadhuis
over de sluis gereden, toen rechtsaf
de Westzijde ingeslagen en reeds
spoedig de kistdam in oogenschouw
genomen. De tocht ging voort door
de nijvere, dicht aaneengebou wde
Zaansche dorpen en steden langs de
thans zóózeer versmalden weg, dat
menigmaal voor de vele handkarren
en andere belemmeringen moest gestopt
worden.
Om vijf uur bereikte de Koninklijke
auto zonder incidenten Wortnerveer en
verdween vervolgens iu derichting vau
Alkmaar.
H. M, de Koningin is daar ruim zes
Op 19 Januari j.-l. strandde de Britsche
onderzeeboot H. 6, tengevolge van een
fout in het^bestek, in het Priesche Zeegat
(tusschen Schiermonnikoog en Ameland)
op een punt, gelegen op ongeveer 21/.
zeemijl binnen de grens der Nederland-
sché territoriale wateren. Alle pogingen,
van onze zijde gedaan om het vaartuig'
af te breugeu, zijn tot nog toe, ook iu
verband met de jongste stormen, vruch
teloos gebleven.
Op dezelfde gronden als indertijd
door de regeering bepaald werd voor
de Duitsche onderzeeboot U. C. 8, heeft
ook uu de Nederlandsche regeering de
beslissing genomen, dat de op Neder-
landsch gebied geredde bemanning zal
worden geïnterneerd en dat hetzelfde
zal geschieden met de onderzeeboot,
indien de bergingswerkzaamheden
mochten gelukken. Deze beslissing
steunt op art. 3, in verband met de
artikelen 4 en 5 van de Nederlandsche
onzijdigheids verklaring.
De tekst van artikel 4 luidt„Oorlogs-
schepen of' daarmede gelijkgestelde
vaartuigen vau een oorlogvoerende
zullen niet binnen het rechtgebied vau
den staat worden toegelaten/'
Iu artikel 3 laatste alinea komt voor
„Oorlogsschepen of daarmede gelijkge
stelde vaartuigen van een oorlogvoeren-
de, welke handelen in strijd met de
voorschriften van art. 4, mogen vóór
het einde van den oorlog dat gebied
niet verlaten."
Artikel 5 geeft eenige uitzonderingen,
waartoe het geval van de H. 6 evenwel
niet kan worden gerekend.
Naar de N. R. Crt. verneemt, ziin
eerstdaags van hoogerhand maatregelen
te verwachten, waardoor zal worden
bereikt, dat Nederlandsche schepen uit
sluitend naar Nederlandsche havens
zullen moeten worden bevracht. Tevens
zal in het algemeen geen toestemming
meer tot vervreemding van Nederland'
sche schepen worden verleend.
uur aangekomen. H. M. begaf zich
tegelrecht naar den Koninklijken trein,
die zich op een door militairen afgezet
gedeelte bij het stationsemplacement
bevond.
Een groote menigte wachtte van des
middags twee uur de Koningin op en
begroette haar bij het passeeren eer
biedig.
Nederland' en de oorlog.
Het departement van marine deelt
aan de N. R. crt. mede:
West-Indië.
Jir- Mf; H' w' Asch V. Wijck, die
de Ned. Commissie van de tentoonstel
ling te ,-sau Francisco heeft vertegen
woordigd, heeft bij zijn terugkeer iu
Paramaribo zijn indrukken medegedeeld
aan „De West". De inzending van
West Indië noefnd hij allertreurigst.
„Er hing een groote kaart van"Suri
name. Voorts was er een soort tropee
van rubber, terwijl eenige blokken hout
het geheel vol tooiden.
Ziedaar onze inzending
Het haaiste is uog, dat eeu boekje
met gegevens over Suriname, hetwelk
op de tentoonstelling aunwezig zou zijn
in tgeheel niet aangekomen is.
Dit boekje zou in Nederland gedrukt
worden. De drukproeven waren naar
Suriname gezonden, doch schijnen daar
zoek te zijn geraakt. Zoo is het werk
niet gereed gekomeu.
Herhaaldelijk kwamen personen op
de tentoonstelling inlichtingen vragen
over Suriname, die mea uiet kon ver
schaffen.
Eu wat er van Suriname te zien was
maakte een recht po veren indruk.
IIBA1MT