No. 29.
Zaterdag 17 Juli 1915.
1
31' Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
EL El
Binnenland.
Buitenland.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrij dasavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per B Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Ff
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent'; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groete letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
a
Langer in dienst houden van inselijfden
bjj de militie.
De memorie van antwoord van de
Ministers van Oorlog en van Marine
pp het voorloopig verslag der Tweede
Kamer inzake bovenstaand wetsontwerp,
is verschenen. Het volgende is daaraan
ontleend
Er bestaat overwegend bezwaar tegen,
de oudste bij de bereden korpsen en
de zeemilitie in dienst zijnde lichting
weg te zenden, omdat de daartoe be-
hoorende manschappeu voor den dienst
bij hunne atdeelingen niet kunnen
worden gemist.
Uitoefening kiesrecht.
Het moge juist zijn, dat de verlengde
militietijd voor de onder de wapenen
zich bevindende kiezers met zich brengt,
dat zij langer van de uitoefening van
het kiesrecht blijven verstoken dan het
geval zou zijn, wanneer zij op den
gewonen tijd naar de landweer waren
overgegaan, een onbillijkheid kan de
Minister van Oorlog daarin niet zien,
omdat de grond voor de schorsing van
het kiesrecht onverminderd is blijven
bestaan. De noodzakelijkheid van eene
noodvoorziening ten deze ziet hij dan
ook niet in en ook overigens is hij van
oordeel, dat deze voorziening niet op
zijn weg ligt.
TWEEDE KAMER.
Aan de memorie van antwoord van
den Minister van Oorlog op het voor
loopig verslag der Tweede Kamer no
pens bovenstaand wetsontwerp is het
volgende ontleend
De Minister van Oorlog deelt de
k volgende redenen mede, waarom het
wenschelijk wordt geacht de man
schappen .der landweerlichting 1901
nog niet uit den dienst bij de landweer
te ontslaan.
lo. een gedeelte der lichting bevindt
zich nog onder de wapenen
2o. voor overgang naar den land
storm zouden de thans onder berusting
der manschappen zich bevindende
wapenen en kleediugstukkeu moeten
wordeu ingeleverd terwijl die mannen
bij eventueel later noodig gebleken
oproeping opnieuw gekleed en gewa
pend zouden moeten worden
3o. de overgang naar den landstorm
van de tegenwoordig reeds zoo om
vangrijke administratieve werkzaam
heden nog meer doen toenemen, zonder
dat voor de betrokkenen daaruit eenig
noemenswaardig voordeel zou ontstaan.
Het is te betreuren, dat de besliste
noodzakelijkheid van het ouder de
wapenen houden der dienstplichtigen
niet algemeen wordt ingezien en de
geest der landweermannen in enkele
korpsen dientengevolge te wenschen
laat. De Regeering twijfelt niet, ot
ook de leden der volksvertegenwoordi
ging zullen hun invloed niet ongebruikt
laten om hen, die door de gevolgen
der mobilisatie inderdaad zwaar worden
getroffen, tot berusting in dezen onver
mijdelijken toestand en tot blijmoedige
vervulling van hun plicht op te wekken.
Niet voor alle korpsen is het mogelijk
ze in de nabijheid der woonplaatsen
te stationneereneen verbreking van
het georganiseerd verband zou daarvan
het gevolg zijn.
Door ongeveer 90 pCt. der landweer
mannen der lichting 1907 is gebruik
gemaakt van de gelegenheid om met
verlof te gaanhiervan hebben zich
slechts zöer enkelen later weder bij
hun korps aangemeld.
Verlofsregelingen.
Bij de verschillende verlofsregelingen
is steeds getracht aan billijke verlangens
zooveel mogelijk tegemoet te komen.
Het is echter onmogelijk een regeling
te treffen, die een ieder bevredigt.
