io. 9
Woensdag 5 Mei 1915.
31e Jaarg.
|]V| LM
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
%T
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN. van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groete letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden trams ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE nren.
DE OORLOG.
Aan de Dardanellen.
Aan de Dardanellen is eindelijk de
lang verwachte slag gevallen. Het was
langzamerhand een publiek geheim, dat
de Bondgenooten de voorbereidingen
troffen voor een nieuwe actie in de
richting van Constantinopeldat zij
deze, na de onaangename ervaringen,
den 18den Maart opgedaan, niet zouden
vernieuwen, ware niet aan te nemen
het Engelsche volk heett ondubbelzinnig
te kennen gegeven, dat het verwachtte
dat een tweede, doch beter voorbereide
J poging zou worden gedaan. Bovendien
moest het prestige der Verbondenen,
dat geleden had onder de critiek, als
gevolg van het failliet van den 18de
Maart, op hun handelingen uitgeoefend,
weder worden opgeheven.
Het groote nadeel voor de Verbonde
nen was evenwel, dat de Turken nu,
geleid door Duitsche leermeesters, de
k gelegenheid kregen zich op alles voor
te bereiden. Zij hebben dit dan ook
niet nagelaten. Den 23sten kwam dan
het bericht van de beschieting, vermoe
delijk gevolgd door een poging tot lan
ding bij Enos, aan de monding van de
Maritza.
Den 26sten kwam het bericht uit
Londen waarin de Admiraliteit mede
deelde, dat het leger der Bondgenooten
op het Schiereiland Gallipoli was geland.
Van Turksche zijde werd medegedeeld
dat troepen eveneens geland zijn op
den Aziatischen oever, o. a. bij Koem
Kale. De ernstige landingspogingen
schijnen bij Kaba Tepe, d. i. langs de
westkust van het Schiereiland, tennoord-
A westen van het bekende Kilid Bahr, te
hebben plaats gehad. De berichten van
Turksche zijde vestigen den indfu c,
alsof het er voor de geland# troepen
zeer bedenkelijk uitziet. De indruk
van zwakte, welke men nu krijgt uit
de berichten omtrent de gelande afdee-
lingen, is echter volgens de Avp. alles
zins natuurlijk en behoeft geen aanlei
ding te zijn, dat de poging nu alweder
als .getaald wordt aangeduid.
De correspondent vdn de Daily Chro
nicle op de bij de Dardanellen gelegen
Konijneneilanden is Dinsdag getuige
geweest van het bombardement. De
wolk van rook, die 's middags ov«r den
ingang der zeeëngte hing, was slechts
te vergelijken, zegt hij, met een gedeelte
van Sheffield op zijn rookerigst. Zuilen
rook en vlammen stegen te Koem Kaleh,
Sed el Bahr en in de nabijgelegen dorpen
omhoog. Een eind in de zeeëngte zag
men verscheidene kleine vaartuigen,
die het vuur op het Nauw leidden. De
grootste oorlogsschepen voor den Euro-
peeschen oever. In de minuut vuurden
zij dikwijls twintig salvo's af. Buiten
de zeeëngte strekte zich een linie trans
portschepen uit.
Om 2 u. 30 in den middag was het
bombardement zeer hevig. Opnieuw
zag men branden op den Aziatischen
oever, gevolgd door krakende salvo's
van de oorlogsschepen. Het gordijn
van rook werd dichter en verduisterde
het uitzicht naar de zeeëngte. Daarop
zetten de schepen zich in beweging en
vuurden zij hoog op de zeeëngte, zoodat
men de batterijen aan den ingang kon
zien, die blijkbaar in elkaar geschoten
waren.
Toen het 's middags om 3 uur helder
der werd, zag men de oorlogsschepen
ter hoogte van Kaap Kephez. Twee
linieschepen drongen nog verder door
om te bewijzen, dat alle krachtige tegen
stand aan de kust tot aan het Nauw
tot zwijgen was gebracht.
Het vuur bereikte om 4 uur 's middags
toen de liuieschepeu in de Erenkeui-
baai het bedrijvigst waren, zijn hoogte
punt. Het eerste antwoord van de
Turken zag men in den vorm van een
groote waterzuil, gevolgd door andere,
terwijl boven den ingang van de zeeëng
te. wolken rook van de granaatkartetsen
zich tegen den hemel afteekenden. De
van Sed el Bthr door de bij Kaap Helles
gelande artillerie verdreven Turksche
batterij kwam om 6 uur 's middags terug.
