Xo. 21
ff oensdag 30 1015.
31e Jaar
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
n*
F. DIELEMAN,
Buitenland.
&M2 I
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franeo ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE OORLOG.
Op het Westelijke gevechtsterrein is
de toestand nergens van belang gewij
zigd.
Het offlcieele bericht uit Rome, maakt
gelijk de vorige, opmerkingen over de
moeilijkheden, die de gesteldheid van
het terrein en de verdedigingswerken
van den vijand een opmarsch der Itali
anen in den weg leggen. Een en ander
was overigens vóór het begin van den
oorlog reeds niet onbekend.
Voorts meidt het offlcieele Romeinsche
bericht, nu reeds voor de derde maal,
dat de vijandelijke strijdkrachten toe
nemen. Ais men uit deze mededeelingen
de slotsom trekt, dat de Italiaansche
generale staf het publiek aan het ver
stand wil brengen, dat het zijn ongeduld
moet intoomen, daar de veldtocht geen
militaire wandeling is en wellicht lang
zal duren, dan gaat men stellig niet
te ver.
Voor men echter al te pessimistische
verwachtingen voor Italië aan de staf
berichten verbindt, bedenke men, dat
het ongeduld, dat hier moet worden
betoomd, niet gering is, want hoe hoog
waren in Italië de verwachtingen niet
gespannen
Dat het ingrijpen van Italië spoedig
den oorlog ten gunste v in de entente zou
beslissen, dat was in de beschouwingen
van vele Italiaansche bladen het uit
gangspunt van haar beschouwingen,
waarover verder niet meer hoefd
gepraat.
Nu is de oorlog echter reeds meer
dan een maand aan den gang, en niet
k alleen is de beslissing nog niet ten gunste
van den centraleu gevallen, maar in
dien tijd hebben in het Westen de
Franschen en Eugelschen evenmiu ais
voor dien tijd ver op kunueu schieten
en is de verdrijving der Russen uit
1 Galicië zelfs gevorderd, maar ook Italië
op zichzelf is er niet op vooruitgegaan
In het Noorden stilstand, moeilijkhedet
in Lybië en de Serviërs, Montenegrijnen
en Grieken in Albanië. Een aanmaning
tot geduld aan het Italiaanscne publiek
is dus wel op zijn plaats.
Aan den Dnjestr tusschen Zurawno
en Halicz wordt fel en met af wisselend
succes om de overgangen van den
Dnjestr gevochten.
Bij Martinow en elders zijn de Duit
schers op den zuidelijken oever terug
geworpen. Op andere plaatsen hebben
zij opnieuw de rivier overschreden.
Intusschen hebben wel de centralen
Chodorow ten Noorden van Zurawon
bezet, maar voor het overige heerscht
ten Noorden vau den Dnjestr voorhands
kalmte, wellicht de voorbereiding voor
een nieuw offensief der centralen in
Oostelijke richting, naar den Boeg.
In Zuid-Polen zijn de Russen
wat verder achteruitgegaan.
Tot zoover wordt de toestand beschre
ven in de N. R. Crt.
De Aop. geeft echter nog meer bij
zonderheden omtrent de gevechten in
Frankrijk.
Sedert den 19den Juni aldus vangt
het artikel aan, is door de Franschen
in Lotharingen en in de Vogezen een
voorwaartsche beweging begonnen,
waarbij op meerdere punten de tegen
stander achteruit is gedrongen. Zoo
geeft men bijv. uit Berlijn te kennen,
dat voorpostenafdeelingen uit de buurt
van Gondrexon (d.i. pl.m. 6 K.M. ten
Z.-W. van Avricourt, een plaats gelegen
halverwege tusschen Saarburg en Lune
ville) vrijwillig zijn teruggegaan; dat
Metzeral vrijwillig is ontruimd en dat
Duitsche troepen daarna volgens -het
plan en zonder door den vijand gehin
derd te worden, naar den Oostelijken
oever van de Fecht, ten Oo3ten van
Sondernacht, zijn teruggegaan. (Met
zeral is gelegen pl.m. 6 K.M. ten Zuid-
Westen van Münster, welke plaats
bekend is uit de hardnekkige gevechten
die in de omgeving daarvan, een twee
tal maanden geleden hebben gewoed).
