31e Zaterdag 8 ÜHo. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh- Vlaanderen. F.'DIELEILO, Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent: voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag T1VEE uren. De getroffen maatregelen voor uitvoer van aardappelen. Onze Kamerafgevaardigde, Jhr. De Muralt, geeft in de Breskemche Courant de volgende uiteenzetting aangaande de kwestie over den uitvoer vau aard appelen. De regeering aldus de schrijver heett indertijd den uitvoer van aard appelen verboden, niet omdat er geen aardappelen genoeg waren voor eigen consumptie, d. w. z. voor het eigen volk in zijn geheel, maar omdat zij er van overtuigd was, dat bij den vrijen on- beperkten uitvoer, om zoo te zeggen alle aardappelen het land uit zouden gevlogen zijn en het overvloed spoedig in een groot tekort zou zijn veranderd. Bij vrijen uitvoer, zoo werd gemeend, zou bovendien het volksvoedsel bij uit nemendheid hier te lande zoo enorm in prijs zijn gestegen, dat een bedenke- >lijke toestand daaruit zou hebben kun nen ontstaan. Waar echter vaststond en nog vast staat dat er millioenen kilo's aardappelen te veel in ons land aan wezig zyn, die, al at elk Nederlander eiken dag zooveel aardappelen als hij maar kon, toch ten slotte zouden over blijven, heeft de regeering begrepen, dat zy maatregelen moest treffen om het overschot uit te laten voeren naar het buitenland, vóór dat tie aardappelen die er te veel zijn, gaan bederven. Zy wenschte die uitvoer zoodanig te regelen dat daardoor groote prijsstijging in ons land niet werd bevorderd. Natuurlijk werd voorshands vastge- ^Süsteld, dat de meer duurzame soorten als Bravo's, Bonten en Blauwen, enz. in ons land voor eigen gebruik moesten blijven. De minder sterke soorten, als Industries en Eigenheimers zouden tot een zeker kwantum mogen worden uitgevoerd. De Eigenheimers, in Friesland Borger geheeten, zijn eigenlyx het eerst aan bederf onderhevig, naar men zegt is deze soort niet zoo duurzaam als de Industries. Om nu eenigszins te kunnen nagaan hoeveel aardappels er in ons land ten verkoop op dat oogenblik waren en voor welken behoorlijken prijs die te koop werden geboden, heett de regeeriug, (zie Staatsblad van II en 12 April j.l.,) zoodanige regeling getroffen, dat een ieder die aardappelen ten verkoop in voorraad had, vóór 17 April aan be paalde adressen moest opgeven, hoeveel, hij er had en tot welken uitersten prijs per H.L. hij die wenschte te verkoopen. De termyn is later verlengd tot 21 April j.l. omdat bleek dat velen in Zeeland eerst vrij laat kennis hadden gekregen van den regeeringsmaatregel. Laat ik u zeggen, dat üet gebleken is, dat er op het oogenblik wel honderd millioen kilo's aardappelen in ons land aanwezig zijn en dat er wel 10 a 20 millioen kilo te veel zijn, d. w. z. kunnen worden uitgevoerd. Ook is door de regeeriug een verkoop- prijs als maximum van vier gulden per mud voor de kleiaardappelen en van 3,50 per mud voor de andere aard appelen vastgesteld. Tot dien maxi mum-prijs mogen de aardappels van bepaalde bovengenoemde soorten en tot een bepaalde hoeveelheid worden uit gevoerd. Niet vrij worden uitgevoerd, maar worden verkocht aan opkoopeis en bestemd voor uitvoer. In vele streken van Duitschland, Zwitserland en België heerscht er een bepaalde aardappelnood. Het ligt nu in de bedoeling van de regeering deze noodlijdende streken te helpen, onze export mogelijk te maken, zonder dat onze aardappelexporteurs en landbou wers behoeven te klagen, integendeel vrij goede winsten zullen maken. Dat is althans de meening van de regeeriug. Het kwantum dat uitgevoerd mag worden, is door de regeering