fto. 70,
31e Jaan|,
Nieuwjaars-Advertentiëa
W oensdag 20 December 1015.
1
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAft,
BERICHT.
a 30 cent.
\r
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent,
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot A regels 35 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden framo ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
In hel: NlGU'vVJ AARSNUMMER,
dat Zaterdagochtend, in plaats
van Vrijdagavond zal verschijnen,
kunnen
geplaatst worden
Groote advertentiën worden naar
plaatsruimte berekend.
De inzendingen worden ingewacht
tot uiterlijk Vrijdagmiddag
2 uur. Beleefd verzocht zoo spoe
dig mogelijk opgave te doen.
DE UITGEVER.
DE OORLOG.
In een artikel in de „Beurscourant"
van Petrograd wordt betoogd dat de
Duitschers reeds lang hadden moeten
begrijpen dat het volk van de bezette
streken ten slotte in verzet zou komen
tegen het stelsel van hun terrorisme.
Hunnen daden van geweld, plundering
en moord werdep begaan, niet tegen
wilde beesten, maar tegen menschelijke
wezen.
Het gevolg van de wandaden der
overweldigers is, dat do Duitschers thans
in hun rug rekening hebben te houden
met een aantal geweldige benden. De
boeren van Wolbynië hebben hun tyd
niet voorby laten gaan en geen dag of
nacht verloopt, zonder dat een of andere
stoutmoedige inval in het vijandelijke
kamp plaats vindt. De plaatselijke
toestanden begunstigen deze aanvallen.
In de moerassen van Piusk heefteen
landeigenaar heele regimenten Wolhy
nische patriotten in het veld gebracht,
en in Zuid Polezië moet de vijand
voortdurend op zijn hoede blijven.
Tusschen de veertig of vyftig meer
of minder sterke detachementen werken
thans in Polezië. Aanvankelijk waren
de manschappen meerendeels gewapend
met bijlen en hakraesseu slechts enkele
droegen geweren. Zij zijn voor het
meerendeel boeren uit het district, die
elk pad, eiken kronkelweg kennen,
zoodat hunne operaties steeds met goed
gevolg bekroond worden. Na elke raid
weten zij hunne bewegingen zoo handig
te maskeeren, dat nog nimmer de
Duitschers er in geslaagd zijn hen te
overrompelen. De meest populaire
b-nden zijn die van Yan Topoluitzky,
Ignatius, Zabolotko en Igor Ckhrinuit-
cboud.
De bende van Topoluitzky bestaat uit
40 man, allen voetknechten- Zij'begon
non hunne operaties in het dorp
Sviatasloky Smoleary, in het district
iVladimir Volhinsk, de buurt vau Kovel.
Eet hootd van deze bende is een man
op leeftijd hij is boven de 50 een
vluchteling uit het gouvernement
Kalisch. Tot Juli woonde hij met zijn
vrouw en dochter in Labourla, maar de
Duitschers overweldigden deze plaats en
de vrouw van Topoluitzky werd gedood.
Zijn 18-jarige dochter werd gevat en
weggevoerd en Topolnitzky vluchtte in
de wouden, waar bij mannen ontmoette,
die even verbitterde desperados gewor
den waren als hij zelf.
Alvorens een maand verloopen was
had bij een bende aanhangers gevormd,
die zulk een grooten durf tentoonspreid
den, dat zij weldra wijd en zijd becend
waren. De mannen, die onder dezen
geduchten leider werken, zijn niet
slechts vastberaden, maar ook uiterst
listig.
Op zekeren avond was een boer
gevangen genomen door de soldaten van
een landweer-regiment, dat het dorp
Ghenemshanova Vola in de Wladimir
Wolhinsk bezet had. Deze man deelde
mede dat hij iets belangrijks had te
vertellen en hij werdiniegenwoordigheid
van de officieren gevoerd.
„Ik weet" zeide hij, waar de bende
van Topolnitzky zich schuil houdt."
„Waar?" vroeg een der officieren, in
wiens tegenwoordigheid hij gebracht
was.