Uit Berlijn is nog niet medegedeeld,
dat ook Sondernach. vlak ten Zuiden
van Metzeral gelegen, vrijwillig is ont
ruimd; dit in verband met het feit, dat
de Franschen den 23sten hebben bericht
dat zij die plaats hebben bezet en ook
ten Oosten daarvan doordringen.
Ook bij Gondrexom, hierboven ge
noemd, eveuals ten N. en Z. daarvan
strijden de Franschen met fortuin. Zij
het laugzaim, zij dringen hier vooruit
en volgens de Berlijnsche beriohten met
groote strijdkrachten.
Hevige aanvallen zijn voorts van
Duitsche zijde ondernomen op den
2Isten Juni, langs aen westrand vau
het Argonnenvoud. Volgens de Berlijn-
sche berichten zijn daarbij verscheidene
achter elkaar gelegen loopgraaflinies
yeroverd en ruim 600 gevangenen ge
maakt. Volgens de Fransche lezing
vau het geval heeft een onmiddellijk
gevolgde tegenaanval hen weer in het
bezit van nagenoeg de geheele stelling
gebracht.
Langs het overige deel van liet front
hebben geen belangrijke gebeurtenissen
plaats gehad. De gedurende langen tijd
zeer hardnekkig volgehoudeu pogingen
om in de buurt vau Atrecht het front
der Duitschers te doorbreken, zijn oogen
schijn lijk geheel gestaakt. Maakt men
de rekening op, dau blijkt ten slotte
dat de winst aan terrein, als gevolg van
dezen maandenlangen strijd, die duizen
den offers heeft gekost, slechts zeer
gering is. Dit brengt ons in herinnering,
hetgeen in het midden dezer maand,
tot tweemaal toe door de „Times"', als
een militaire beschouwing" werd me
degedeeld, n.l. dat het de taak der
Bondgenooten zou zijn zooveel mogelijk
Duitschers te dooden. „Zoolang de
Duitsche verliezen" zoo heet het
„dagelijks I0.0J0 man blijven bedragen
verrichten wij ons werk, waardoor de
overwinning onvermijdelijk zal zijn
Het lijkt ons een bedenkelijkestrategie
en is zeker toch niet een uitvloeis
van het bewustzijn van kracht. Gelet
op de tegenwoordige omstandigheden in
het Oosten is net zeer zeker niet juist
gezien, den strijd sleepende te houden
Engelsche beschouwingen wordt voorge
staan, doch zou het doelmatig zijn
om van het feit, dat de Duitschers en
Oostenrijkers door Rusland volledig
worden in beslag genomen, te profitee
ren, om een slag te slaan. Elk uitstel,
elke vertraging brengt hen dichter bij
het oogenblik, waarop de Centrale Ver
bondenen in het Oosten de handen meer
vrij zullen krijgen' om dan „mit voller
Wucht" op het Westerfront door te
drukken. Het sleepend houden van
den strijd zou een medewerken aan
eigen ondergang zijn, hetgeen toch
waarschijnlijk niet zal worden beoogd,
door die z.g. Engelsche militaire des
kundigen.
zooals dau in bovenaangehaalde
Verschillende berichten.
Wolff's agentschap maakt een lange
mededeeliug over het gebruik van ver
stikkende gassen openbaar, waarin het
tracht aan te toonen, dat de Franschen
en Eugelschen al lang voor de Duit
schers verstikkende gassen in artillerie
projectielen, handgranaten en patronen
hebben toegepast. O. a. geeft het een
offlcieele handleiding van het Fransche
ministerie van oorlog van 21 Februari
1915 weer, waarin aangegeven wordt,
hoe men met dergelijke projectielen
moet omgaan. Daarin staat dat de
verstikkende gassen van de Franschen
geen doodelijke uitwerking hebben;
ten minste niet iu geringe hoeveelheid.
Maar juist deze beperking, zegt Wolff,
bevat de ondubbelzinnige bekentenis,
dat de Fransche gassen doodelijk zijn,
als zij op groote schaal toegepast worden.
Volgens de Cincinnati Euquirer had de
Lusitania o. m. 250,000 pond tin tetra
chloride aan boord, voor de bereiding
van verstikken ie gassen. De bezending
was volgens den Amerikaanschen zegs
man voor de Fransche regeering be
stemd. Deze heeft niet alleen maanden
geleden groote bestellingen aan chemi
caliën tot bereiding van verstikkende
gassen gedaan, maar zij moet ook de
verantwoordelijkheid voor den dood van
de passagiers van de Lusitania mede
dragen, van wie vele door de gassen
die bij de torpedeering uit het tintetra
chloride vrij kwamen, omgekomen zijn.
