16. 31e Ja ars. 1 1 if oensdag 2 1915. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuvvsch-Vlaanderen. F. DIELEMAA Buitenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER A X EL. AOVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel' meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. AdvertentiëD worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWÉÉ uren. DE OORLOG. De Times schreef gisteren in een samenvatting van het krijgsbedrijf in Galicië „De pogingen des vijands zijn er op gericht om Przemysl van het Noorden en het Zuiden in te sluiten." Een opmerkiug, waarvan wel niemand de juistheid zal willen bestrijden. „Ongelukkigerwijze", zoo laat het blad daar dan op volgen, „is er geeD aauwijzing dat de Russen in staat' ziju geweest krachtige tegenaanvallen uit te voeren." Dit schijnt ons niet in overeenstem ming met de feiten en tegenover de prestatie der Russen niet billijk (De Times heeft bizondere redenen om pessimistisch te schrijven.) Immers, nadat de nieuwe slag aan de San was aangevangen met een plaatselijk succes der Duitsch-Oostenrijksche strijdkrach ten, die tusschen Sienawa en Jaroslau over de San trokken, voerden de Russen met zooveel kracht en zoo aanhoudend tegenaanvallen uit, dat gedurende een tijdperk van meer dan een week hun vijanden zuiver defensief bleven. Eerst daarna hebben de Dujtschers en Oos tenrijkers door een nieuwe krachtsin spanning hun succes naar het Zuiden kunnen uitbreiden. Ook daarop is intusschen, volgens de jongste berichten, een tegenaanval der Russen gevolgd, en wel bij Sienawa tegen de Noordelijke zijde van den boog, die het tront over de San maakt. Die tegenaanval heeft, volgens de weder- zijdsche berichten, succes gehad. De troepen der centralen (zwakke afdee- lingen, zeggen deze) zijn over de San geworpen en hebben daarbij kanonnen verloren. Dit heeft inmiddels niet verhinderd dat zij aan de Zuidzijde van den zoo even genoemden boog hun vooruitgang hebben voortgezet, te* weten langs het dal van de Wisznia, een rechterzijrivier van de San, die van Zuidoostelijke richting comt. Gaan zij in deze rich ting verder dan zal eerlang de ring om Przemysl worden gesloten. Nu is de vraag maar of de Russen hun druk op den Noordkant van den boog met zoo veel kracht kunnen voortzetten, dat de Duitschers huu pogingen tot iusluiting van Przemysl moeten staken. Dat is het punt waar om in de tegenwoordige phase vau den slag iu Hel bizouder wordt gestreden. Bet zal er om span nen, immers de Rasseu milieu o is, dat de Oostenrijkers, die uitnetZuilm om Przemysl heeu traenten te kom *,n •(bij Hussacnow) eenige voordeeleu heb ben behaald, Met nadruk vermelden Oostenrijkers en Duitschers, dat de versterkingen der Russen niet uit versche troepen zijn gevormd, maar aau andere deeleu vau het front onttrokken. Dit is natuurlijk van het grootste belaug voor de vraag in hoeverre de tegenwoordige slag aau de dan van beslissenden aard is. Aan de beneden-Dubissa hebben de Duitschers eenig terrein herwonnen in de richting van die rivier, terwijl zij ten Noorden daarvan (bij Szwawle) weer wat hebben moeten wijken. Van het Westen geen nieuws van beteekeuis, al wordt ten Noorden van Atrecht ook hard gevochten De Duit schers blijven er. tot dusver in het defensief, maar over het geheel genomen niet zonder succes, de stellingen blijven vrijwel onveranderd. Dagelijks worden er hevige gevechten geleverd, zonder eveuwel tot resultaten te voeren, die op een belangrijke wij zigiug in den toestand zouden kunnen uitloopen. Hevig wordt er van de zijde der Verbondenen tegen het Duitsche front vooral tusschen Yperen en Arras gebeukt, doch de vooruitgang bepaalt zich nog slechts tot het hier en daar binnendriugen der voorste vijandelijke verdedigiugsliniën waarachter er even wel nog vele andere zijn