Xo. 68.
Woensdag I December 1615.
31e Jaar".
1
N i e ii w s- e n A d v e r t e n t i e b 1 a d
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. IEL FM AA,
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKERUITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Qroote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franeo ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren.
DE OORLOG.
Een Amerikaansch correspondent
seint uit Monastir, dat de Servische
vluchtelingen vreeselijk te lijden heb
ben. Na een reis te paard van twintig
dagen is een deel der Servische regee
ring uit Nisj te Monastir aangekomen.
Mevrouw Oroejits, de vrouw van den
Serviscben onderminister van buiten
laudsche zaken, een Amerikaausche
van geboorte, die dezen tocht vol ont
bering beeft meegemaakt, verklaarde
dat er in Servië drie millioen menscben
dreigen om te komen van gebrek.
Alle paarden sterven uit gebrek aan
voeder, duizenden houden zij a in de
huizen achtergebleven. Vluchtelingen
zonder voedsel en uitgehongerde dieren
liggen uitgeput tegen de berghellingen.
Servië is een broodeloos land geworden.
De weg tusschen Nisj en Monastir biedt
een vreeselijker aanblik dan de onge
baande paden in Kioudike. Doode
paarden liggen langs den kant en daar
tusschen omgekomen en stervende
vluchtelingen, mannen, vrouwen en
kinderen. Wij behoorden vertelde
mevr. Groejits verder bij de offici-
eele regeeringsstoet en waren stellig
het best uitgerust van allen op dien
weg dés doods, maar toch konden wij
elk maar een half brood per dag krijgen.
De meeste vluchtelingen waren dagen
lang zonder eten velen stierven langs
den weg of in de dorpen waar zij
hoopvol heenstrompelden, om er te
ervaren dat er niets eetbaars te krijgen
was. Er is maar één nauwe, te paard
berijdbare weg door Albauië naar Servië
meer open, en sinds de spoorweg is
afgesneden moet al het vervoer van
levensmiddelen naar Montenegro en
Albanië daarlangs geschieden. De be
volkiug dier streken sterft eveneens
van gebrek.
Eens op een nacht konden wij een
man hooren schreeuwen, die vermoord
werd door van honger razend geworden
mannen, die hem hadden aangevallen
om hem een half brood te ontrooven.
De Belgische gezant, die korten tijd
geleden in Albanië is geweest, ver
klaarde dat de Albaueezen, als men
hen voor bewezen diensten geld gat,
iu tranen uitbarstten en riepen: ,We
kunnen geen goud etengeet ons in
Godsnaam brood". TV. B. Crt.
Reuter's bizondere correspondent te
Salouiki seint d.d. 25 dezerSaloniki
werd destijds door de Jong Turken
uitgekreten ais „da wieg der Turksche
vrijheden". Thans trekken audere dan
Turksche haudeu aau het wiegetouw.
Toch is de stad naar 't uiterlijk weimg
veranderd, sedert ik haar, tien jaar
geleden, voor 't laatst bezocht. Als
basis voor de Pransch-Engelsche krijgs
verrichtingen op den Balkan heeft
Saloniki ongedachte beteekenis ver
kregen. Het krioelt er van soldaten
van alle rassëu en kleuren. Wat nog
meer opvalt dan de veelvuldigheid der
uniformeu, is de alómtegenwoordigheid
der spiouueu. Salouiki moet thans een
paradijs ziju voor spiouueu. Onbelem
merd gaan ze roud en verrichten hun
minderwaardig werk met een verbijste
reüde brutaliteit. Ge vindt er Duitsche,
Oostenrijksche, Bulgaarsche, Turksche,
Joodscbe spionnen. Stapt ge van de
boot aaa land of komt ge uit den trein,
dan loeren ongure individuen naar uw
bagage, trachten een oog in uw paspoort
te werpen en vragen aan de kruiers
naar welk hotel ge gaat. De kellners
in de restaurants spitsen haast zichtbaar
hun ooren om uw gesprek af te luisteren,
of er zit iemand aan een tafeltje in uw
buurt klaarblijkelijk te luisteren of hij
niet brokstukken van uw gesprek kan
opvangen. Wanneer, het doen en laten
van particulieren zoo nauwkeurig wordt
uagegaau, dan kan men zich voorstellen
hoeveel acht er wordt geslagen op de
militaire bewegingen en in 't algemeen
op al wat er op militair gebied omgaat.
