Xo. 62.
oensdag 10 November 1915.
31e <Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeenwsch-Vlaanderen.
F. DIKLEMAX,
Buitenland.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
A X EL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groate letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaafcsing 3/8 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE aren.
DE OORLOG.
De Bulgaren zijn (waarschijnlijk van
het Noordoosten komend, want aan
dezen kant waren zij er het dichtste
by) Niesj binnengerukt. Ongeveer 80
kilometers verder stroomafwaarts van
de Morawa komt het leger van von
Gallwitz, dat Paradzin heeft veroverd,
opzetten. Slechts het tusschengelegen
gedeelte van den grooten Oosterspoor
weg is nog in handen der Serviërs.
Wat er in de streek ten Noordoosten
van Paradzin is gebeurd, is iu de offi
cieele mededeelingen nooit duidelijk
omschreven. Alleen is er gezegd, dat
de Serviërs, die ten Oosten van de
Morawa stonaen, bezig waren zich terug
te trekken, terwijl de troepen der een
tralen volgden.
Gezien den militairen toestand in
Servië, voor zoover men die uit de
beschikbare berichten kan opmaken,
schijnt nu dau ook het oogenblik te
naderen, dat er voor het Servische
leger niets anders op zit, dan zich naar
het Zuidwesten terug te trekken, wil
het insluiting en vernietiging voor
komen. Misschien zal Kroesjewats nog
tot het uiterste worden verdedigd en
daarvoor een deel der strijdkracht
worden opgeofferd, ten einde den terug
tocht der hoofdmacht, te dekken, die,
leidende over een moeilijk begaanbaar
gebergte, bezwaarlijk zal wezen. Het
Servische leger kan aldus wellicht nog
voor ue entente worden gered (al zal
het intusschen wel evenveel van zijn
effectief hebben ingeboet, als er Fran
sche en Engelscbe troepen te Saloniki
zyn gelaud), maar de ongelukkige Ser
vische bevolking gaat een tydperk vau
vreemde overheerschiug tegemoet.
Nog dieut aangestipt, dat het gp
bergte, dat iu den Noordwaartschen
bocht van de Servische Morawa ligt,
door de centralen is bezet, terwijl Kral-
jewo waarschijulijk zeer spoedig dat
lot zal deelen. De Oostenrijkers hebben
aan de westgrens van Montenegro
eenige nieuwe grenshoogten bezet, ter
wijl zij anderzijds weer uit eenige
Montenegrijnsche stellingen, die zij al
genomen hadden, teruggeworpen zijn.
Dit Mouteuegrijusche succes veraudert
echter evenmiu den algemeenen toe
stand als de omstandigheid, dat de
Frauschen ten Zuiden van Stroemitsa
eenigen voortgang maakten en Bul
gaar sche aanvalleD tegen Kriwolak en
Baboena geen succes hadden.
N. R. Crt.
Leonard Adelt seiut aan het Berliner
Tageblatt nog de volgende bijzonder
heden over de inneming vau Kragoeje-
wats Deze gewichtige verzamelplaats
van de Serviërs vormde het vereeni-
gingspunt voor de legers van Koewess
eu Gallwitz. Uit het Noorden naderde
de linkervleugel van het leger van
Koewess, bestaande uit een Oosten-
rijksch Hongaarsch corps uit het Noord
oosten de Duitsche vleugelgroep van
het leger van von Gallwitz, die bij
Bafonitsa uit het Morawadal van de
Lepemitsa was biuueugez wenkt, doch
daar door de Serviërs, die zich op de
hoogten genesteld hadden, tegenge
houden. De Oostenrijksch-Hongaarsche
troepen, die vanuit Arangjelow&ts over
Topola voorwaarts gedrongen waren,
hadden eveneens taaien tegenstand te
overwinnen van de Servische achter
hoede. Ook hier hielden de Serviërs
hun in elkaar geschoten loopgraven tot
het uiterste bezet. Het ontbreken van
draadversperringen maakte bet echter
onze tirailleurlinies gemakkelijker de
Servische loopgraven te bereiken en ze
met de bajonet te nemen. Een Oosten
rijksch bataljon nam daarbij de heele
bemanning van een loopgraaf, ter sterkte
van 140 man, gevangen. In andere
gevallen vochten de verdedigers met
den moed der wanhoop tot den laat
aten man.
