Verkiezing Gemeenteraadsleden. Buitenland. Binnenland. T Belgen, aldus riep spr. uit, als gein uw Vaderland terugkeert, besluit dan nooit te willen vergeten de gastvrijheid, die ge hier geniet. Vroeger waren Nederland en België verbonden door handels- en andere betrekkingen, waar door beide landen in welvaart waren gebaat, thans zullen ze verbonden zijn door banden van vriendschap en men- •chenliefde. De Minister, wiens rede herhaaldelijk door applaus werd onderbroken, werd alsnu warm toegejuicht en enthousiast zong men tezamen het Belgisch Volks lied „De Vlaamsche Leeuw", waarbij tal van aanwezigen de tranen in de oogen stonden, geroerd als ze waren door den geestdrift, die hunne landge nooten bezielde. Tot slot werd ook nog door een der aanwezigen het Wien Neerlandsch Bloed" gezongen, dat staande werd aangehoord. Hierna kregen de Belgen gelegenheid persoonlijk hunne belangen aan den Minister mede te deelen en kon men het Z.Exc. aanzien, dat het hem ver heugde menigeen een troostend woord te kunnen toevoegen. Z.Exc. was dan ook optimistisch gestemd en zeide in de overtuiging te leven, dat nog vöói den aanstaanden winter de oorlog ge ëindigd zal zijn. Zooals bekend, bezocht Minister Poul- let ook de gemeenten Hulst, Ter Neuzen en Sas van Gent, zoodat alle Belgen in Oostelijk Zeeuwsch Vlaanderen in de gelegenheid zijn gesteld om zijn Exc. te spreken. DE OORLOG. Er is van het oorlogsterrein weioig nieuws te vertellen. Het officieele Fransche bericht, dat Woensdagavond 11 uur te Parijs ver schenen is, maakt melding over een aanval der Duitschers tusschen Binarville en Four de Paris. Dat is in het Westelijk deel van het Argonner Woed. Die aanval werd gedurende drie dagen door artillerievuur voorbereid, zoO vertel len ons de Franschen. De twee eerste aanvallen werden afge slagen, maar de derde gaf den Duitschers vasten voet in een gedeelte van de Fran sche linie. Daar nu de Duitschers overal elders na hevigen strijd zijn teruggewor pen, ziet het er niet naar uit, dat het succes der Duitschers hier van grootbelang is, Diet vaD meer belang althans dan de voordeelen, die in den laatsten tijd dooi de FraDsehen op tallooze plaatsen zijn bevochten. Echter waren er in den laat sten tijd teekeneD, aldus schrijft de TV. R. Crt. dat de Duitschers op het Westelijk front niet meer zóó zeer in de minderheid waren als eenige weken geleden. De Oostenrijkers melden nieuwe be drijvigheid der Italianen, in het bizonder aan den benedenloop van de Isonzo. Dit zou de voorbereiding kunnen wezen van een ernstig Italiaansch offensief om Triëst te bereikeD. Maar, het officieele bericht uit Rome rept met geen woord van eigeü aanvallen, maar juist van aanvallen der Oostenrijkers. De terugtocht van de Russen op de stellingen aan Gnila Lipa en Boeg (d. i. ruim 30 K.M. ten Oosten van Lernbergj heeft zich voltrokken en de ceutralen zijn hen tot daar gevolgd. Er zullen wel eenige dagen van voorbereiding verloopen voordat deze stellingen ernstig worden aangevallen. Intusschen trekken de Russen ten Noordeo van Galicië, in het gouvernement Lublin, verde.r terug zonder tegenstand van beteekenis te bieden. Tegen Oneerlijke Concurrentie. Door den Minister van Laudbouw, Nijverbeid en Handt 1 is aan de burge meesters de volgende circulaire ge zonden Naar mij blijkt leidt de. concurrentie j tusschen de leveranciers van bet Regee- ringsmeel tot leverantiën iD strijd met de voorwaarden waaropRegeeringstarwe wordt verstrekt. Artikel 5 van die voorwaarden bepaalt voor ongebuild tarwemeel een prijs van f 18,50 netto contant aan fabriek molen of magazijn. Telkens bereiken mij klachten omtrent molenaars ot meelfabriekanten die bet meel franco huis ot franco wal bezorgen, een te lageD en fictieven prijs voor vracht berekenen, betaalde vracht resti tueeren enz. enz. Ik meen dat de lever anciers, die zich stipt houden aan be doeld art. 5, gevrijwaard moeten zijn tegen de gevolgen van een onrechtmati ge concurrentie. Het is daarom dat ik u beleefd verzoek in deze uwe mede werking te willen verleeuen door het uitoefenen van controle en telkens wan neer u feiten ter oore komen, daarvan kennis te willen geven aan het Rijks graaubureau. Het is nl. mijne bedoeling, dat aan ben, die de genoemde voorwaarden niet naleven, geen Regeeringstarwe meer zal worden verstrekt. Staatsct. Uitvoer van zeep. Het Stbl. no. 297 bevat bet Kon. Besluit van 25 dezer, houdende verbod van uitvoer van alle zeep, niet in poeder, stangen of stukken. De uitvoer van alle zeep, niet in poeder, stangen of stukken, is verboden