22
Woensdag 23 Juni 1915.
31e «laarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch -Vlaanderen.
f. UIELEMA3,
Landbouw.
Binnenland.
D't biad verschijnt eiken Dinsdag- en V rijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKERUITGEVER
AXEL.
AÜVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Stand der landbouwgewassen.
Het hieronder volgend overzicht van
den stand der landbouwgewassen op 10
Juni 1915 is, onder medewerking van de
Rijkslandbou wieeraren samengesteld naar
gegevens, verstrekt door de corresponden
ten van de directie van den landbouw.
Zooals reeds in het oogstbericht van
9 April werd opgemerkt, kenmerkte zich
de uawinter door veel regenval, waardoor
vooral in streken met eene slechte atwa
tering,
nogal
schade aan de te velde
staande gewassen werd toegebracht. Door
dien regen had voorts de voorjaarsbestel
ling over het algemeen laat en onder
ongunstige omstandigheden plaats.
Omstreeks middeD April trad eene
droge periode in. Over het geheel was
de temperatuur in April een weinig
beneden de normale. De tweede helft
was rijk aan zonneschiju.
De maand Mei kenmerkte zich door
groote tegenstellingen op het gebied van
temperatuur en regen. De eerste en
derde decade waren droog. In de tweede
viel er, vooral in Holland en Friesland,
nogal regen, die echter gepaard ging met
koud weer. In de geheele maand kwamen
noordoostelijke winden bijzonder veel
voor, terwijl het aantal uren zonneschijn
grooter was dan normaal. Nachtvorst
kwam voor op den 3den, loden en 31sten.
Van 1 tot 10 Juni was het weer in
het algemeen droog en warm, van den
7den tot den lOden zelfs zeer warm. Na
7 Juni kwamen onweersbuieu voor, op
enkele plaatsen, speciaal ia het zuiden
en westen, vergezeld van buitengewoon
zwareu regenval.
Over het algemeen ziju de vooruitzich-
1 ten van den oogst in het oosten des lands
minder dan in het westen, ofschoou men
vrij algemeen klaagt over koude ea
droogte, alsmede over deu nadeeligen
invloed, dien onvoldoende bemesting,
vooral met stikstofmest, op den oogst zal
uitoefenen. Het uitblijven van een deel
der verwachte chilisalpeter werkt zeer
schadelijk.
Met zekerheid kan thans reeds worden
voorspeld, dat de roggeoogst niet ruim
zal ziju, terwijl in de oostelijke provin
ciën ook de hooioogst te weuschen zal
overlaten.
In het westen is over het algemeen de
toestand beter.
In tal van plaatsen werd bp het af
zenden der berichten door de correspon
denten sterk uaar regen verlangd. Zooals-
uit het bovenstaande weeroverzicht blijkt,
hebben in de laatste dagen in verschillen
de streken onweersbuien regen gebracht.
Deze buien zijn echter slectits plaatselijk
geweest, zoodat is aan te nemen, dat het
verlangen uaar regen velerwege nog zeer
groot is.
In zuidelijk Grouingeo ziju meerdere
kampen rogge en haver sinds eenige
weken ziek. Het schijnt, dal herhaalde
bemesting met zwavelzure ammoniak en
superfosptiaat, misschien ook kalidiinge-
sals, daaraan niet onschuldig is. Het
gewas schijnt ziteh echter te herstellen.
Tarwe. De stand van de wintertarwe
is vrjjwel algameen goed. Alleen op de
rivierklei van Gelderland en Utrecht is
hij iets minder, in Zuid Limburg op vei
schillende plaatseu echter zelf uitmuntend.
Uit Zeeland wordt bericht, dat de winter
tarwe zich in de laatste dagen, dank zij
het warme weer, bijzonder goed heel
gehouden. De zomertarwe staat mede
over het algemeen goed.
Rogge. De rogge heeft over het geheel
een hollen stand en zal we>nig stroo
geven. De korrelopbrengst kan nog
mee- of tegenvallen, maar op een ruimen
roggeoogst zal in geen geval meer gere
kend mogen worden.
Voor de zandstreken wordt de stand
opgegeven als matig of schommelende
tusschen matig en vrij goed. Alleen in
Limburg is hij op zand hier en daar
goed. In de Groninger veenkoloniën is
de stand matig, in de Drentsche vrij
goed. Op de klei staat de rogge over
het algemeea beter dan op het zand en
in de veenkoloniën.