„Ik zelf kan u er heen voeren", zeide
de boer. „Zendt een aantal van uwe
mannen, doch niet te weinig, want de
bende is talrijk. Zij slapen thans en gij
kunt ze allen levend vangen."
Het vooruitzicht Topoluitzky en zijue
bende, die zulk een beruchtheid verwor
ven hadden, te kunnen vangen, lokte
den Duitschen officier zoo aan, dat hij
zonder bedenking een ongeveer 40 man
achterliet en met 150 man den boer
vergezelde om den stoutmoedigeu bende
aanvoerder te vangen. De boer werd
gewaarschuwd, dat hij de doodstraf zou
ondergaan, indien hij de Duitschers
bedroog. De gids leidde de Duitschers
door de moerassen. De Duitscher ,die
naast hem liep, gleed uit en viel en de
mouyik deed een zijdelingschen sprong
en verdween in de duisternis. Ter
zelfder tijd knalden van weerszijden
geweerschoten en bij dozijnen vielen de
Duitschers neder, gedood door het vuur
van de boeren, die zich aan beide
zijden van den weg in hinderlaag
hadden opgesteld. Slechts 50 ontsnapten.
Ter zeltder tijd werd het dorp, waarin
de overige Duitschers zich bevonden
door het hoofd der guerrilla in brand
gestoken. De Duitsche soldaten snelden
uit de hutten doch geweerschoten floten
door de straten en vele soldaten werden
gedood.
De Duitschers zonden onmiddellijk
mannen uit, teneinde de oproerige
boeren gevangen te nemen, doch geen
enkel lid der bende werd gevondeD.
Aop.
In de begrootingscommissio uit de
Russische Doema heeft Sazouof een
rede vaD langer dan een uur gehouden.
Hij zeide gemachtigd te zijn, om voor
de voltallige vergadering van de Doema
verklaringen over de algemeene politiek
te doen.
Sazonof constateerde, dat de betrek
kingen met Griekenland nauwkeurig
omschreven waren, wai de versterking
van Saloniki door de geallieerden ten
gevolge heeft gehad.
De bezetting van Hamadan en Koem,
in Perzië, stelt de Russen in staat den
Duitschers te beletten om in Perzië
troebelen aan te stoken. In de toekomst
moet Rusland jegens Perzië een krach
tige houding aannemen.
Op een vraag van Miljoekof naar de
geruchten over onderhandelingen ten
behoeve van den vrede logenstrafte
Sazonof die geruchten en verklaarde
ze voor ongegrond. Hij bevestigde op
nieuw, dat de regeering onwrikbaar
besloten was, den oorlog tot een zege
vierend einde te brengen.
De commissie nam nog een motie
van Sjingaref aan, waarin met nadruk
verklaard wordt, dat Rusland niet aan
vrede kan denken, zoolang de kracht
van Duitscbland niet gebroken is.
Voorts nam de commissie een motie
van Miljoekof aan over de noodzakelijk
heid om zyn aandacht op het Perzische
front te vestigen, gezien het bijzondere
belang, dat het Aziatische oorlogsterrein
ten gevolge van de laatste gebeurte
nissen op den Balkan gekregen heeft.
Do motie spreekt den vvensch uit, dat
buiten de krijgsverrichtingen om, de
minister van buitenlandsche zaken ook
maatregelen zou nemen, om den Rus
sischen invloed in Perzië te versterken.
N. R. Crt.
Het Giornale d'Italia schrijft, dat de
koning van Servië zich in Albanië
bevindt te midden van zijn leger.
Voorloopig denkt hij er niet aan, bet
te verlaten. Intusschen worden toe
bereidselen gemaakt voor het geval de
heldhaftige, ongelukkige koning naar
Italië mocht willen gaan tot herstel van
gezondheid. Dit kan ieder oogenblik
gebeuren. Wanneer de koning van
Servië naar Italië komt aidus het
Giojrnale zal hij hier meer dan ge
negenheid ontmoeten. Hij zal onder
vinden dat de ziel van een geheel volk
meetrilt met zijn eigen groote hart.