gelegen, van gelijke kracht en die op dezelfde hard nekkige wijze wordea verdedigd. Zon der twijfel is het waar, dat de aanvallen van thans een geheel ander karakter dragen dan die 'gedurende het atgeloo pen wiutertijdperk de invloed van het jaargetijde en vermoedelijk ook die van het gebeurde op het Galicische oorlogstooueel is terdege merkbaar. Toch ziju die aau vallen tot nu toe, in strategischen zin altnans, nog even vruchteloos gebleven. Welk een euorme moreele eigenschap pen vordert 'u dergelijke oorlogvoeriug van den troep; welk 'o euergie moe ten de aanvoerders betoonen, om er de geestkracht bij den troep in te houden welk een energie moeten, aan beide zijden, de leiders bezitten om, niette genstaande de herhaalde tegenslagen en voortdurende teleurstellingen hun aanvoerders te blijven bezielen. De deelname vau Italië aau den oorlog zal vermoedelijk iu uiet geringe mate op den geest der troepen invloed uitoefenen aan de eeue zijde zal het bewustzijn dat deze toename in kracht gunstiger kanseu schept voor een ein del ij k sucee4 de toekomst verhelderen aan de andere zijde zal het feil weer een nieuwen tegenstander te hebben gekregen, tot hevig verzet aansporen, omdat die toename van het aantal bestrijders meer en meer de overtuiging zal doen tfeld wiunen, dat de thans gevoerde strijd er een is op leven en iood. Uiterst verbitterd zal zouder ^enigen twijfet, de oorlog tusscnea Italië en Oisteurijk Hongarije wordea g5 voord dauk zij de wijze vau haar ontstaan, is deze oorlog voor Oosteurijk- Hongarije» zeer populair, het geheele volk is uitermite wraakzuchtig gestera d over de haudelwijze vau den voormali gen bondgenoot. De militaire waarde van de tegen Italië te velde gebrachte Oostenrijksche troepen zal daardoor in zeer belangrijke mate stijgen. De Italianen zijn nu op tal vau plaat sen de grens over, maar een ernstige botsing heeft nog niet plaats gehad. De Oostenrijkers houien zich blijk- oaar defensiet en trekken nun vooruit geschoven afdeeiingen terug. De aankondiging van de Porte, dat zij nu ook de vijandelijkheden tot het Suezkanaal wil uitbreiden, zal wel verband houden met de oorlogsverkla ring van Italië. De Porte wil waar schijnlijk zeggen dat zij voortaan geen reden meer heeft de verbinding van dat rijk met zijn kolonie Erytbrea te ontzien. Een Italiaansch commuuiqué luidt Krijgsverrichtingen ter zee hebben plaats gehad b i Porto CorsintenBarlette. Maandag zijn een Oostenrijksche torpe doboot, drie torpedojagers en een ver kenningschip ernstig beschadigd. Er waren vele verliezen. De Italiaueu verloren den torpedo jager Turbine. Hen vervolgende, werd de torpedojager aangevallen door vier vijandelijke schepen. Toen de schiet voorraad uitgeput was en het schip in braud stond, gaf de commandant bevel de buitenboordskranen open te zetten De Oostenrijkers hebben 35 man gered. Een luchtschip van de marine heeft Donaerdag een voor Sebenico voor anker liggende afdeeling torpedojagers met bommen beworpen. N. R. Crt. De Times van Zaterdag heeft een opmerkelijk hoofdartikel over „hetont wakende (Britsche) volk". Natuurlijk zit er in en achter dit artikel weer heel wat politiekmaar dit neemt niet weg, dat het artikel ook algemeen menscbe- lijke beschouwingen bevat, die. velen ook buiten Engeland zullen treffen. Wij laten er hier het een en ander uit volgen. Het blad constateert dat de toch reeds ernstig geschokte gelijkinoidigheid der uatie een zwaren slag kreeg door de jongste rampen aau de Dardanellen. Het verlies van de twee Britsche slagschepen heeft de verbeelding des volks meer getroffen, dan tot dusver het nieuws, dat er in Fran -rijk en Vlaanderen 10,000 of 20,000 min op de verlieslijst waren gebracht had vermogen te doen. De verschijning van Duitsche onderzee- booten bij de Dardanellen was onwaar schijnlijk