verdeeld in drie deelen bestemd voor de drie bovengenoemde landen. De nadere ver deeling zelve moet door de regeerings- en andere autoriteiten in die landen zelve geschieden. De verschillende noodlijdende steden in Duitschland zullen Duitsche groot handelaren naar Nederland zenden met opdrachten, door de burgemeesters ge- teekend, om aardappelen te koopen. Die opdrachten zullen door den Duit- schen Handelsattaché hier te lande moetan worden onderzocht en geteekend. Intusschen mogen die groothande laren niet zelf de aardappels koopen. Zij zullen daartoe moeten aanstellen NederlaDdsche handelaren, zoogenaam de tusschenhandelaren. Deze tusschenhandelaren worden niet door ouze regeeriug aangewezen maar moeten door de Duitschers zelf worden gezocht. De regeering wil terecht in dezen geheel onpartijdig blyven. Wel wordt aandezen tusschen hande laar, in verband met de ingekomen opgaven, voor elke streek opgegeven waar hij de aardappels kan gaan koopen en ongeveer tot welke hoeveelheden. De tusschenhandelaar zal een onder pand hebben te stellen, groot éen dui zend gulden, welke som hij inboet wanneer hij andere soorten voor den vreemdeling inlaadt dan die, welke de regeering voor uitvoer heeft toegelaten. Het vervoer moet geschieden in ver- zegelbare schepen en wagons. De controle, naar soort en hoeveel heid, geschiedt door commiezen aan de enkele uitvoerstations die zullen worden aangewezen. Voor den uitvoer naar Zwitserland schijnt een andere regeling te zullen worden getroffen, hoewel een en ander nog niet vaststaat. Een regeeringscommissaris uit Zwit serland zal wellicht met een trein naar Nederland komen en voor de Zwitser- sche regeering de aardappels inslaan. Zwitsersche aardappal-handela irs schijnen "reeds geruimen tyd hier te lande te vertoeven en deze zullen wel als handelaars voor de Zwitsersche re geering verder optreden. Echter, ook al weer met Hollandsche haudelaren als tusschenpersonen. Voor België gaat het weer anders. De heer Vermeulen, ingenieur te Scheveningen, représentant van het bekende comité te Brussel voor voeding enz.zal voor den aankoop zorgen. De regeering schijnt de waarborgen te hebben dat de aardappelen slechts in officiëele handen terecht komen, en dat zij in de vreemde landen voorden kostenden prijs, of voor lager, aan de bevolking zal worden verkocht. Van het maken van oorlogswinsten door de buitenlandsche handelaren schynt geen sprake te kunnen zijn. Trouwens dat zou ook al heel erg zijn. Onze laudbouwers en handelaren zouden aan een maximum prijs zijn gebonden en den vreemdeling zou de oorlogswinst in den schoot vallen. Dat zou meer dan ergerlijk zijn. Ik heb u hierby medegedeeld wat ik van de zaak weet. De handelaren zullen dat ook wel weten, maar het is goed dat ook de landbouwers weten hoe de vork aan den steel zit. Het is volstrekt niet onmogelyk dat enkele details door mij minder juist zijn weergegeven. Immers, wat ik u schrijl, vernam ik in een niet ver trouwelijk gesprek, waar het mij echter niet oirbaar voorkwam het gehoorde direct op te teekenen. Vraagt gij mij, of die regeling mij aanstaat, dan antwoord ik ja en neen. Er ligt zeker iets goeds in, dat Neder land het buitenland helpt op neutrale wijze en den export gaande houdt. Ook moet worden erkend, dat de maximumprijzen behoorlijk zijn. Maar ik vraag mij af, waarom moeten de aardappelboeren en handelaren het buitenland aan betrekkelijk goedkoope aardappels helpen Duitschland geeft milliarden uit voor oorlogstuig. Zwitserland geeft milli oenen uit voor mobilisatie. Waarom kunnen zij ook niet desgelijks veel be talen voor de aardappels. De hoofdzaak is, dat zij aardappels