\o. 58. Woensdag 27 Octo 1915. 31e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN. Buitenland. D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrij dagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regelt 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groete letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaateing 3/2 maal. Advertentiën worden fr*n*o ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vr^ dagnamiddag TWEE aren. DE OORLOG. De stukken, door het Engelsche Persbureau verspreid nopens de terecht stelling van Edith Cavell te Brussel, beslaan kolommen in de Engelsche bladen. Wij deelen er nog een en ander uit mede. Op de Amerikaansche legatie te Brussel vernam men op 31 Augustus voor 'teerst van Edith Cavell's gevan genneming. Brand Whitlock, de gezant vroeg terstond schriftelijk om inlichtin gen aan baron Von der Lancken van dn politieke afdeeling van het Duitsche generale gouvernement. Daar er geen rotwoord kwam, werd op 10 September de vraag herhaald. Twee dagen later antwoordde v. d. Lancken, dat mej. Cavell zich in de militaire gevangenis te St. Gilles bevond. „Zij heett zelf bekend" schreef hij „dat ze Engelsche en Fransche sol daten zoowel als Belgen van militairen leeftijd, die allen naar 't front verlangden te gaan, in haar woning beeft verborgen. Eveneens heeft zij erkend, die soldaten van het noodige geld te hebben voorzien om de reis naar Frankrijk te maken en hun vertrek uit België te hebben ver gemakkelijkt door hun gidsen te ver schaffen, die heu in 't geheim over de grens hielpen." De brief behelsde voorts de mededeeling dat de advocaat Braun met haar verdediging was belast. Ver gunning om mej. Cavell te spreken kon niet worden verleend. De Amerikaansche gezant te Brussel stelde zijn collega te Londen van het geval op de hoogte en berichtte op 11 October dat het openbaar ministerie bij den krijgsraad de terdoodveroordeeling vau Edith Cavell en van 8 andere per sonen, die blijkens haar getuigenis bij de zaak betrokken waren, had geëischt. Toen dienzeltden dag het doodvonnis werd geveld, richtte de Amerikaansche gezant opnieuw een brief aan baron v. d. Lanken, waarin hij wees op het ongewoon harde vonnis en clementie vroeg. Hij bracht in herinnering, dat Edith Cavell al3 hoofdverpleegster van het geneeskundig instituut te Brussel haar leven dienstbaar heeft gemaakt aan het lijden van anderen en in 't begin van de oorlog ook aan Duitsche sol daten haar toewijding heeft besteed. Een brief van deuzeltden inhoud werd aan den gouverneur generaal gericht De stukken vermelden voorts uitvoe rig de pogingen, door een ambtenaar der Amerikaausche legatie (de gezant zelf was ziek) en den Spaanschen gezant in 't werk gesteld om, toen zij langs niet-ofBcieelen weg van het doodvonnis vernamen, dit uitgesteld te krijgen Barou v. d. Lancken bleek des avonds zelf nog niet at te weten van het vonnis dat 's middags was geveld. Toen hij er eindelij It, op aandrang van den Ameri kaauscneu en Spaanschen diplomaat toe overging om naar het vonnis te iutormeeren en vernam dat Edith Cavell inderdaad was ter dood veroordeeld maakte hy bezwaar om aanstonds maatregelen tegen de terechtstelling te nemen. Hij zeide o.a.de militaire gouverneur is de hoogste rechter in zaken van dezen aard een beroep van zijn beslissing kan alleen aan den keizer worden voorgelegd, daar de gouverneur-generaal niet bevoegd is in zulke gevallen tusschenbeide te treden. De militaire gouverneur heeft onbepaal de macht om een verzoek om gratie al dan niet te aanvaarden. V. d. Lancken is toen nog met den militairen gouver neur gaan spreken, die verzekerde, dat het vonnis na rijp beraad was geveld en er in de gegeven omstandigheden van gratie geen sprake