van den dag der afkondiging van dit besluit. De Kroon behoudt zich voor, dit ver bod tijdelijk op te heffen of in bijzondere gevallen daarvan ODtheffing te doen verleenen. AXEL, 2 Juli 1915. Woensdagavond werd op het sport terreiu alhier de laatste bijeenkomst gehouden van het Comité tot verleenen van hulp aan Belgische en andere vluchtelingen. Nu van hooger hand advies was gegeven om, wanneer nog behoeftige buitenlanders de wyk naar ons land zochten, deze naar de vluchte lingenkampen door te zenden, bestond meende men er geen reden meer om het comité langer bijeen te houden. Op verzoek van het Provinciaal Comité was door den secretaris, den heer A. J. van de Vijver, een verslag opgemaakt van de werkzaamheden van bet comité te Axel, dat aan eerstgenoemd lichaam zal worden opgezonden. De voorzitter deed voorlezing van dit verslag, waar aan het volgende is ontleend. Toen in September door den Burge meester van Axel in het plaatselijk blad een oproeping werd gedaan tot vorming van een dusdanig comité, hadden daar aan verschillende personen gehoor ge geven. Al spoedig werd den Burge meester het eere-voorzitterschap opge dragen, die toen de leiding gaf in handen van den heer J. M. Oggel die alzoo het voorzitterschap aanvaardde. Weldra bleek er zooveel werk te zijn, dat dit verdeeld moest worden onder de ver schillende leden. Zoo werden enkelen belast met een bezoek aan de treinen, om zoekenden naar huisvesting terecht te helpen, anderen maakten lijsten op van beschikbare kamerseen collecte werd gehouden onder de ingezetenen en langzamerhand nam het werk zoo danig toe, dat handen te kort schenen. Zoo steeg het aantal vluchtelingen, dat op 9 October 2480 bedroeg, tot 8000 op 10 October en 10.000 op 11 October, terwijl nog minstens 15.000 menscheu, welke hier geen verblijf meer vonden, door trokken naar andere gemeenten. Gelukkig hielp toen de gansche burgerij mede om de dakloozen wat te drinken te geven, of eenig voedsel en zoo mogelijk een onder komen te verstrekken. Op 185 plaatsen waren menschen groot en klein geherbergd, welke allen gevoed en gedeeltelijk gekleed moesten worden. Het comité had deze groepen verdeeld in wijken, en aan ieder lid een wijk ter verzorging toegewezen. Weldra minderde het aantal Belgen, doordat velen naar andere plaatsen trokken, hetzij naar de vluchtelingenkampen in Holland of terug naar België. Zoo waren op 30 Oct. nog 1000 vluchte lingen te Axel, welke in 2 van de Regeering gehuurde tenten op het cou cours terrein waren ondergebracht, ter wijl ook de steenbakkerij aan de Axel sche Sassing (Vlakte) een zeer goede gelegenheid bood aan verscheidene dakloozen. Toen een en ander een meer geregeld verloop kreeg, werden een paar men scheu tegen vergoeding aangesteld om toezicht te houden en aanteekeniug te houden van het aantal aanwezige en vertrokken Belgen en de hoeveelheid verstrekte levensmiddelen en kleederen. Eind November was bet aantal nog 480, December 340, Febr. 408 en in Maart werd alles doorgezonden tot op 58, die nog hier mochten blijven. Niet te vergeten is ook bet werk van het Dames-comité, dat vooral aan de bedeeling van kleereu en de verpleging van zieken een groot aandeel had. Pogingen waren nog aangewend om voor de jeugd een school op te richten, doch deze bleken overbodig, toen het bevel tot doorzenden kwam van de vluchtelingen. Toch kregen nog een 50-tal leerlingen onderwijs in de R. K. school. Thans zijn alle behoeftigen vertrokken en verblijven hier nog alleen die Belgen, welke in hun onderhoud kunnen voor zien. De tenten biijven evenwel koste loos staan en kunnen eventueel nog dienen als doorgangshuis. Nadat aldus nog een en ander was ge memoreerd, nam de voorzitter nogmaals het woord en hield tot afscheid da volgeude rede Geachte vergadering Negen maanden zijn verloopen, sedert op uitnoodiging van den Burgemeester ons Comité werd saamgesteld negen maanden van bange worsteling en schrikb're ellende voor hen, voor wie ons Comité werd opgericht negen maanden van angstige span ning ook voor ons Nederlanders, die Gode zij dank, tot nog toe voor de vreeaelijke rampen van den oorlog werden bewaard negen maanden, die nimmer door ons Axelaren zullen worden vergeteD in het byzonder zal in ons aller herinne ring blijven de maand October. Ik schroom, U weder voor den geest te roepen de bittere ironie, dat Nederland, dat zijne poorten voor de boden des Vrede» wijd had opengezet, toen moest ontvangen de diep beklagenswaardige slachtoffers van den oorlog. Hoe schrijnde ons het harte, toen we de van huis en