Zij werd opgemerkt door een oorlogs
schip, dat met het eerste schot den
schootsafstand vond. De Turken kon
den driemaal vuren, doch na zeven
schoten gaf de battery geen teeken van
gleven meer.
Intusschen hadden de bondgenooten
op beide oevers troepen geland. Tus
schen hun kauonnen en de voorbij Eski
Hissgrlik geposteerde artillerie werd
een hevig gevecht geleverd. Een En-
gelsch linieschip nam daaraan deel en
de Turken werden tot zwijgen gebracht.
De bondgenooten ziju blijkbaar geheel
meester van het schiereiland en de
kust van de Suvla baai aau den west
kant. N. R. Crt.
Een officieele mededeeling over de
krijgsverrichtingen aan de Dardanellen
van 25 tot 29 April zegtOp zes ver
schillende plaatsen zijn troepen ont
scheept onder dekking van het vuur
der geheele vloot. De krijgsverichtingen
der eerste dagen hebben tengevolge
gehad dat sterke Engelsche, Australi
sche en Fransche troepenmachten zich
hebben genesteld op 3 hoofdpunten, en
wel de Australiërs en Nieuw-Zeelanders
op de benedenhellingen van Sairibair,
ten N. van Gabatepe, de Engelschen
op Kaap Tekeh bij de Mortobaai en de
Franschen aan de Aziatische zijde bij
Kumkaleb.
Op 26 April bij 't krieken van den
dag was de vijand nug in 't bezit van
het dorp Sedulbahr, dat een doolhot
van holen, loopgraven en versperringen
vormt. Deze stelling is door de Engel
schen bestormd in een frontalen aanval
door de onbeschadigde prikkeldraad
versperringen. Op dit deel van het
schiereiland hebben wij dus voorgoed
vasten voet gekregen.
De bondgenooten rukten op 27 April
vooruit en bezetten des avonds de
verschanste linie van een punt ten
noorden van Kaap Tepeh naar de Totts
batterij. Onderwijl ruktfeu de Austra
liërs en Nieuw-Zeelanders met groote
onverschrokkenheid voorwaarts en raak
ten herhaaldelijk met den vijand slaags,
die na verscheidene hevige tegenaan
vallen werd teruggeworpen.
In den ochtend van 27 April ontstond
er een verwoed gevecht met een Turk
sche afdeeling, die een aanval deed op
Saribair na een hevige beschieting door
de artillerie. De Australiërs en Nieuw
Zeelanders fnuikten echter elke poging
en slaagden er ten slotte in tot het
offensief 07er te gaan.
De Turksche troepen bij Koem Kalé
ondernamen den 26sten eveneens tot
viermaal toe tegenaanvallen, doch de
Franschen wisten al hun stellingen te
behouden en namen 500 Turken ge
vangen.
De verliezen van het landingsleger
zijn, zooals van zelf spreekt, zwaar ge
weest en de verliezen op de vloot zijn
ook talrijk.
De ontscheping vau het leger moest
geschieden in het gezicht van een met
moderne wapens uitgerusten vijand
bovendien waren zoowel onder water
al» op het land prikkeldraadversperrin
gen aangebracht en nog andere be
lemmeringen moesten worden overwon
nen.
Turksche oorlogschepen hebben her
haaldelijk getracht tusschenbeide te
komen, maar verdwenen telkens bij de
nadering van het slagschip Queen Eli
sabeth, dat evenwel nog een Turksch
transportschip van 8000 ton heeft ver
rast en in den grond geboord.
Uit Konstantinopel seint Wolffs bu
reau de volgende mededeeling vanhet
hoofdkwartier Vrijdagavond, 30 April
Bij Kaba Tepe en Gallipoli trachtte
de vijand zich uit de smalle laudstrooken
waar hij ingesloten was, vrij te maken.
Deze pogingen dwongen den vijand tot
op 500 meter van den zee-oever terug
te trekken, tot onder de bescherming
van het vuur zijner schepen Wij heb
ben hem geweldige verliezen toege
bracht.
De poging tot landing, die de vijand
ouder beschutting van een gedeelte van
zijn vloot in de Golf van Saros beproefd
heeft, hebben wij geheel doen mislukken.
