3Ie Jaars.
Zaterdag 26 1615
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELOIAX,
Buitenland.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
België en Nederland.
De Temps van den 21en heelt een
hoofdartikel over België en Nederland.
Alle onzijdige staten, zoo heet het,
hebben eindelijk, door „de onbeschaam
de herhaling van Duitschland'seiscben",
ingezien, dat „de onmogelijke overwin
ning der Germanen een gevaar zou zijn
voor alle naties, hetzij zij rechtstreeks
in den Europeeschen strijd zijn betrok
ken of niet. De beweging, die zich op
het oogenblik in de openbare meeDiug
in Nederland atteekent, is in dat op
zicht kenschetsend. Als er een land
is, waar men zich heeft beijverd on
zijdig te blijven en alle uitingen van
de gevoelens ondergeschikt te maken
aan de zorg om zelfs het geringste
voorwendsel voor verwikkelingen met
Duitschland te voorkomen, dan is het
Nederland. Met de uiterste voorzich
tigheid is men opgetreden tegen de
kooplieden van Rotterdam, die in het
begin van den oorlog met Duitschland
handel drevenmen heeft er in de
gematigdste bewoordingen geprotesteerd
tegen de daden van piraterie, waarvan
Nederlandsche schepen het slachtoffer
zijn geworden."
Hier moeten wij even twee opmer
kingen maken. De kooplieden van
Rotterdam en van andere steden in ons
land hebben niet alleen in het begin
van den oorlog met Duitschland handel
gedreven, maar doen dat nog. Zij
hebben dat van het begin van den
oorlog af tot op dezen dag ook gedaan
met Engeland alsmede met Frankrijk
met Frankrijk weliswaar, wegens de
-4
slechte verbindingen en wegens de
bemoeilijking, die van Fransche zijde
den invoer wordt in den weg gelegd,
minder dan met de twee groote buur
staten. Tegen dien rechtmatigen handel
met Duitschland is hier niet met de
uiterste voorzichtigheid opgetreden,
maar in het geheel niet opgetreden.
Waar echtei'enkelen een ongeoorloofden
handel met Duitschland dreven, is daar
wel tegen opgetreden, en niet met de
uiterste voorzichtigheid, maar met af
doende kracht.
Wat verder die „daden van piraterie"
betreft, wij zouden liever spreken van
daden van onrechtmatig ingrijpen in
onze rechten op de vrije scheepvaart.
Daartegen heeft onze regeering, zoowel
tegenover Duitschland als tegenover
Engeland want van beider ingrijpen
in die rechten is onze koopvaardij het
slachtoffer geworden, en wij meeneu,
dat in het begin van den oorlog ook
Frankrijk daaraan meedeed wei in
^gematigde, maar niettemin krachtige
bewoordingen geprotesteerd.
Het artikel van de Temps gaat voort
met te erkennen, dat onze regeering
I en ons volk zoo verzoenend zijn ge-
weesl, als met de zorg voor hun waar
digheid was overeen te brengen, het
geen ons voldoende lijkt. Maar nu,
zegt de Temps, maakt men zich in
ons land ongerust over Duitschlands
plannen met België het oude tele
gram van von Jagow, de nieuwe toe
spraak van den koning van Beieren
en ziet in, dat, wanneer Duitschland
in Antwerpen blijft, de linkeroever van
de Schelde welhaast verloren en het
spoedig met onze geheele onafhankelijk
heid gedaan isof althans met onze
politieke en cecouomische zelfstandig
heid. Maar daartoe zal het niet komen,
zegt de Temps, „want Duitschlands
macht zal voor goed gebroken te voor
schijn komen uit den strijd, die zich
nu afwikkelt, en de bondgenooten willen,
dat hun overwinning ook die wordt van
het recbt van alle volken om hun eigen
leven te leven." Niettemin vindt het
blad de hebzucht van Duitschland een
ernstige waarschuwing, vooral voor
ons land.
