31e «laars.
Woensdag 20 October 1015
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
VERORDENING.
F. OIELEMAN,
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrij dagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groete letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE aren.
De Commandant in Zeeland, ter
standplaats Middelburg
Gezien de Koninklijke Besluiten van
29 Augustus 1914 (Staatsblad no. 435),
van 8 September 1914 (Staatsblad no.
448) en van 11 Februari 1915 (Staatsblad
no. 81), waarbij de gemeenten in de
Provincie Zeeland zijn verklaard „in
Staat van Beleg"
Gelet op de Wet van 23 Mei 1899
(Staatsblad no. 128)
Stelt bij deze de navolgende verorde
ning vast
Artikel 1.
Het verlaten over de rijksgrens van
het in staat van beleg verklaarde gebied,
dan wel het verlaten van plaatsen aan
de rivieren gelegen, om uit dat gebied
in de richting van de zee, of om naar
zee te varen, is aan niet-militaire Neder
landers, die voor de verdediging nuttig
werkzaam kunnen zijn en behoord
hebben, of behooren tot de groepen, in
het tweede lid genoemd, verboden, voor
zoover daartoe niet door den Minister
van Oorlog, of door de in het tweede
lid van artikel 2 aangewezen autori
teiten vergunning is verleend.
Deze groepen zijn:
Bankwerkers,
Gereedschapmakers,
Metaaldraaiers,
Boorders,
Fraisers,
Slijpers,
Bedienden van Automatische Werk
tuigen,
Schavers in fabrieken
Stokers van
Machinisten Metaalbewerking,
Bedrijfsleiders in fabrieken van Metaal
bewerking,
Leiders van een Technisch Bureau,
Scheepsbouwkundige en Werktuigkun
dige Ingenieurs in Machinefabrie
ken, Scheepswerven en Constructie
Werkplaatsen
Opzichters, Voormannen en Ploegbazen
in Machinefabrieken, Scheepswer
ven en Constructie Werkplaatsen
Kantoorpersoneel in Machinefabrieken,
Scheepswerven, Constructie Werk
plaatsen, Haudelsbureaux en Tech
nische Bureaux
Modelmakers,
Vormers en Gieters,
Bedienden van Ovens in Metaalgieterijen,
Machineteekenaars,
Constructeurs,
Monteurs,
Koperslagers,
Smeden,
Loopenrichters,
Instrumentmakers,
Ernst vuur werkers,
Zadelmakers,
Rijwielherstellers.
Artikel 2.
Ten. einde van den Minister van
Oorlog de in het vorige artikel bedoelde
vergunning te verkrijgen, zal bij dien
Minister een schriftelijk verzoek moeten
worden ingediend, houdende vermelding
van den dag, waarop verzoeker wenscht
te vertrekken, van den weg langs wel
ken hij wil vertrekken, van het ver
voermiddel, waarvan hij wenscht ge
bruik te maken, van de plaatsen in
het Buitenland, die hij wenscht te be
zoeken en van het doel, waartoe hij
die plaatsen wenscht te bezoeken. Bij
dat verzoek zal moeten worden over
gelegd een duidelijke, niet verouderde
photographie van den verzoeker met
daarop gestelde verklaring van den
burgemeester zijner woonplaats, dat
deze photographie verzoeker weergeeft,
met vermelding van zijn geslachtsnaam,
voornamen, geslacht, geboortedatum,
beroep of beroepen, welke door hem
in de laatste twee jaar, of zooveel korter
als hij in zijn tegenwoordige woonplaats
gevestigd is, zijn uitgeoefend, woon
plaats, en, indien de verzoeker minder
dan twee jaar in zijn tegenwoordige
woonplaats gevestigd is, zijn vorige
woonplaats.