kon wezen. V. d. Lancken deelde dit aan de diplo maten mee, met de toevoeging o. a., dat in dit geval zelfs de keizer zelf niet tusschenbeide kou komen. Omtrent de verdediging van Edith Cavell bevatten de stukken mede bizon derheden. Advocaat Braun was ver hinderd en advocaat Kirschen, die de verdediging toen op zich heeft genomen is niet vooraf in de gelegenheid gesteld met zijn cliënte te spreken. Intusschen blijkt Kirschen haar ernstig te hebben verdedigd. N. R. Crt. De Engelsche kapelaan Gahan te Brussel geeft een beschrijving van zijn laatste bezoek aan de heldhaftige Edith Cavell. Toen hij bij haar kwam, was zij vol komen kalm en berustend. „Ik heb geen vrees en huiver niet; ik heb den dood zoo dikwijls gezien, dat hij niet vreemd of verschrikkelijk voor mij is. Ik dank God voor deze tien wreken voor het einde. Het leven is altijd zoo haastig en vol moeilijkheden geweest. Deze tijd van rust is een groote ge nade geweest. Iedereen is hier heel vriendelijk voor mij geweest. Maar ik 'wilde, nu ik in het gezicht van God en de Eeuwigheid sta, nog dit zeggen: namelijk, dat ik begrijp, dat vaderlandsliefde niet genoeg is. Ik moet jegens niemand haat of bitterheid koesteren." Samen namen zij de Heilige Commu nie, en de ter dood veroordeelde hoorde daarna de voorlezing van een stuk uit het evangelie aan. Aan het slot van den kleinen dienst herhaalde de geeste lijke de woorden: „Blijf mij nabij" en zij sprak die zacht na. Zoo bleven zij samen zitten, tot het voor den geestelijke tijd was om te gaan. Zij gaf hem atscheidsgroeten voor hare familie en vrienden mee Toen zeide hij „Vaarwel" en zij glim lachte en zeide: „Wij zullen elkaar weerzien". De Duitsche militaire geestelijke was bij haar, toen het einde kwam en zoigde daarna voor een christelijke begrafenis Hij zeide later, dat zij dapper en op gewekt was geweest tot het laatst toe Zij getuigde van haar geloof in Christus en zeide, dat zij blijde was, voor haar land te sterven. De Duitscher ver klaarde: „Zij stierf als een heldin.' N. R. crt. De Times heeft een telegram vau de Exchange Telegraph Cy., uit Madrid behelzende, dat de Duitsche keizer een telegram heeft gezonden aan koning Altons, waarin wordt meegedeeld, dat gratie is verleend aan gravin de Belle ville, mej. Thulier en andere Belgen, die bij krijgsraadvonnis waren ter dood veroordeeld. N. R. Crt. Volgens Wireless Press heeft ook president Wilson een verzoek gericht tot de Duitsche autoriteiten ter redding van de in België door den krijgsraad veroordeolden wegens het behulpzaam zijn tot ontsnapping van Engelschen en Belgen van den dienstplichtigen leeftijd uit België. N. R. Crt. W. P. Simms, een correspondent van de United Press, heeft een bezoek ge bracht aan het Fransche front in Champagne. Hij mocht het onlangs door de Franschen gewonnen terrein doorkruisen. Er was op dit terrein geen dier en geen vrucht, struik of gras aan de vernietigende werking van het bombardement der Fransche stuk ken ontsnapt. Op het bewuste terrein waren in arie dagen tijds drie millioen projectielen neergekomen. Verscheiden dagen hadden ettelijke Fransche regi menten zich bezig gehouden met „het opruimen" van het slagveld, zonder daarbij veel te vorderen, zoo omvang rijk is die taak. De dagelij ksche op gravingen brengen telkens nieuwe oorlogsvoorraden aan het licht en lijken van Duitachers. N. R. Crt. De Times deelt bijzonderheden mede over de indeeling van het nieuw op gerichte machinegeweercorps. Het zal uit drie atdeelingeu bestaan, 'namelijk cavalerie van de linie, infanterie van de linie en machine-geweren op motor fietsen. De cavalerie en infanterie worden georganiseerd als brigade-ma chine geweer-eskadrons en -compag nieën, de derde afdeeling als machine