Zij die eenige jaren geleden een toe
nadering tusschen ons land en België
bepleitten zagen dat gevaar in. België
kon om zijn neutraliteit geen eigenlijk
gezegd verbond sluiten, maar de twee
landen kondeD zich toch zoo met elkaar
verstaan, dat elk op zich zelf zijn ver
dediging zoo kon inrichten, dat zij in
het gegeven geval eikaars taak konden
verlichten. Reeds toen de Belgen hun
Maaslinie aanlegden, wierp men „in
zekere kringen" het denkbeeld op, „dat
Nederland goed zou doen die linie voort
te zetten en op eigen gebied te vol
tooien, in die streken van de Duitscb-
Nederlandsche grens die geheel bloot
liggen." (Dat zou dan zijn van Maas
tricht naar den Dollard.) Maar op het
stelsel van de waterlinie moest dat
denkbeeld schipbreuk lijden. Later
stuitte de beweging ten gunste vaneen
eenvoudige oeconomische toenadering,
„uitgaande van den Katholiekeu Bel
gischen staatsman Beernaert, op onder
handschen tegenstand, die ze ten slotte
deed mislukken."
Onderhandsche tegenstand Was het
niet eenvoudig, omdat onze vrijhandel
en België's protectionisme niet goed
samen waren te rijmen?
Ten slotte zegt de Temps, dat ten
gevolge van Duitschlands streven het
lot van België en dat van Nederland
uit den aard der zaak aan elkaar zijn
verbonden. „Nederlaud kan er altijd
zeker van zijn, in den hartelijksten en
vriendschappelijksten geest, met België
de kwesties te regelen die zich tusschen
de twee landen kunnen opdoen, b.v.
die der Schelde, waarbij het niet moeilijk
zou zijn alle misverstand uit den weg
te ruimen. Die zekerheid zou voor
Nederland niet meer bestaan, zoodra
België is ingelijfd, en ons land tegenover
zich het Duitschland zou zien, waarvan
de diplomatie", volgens de Temps,
„tegenover de zwakken geen andere
manieren kent dan die van bedreigen
en vrees aanjagen. Dat is het gevaar"
zoo luidt het slot, „dat al wie eronder
de Nederlanders verlicht zijn en bezield
door den ouden geest van onafhanke
lijkheid, die de trots van hun stam is,
duidehjit beseffen." N. R. Crt.
Er zijn velen, die van meeniug zijn,
dat de Europeesche oorlog alleeu ter
zee beslist kan worden en dat men
daarom nog een buitengewone kracht*
inspanning van de Duitsche vloot kan
verwachten. De Daily Mail heeft nu
inderdaad vernomen, dat Duitschland
met buitengewone toerustingen ter zee
doende is. Een Duitsch officier, die in
Nederland geïnterneerd is, heeft volgens
de Daily Mail, verklaard, dat Duitsch
land sedert het begin van den oorlog
een dreadnought van 25,600 ton en een
linie-kruiser vau 26,200 ton beeft vol
tooid en op beide schepen de kanonnen
van 30.5 c.M. waarmee zij gewapend
zouden worden, door kanonnen van 38
c.M. heeft vervangen. Vier andere
dreadnoughts en een aantal linie-krui
sers zouden hun voltooiïng naderen en
tegen het einde van dit jaar klaar
kunnen zijn, om zee te kiezen. Zij
zullen, naar verluidt, met kanonnen
van nog grooter kaliber dan 38 c.M.
gewapend worden. De moeilijkheid om
een schip met zwaardere kanonnen te
wapenen dan die welke er oorspronke
lijk voor bestemd waren, is dat men
de torens en basementen van de ka
nonnen moet veranderen, wat een
moeilijk en kostbaar werk is. Het
gewicht dat het schip te dragen krijgt,
wordt gewijzigd en de stabiliteit zou
daaronder kunnen lijden. Maar als de
schepen onvoltooid zijn, zijn zulke ver
anderingen wel mogelijk, meent de
Daily Mail.
De nieuwe groote kanonnen van de
Duitschers zijn zeer licht voor hun
omvang en dat maakt een verzwaring
van de pantsering mogelijk. Krupp
levert b v. een kanon van 38 c.M. dat
slechts 66 ton weegt tegen de 96 ton,
die een Ëngelsch kanon van hetzelfde
kaliber weegt. Tien Duitsche kanonnen
van 38 c.M. zouden niet meer wegen
dan tien Engelsche van 34.3 c.M., zoo
als de schepen van de Iron Duke klasse
hebben. Het kan dus zeer goed dat
een Duitsch schip van de grootte van
de Iron Duke met kanonnen van 38
c.M. bewapend wordt.