Alle Italianen zullen zich om hem
scharen en hem het bewijs geven van
hun onwankelbaar vertrouwen in de
gemeenschappelijke overwinning, die
aan den in ballingschap toevenden
vorst en zijn volk hun land zal terug
geven, dat verscheurd fs, maar niet
verwoest, Een der oogmerken van den
oorlog is dan ook de onafnankelijkheid
van Servië, een der fundamenteele
punten van de Italiaausche Balkan-
politiek, gelijk het Italiaansche Groen
boek, dat Italië'a actie ten gunste van
Servië in het licht stelde, trouwens
heeft aangetoond.
De redevoeriagen van Salandra op
het Kapitool en van Sonnino in de
Kamer hebben opnieuw den onwrik-
baren wil van Italië bevestigd om geen
vernietiging van Servië te gedoogen.
En de plechtige betooging van het
Italiaausche parlement voor het held
haftige Servische volk heeft dezen wil
der rageering bekrachtigd. Ten slotte
zal de ItaliaanschServische wapen
broederschap voor imryer beide volken
in vriendschap vereenigen.
Het Giornale d'Italia besluit met de
woorden: Leve Servië!
N. R. Crt.
In den Pranschen Senaat heeft mi
nister Ribot bij de behandeling van de
door de regeeriug aangevraagde cre-
dieten voor het eerste kwartaal van
1916 de volgende mededeelingen gedaan
omtrent de resultaten van de 5 pCt.
„overwinningsleening"Om aan de
oorlogskosten het hoofd te kunnen
bieden, hebben wy onder moeilijke
omstandigheden een leening gesloten.
Het land heeft ruimschoots aan het
beroep gevolg gegeven. In de provincie
bedroeg het aantal inschrijvingen 2
millioen met Parys mee overtreft het
totaal der inschrijvingen de 3 millioen.
Er was een ontzaglijk groot aantal
kleine inschrijvingen. Dit is bewonde
renswaardig en pleit voor het algemeen
besef dat de kinderen zich moeten
vereenigen temidden van het gemeen
schappelijk gevaar. Aan dezen in
schrijvers breng ik den dank Van
Frankrijk.
In Engeland hebben 22 duizend in
schrijvers 600 millioen voor ons opge
bracht. Alom heeft men ons kracht
dadige hulp geboden, een gevolg van
het algemeene gevoelen dat een veel
te zwaar gewicht op de wereld zou
drukken, indien wij geen overwinnaars
werden in de worsteling om de triomf
der beschaving (toejuichingen.)
Er is voor een bedrag van 1473
milliard ingeschreven, waarvan 5]/3
milliard in specie en 2 milliard in
schatkistbiljetten. Dit resultaat eert
ons land. De leening is reeds geplaatst.
Wanneer ze ter markt komt, zal ze
stellig boven pari staan. Te Londen
staat ze er reeds 2 boven.
De reserven van dit land zijn nog
aanzienlijk. Wij zijn veel later dan
andere landen beginnen te leenen, doch
we hebben er ons eigen tijdstip voor
uitgezocht. Onze reserves zijn nog
versch, terwijl die van anderen reeds
blijk geven van uitputting. (Toej.)
De minister eindigde Wij zullen
de moeilijkheden overwinnen, welke
het ook zijn, omdat wy den moed hebben,
de vastberadenheid en het vertrouwen.
(Herhaalde toej.)
De Senaat heeft besloten de rede van
Ribot te doen aanplakken.
N. R. Crt.
Muiterij. Een Bulgaarsch-Oosten-
rijksch regiment dat te Djakova tegen
de Monteuegrijnen moest vechten, sloeg
aan het muiten, wordt ons uit Londen
bericht. Nadat de versterkingen waren
aangekomen, ontstond er een verbitterd
gevecht, waarbij de muiters zich ten
slotte moesteu overgeven. Verscheidene
hunner zijn echter naar Albanië ge
vlucht. Avp.
Deserteurs. Uit Zurich wordt
bericht: Iu Rumenië kwamen vanuit
de Boekwiua een 60 tal Oostenrijksche
soldaten aan, die wegens de geleden
ontberingen uit het leger gevlucht
waren. Avp.
OllRANT.