Behalve door den Minister van Oorlog
kunnen de vergunningen ook worden
verleend door de volgende autoriteiten
De Commandant van het versperrings
detachement te Vlissingen
De Commandant van Vlissingen
De Commandant in Zuid-Beveland te
Krabbend jjke
De Commandant van de Scheepsmacht
op de Schelde
De Commandant van Veere
De Commandant van Zierikzee
De Commandant van Brouwershaven;
De Burgemeester van Bruinisse;
De Commandant in Oost Zeeuwsch-
Vlaanderen te Axelen
De Commandant in West Zeeuwsch-
Vlaanderen te Oostburg.
Df'ze autoriteiten zullen bekend
makroi op welke wijze bij hun ver
gunning kan worden aangevraagd.
Artikel 3.
Met de uitvoering dezer regeling,
waaronder mede begrepen wordt, het
beletten van hetgeen in strijd daarmede
dreigt te geschieden, zijn belast de
daartoe door mij aangewezen militairen
en de ambtenaren van iuvoerrechten
en accijnzen.
Uitgegeven te Middelburg 14 Oct. 1915
De Vice-Admiraal,
Commandant in Zeeland
G. P. VAN HECKING
COLENBRANDER,
O OORLOG.
De Balkan is nog steeds het onder
werp van bespreking en in 't bijzonder
Servië. Dit land ziet zich nu van
twee kanten bedreigd door geduchte
legers, zoödat het aan twee fronten
den strijd zal hebben te aanvaarden.
Geen wonder, dat men er vurig hoopt
op de komst van de troepen der ge
allieerden. Of deze nog de gelegenheid
zullen hebben om zich bij de Servische
legers aan te sluiten, is de vraag, en
niet minder hebben we er het raden
naar, of het wei de bedoeliug is, om
eene rechtsstreeksche verbinding te jj
bewerkstelligen. Veel is hieraan ge
legen de houding van Griekenland.
Engeland en Frankrijk hebben zich
intusschen met Bulgarije op voet van
oorlog verklaard.
Uit Konstantinopel wordt aan de
Vossische Ztg. geseind, tlat volgens be
richten uit Saloniki de stad met gebrek
bedreigd wordt, daar de ontscheepte
troepen der entente tengevolge van het
uitblijven van transportschepengedwon
gen zijn, zich van alle levensmiddelen
die in de stad te verkrijgen zijn te
voorzien, waardoor thans reeds gebrek
aan meel heerscht. /Door de vrees voor
Duitsche duikbooten worden de schepen
teruggehouden, zelfs die te Marseille
geladen werden met automobielen,
geschut en munitie voor het landings
leger en onder bescherming van een
Engelsch FransCh eskader naar Saloniki
moesten vertrekken.
Aan de Grieksch-Servische grens staan
500 spoorwagens ter beschikking van
de bondgenooten.
De correspondent van de Echo de
Paris te Rome seinde Donderdag, dat
er tusschen Italië en de overige regee
ringen van de viervoudige entente vol
komen overeenstemming bestaat ten
opzichte van den tegenstand, die er
aan het Oostenrijksch-Duitsche offensief
tegen Servie geboden zal worden. Ieder
der bondgenooten heeft zijn taak en
alles doet verwachten, dat het Duitsche
offensief op die gezamenlijke poging zal
afstuiten. N. R. crt.
Van het Westelijk gevechtsterrein,
het Italiaansche en het Russisch Turk
sche trout worden tot heden geen bij
zonderheden vernomen. Het vecht en
schiet en wroet en kruipt maar altijd
door. Iu Frankrijk moeten de Duitsche
troepen tbaus weer zoover zijn aange
vuld en versterkt, dat hunne tegen
aanvallen in Artois en Champagne
overheerschend zijn.
Ook in Rusland wordt ten Zuiden
van de Rokitno-moerassen van weers
zijden met doodsverachting gevochten,
zonder eenig ander resultaat dan dat
er iederen dag zooveel menschen min
der zijn, dan den vorigen en zooveel
millioenen aan kapitaal zijn verzwol
gen door vuur en water.
Verschillende berichten.