De Duitsche schepen, die nog in het
begin van aanbouw waren, kunuen zeer
goed zoo veranderd worden, meent de
Daily Mail, dat er zwaardere kanonnon
dan de 38 c.M. op geplaatst kunnen
worden. Voor den oorlog had Krupp
een kanon van ongeveer 41 c.M. ont
worpen dat 100 ton woog en een pro
jectiel van 2028 Engelsche ponden af
schoot. Sedert den oorlog is Krupp
zelfs, volgens de berichten van neu
tralen, begonnen met het gieten van
Kanonnen van 45 c.M. die een projec
tiel van ougeveer 3000 pond afvuren.
De Eugelscben moeten er in elk
geval op voorbereid zijn, dat de nieuwe
Duitsche oorlogsschepen veel zwaarder
gewapend zijn dan de vroegere op
gaven het voorstelden.
Hierbij dient nog opgemerkt dat de
nieuwste en grootste linie schepen van
de Engelschen (als Renown, Repulse,
Resistance) berekend waren op zware
kanonnen mat een kaliber van 38.1 c.M.
A'. R. Crt.
De strjjd in hot Öosea.
De gebeurtenissen in Galicië hebben
nu langzamerhand toch ook bij de
entente mogendheden een sombere stem
ming teweeggebracht. Engelsche mili
taire deskundigen trachten wel aan te
toonen, dat het met den Russischen
bondgenoot niet zoo ernstig is gesteld,
als wel wordt vermeend, doch de hevige
aanvallen, die de Bondgenooten in het
westen nu al geruimen tijd ondernemen
om te trachten door te breken, bewijzen
wel, dat men beseft, dat 't algemeen
strategisch evenwicht is verbroken en
dat zij geen. verliezen te groot achten,
om te trachten dit te herstellen.
Of de uitwerking dezer aanvallen
zal zijn, dat de druk tegen het Rus
sische front eenigermate zal worden
verlicht, valt te betwijfelen. Zelfs het
ingrijpen van Italië heeft daartoe geen
aanleiding kunnen geven de geriDgste
tactische successen op het Westelijk
oorlogstooneel zullen dat zeker niet
vermogen teweeg te brengen.
Het maakt den indruk, alsof men
aan de zjjde der Centrale Verbondenen
vast besloten is, het eenmaal opgevatte
plan eerst ten uitvoer te brengen, dat
wil zeggen eerst den veldtocht tegen
de Russen zoover voortzetten, dat men
daar voor eenigen tijd althans, de
haoden wat meer vrij krijgt. En het
zou niet verwonderen, wanneer des
noods in het Westen, mochten de aan
vallen der Fransch-Belgisch-Eugelsche
strijdkrachten in kracht blijven aan
houden, of toenemen, eenig veroverd
grondgebied werd prijsgegeven, met
andere woorden werd teruggegaan op
een tweede strategische vërbindings-
linie, bijv. in België, totdat het boven-
aangegeven doel in het oosten is bereikt.
Met de krachten, die dan vrijkomen
en nog in Duitschland kunnen- worden
gerecruteörd, is dan het offensief in
het Westen weer op te nemen. Het is
de eenige wijze om daar een groote
overmacht, die voorwaardelijk is, om
een wending in den toestand te brengen,
te vereenigen.
Met re.usachtige suelheid worden de
operaties in het Oosten dan ook voort
gezet. Reeds werd gewezen op het
gevaar dat er voor de Russen in gelegen
was in het doordringen der verbonde
nen ten 'noorden der, van nature sterke
veraedigingslinie achter de Werescyka,
die Lemberg naar het Westen dekt.
Inderdaad is het gebleken, dat dit de
aanleiding is geweest, dat nu al weer
die sterke stelling door de Russen is
verlaten. De telegrammen uit Berlijn
en Weenen geven hieromtrent aanwij
zingen ten Noorden der bovengenoemde
verdedigingslinie ziju de Russen terug
geslagen, terwijl volgens Weenen,
sedert 3 uur in den morgen van den
20en Juni de Russen op het geheele
slagfront in aftocht zijn, zoowel in de
richting van Lemberg als ten Zuiden
daarvan. Waar in zoo korten tijd de
sterk bevestigde, goed voorbereide stel
lingen, als die langs de Weresczvka
(althans volgens mededeeliugeu uit
Weenen) moesten bezwijken, daar wordt
audermaal bevestigd, dat het Russische
weerstandsvermogen, om redenen vroe
ger ai uiteengezet, zeer veel heeft
geleden.
Intusschen is de vervolgiug door de
Centrale Verbondenen rusteloos voort- t