Overwogen is reeds of het geen aan
beveling zou verdienen de regeling der
periodieke verloven in dien zin te
wijzigen, dat aan hen, die niet met
het oog op hun bedrijf of andere aan
wijsbare belangen verlof noodig hebben,
in mindere mate verlof wordt gegeven,
ten einde ten aanzien van hen, wier
belangen door een eenigszins ruimer
verlof zeer zouden worden gebaat,
grootere mildheid te betrachten. Hier
tegen gelden echter in het algemeen
twee bezwaren, vooreerst dat de onder
de wapenen zijnde manschappen aan
de tegenwoordige regeling gewend zijn
geraakt, en voorts, dat de grens tus
schen beide groepen moeilijk zou zijn
te trekken. Toch is in een enkel geval
reeds noodig geblekfin de periodieke
verloven tijdelijk op te schorten.
T. Cr'.
Landbouwverloven in den oogsttyd.
Alleen aau bedrijfsleiders en aan hen
die als zoodanig fungeereu kan in deu
oogsttijd, wanueer aan .den betrokken
compies., (esks., battij., tort-, dets.) com
mandant de noodzakelijkheid daartoe
blijkt, een verlof worden verleend.
Ouder bedrijfsleiders moeten ook worden
verstaan smeden wagenmakers hoetsme
den, loonmaaiers en loondorschers in
het bezit van eene machine, zoomede
paardenhonders, wanneer deze dienst
plichtigen met den laudbouw in betrek
king staan. *ln verreweg de meeste
gevallen zal met een verlof van 14
dagen of minder kunnen worden vol
staan, in geen geval -zal het den .duur
van 3 weken mogen overschrijden. Het
veriot waarom het hier gaat, mag naar
verkiezing in een of meer perioden
worden genoten, maar mag niet verleend
worden aau miliciens die voor eerste-
oetening onder de wapenen zijn en ook
niet aau hen, die slechts in het buiten
land grond -in eigendom of in pacht
hebben.
Het verleenen van een oogstverlot
aan arbeiders en knechten is met het
oog op de belangen van den dienst en
die van anderen niet mogelijk en behoort
dus achterwege te blijven.
De voor den hooibou w door den opper
bevelhebber van land en zeemacht aau
gegeven grens van 18 pet. voor de
afwezigen, mag ook na 1 Augustus a.s.
ten behoeve van de oogstverloven niet
worden overschreden.
Belanghebbenden bij tarwe- rogge-
aardappel haver- en bietenoogst dienen
hun schriftelijk verzoek om veriot zoo
spoedig mogelijk, doch uiterlijk op een
door deu compies, (esks., battij., fort
dets.) commandant aan te geven datum
in. Op bij andere autoriteiten inko
mende verzoeken zal niet worden gelet.
De compies. (esks. battij., fort-, dets.)
commandant stelt persoonlijk een onder
zoek in (door ondervraging van den
betrokken dienstplichtige en zijn dorps
genooten, door nagaan van de controle
lijst en het administratieboek, enz.) en
vraagt bij twijfel advies aan het betrok
ken bemiddelingsbureau voor den land
bouw. Hij regelt het verlof zoo billijk
mogelijk, rekening houdende met de
belangen van den aanvrager, maar ook
met die van anderen, zoodat gegronde
klachten over onrechtmatigheden belmo
ren te worden voorkomen.
Door een bedrijfsleider reeds genoten
hooibouwverlof behoeft voor een ge
mengd bedrijf een verlof in den oogsttijd
niet uit te sluiten.
De compies (esks, battij., fortdets.)
commandanten houden op eene aau
gegeven wijze aauteekening van de
door hen verleende extra verloven in
den oogsttijd en dienen deze opgave
onmiddellijk na afloop daarvan recht
streeks aan het departement van oor
log in.
Deze en andere extra-verloven om
oeconomische redenen verleend, hebben
indien het onvermijdelijk is, den voor
rang boven de periodieke verloven;
ofschoon dus met het oog op een goeden
geest in den troep het streven moet
zijn het periodieke veriot niet geheel
of gedeeltelijk stop te zetten, zal dat
bij eukele onderdeelen niet altijd kun
nen worden vermeden.
In de St. crt. worden eeuige gegevens
verstrekt met betrekking tot den aard
en den duur van sommige oogsten in
de verschillende provinciën. Voor Zee
land geldt het volgende
Voor den rogge- en tarweoogst is
voor de bedrijfsleiders een veriot noodig
van 14 dagen tusschen l Augustus en
t5 September.