geweer-batterijen. iV. R. crt. De Boekarester Universal meldt dat de Russen in Bessarabië steeds meer troepen samentrekken. Het blad acht het onwaarschijnlijk dat deze van veel zwaar geschut voorziene strijdkrachten alleen voor Boekowina zijn bestemd en gelooft dat deze concentratie aan de Roemeensche grens een ander doel heeft. N. R. Crt. De Parijsche correspondent van de Daily Telegraph seint, d.d. Vrijdag, op goed gezag te kunnen verzekeren, dat de Engelsche troepen Servië zijn binnen gerukt. N. R. Crt. De Atheensche correspondent van de Corrière della Sera seint „De geallieerden moeten handelen, alsof Griekenland niet bestond. Zij moeten zoo spoedig mogelijk 300,000 man te Saloniki aan land zetten, ten einde een overmacht tegenover den vijand te kunnen stellen. Dan zal Griekenland uit eigen beweging vragsn, of het zich bij de geallieerden mag aansluiten." De Temps schryft in denzelfden geest, dat geen geschenken, maar krachtig optreden van de geallieerden met een groote strijdmacht Griekenland aan de zijde van de entente zal brengen. N. R. Crt. Welsche bladen weten te melden dat Griekenland te Cardiff 50.000 ton steen kolen heeft besteld, die binnen twintig dagen verscheept moeten worden. Het is nog niet bekend of de Engelsche regeering hiertoe haar toestemming zal verleenen. De kolen zullen in Grieksche, by de mobilisatie opgevorderde, schepen naar Griekenland gebracht worden. N. R. Crt. Twee Fransche doktoren, Lombard en Saint-Maurice een hunner is officier van gezondheid zijn in hechtenis gesteld wegens verstrekking van attesten van ongeschiktheid voor den militairen dienst aan menschen, die wel konden maar niet wilden vech ten. Dr. Lombard, die sinds het uit breken van den oorlog aan het hoofd had gestaan van een door hem gesticht hospitaal, liet zich naar het heet daarvoor van 500 tot 10,000 gulden per geval betalen. Er moeten meer perso nen bij het schandaal betrokken zijn, en een groot aantal arrestaties wordt elk oogenblik verwacht. N. R. Crt. Geen vrede. Joffre heeft in een interview met de „Weekly Collier" gezegdOp het oogenblik vrede te maken zou gelijk staan met een mis daad jegens het nageslacht. Het zou slechts een wapenstilstand zijn, waarin iedere natie koortsachtig zou voortgaan met de voorbereiding tot oorlog. De Fransche natie is te intelligent om zich te laten bedriegen of zichzelf te bedriegen. Wij strijden niet tegen een volk, dat dezelfde denkbeelden heeft als wij, maar met een dat dronken is van verlangen naar imperiale overheersching, een natie die gelooft, dat er bij den vooruitgang der wereld geen plaats is voor kleine volkeren. De beslissing omtrent de vraag of in Europa een vrij en indivi dueel bestaan mogelijk zal zijn, zal in dezen oorlog moeten vallen. Of wij bevechten thans het recht om demo cratisch en vreedzaam te blijven of wij leveren Europa aan de overheersching van de imperialistische idee over. Ge zult, waar gij ook gaat, bemerken, dat het Fransche volk dit weet. Wij zijn het daaromtrent allen eens. Wij zijn tot alles bereid en weten waarom het gaat. Wij behoeven onze soldaten niets voor te liegen. Hoe lang de oorlog ook moge duren „hij zal uitgevochten worden, tot wij het recht zullen ver overd hebben, om onzen kinderen den vrede als erfenis achter te laten.." Toen de journalist opmerkte, steeds getroffen te worden door de broederlijke verhouding tusschen de officieren en de minderen, zoo zelfs, dat hij vreesde dat de discipline daaronder moest lijden antwoord Joffre: „Neen, dat is niet zoo. Onze discipline berust niet op vrees. Wij doen alles om dien geest van broederschap aan te wakkeren. Onze soldaten worden als intelligente AXELSCHEffi COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1915 | | pagina 1