\o. 35
Zaterdag 7 Augustus 1915.
3te «Jaarg
r
Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh- Vlaanderen.
F. DIEI.F.MW»
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Een terugblik.
De VI. Stem geeft ter herdenking van
den dag waarop Duitschland zijn oor
logsverklaring aan België zond, het
volgende weemoedige doch tevens hoop
vol gestemde artikel
Een jaar reeds is ons duurbaar vader
land gewikkeld in den stoeren, harden
strijd We beleven heden den ver
jaardag van de schendende, wraak
roepende oorlogsverklaring van Duitsch
land aan het neutrale België Wie
onzer herinnert zich niet de ontzetting
door het ultimatum verwekt en tevens
de geestdrift en de algeheele toewijding
waarmede door het gansche volk werd
onthaald het besluit van de Regeeriug
om aan den Duitscheu overweldiger
weerstand te bieden Drukke dagen,
dagen van koorts en angst, van kracht
en t wij tel, van heldenmoed en opoffe
ringsliefde Laten we even terug
I voor onzen geest roepen den stoet der
i vrijwilligers die zich aanmelden gingen
'om de bedreigde grenzen van het heilig
Vaderland te verdedigen de optrek
kende troepen, met bloemen gesmukt,
met liederen op de lippen van de man
nen die hunne borsten gingen stellen,
als een stalen muur, tegen het ruwe
geweld en de reusachtige wapenen van
de Duitsche drommen
Sinds dien zijn 365 dagen voorbij
gegaan, 365 dagen waarvan elke,
schatten van moed en sakrifleie be-
teekent, onberekenbaar lijden en wee.
In ons leger zijn 50.000 man gesneuveld,
ziju er 100.000 jongens gewond en ver
minkt en zuchten er duizende anderen
in droeve, dorre krijgsgevangenschap,
in dagelijksche marteling. In het land
Y liggen onze steden verwoest, onze dorpen
platgebrand, weenen weduwen en wee
zen, wachten allen met bevend hart de
tijding van morgen
En nochtans heeft niemand versaagd
F en heeft niemand gemopperd. Onze
soldaten zetten den strijd voort met
altijd even wakkere onversaagdheid en
taai geduld en onze burgers stellen
hun vertrouwen in het leger, zenden
altijd nieuwe verdedigers naar het
vaderlandsch heir dat pal staat, ver
duren met gelatenheid den druk van
'4 den overweldiger.
Bij allen is de moed even levendig
als op den dag der oorlogsverklaring,
V de liefde even warm, de hoop eveu
vast, het geloof in de heiligheid van
het Belgische recht eveD levendig en
even krauig de vastberadenheid om de
schoone, nationale zaak te verdedigen
Nooit heeft men een volk gezien zoo
eensgezind, zoo schoon en eenvoudig
in de toewijding aan een grootsch, on
baatzuchtig ideaal van Rechtzoo
levenssterk en betrouwvol geschaard
rond zijn Vorst, kampioen van de
Gerechtigheid.
Zoo'u volk kan niet vergaan Het
doorstond een vreeselyke vuurproef,
maar triomfeeren zal het, leven zal het,
bloeien zal het
Laat ons allen betrouwvol de toe
komst tegemoet zien en trotsch ons
hoofd heffen, omdat we Belgen zijn...
En op 2 Oogst 1916 a. s. zullen we
in een vrijgevochten land weer allen
gelukkig leven, gesterkt en gestaald
door de beproeving, herdenkend met
weemoed en ontroering zij, die voor
het Vaderland stierven, in heldendood
werkend allen eensgezind aan den her
opbouw van onze puinen, aan de her
leving van heel onze nationaal bestaan
En heden is een dag van rouw, maar
ook een dag van inkeer, een dag waarop
het herdenken van onze fiere verdedi
ging de zielen zal opbeuren en de ge
dachte aan het lijdend maar strijdend
vaderland, de klare vlam der hoop aan
wakkeren in aller hart
De toestand.
De toestand in het Oosten kan aldus
worden samengevat, dat de linie der
Russen telkens op onderscheidene plaat
sen eenigermate wordt ingedrukt, terwijl
zij op andere punten hardnekkigen
tegenstand blijven bieden. Nog nergens
is hun linie geheel gezwicht; waar zij
zijn teruggegaan, houden zij na verloop
van tijd weer standkanonnen gingen
alleen verloren voor Iwangord, in het
reeds vermelde gevecht met de Oosten
rijkers. Nochtans mag de positie der
Russen geenszins gunstig genoemd
worden. Steeds nog dreigt het gevaar,
dat de dijk van hun verdedigingslinie
het hier of daar niet meer zal kunnen
uithouden en de Duitschers er door
zullen breken.