Er komt geen transport aan, er stapt
geen soldaat aan land, of het feit wordt
onmiddellijk naar Sofia, Berlijn en
Konstantiuopel gemeld. Den Grieken
kan men er natuurlijk geen verwijt
van maken, dat ze daar niets tegea
doen. Zij handhaven hun onzijdigheid,
een welwillende .onzijdigheid trouwens.
nderzijds zijn de Fransche en Engel
sche militaire autoriteiten onmachtig
om in te grijpen, daar zij niet de vrije
hand hebben. Toch is dit een zaak,
die een prompte oplossing vereisebt.
De Grieken zien wel de redelijkheid
van de aanspraken der bondgenooten
iu en zullen waarschijnlijk niet bals
starrig blijken. De boudgenooten dienen
het recht te hebben om op al wat er
aankomt en vertrekt toezicht te houden,
en in eu uitgaande telegrammen te
coutroleeren. Ook benooren ze het
recht te bezitten om ongewenschte
elementen te verwijderen uit de mili
taire zone. Hoe ware het mogelijk om
het militair geheim te bewaren, zoolang
de Duitsche, Oostenrijksche, Bulgaar
sche en Turksche cousUlS te Salouiki
vertoeven. Het is eefa moeilijk vraag
stuk. Uit Athene is bericht ontvangen,
dat er tusschen de Grieksche en de
entente regeeringen vrijwel overeen
stemming is verkregen ten aanzien van
een wijziging iu den toestand volgeus
de boven aangegeven lijnen. Waar
schijnlijk zal het met het rijk der
spionnen te Saloniki dan ook spoedig
zijn gedaan. TV. R. Crt.
Een Russisch blad merkt op, dat het
Duitsche front in den sector Riga
Dunabrng allengs den vorm heeft ver-
n van een' bijna rechten hoek
met de top ongeveer ter hoogte van
Friedrichstadt. Gegeven het feit dat
ae Russische troepen links van de Dnua
staau en, in een krachtige ops.telling,
het gebied van Riga, Jacobstadt en
Duuabrug bezet houden, is de toestand
voor de Duitschers uit strategisch oog
punt verre van gunstig. Een beweging,
uitgaande vau de beide Russische
vleugels aan de zijde van Riga
hebben gevormd, beginnen ze lang
zamerhand in de uiterste sectoren van
dit front terug te wijken, terwijl zij bet
uitspringende terrein zoolang mogelijk
vasthouden en slechts voet voor voet
prijsgeven. Zij trachten daarbij zooveel
mogelijk profijt te trekken van de voor
deelen, die dit aau meren rijke terrein
voor de verdediging oplevert. In ieder
geval is het duidelijk dat het Duitsche
offensief aau het front ten Noorden vau
Dunabrug is geëindigd zonder de minste
hoop op een hervatting.
Alle aandacht van de Duitschers is
thans gevestigd op het Balkanterrein
en op ons Zuidelijk front, waar zij
vreezen dat de Oostenrijkers den druk
van onzen Zuidelijken vleugel niet
kunuen weerstaan. TV. R. Crt.
Op 't slagveld bij Atreelit.
Een speciale correspondent van de
„Morning Post" bij 'tBritsche hoofd
kwartier beschrijft in zijn blad een
tochtje naar 't slagveld van Atrecht.
Van den Elzas tot de zee is er geen
hoek zoo belangwekkend als de heuvels
bij Atrecht, vertelt hij. „Ge vraagt
naar dezëD of genen veldslag", zei ons
de gids, iemand uit het Fransche leger
die ons rondleiden moest. „Er is maar
één veldslag bij Atrecht geleverd en
hij duurde een heel jaar.
Men spreekt dikwijls luchthartig over
't leven onder den grond, in loopgraven
en OQderaardsche kamertjes, waar de
troepen verblijven. Men is hier uitslui
tend holbewoner. Mijlen en mijlen ver
is het laud verwoest en strekken zich
de heuvelketens uit, bij 't maken der
eiudelooze loopgraven omhoog gewerkt.
Van rnenschelijk leven ziet men geen
spoor meer en de verbeelding stelt zich
een nieuw monsterdier voor, dat onder
de oppervlakte leefde en nu alle be
woners verslonden heeft.