Langs den noordelijken Veluwezoom
werd op verschillende plaatsen in vrij
sterke mate de aaltjesziekte geconstateerd.
Gerst. De wintergerst heeft in Gronin
gen een hollen stand. Het gewas is daar
matig tot vrij goed. In de andere pro
viociën, waar dit gewas in belangrijke
mate geteeld wordt, is de stand gsed.
In Zeeland heeft in het land van Oost
burg de ontsmetting (warmwatermethode
van zaaigerst zeer goede resultaten opge
leverd. Op het oogenblik kan men heel
troed het onderscheid zien tusschen de
perceel en bezaaid met ontsmette gerst en
de overige.
De zomergerst staat goed in Zeeland
en Friesland. Elders is de stand vrij goed
Haver. De stand van de haver is vrij
goed tot goed. Velerwege werd voor dit
gewas sterk naar regen verlangd. Da
gevolgen van de sterke droogte eo hier
en daar ook van onvoldoende stikstolbe
mesting beginaen zich te vertooneu.
Uit Zuidtiolland wordt bericht dat meer
I ha- er is uitgezaaid dau andere jaren.
In Utrecht en Limburg lijden versehil
lende perceelen haver van de fritvlieg.
Als altijd heeft de laat gezaaide haver
van dit insect bat meest te verduren,
terwijl zij ook het meest ouder de droogte
lijdt.
Boonen. De Waalsclie, wierde-, paar
den en duivenboonen staan in de meeste
streken goed. Alleen hier eu daar is de
stand iets minder.
Erwten. De stand van de erwten is
in het noorden des lauds goed, in het
zuideD vrij goed.
In Zeeland heeft dit gewas plaatselijk
nog al geleden door droogte eu vreterij
In" de Betuwe is de staud zeer uiteen
loopend van slecht tot goed.
Aardvloo eu bladraudkever hebben
hier kwaad gedaan, terwijl de jonge
planten ook van het gure voorjaar hebben
geleden.
Bruine boonen. De bruine boooen
staan over het algemeen goed, behalve
in Noordholland, waar de staud vrij
goed is.
Vlas. Het vlas loopt in stand nogal
uiteen. Het is goed ïu Noordnollaud en
Zeeland, in welke provincie het vlas
inzonderheid een mooi gewas belooft met matige snede van goede qualiteit.
uitzondering van Zeeuwsch-Vloarideren,
waar de staud minder is. In Zuidholland
zal het vlas vermoedelijk wel kort blijven.
De stand wordt voor deze provincie opge
geven als vrij goed.
In Groningen is de stand vooral op wat
zwaardere gronden, zeer ongelijkmatig.
Enkele perceelen zijn bepaald slecht.
Over het algemeen kan men het gewas
in deze provincie matig tot vrij goed
noemen.
Ook in Friesland staat het vlas onge
lijkmatig. Op de klei is de stand matig,
op het zand goed.
Kanariezaad. De stand van kanarie
zaad is vrij goed tot goed. In Groningeu
wordt het gewas hier en daai »ziek"
genoemd
Koolzaad. Het koolzaad staat goed in
Zeeland en Noord-Holland. In de andere
provinciën is de stand vrij goed.
Blauwmaanzaad. De stand van het
hlauwmaanzaad schommelt tusschen vrij
goed en goed. Het gewas verlangt echter
velerwege naar regen.
Karwij. De opbrengst van de karwij.
waarvan de stand in Noord-Holland als
matig en in de andere provinciën als
vrij goed wordt opgegeven, zal waar
schijnlijk beneden het gemiddelde blijven.
Mosterdzaad. De stand van het mos
terdzaad is goed.
Aardappelen. Over de vooruitzichten
van den aardappeloogst valt nog niet
veel met zekerheid mede te deelen. Over
het algemeen 3taat het gewas goed. Hier
en daar klaagt men over onregelmatig
opkomen, eene klacht welke plaatselijk
trouwens ieder jaar vernomeu wordt.
In den nacht vaa 31 Mei1 Juni zijn,
zoowel in het noorden des lands als in
Noord Brabaut, nogal Wat aardappelen
afgevroren. In streken waar dit het
geval is, kan de staud niet hooger dan
vrij goed worden opgegeven.
Suikerbieten. De stand der suiker
bieten is goed in Zeelaud, Zuid-Holland
en op de zeeklei van West-Noord-Brabant.