geacht; men dacht dat de straat zou zijn geforceerd vóór zij daar haar verschijning zouden hebben kun nen maken. Maar geforceerd zijn de Dardaneüeu nog niet. Aan laud komen de Britten er vooruitmaar de vooruit gaug is uit deu aard heel langzaam, bezwatrlijk en kost offers. Het Darda nellen vraagstuk wordt uiet langer met luchthartige oustuimigheid beschouwd. Aan het landeinde van de Perzische Golf staat een aanzienlijke Britsche en Britsch-Indische krijgsmacht. Die peemt er een positie in welke goed is, maar niet al te goed. Wel heeft die krijgs macht voor dezen flinke klappen uit gedeeld, maar thans houdt zij zich maar staau le, in een uitputtend klimaat en iu het bezwaarlijkste seizoen desjaurs. Middelerwijl zijner in Perzië Turssch- Daitsche intriges gaande, die van be- teekenis ziju. „Da vreeselijke verlieslijsten, die wij dag aan dag publiceeren en het groote percentage aan verliezeu on.der de dappere, jonge officiereu, zijn op zich zelf welsprekend, doch wij zouden wenschen er zeker van te zijn, dat de volle beteekenis van de tragedie die deze lijsten openbaren, wordt beseft. Wij betalen thans zwaar, omdat wy vóór den oorlog niet toegerust waren en omdat de neiging om terug te dein zen voor het ten volle voldoen aan de eischen, door den oorlog gesteld, tot op dit oogenblik nog niet totaal is over wonnen. Die tegenzin is wel aan het afnemen, doch in sommige kringen wordt zij nog dwazelijk betoond." En dan gaat het blad voort „De huidige, voortdurende vernieti ging op groote schaal van menschen- levens stompt onze vatbaarheid voor indrukken af. Als treinen in het N. op elkaar loopen en 't grootste spoor wegongeluk teweegbrengen, dat in de annalen geboekt staat wanneer in de haven van Sheerness honderden mannen op één oogenblik de eeuwig heid invliegen dan staan wij met onze aandacht in droefheid stil by zulke rampen. Wanneer slagschepen worden in den grond geboord, dan wekt het onze vrees, of niet onze overmacht ter zee er te zeer door zal verminderen. Maar er is deze laatste paar weken aau den overkant van het Kanaal op ziju minst één gevecht geweest, waar in enkele minuten meer manschappen zijn geveld, dan in al deze wier rampen te zamen, en echter waren die ver liezen slechts een tiende gedeelte van de verliezen van een geheelen dag. Dat dergelijke verliezen geen diepen indruk maken is ten deele te wijten aan het bij stukjes en brokjes publi ceeren van het nieuws, hetgeen onge twijfeld geëischt wordt door de militaire noodzaak waarover wij niet kunnen klagen. Indien zij dan slechts voorbij gaande belangstelling vinden, valt daar voor niemand te laken De Times heeft bovenstaande tirade geschreven om daar dan een betoog op te laten volgen dat nog grootere offers, nog reusachtiger krachtsinspanning noodig zal zijn ook dienstplicht natuui lijk om de Duitschers er onder te krijgen. Dat er ook een andere gevolgtrekking te maken ware (door alle oorlogvoeren den, trouwens), nl. niet de vraag „hoe maken wij den vijand af", doch „hoe komen allen uit het moeras", daaraan is de pers der oorlogvoerende naties nog niet toe, naar het blijkt. Maar het feit dat men de eigen offers aau men schen in al hun vreeselijkheid leert zien, is al iets gewonnen. N. R. crt. William Philip Smits, de correspon dent vau de Amerika unsche United Press in Fiankrijk, beschrijft, hoe het bericht van Italië's oorlogsverklaring aan het Fransche front ontvangen is. „Een machtig koor uit 2 millioen kelen, dat 800 K.M. ver van de Noord zee tot aau de Z vitsersche grens in een donderend gezang van de-Marseil laise weerklonk begroette het welkome bericht, dat Italië met Oostenrijk in oorlog gekomen was. Koning Victor Emanuel ouderteekenle de oorlogsver klaring te Rome Zoudagmiddag om A ANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1915 | | pagina 1