Meer dan een jaar reeds ligt het land
achter de heuvels ongepioegd. 't On
kruid schoot welig op en verdorde weer
en, zooals het daar nu ligt, met de
bruiue stengels en twijgen in elkander
verward, geeft bet aan 't verlaten land
waaronder een gansch leger huist, eeD
woest, triestig uitzicht. En in 't cea
trutn dier wildernis is 't hoofdkwartier
van een divisie-generaal. Gewoon zulk
een staf in een of ander prachtig kasteel
aan te treffen, kan men nu moeilijk
gelooven, dat deze drie uitgegraven
holen een generaal en ziju staf herbergen
't Dak bestaat uit een gebogen stalen
plaat. En 't huisraad is al heel sober
een bed, een stoel en een tafel. Tegen
over de diepe loopgraal is de telefooncel
vanwaar de draden naar de afdeelingen
en
Duuabrug, teekentzich met toenemende
duidelijkheid at. jlet schijut trouwens
dat de Duitschers daar ernstig rekening
mee houden, want na achter hun front
bij Dunabrug nieuwe stellingen te
^aau;, aan 't einde van de loopgraaf
bevindt zich nauwelijks zichtbaar boven
den bodem, een toestel voor draadlooze
telegrafie. De generaal kan van uit
zijn kwartier elk punt van zijn gebied
bereiken., zonder zijn hoofd boven den
grond te steken.
1 Achthonderd el van de vuurlijn be
zocht de correspondent een operatie
kelder. De vloer eu de muren waren
met beton bekleed, 't Licht kwam door
een schuinsche gleuf vau twaalf voet
lengte, welke naar den weg leidde
en onder deze gleuf kon men veilig de
operatie-tafel opstellen. En zelfs toen
de strijd op het hevigst woedde, werden
hier gewichtige operaties gedaan, waar
van het uitstel, al ware 't slechts een
half uur geweest, voor den patiëDt
noodlottig zou geworden zijn.
De schrijver vertelt daarna van de
vernielde dorpén. Enkele dorpen ver-
toonen nog brokken van muren, die
puin insluiten. Maar van sommige
werd letterlijk geen steen op den an
deren gelaten. Waar huizen stonden,
liggen nu puinboopen van elke woning
t geheele dorp is een ruïne geworden.
Men heeft er een weg doorgebaand
voor de mannen, die naar de loopgraven
gaan of er uitkomen, want zelfs 't spoor
der straten was uitgewischt.
Hier en daar is een puinhoop hooger
dan de andere, een bewijs, dat er een
hol onder gemaakt werd.
„C'est l'église", zei onze gids grimmig
eu hij wees een grauwe ruïne aan.
Efi onder al dit puin liggen honderden
dooden, Duitsche gewonden, boeren, die
in hun woning gebleven waren en de
Duitsche verdedigers, allen zijn onder
de ruïnen begraven, 't geheele dorp door
Duitschers vielen er dus want al werpen
Duitsche projectielen nu nog het stof
op, 't was toch de Fransche artillerie,
welke 't dorp verwoestte. Avp.
Ook de Engelsche boer vindt profijt
bij den oorlog. Een statisticus heeft
voor den gemiddelden prijs van veeteelt
en landbouwproducten in de jaren
1906—8 het index getal 100 vastgesteld.
In 1912—13 was het 112, in 1914 111.
Deze lichte daling was het gevolg van
de lagere prijzen voor hooi en varkens
(die in 1913 ongewoon duur waren),
waartegen de hoogere prijzen voor
runderen, schapen, melk en vooral
tarwe niet opwogen.
Ondanks die daling iu 1914 was de
oorlog voor de boeren een voordeel,
want de prijzen waren in het eerste
halve jaar, toen er nog vrede was,
aanhoudend gedaald. Bij jjet uitbreken
van den oorlog begonnen ze plotseling
te rijzen; Augustus gaf reeds een ver
schil van ongeveer 5 pet. met Juli.
Met een kleine terugzinking in Septem
ber rezen ze gestadig tot de prijzen in
December ongeveer 20 pet. boven het
peil van 1906—8 stonden.
In 1915 hield de stijging aan en in
Juli 11. was het indexgetal 140, d.i. 40
pet. boven het peil.
Zuivelboeren hebben over het geheel
miader verdiend dan zij die koren en
vleesch verkochten.
In het Hoogerhuis is geklaagd ,over
het gebrek aan arbeidskrachten op het
land. Da hertog van Marlborough
keurde het daarom at, dat de werving
nog meer maunen van het land zou
trekken. Het plau was nu weer 60,000
man van het land te nemen. Een
boerenarbeider, zoo zei hij, brengt naar
schatting' 250 pdst. iu het jaar voort.
Namens de regeering werden de
boeren aangespoord wat meer werk te
maken van vrouwen en kinderen, en
van arbeidskrachten uit de steden.
N. R. Crt
35Ü lES
OURAMT