Voor deu aardappel- ou suikerbieten-
oogst wordt aangegeven een verlof van
14 dageu tusschen half September en
eind November.
Tydeiyk gezant by den Paus.
Bij Kon. besluit van 10 dezer is Mr.
L. H. \V. Regout, oud-Minister van
Waterstaat, lid van de Eerste Kamer
der Staten Generaal, benoemd tot buitern
gewoon gezant en gevolmachtigd Mi
uister in tijdelijke en bijzondere zending
bij den Pauselijken Stoel.
Mr. Regout werd deu 27eu October
één jaar te voren was gekozen tot
Statenlid van Limburg, promoveerde
hy in 1896 tot doctor in de rechten
aan de gemeentelijke hoogeschool te
Amsterdam, op een proefschrift, ge
titeld .Arbeidersverzekering" het vraag
stuk, waarvan hij later als Kamerlid
en als minister blijk gaf bijzondere
studie te hebben gemaakt.
Na nog eerst in 1898 te zijn gekozen
tot lid van Gedeputeerde Staten in
Limburg, werd hij later door dit gewest
afgevaardigd naar de Eerste Kamer.
Toen daarop in 1909, ten gevolge
van het overlijden van den heer Bevers,
de zetel van den minister van Water
staat in het Kabinet-Heemskerk, waar
van mr. E. Regout zijn broeder reeds
deel uitmaakte als minister van Justitie,
ledig kwam, werd aan mr. L. Regout
ter voorziening in die ontstane vacature
een plaats achter de groene tafel in
geruimd.
Kort na bet aftreden in 4913 van
het ministerie-Heemskerk, werd mr.
L. Regout, andermaal thans door de
Staten van Noord-Brabant afgevaar
digd naar de Eerste Kamer.
Mr. Regout vertoeft op het oogenblik
op zijn buiten te Meerssen, maar wordt
een dezer dagen te 's Gravenhage ver
wacht tot het houden van eenige voor
bereidende besprekingen.
Omtrent het tijdstip van zijn vertrek
naar zijn post staat nog niets vast.
Men verwacht dat daarmee nog wel
'n drie- ol' vier weken zal gemoeid zijn.
Tem. Crt.
Postverkeer met België.
De directeur-generaal der posterijen
en telegrafi i maakt, met verwyzing
naar het desbetreffend bericht in de
Staatscourant van 12 Februari j.l. no.
36, bekend, dat in het postverkeer met
België over Aken, mededeelingeu van
persoonlijken aard slechts per briefkaart
mogen geschieden. Alleen zakelijke
mededeelingen mogen nog per open
brief plaats vinden, mits niet meer
beslaande dan twee bladzijden van
gewoon briefformaat.
De plaatsen in België, welke tot het
postverkeer met Nederland, over Aken,
zijn toegelaten, zijn:
Brussel met voorsteden en omliggende
plaatsen Anderlecht, Anderghem, Boits-
fort, Cureghem, Etterbeek, Evere, Fo
rest, Ganshoven, Haren, Jette, Ixelles,
Koeckelberg, Laeken, Molenbeek, Saint-
Gilles, Saint Josse ten Noode, Schaer-
beek, TervuereD, Uccle, Vilvorde,
Watermael, Woluwe.
1881 te Maastricht geboren, bezocht
het gymnasium aldaar, en promoveerde
op 22 jarigen leeftijd als eiviel-ingenieur
aan de Leuvensche .universiteit. Na
zijn promotie vestigde hij zich weder
in de hoofdplaats van Limburg, waar
de .familie Regout haar bekende grooie
industrieele ondernemingen gevestigd
heeft. Intusschen gevoelde de heer
Regout zich ook aaugetrokkeu tot de
rechtsgeleerde studiëu, eu, nadat hij
DE OORLOG.
Tusschen Maas en Moezel, waar ge
durende de eerste dagen van Juli de
Duitschers met kracht aanvielen en
eenige veroveringen maakten, wordt nu-
door de Franschen weer alle3 in het
werk gesteld om de verloren puaten te
hernemen. Van een verbroken even
wicht is dus geen sprakede beide
partijen blijven volkomen tegen elkander
opgewassen. Ook op de andere deelea