Allereerst gaan wij na wat er tusscheu
Riga en Kowuo is gebeurd. Het belang
van den opmarsch der Duitschers onder
von Below in deze streek hebben we
uiteengezetwordt hij verder voortge
zet, dan is een bedreiging van de
spoorwegverbinding van St. Petersburg
met Polen niet uitgesloten. Nu lezen
wij in bet bericht der Russen, dat dezen
over de Ekau zijn teruggetrokken. Dit
houdt een erkenning in van de ont
ruiming van Mitau, welke stad aan deze
zijde van de Etau, een rechterzijrivier
van de Aa, ligt. Tusschen Riga en de
Duitschers ligt nu nog het Tirulmoeras
en daarvoor het Mitauer woud.
Tusschen Riga eu Kowno in, aan den
spoorweg vau Szawle naar Dwinsk
(Dunaborg), zijn de Russen geweken.
De Duitschers overschreden er den
weg WobolnikiSubotsj en zijn dus
tot een 25 K.M. ten O. van Ponowiecz
voorwaarts gekomenanders, en wel
licht duidelijker gezegd, trekt meueen
rechte lijn tusschen Riga en Kowno,
dan ligt de plaats waar zich nu de
Duitschers bevinden, aan genoemden
spoorweg 50 K.M. ten O. van die lijn.
Ten Westen van Kowno worden de
ontmoetingen veelvuldiger, melden de
Russeude Duitschers zwijgen over
het krijgsbedrijf in deze streek, waar
mede een en ander op handen schijnt.
Tusscheu Lomzaen Ostrolenka woedt
een hevige strijd, waarin de Russen,
zij het met de uiterste inspanuing, de
Duitschers van de Narew athouden.
Ten Zuiden vau Ostrolenka komt hun
tegenstand den Duitschers op groote
verliezen te staan, maar uit de plaats
aanduiding, die de Russen geven, blijkt
toch, dat de Duitschers over de Orz
(linkerzijrivier van de Narew) en den
spoorweg Ostrolenka Wyczkow ge
komen ziju. In de buurt van War
schau geen nieuws.
Von Woyrsch is nu toch ten Noord
westen van Iwangorod verder aan den
Noordwestelijken kant van den Weich-
sel doorgedrongen.
Het voordeel, door de Oostenrijkers
ten Westen van Iwangorod behaald,
hebben wij reeds besproken. Dit is het
eenige punt waar de Russen kanonnen
hebben verloren en hun terugtocht dus
overhaast schijnt geweest te zijn.
Ten Oosten van Iwangorod tot de
Wieprcz hebben de Russen, volgens de
overeenstemmende berichten van beide
partijen, zich kunnen handhaven.
Evenwel, als waar is wat de Duitschers
ons melden, dat ten O. van Lenczna,
d. i. in de linkerflank van die linie,
het Russische front is doorbroken, zullen
de Russen ook tusschen Weichsel en
Wieprcz terug moeten. Zij zelf melden
dat de Duitschers aan de Swinka op
schoten, dat is een rechter zijrivier van
de Wieprcz, die bij Lenczna in die
rivier valt.
Over den opmarsch der Oostenrijkers
over de Boeg van beide zijden stil
zwijgen.
In Transkaukasië trekken in den
laatsten tijd de Russen langzaam voor
de Turken achteruit. N. R. Crt.
In tic Argonnen.
Kellermaun geeft in het Berliner
Tageblatt een levendige beschrijving
van de Argonnen.
Het regende in stroomen. Het water
wordt bij emmers uit de loodzwarte
wolken geschud, die laag over de bos-
schen drijven. De boomen zwiepen
in den wind en schudden watervallen
uit hun kronen. De wegen zjjn modder
Beken vallen langs de hellingen. In
de soldatenholen branden de kachels.
Het Argonuer woud toont zijn ware
gezicht. Het is een bosch als de
Spessart, de Boheemsche wouden, een
bosch voor kolenbrauders, rooverbenden
en wilde zwijnen. Het bo3ch heeft zijn
geschiedenis," dat is zeker. Men ging
er binnen en verdween. Men sloeg een
kruis en was dood. In het kreupelbosch
lag de moordenaar op de loer. Er zijn
hier plekkeu met merkw rardige nameu.