Van het overige gevechtsterrein is
niets van beteekenis te melden.
N. R. Crt.
De strtyd in liet Oosten.
Telegrammen uit Nisj en Durazzo
aan Parijsche bladen hangen een somber
beeld op van den toestand in Albanië.
De opstandelingen, hebben thans geld,
wapens en munitie. Zij vormen een
leger van 30,000 goed uitgeruste en
gedrilde soldaten. Meerendeels zijn het
Mohamedanen, die hun zaak als „heili
gen oorlog" beschouwen. Hun aanvallen
zijn zoowel tegen Essad pasja als tegen
Servië en Montenegro gericht. Ver
scheidene malen zijn troepen opstande
lingen van 2 tot 3000 man reeds over
de Servische en Montegrijnsche grens
getrokken en hebben aan de Servische
en Montogrijnsche troepen zware ver
liezen- toegebracht. In Servië worden
deze invallen dan ook als een ernstig
gevaar beschouwd.
Durazzo wordt nog steeds bedreigd.
De opstandelingen hebben de stad in
gesloten en het garnizoen vermag niet
I
door den ring van belegeraars heen te
breken. Bezaten de opstandelingen
betere artillerie, dan zou het lot der
stad allang beslist zijn. Als voornaam
ste aanvoerder van de opstandelingen
wordt Prenk Bibboda beschouwd, die
nog steeds den prins van Wied als zijn
officieelen meester beschouwt. De
voornaamste centra van den opstand
zijn Skoetari #n Tirana.
Walona heeft volgens de Corriere
de'ila Sera, dank zij den arbeid van de
Italiaansche troepen onder leiding van
kolonel Mosca, een heel ander aanzien
gekregen. De rust wordt er niet meer
verstoord. De Albaneezen moeten in
Mosca veel vertrouwen stellen.
N. R. Crt.
Aan den Yser.
Zoo is dan aan de Yser de evenwichts
toestand weer langzamerhand terugge
keerd. Korten tijd is het overwicht
geweest aan Duitsche zijde, doch de
Bondgenooten zijn er niet alleen in
geslaagd zich staande te houden, zij
hebben ook weer eenige der op 22 en
23 April verloren punten herwonnen.
Alleen nabij Steenstrate schijnen de
Duitschers zich nog aan den westelijken
oever van het kanaal te kunnen hand
haven. De ruimte, welke zij zich daar
moesten verschaffen tot vorming van
een zoogenaamd .bruggehoofd" is gedu
rende korten tijd uitgebreid geweest tot
Lizerne, nog geen kilometer Zuidwest
van Steenstrate gelegen. Evenwel is
dit gehucht thans ook door hen ontruimd
geworden, nadat het, volgens Duitsche
berichten geheel in elkaar geschoten
was. Dit laatste doet natuurlijk aau
de tactische beteekenis, aan het herne
men van Lizerne voor de Franschen
verbonden, niets af. Niet de huften
zijn het, die tactische waarde hebben,
doch het feit, dat men den tegenstander
belet heeft zich uit te breiden, na het
passeeren van de rivier.
Ook de aanvallen tegen het noodfront
van het .bastion" om Yperen zijn vrij
wel op niets uitgeloopenzij hebben
den Duitschers geringe terreinwinst be
zorgd, doch niet in die mate, dat de
positie der Bondgenooten om Yperen
er meer gevaar loopt dan vroeger.
Zoo heeft dus de geheele beweging
in België geenerlei gevalgen gehad van
strategische beteekeniszouden nu nog
ten derde male Duitsche krachten aan
die Yserlinie moeten worden geofferd
aldus vraagt de Avp.
De .Times" verneemt d.d. 29 April
uit Noord FrankrijkDe aanvallen
tegen onze linie ten N. en N.O. van
Yperen en tegen de Fransche linie
langs het Yzer kanaal hebben opge
houden. De vijand is tot het defensief
teruggekeerd en tracht het kleine stuk
terrein, dat hij veroverd heeft, te be
houden. De geallieerden laten hem
geen rust. De-artillerie bestookt zijn
linie en onze infanterie valt op elke
kwetsbare plaats aan. Reeds is veel
van het verloren terrein herwonnen.
Toen zijn poging om het kanaal over
te steken mislukt was, heeft de vyand
getracht den overgang over de Yzer