haard beroofden, hen die hunne woonplaats verre achter zich lieten om het veege lijf te redden in hun diep beklagenswaardigen toestand, bij duizenden onze plaats zagen biuneu- stroomen. Stokouden tot pasgeborenen toe vulden onze straten, zoodat in gevoel yan eigen zwakheid tegenover zoo'n overmaat van ellende bij die duizenden ons de bange „klacht ont sprong„hoe moeten wy die allen helpen Nochtans mijne heeren, Comitéleden, dank zij uw aller loffelijken ijver en onvermoeiden arbeid en de hulp en bereidwilligheid van alle Axelaars, is alles goed terecht gekomen, zoodat toen de nacht inviel, aan allen onderdak was verschaft. Het punt van voeding eischte die dagen ook bijzondere zorg. Dank zij de regeling van onzen Burgemeester en den ijver der bakkers enz., konden wij als Comité allen van het noodige voorzien, zoodat Zondagsavonds nie mand ongevoed ter ruste ging. Ge lukkig heett die overstelpende vloed niet te lang aangehouden en werden na eenige dagen vele vluchtelingen naar andere plaatsen doorgezonden en gingen ook weldra velen naar België terug, Veel arbeid was er echter nog onder degenen die bier bleven, welke trouw door de Comitéleden is vervuld. Onze arbeid werd ons veel vergemakkelijkt door de trouwe en ijverige medewerking van Axels Damescomité. Die hulp, Dames, wordt door ons hoog geschat naar waarde prijzen kan ik ze niet. Sta mij toe, Dames, U allen namens aile Comitéleden onzen hartgrondigen dank daarvoor toe te brengen. Een woord van dank ook aan U, hoog geachte Eere voorzitter Burgemeester voor uw onvermoeiden ijver, waarmede U de vluchtelingenbelangen behartigd hebt. Dank ook voor de goede en aangename samenwerking, die er tus schen ons steeds beeft bestaan, waar door de arbeid veel werd vergemakke lijkt en goed vlotte en we in de dagen van overspanning verschillende moei lijke probleemen vlug en goed konden oplossen. Dank aan den Penning meester, den Secretaris en alle Comité- leden, die allen hunne krachten aan deze taak hebben gewijd en met op offering ook van eigen belangen in die dagen met bovenmenschelijke inspan ning het schier onmogelijke hebben verricht. En waar thans onze arbeid is ge eiudigd, kan ons Comité worden ont bonden en blijve ons allen de aange name herinnering bij aan de genoege- lijke en vruchtbare samenwerking en het gewenschte succes op den arbeid van het Comité tot verleenen van hulp aan Belgische e. a. vluchtelingen te Axel. Daarna vroeg de heer van de Vijver het woord. Hij meende de tolk der ver gadering te zijn, als bij namens het dames- en heerencomité een woord van dank bracht aan hun' hooggeachten voorzitter, den heer Oggel. In het kort schetste hij den ijver, dien deze heer steeds aan den dag gelegd had en wees op den tact, dien hij toonde te bezitten, om de vaak moeilijke vergaderingen te leiden. Als voorzitter heett hij de hoogachting ver worven, welke hij ten volle verdiende. De vergadering toonde door applaus met deze woorden in te stemmen. Ook de eer^ voorzitter, de heer L. J. den Hollander kon als Burgemeester zijn dank Diet onthouden aan het Comité, dat op zoo lofwaardige wijze dit werk van liefdadigheid heeft vol bracht. Inzonderheid denkt hij hierbij aan de dames, zonder wier hulp er van de bedeeling der kleedingstukken (om slechts een voorbeeld te noemen) er weinig terecht gekomen zou zijn. Spr. is van meening, dat we in die moeilijke tijden iets geleerd hebben, waarvan we in de toekomst nog veel 1 nut kuunen hebben, namelijk: dat door eendrachtige samenwerking, met ach- terwegelating van alle kleingeestige opmerkingen, zeer veel tot stand kan komen. Door die samenwerking toch is bereikt, wat men schier onmogelijk achtte, ul. 9000 menschen onder dak te brengen en voor honger te bewaren. Burgemeester kan trotsch zijn op dit werk der Axelaren, die alzoo de eer zijner gemeente hebben hooggehouden. Voor men uiteen ging werd nog een photographie genomen van het comité, die een blyvend aandenken zal vormen van deze vereeniging. Door Gedeputeerde Staten zijn, volgens art. 88 der Ongevallenwet 1901 in de commissies welke haar zetels hebben te Oostburg, Hulst en Ter Neu zen, herbenoemd als lidwerkgever de heeren J. N. Mets te Sluis, H. L. J. Maeriens te Hulst, A. Kooman te Ter Neuzen en als lid werkman de heeren J. de Vos te Oostburg, A. A. Rodrigo, te Hulst, P. J. Bedet te Ter Neuzen, A. Aarsen en P. A. M. Martens, te Sas van Gent. Bij de Dinsdag gehouden verkiezing voor den gemeenteraad zijn officiëel candidaat gesteld

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1915 | | pagina 2