La fllle morte, l'homme mort. Dat heeft
wel zijn reden. Dit sombere roovers
verleden van het bosch is echter een
idyile bij tegenwoordig vergeleken.
Een herderstooneeltje. Dat zeg ik
vooruit.
We klimmen op een sleeperswagen.
Een doorweekt paard met een door
weekten ruiter erop, worden ervoor
gespannen en we rollen tegen de hoogte
op, dieper hst bosch in. De regen
stroomt, ros en ruiter verdwijnen soms
in een waterbel. Ik ben doornat, tot
op de huid. De vervloekte Argonnen
regen stoort zich niet aan een regenjas
en ik lij i kou als een honi.
Dat is geen bosch voor menscheu.
Het heeft drie verdiepingen. Hooge
boomen, meestal eiken, hier en daar,
dan het kleinere hout, jonge eiken,
beuken, elzen, dicht tegen elkaar en
daaronder het kreupelbosch, bramen,
dorens, varens, brem, slingerplanten,
een natuurlijke draadversperring van
de gemeenste soort. Het is een bosch
voor een harigen, gorilla achtigen bosch
duivel, die met zijn kauppel in de hand
door het kreupelbosch kruipt en leem
vreet. De meDsch betreedt het bosch
met ijzen in het hart.
Het doorweekte paard strekt zijn
glimmende pooten uit, tast door modder
en water. Tusschenbeide werd het
uitgespannen, dan rijden we van zelf»
over wankelende rails naar beneden.
Vervolgens weer berg op. Is hetmogelijk
dat het nog harder gaat regenen? Ja,
waarachtig, het is nog mogelijk. We
rijden in een waterhoos.
Een transport komt ons tegemoet.
De mannen staan overeind in den wagen.
Ze zijn vermoeid en uitgeput. Hun
armen en hoofden zijn verbonden. Het
zijn gewonden uit de loopgraven. Het
bosch vreet en vreet. Het vreet dage
lijks menschen. Eén ligt er met een
paardendeken toegedekt. Men onder
scheidt slechts de vormen van den man.
De regen striemt op de gewonden.
Maar zij bekommeren er zich niets om.
De man onder den deken beweegt niet.
Hem kunnen de regen en alle machten
van de hel niets meer maken.
Ons paard strekt de pooten uit. Het
gaat berg-op. Natte twijgen sproeien
hun water over ons uit. Het rommelt
in het bosch. De inslaande granaten
kraken als donderslagen.
Een halt uur duurt onze tocht, een
uur. We stappen uit en schudden ons
als honden, die uit het water komen.
We gaan dwar3 door het bosch. De
wegen zijn hier met knuppels geplaveid.
De eene knuppel ligt netjes naast den
anderen. Zorgvuldig werk, anders kon
men hier geen stap doen. Granaatkraters
stuk geschoten boomeD, eiken van de
dikte van een man, die, door een granaat
in het midden getroffen, op het gezicht
gevallen zijn, ze liggen daar nu te
sterven. Hier zijn merkwaardige hun-
nebeddeu, raidden in het bosch, heuvels
van steen en aarde. Bekijkt men ze
van nabij, dan zijn het batterijen. De
kanonnen staan er in. Fatsoenlijk
kaliber. Ze schieten glad weg door
loof en twijgen heen. We gaan op een
hunnebed at en kruipen in de aarde.
We kloppen aan eu treden binnen.
Hier brandt een hanglamp, ofschoon
het elf uur 's morgeus is. Een man in
een wollen vest ontvangt ons. Hier
wonen genie-officieren. Menschen van
de wereld. Zij hebben een goed humeur
cognac en een heerlijke, warme kachel
die onmiddellijk begint te sissen, als
men in haar buurt komt. Daar gaat
de telefoon. Een onderaardsche gang
in loopgraaf zoo en zoo Wordt voor
gezorgd.
Het giet nog steeds. Somber en
huiveringwekkend ruischt hel bosch.
Het is een bosch uit de onderwereld,
vervuld van een gruwelijk, ongekend
geraas. Het hoest met den schrikwek-
keuden hoest van een demon, die in
de kloven huist. Het lacht heesch en
AXELSCHE m COURANT.
sr. cs