Overigens is hij vrij goed of sehomme-
leode tusschen vrij goed en goed.
In Grouingen klaagt men over vreterij
en het mislukken van enkele perceelen
door bietenbraud en te vroeg zaaien.
In Friesland moest men op meerdere
plaatsen ovèrzaaien.
In Zeeland, waar de met bieten be
teelde oppervlakte kleiner is dan het
vorige jaar, zijn de bieten dit jaar be
mest met zwavelzuren ammoniak in
plaats van met Cmhsalpeter. Meu acht
tiet uiet onmogelijk, dat li it gewas per
slot van rekening nog zal tegenvallen.
Ook in Zuid-Holland ziet mea bij suiker
bieten salpetergebrek.
Uien. De uien staan vrij goed tot goed.
Cnicorei. De chicorei staat goed. Uit
Zuid-Holland wordt gemeld, dat de iiooge
prijs den verhouw heeft doen uitbreiden.
Klaver. De stand van de roode en
witte klaver is over het algemeen goed,
De oude lucerne heeft zeer geleden
van de vele regens in den nawinter.
Grasland. In het oosten des lands
wordt algemeen geklaagd over den on-
gunstigen invloed, dien het koude, schrale
weer op het gras- en hooiland heeft
gehad. De stand is daar over het alge
meen niet meer dan matig, hier en daar
zelfs slecht. In het westen is de toestand
gunstiger. Voor Friesland en Noord-
Holland wordt de stand zoowel van wei
als hooiland goed genoemd. In Friesland
zal alleen de opbrengst op het buitenland,
ten gevolge van den hoogen waterstand
in het voorjaar, te wenschen overlaten.
In Noord Holland wenschte men vóór
den hooitijd hier en daar Dog eenigen
I regen en deze is dezer dagen gevallen.
In Zuid-Holland wordt nogal over het
schrale weer geklaagd. De stand schijnt
hier, evenals in sommige gedeelten van
Utrecht, over het geheel minder goed
te zijn dan in Friesland en Noord-Holland,
al laat hij niet zooveel te wenschen over
als in de oostelijke provinciën.
alleen in
Limburg,
sommige gedeelten
van Noord Brabant eu zuidelijk Groningen
staat de klaver minder goed. U it Zeeland
wordt bericht, dat da roode k la vei eene
flinke snede zal geven. Luzerne gaf eene
De Landstormwet.
Naar wij van meer dan één zijde
vernemen, zegt de Tel., is in de at-
deelingen der Tweede Kamer tegen
het wetsontwerp tot uitbreiding van den
Laudstormwet een bijzonder ernstig
verzet gekomen.
De oppositie uit meer dan een groep
van Links en Rechts bleek van dien
aard, dat zij zelfs voor verschillende
Kamerleden een verrassing was.
Ofschoon de tegenkanting zeer zeker
niet algemeen was, moet, zoo verze
kerde men ons, worden betwijteld of
het wetsontwerp, zooals het daar ligt,
wel een meerderheid zal krijgen. Alles
zal afhangen van de nadere mededee-
lingen, die de minister van Oorlog,
omtrent de uitvoering van zijn plannen,
zal doen.
Door velen wordt verwacht, dat in
ieder geval de omvang van de voorge
stelde maatregelen zal worden beperkt.
Het atdeelingsverslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp zal, naar
verwacht wordt, een uitgebreid stuk
vormen en kan zeker niet vóór het
einde dezer maand of het begin van
Juli worden tegemoet gezien.
Pi-yzen van varkensvleescli.
De Directeur vau het Rijks Centraal
Bureau tot regeling vau deu afzet vau
varkeus en varkensvleescb brengt ter
kennis, dat hij met betrekking tot de
leveringen, welke na 19 dezei zullen
geschieden, het navolgende heett vast
gesteld
De prijs vau 80 cent per K.G. slacht-
gewicht, bedoeld in voornoemde be
schikking, geldt
le voor varkens met een
wicht van 90 tot beueden 125 K.G. en
2e voor varkeus met eeu slachtge-
wicht van 70 tot 90 K.G., wauneer,
op verzoek van de desbetreffende sla
gers, varkens van dat gewicht geleverd
worden.
slachtge-
4
4
r-w i tt i - J 3 lArt rtii ri i,\ Innama 11 ff 7.PPT O
O