Een Fransch blad bevat den volgen
den brief van den hertog van Orleans
aan zijn neef koning Ferdinand van
Bulgarije
„Sire. De houding, door u aangeno
men in den huidigen oorlog, legt mij
den droevigeh plicht op Uwe Majesteit
te verzoeken de versierselen van de
Bulgaarsche ridderorden, die mij ge
schonken zijn, te willen terugnemen
Ik kan u die versierselen niet terug
geven; U. M. behoeft zich echter slechts
te wenden tot uw bondgenoot, die mijn
kasteel bezet en voor wien mijn brand
kast zeker geen geheimen meer heeft.
Ik machtig hem U. M. de versierselen
terug te geven, die ik niet meer kan
dragen.
U. M. zal begrijpen, dat de omstan
digheden mij noodzaken u mede te
deelen, dat op den dag, dat U. M. de
wapens opneemt tegen Frankrijk, uw
naam geschrapt zal worden uit het
kapittel van de Orde van den H. Geest.
U. M. heeft sinds uw kindsheid steeds
gehechtheid aan Frankrijk betoond en
het dragen van het gewaad van de
ridders van den H. Geest is altijd uw
eerzucht geweest.
Uw eerzucht is thans een andere
geworden. Gij, een keizer van het
oosten en de zoon van een prinses van
Orleans, hebt uw afkomst en uwe be
trekkingen verloochend en u in de
armen van onze ergste vijanden ge
worpen.
Ik verzoek u niet mij de versierselen
van de Orde van den H. Geest, die ik
u indertijd ter hand stelde, terug te
zendenik wil integendeel, dat deze
herinneringen aan het Frankrijk, dat
gij hebt verraden, u, steeds als een
blijvende wroeging, zullen vervolgen."
Aan de Daily Telegraph werd uit
Kopenhagen gemeld Al de geredde
bemanningen van de Duitsche stoom
schepen, die in de Oostzee getorpedeerd
zijn, vertellen, volgens een bericht uit
Stockholm aan National Tidende, dat
de Engelsche gezagvoerders hen op zeer
humane wijze behandeld hebben. De
bemanning van de Nicodemio kreeg
zelfs twee uur tijd om het schip te
verlaten en kon daardoor haar eigen
dommen, kleeren en voedsel meenemen.
Het schijnt, dat de Duitschers van
plan zijn in het vervolg koopvaardij
schepen, die de Oostzee oversteken, te
doen escorteeren. Ze zijn daar reeds
mee begonnen, volgens een bericht uit
Elseneur aan Berlingske Tidende waarin
gezegd wordt, dat vijf stoomschepen uit
Hamburg Elseneur voorbij gekomen zijn
en men gelooft, dat zij geëscorteerd
waren van het Kiel-kanaal naar het
Oostzee-gebied. N. R. Crt.
De Bien public schrijftEen aan
plakbiljet te Harlebeke bij Kortrijk zegt
dat de Duitsche overheid werklieden
voor arbeid aan de wegen gevraagd
had en 29 inwoners zich hadden aan
gemeld, nadat hun beloofd was een
schriftelijke nerklaring waarin stond
dat zij niet vrijwillig maar op formeele
requisitie werkten, dat zij met gereed
geld betaald zouden worden en dat zij
niet voor militaire werken zouden ge
bruikt worden. Op den vastgestelden
dag kwam er niemand te werk. De
gemeente is verantwoordelijk gesteld en
de volgende straffen zijn bij aanplakking
bokend gemaakt
1. "be bedoelde werklieden worden
naar Duitschland gezonden, om daar
tot het einde van'den oorlog te blij ven.
2. Het is aan het Hulp- en Voedings
comité van Kortrijk verboden nog iets
naar Harlebeke te zendeu.
3. Alle taplokalen worden gesloten,
uitgezonderd één, dat voor de militairen
zal geopend blijven.
4. Van 4 uur 's namiddags tot 7 uur
's morgens mag niemand zijn huis uit
gaan, behalve geestelijken, geneeshae-
ren, veeartsen en vroedvrouwen.
COURANT.