krijgen. Wat zij er voor betalen is voor hen nu bijzaak, voor onzen haudel echter hoofdzaak. Men zie mij niet voor ougevoelig en hardvochtig aan. Maar ik heb danig het land aan alle philantrophie van andermans leer. Philantrophie aan het buitenland bewezen, ten koste van onze aardappelboeren, staat mij nietergaan. Waarom mogen enkele baukiers wel reuzeuwinsten maken met een Indische leening, een winst nog wel betaald door Nederlanders, en waarom mogen onze aardappelboeren geen groote winst maken in het buitenland Waarom mag een rijst exporteur en een kiuiuehuuielaar wel oorlogswinsten maken evenals een gerst-exporteur, maar de aardappelhandelaar niet. Menige pachtboer, die afhangt van een Belgischen heer, zal het dwars zitten, dat hij door de regeering ge dwongen wordt ziju aardappels goed- kooper te verkoopen in België, dan de Belg er anders uit vrijen wil voor zou gevea. Diezelfde Belgische heer ver hoogde zonder eenig gevoel nog ver leden jaar zyn pacht, toen het bedrijf iets beter beloofde te gaan. Er zijn ook slechte aardappeljaren. Is de regeering van plan in den vervolge ook maximum-pachten vast te stellen, die de Belgen in Zeeuwsch- Vlaanderen mogen vragen Dat zou natuurlijk al te dwaas zyn, maar de vraag komt toch op de lippen 1 De regeling vaD den uitvoer van aardappelen heeft weinig goeds maar veel slechts. Zij is onrechtmatig in vergelijking met anderen handel. Het is m. i. een plicht van de re geering om te zorgen dat het eigen volk goedkoope aardappels kan krijgen. Dit volk®voedmiddel is onontbeerlijk. Is er in dezen nood, dan zou ik er toe willen medewerken, dat de regee ring aardappels kocht en die beneden den kostprijs aan het volk verkocht. Maar zorg voor vrij goedkoope aard appels voor het buitenland acht ik in deze tijden en in de gegeven omstandig heden geen taak onzer regeering. In de zitting van de Tweede Kamer van jl. Woensdag bracht de heer De Muralt de prijsbepaling van aardappelen door de Regeering ter sprake en ver klaarde bezwaar te hebben tegen het vaststellen vau een maximum-prijs voor dit artikel. - Blijkens het Kamerverslag van de N. R. Crt. zeide de heer De Muralt hier over nog het volgende Dat de goede aardappelen nu in het land blijven, is goed te keuren; de slechte worden uitgevoerd tengevolge van de regeeringsmaatregelen. Het zal ook een goeden indruk maken op het buitenland, dat men niet meer vast houdt, dan hoogst noodig is. Ten aanzien van den maximum-prijs van aardappelen staat spr. noch aan de zijde van den Miuister, noch aan die van den heer Schaper, die het maximum (van f 4,50 voor klei- en f 3,50 voor -zandaardappelen) wil verlagen. Heelemaal moet de prijs niet worden vastgesteld. Er ziju een aantal kleine menschen, arbeiders, die een vierde voor hun eigen gezinsgebruiken en de rest van hun aardappelopbrengst op de markt verkoopen. Die zullen er door lijden. Spr. ziet niet in, dat kleiue menschen in deze zorgelijke tijden geen voordeeltje mogen hebben, terwijl groote fabrikan ten zoo enorme winsten maken. Het kleine voordeeltje mak m zy op kosten van het buitenland en dus kan het huu niets schelen om wat meer te betalen. Door den maximumprijs ontgau ons land een paar millioen ten koste van boeren arbeiders. Buitendien is nog te vreezen, dat de opkoopers voor het buitenland, maar een tiental meuschen, een kongsi vormen, en dat di 3 dau de kolossale oorlogswinsteu maken, die ons ontgaau. Spr. vraagt nu le. of da minister iuderdaad de ma ximum prijs heett vastgesteld voorden uitvoer, alleen om het stijgen van den binnenlandschen verkoopprijs te ver hinderen

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1915 | | pagina 1