Gedurende deze bloedige achterhoede
gevechten trok, volgens rapporten van
vliegers, het gros van het Servische
leger met lange treinen oorlogsmateriaal
uit Kragoejewats weg, dat reeds dagen
geleden door een groot gedeelte van de
burgerlijke bevolking was ontruimd.
De weinige achtergeblevenen lieten de
Duitschers, die intusscben in het rnon-
dingsgebied van de Ratsa en de Lepe
nitsa den taaien' tegenstand van de
Serviërs gebroken hadden, een adres
van hulde overhandigen. Daar de Oos
tenrijkers het vorige jaar in Waljewo
met een dergelijk adres slechte erVa
ringen hadden opgedaan, werd deze
hulde zeer koel opgenomen.
'b Morgens tusscben zeven en acht
trok een Oostenrijksche patroelje Kra
goejewats binnen en heesch de zwart
gele vlag op het arsenaal en de kazerne.
De Serviërs hadden voor hun aftocht
de militaire werken zooveel mogelijk
vernield. De Duitschers hadden de
ontploffingen in de verte kunnen hooren.
Na het bezetten vau de stad zetten de
bondgenooten de vervolging op den weg
naar Kraljewo voort. /V. R. Crt.
Over de bestorming van de sterk
bevestigde Servische stelling op de
Drenowa Glawa en de verovering van
Pirot, die daarvan het gevolg was,
worden aan den Lokal-Anzeiger uit
Sofia de volgende bijzonderheden ge
seind
Doordat de Serviërs op de rotshoogten
hun artillerie en hun snel vuurkanounen
voortreffelijk konden gebruiken, ver
keerden de Bulgaren in .ongunstige
positie. Hun aanvallen konden voor-
loopig slechts door eenige .veldkanonnen
aan den voet van de Drenowa Glawa
ondersteund worden. Op 24 October
kregen de Bulgaren versterking van
twee zware kanonnen, die onder de
grootste moeilijkheden op de hoogte wan
Boeljak gebracht werden, waarbij de
heele bespanning van vier paar ossen
het leven liet. Maar ook nu nog kon
men alleen succes verwachten van een
bajonet aanval. Om drie uur 's nachts
opende de Bulgaarsche artillerie een
hevig vuur en vier niet geheel vol-
ledige regimenten infanterie gingen tot
den storm over, bereikten echter eerst
tegen den daaraanvolgeuden midder
nacht na harden strijd gedurende den
heelen dag de Servische draadversper
ringen. Bulgaarsche geniesoldaten
openden nu de infanterie den weg naar
de Servische loopgraven. Hier vonden
de Bulgaren bijna alleen nog dooden.
Nu drong de Bulgaarsche infanterie
door de Servische loopgraven over de
Drenowa Glawa voorwaarts in de rich
ting van Pirot, dat de Serviërs nu
spoedig moesten ontruimen, daar Bul
gaarsche kolonnen, van Wranja ko
mende, den vijand in den rug en de
flank bedreigden. Slechts met kleine
Servische troepen kwam het nog tot
straatgevechten in Pirot. De hoofd
macht trok zich terug, terwijl de Bul
garen haar nazetten. Men vergelijkt
hier deze gevechten met die om Adria
nopel in den eersten Balkan oorlog.
N. R. Crt.
In Russische militaire kringen acht
men blijkens een bericht uit St.
Petersburg aau de Petit Parisien
den toestand van het Servische leger
hopeloos, vooral omdat het weldra ge
brek aan munitie zal hebben eu aanroer
haast onmogelijk is geworden, nu de
verbinding tusscben de centralen en
de Bulgaren is tot stand gekomen. De
hulpexpeditie van de geallieerden zal
een buitengewoon zware taak hebben
en de geografische ligging verhindert
de Russen krachtig in te grijpen.
N. R. Crt.
De New Yórksche Evening Sun pu
bliceert weer eens vredesvoorwaarden,
die heeten afkomstig te zijn vau iemand,
die in nauwe betrekking staat tot gezant
Bernstorff. Zij komen hier op neer
Rusland moet zijn handen aftrekken
vau het Balkanschiereiland en daarover
de volledige contróle overlaten aan
O jstenrijk—Hongarije en Duitschlaud.
Verder moet aan de centrale mogend
heden de vrije hand worden gelaten
inzake „de modernisatie van Turkije".
Deze zegsman uit de omgeving van
graaf Bernstorff wees er op, dat de
vredesvoorwaarden van Duitschlaud
thans om begrijpelijke redenen harder
moeten wezen, dan zij een jaar geleden
zouden hebben kunnen zijn.