Ten slotte verklaart Wolff, dat het
ontwikkelen van rookwolken, die bij
zwakken wind heel langzaam over den
vijand heeudrijven, niet alleen een
volgens het volkenrecht geoorloofd,
maar een buitengewoon goedaardig
oorlogsmiddel zijn, daar de vijand iu
de gelegenheid is, zich aan de uitwer
king van dien rook te onttrekken.
N. R. Crt.
De Times verneemt uitBt. Petersburg:
Volgens de offlcieele mededeeliug is
de ontruiming van Lemberg hetrecht-
streeksche gevolg geweest van den
opmarsch van den vijand in de buurt
van Zolkiew, ongeveer 27 K.M. ten N.
van de stad, aan den spoorweg van
Riwa Ruska naar Lemberg, waardoor
de linie van Lemberg met omvatting
bedreigd werd. Het strekt de Rassen
tot groote eer, dat zij de stad ongerept
gelaten en alleen bij nun terugtocht de
wegen vernield hebben, om den op
marsch van den vijand te belemmeren.
Het nieuw gekozen front ten O. van
Lemberg ligt nog in Galicië, zoodat de
verdere gevechten op Oostenrijksch
gebied geleverd zullen worden, maar
men verwacht geen beslissend gevecht
voor de legers opnieuw gegroepeerd
zijn en het nieuwe front versterkt is.
Men acht het een gewettigde reden
tot voldoening dat de vijand, wegenï
het ongeschokte weerstandsvermogen
van het Russische leger, niet in staat
is, troepen naar het front van War
schau of naar het Westen over te
brengen. Totdusver heeft de terugtocht
uit Lemberg op het Dnjestr-front nog
geen invloed gehad wijzigingen zijn
daar slechts waarschijnlijk, als de
Duitschers erin slagen Oostwaarts op
te rukken en de Russen in den rug en
de flank te bedreigen.
Men bevestigt, dat de vijand aan het
Russische front al de Oostenrijksche
cavalerie, ongeveer 11 divisies, heeft
samengetrokken en bijna de geheele
Duitsche cavalerie, namelijk 4 divisies.
Maar in tegenstelling met de Russische
ruiterij is die cavalerie niet zeer roerig.
N. R. Crt.
In het Lagerhuis heeft de onder
minister Brace op een vraag medege
deeld, dat er in het geheel veertien
aanvallen in de lucht, op Engeland zijn
geweest, en dat daarbij 56 menschen
zijn omgekomen, nl. 24 mannen (allen
burgers), 21 vrouwen en 11 kinderen,
en gewond, voor zoover bekend, 138
menschen, nl. 86 mannen, 35 vrouwen
en 17 kinderen. N. R. Crt.
Men schrijft aan de N. R. Crt.
Naar aanleiding van het bericht over
een duikboot bij Borkura vernemen we
nader, dat Dinsdagavond een Duitsche
duikboot, van Emden naar de Noordzee
vertrokken, ter hoogte van het eiland
Borkum is gezonken. Een hevige ont
ploffing had in de boot, die zeer snel
zonk, plaats.
De kapitein en twee leden van de
bemanning, die zich in den toren be
vonden, zijn, naar vermoed wordt, ge
red, al de overige opvarenden vonden
den dood in de golven.
Hoe de ontploffing ohtstaan is, is niet
met zekerheid te zeggen.
De Engelsche regeering moge nog
niet tot algemeenen dienstplicht hebben
besloten, zij zal nu bij de wet voor
stellen een lijst van alle weerbare
mannen in Engeland aan te leggen.
Wij trachten, zegt de Times, een drie
raillioen man op de been te brengen.
De mannelijke bevolking tusschen 18
en 40 jaar telt ongeveer acht millioen.
Van die acht millioen zijn er zeker nog
een twee of drie, die niet voor het
werk aan oorlogsmateriaal noodig zijn.
Aangenomen, gaat de Times voort,
dat wij l1/» millioen man op het voor
naamste oorlogsterrein noodig hebben,
een hall millioen op andere terreinen
eD een halt millioen voor de verdedi
ging van het eigeu land, dan zullen er
vermoedelijk maandelijks een 100,090
recruten noodig zijn, om die legers op
sterkte te houden. N. R. Crt.
i
S3l !T