Ook te Rome blijft men over vredes
voorwaarden en vrede praten en schrij
ven en de Osservatore Romano brengt
dat iu verband met de vredesgedachten,
die noodzakelijkerwijs bij de mensohen
zijn gewekt door de overpeinzingen op
Allerzielen. A7. R. Crt.
De Britscho oorlogscorrespondent H.
Warner Allen heelt onlangs een bezoek
gebracht aau de stad Atrecht, welke
plaats, naar men weet, sinds ettelijke
maanden door de Duitschers wordt
ou3er kanonvuur genomen. Van de
inwoners, die vroeger 25,000 telden,
zijn er wellicht nog slechts 600 a 800
over. Er is iu de heele stad niet een
huis, dat niet door een granaat geraakt
is. De menschen leven er dan ook in
kelders, waar ook het vee een toevlucht
viudt. N. R. Crt.
Naar wij in Vrij België lezen heeft
Robracht Mortier, „krygsaalmoezenier",
den volgenden briet geschreven aau de
Boekencommissie tot verzending van
Vlaamsche boeken naar het Belgische
leger
„Daareven hebben eenige beste jon
gens mijn kamer verlaten, met onder
den arm, elk voor zijn compagnie, een
pak Vlaamsche boeken, geschenk uwer
vrijgevige belangstelling.
Het deed hun zoo'n deugd het uiews
dat er ditmaal bepaald Vlaamsche wer
ken aangenomen waren.
'Was reeds maanden en kwartalen,
dat ze er naar hunkerden. In afwach
ting moesten velen in de lange vrije
stonden zich onledig houden met ringeu-
vijlen, kaartenspelen en uilekijken. En
toch was de tijd zoo uitstekend geschikt
voor goed begrepen volksontwikkeling.
De soldaat verslindt al wat onder zijn
handen valt, en een bejaarde gazet
vindt evenveel genade in zijn oógen
als een verstorvene bloemlezing. Mis
schien was de Belgische volksjongen
nooit zoo idealist gestemd als nu in
dezen materialistischen oorlog.
En zie, daar zijn ook naar het front
gekomen vader Consciene, vriend Snie-
ders, gezel van Maurik, met de jonge
schaar Vlaamsche letterkundigen en
eenige beroemde uitlanders, zelfs Fran-
sche, die ons aanspreken in onze taal.
M. a. w. de keur is opperbest en naar
der meesten gading luimig, boeiend,
letterkundigdat zijn hootdgaven voor
een Irontlezing.
Nochtans zij een kleine vingerwijzing
voor mogelijke latere opzendingen toe
gelaten.
Deze wereldoorlog heeft den geest
van menigeen onzer jongens een bij
zondere richting ingestuurd. Wie buiten
de letterliefhebbers en drukke soloslhn-
jagers,niet wijsgeert als een Boedha
over bestaan, wezen, oorzaak en reden
van den oorlog, het op- en ondergaan
der zon, het getal der sterren enz.
zit verdiept in werken van wetenschap-
pelijken aard in verband met de huidige
oorlogswijze. Mekauiek, scheikunde,
electriciteit, vliegkunst, fotografie.
't vindt al zijn beoefenaars ot dilet
tanten. Voor al dat gestudeerde of
studeerende volk, halffilosofen of auto
didactenwelkom.
De Belgische soldaat, die de bewon
dering der wereld gaande maakt, is
inderdaad een wonderjongen dat vecht,
dat werkt, dat waakt, klaagt over alles
maar zijn gezonde wangen, zijn
zingen en zetteD toouen allicht, dat dit
laatste niet gemeend is en enkel om
zijn Belg-zijn niet te vergeten. Hij is
en blijft een held, dien men met den
dag meêwarig hooger schat. Als nu
de jongen op gang moet met heel zijn
„bazar", dien moeder in al haar bezorgd
heid niet beter had kunnen voorzien
van benoodigdheden of halfcomforcable
dingen, is men getroffen en gesticht, te
zien hoe soms lijvige boeken plaats
betwisten en veroveren in den volge-
propten ransel, yHy houdt dus veel
vau zijn geestesvoedsel, onze lands
verdediger, om zijn last zoo met een
half ot heel pond te verzwaren. Ik
wilde hier dan de aandacht, vestigen
op een boekentormaat, bescheiden van
omvang en gewicht en sterk in zijn
ANT.