i\o. 88 Woensdag 10 Februari 1915, 30l Jaarg. LAATSTE LIEFÜË. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAft. Bui te ii land. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdae- en Vrijdagnamiddag TWEE nren. DE OORLOG. De strijd ter zee. De ondergang van de Blücher bij het gevecht in de Noordzee is reeds tal van malen verhaald. Thans heeft de „Times" er een relaas over, opgeteekend uit den mond van Duitsche overlevenden der bemanning. Wij vertalen er het volgende van De Britsche stukken schoten zich in: de doodelijke waterzuiltjes kwamen dichter en dichter bij. De mannen aan dek keken er met een zonderlinge be wondering naar. Spoedig viel er een projectiel vlak bij het schip, en een groote waterzuil, wel 100 M. hoog, naar een der Duitschers beweerde, kwam op het dek terecht. De schootsafstand was gevonden. Danu aber ging's los Thans kwamen de granaten in groot aantal, met een vreeselijk suizend geluid. Al dadelijk richtten zij groote verwoesting aan. De electrische installatie was ras vernield; en het schip geraakte ineen duisternis, die men kon tasten. „Men kon geen hand voor oogen zien", zei er een. Benedendeks heerschten ont zetting en verwarringmen hoorde noodkreten en gekreun terwijl de gra naten door de dekken heensloegen. Het was pas later, toen de schootsaf «tand minder groot was geworden en de kogelbaan vlakker was, dat er gaten in de zijden van het schip werden geslagen en de dekken werden schoon geveegd. In het begin vielen de kogels uit de luchtzij sloegen door de dekken Roman van Georgk Ohnst. {Nadruk verboden.) Ik houd van loopen, zooals u weet, en eiken dag dwalen wij door de valleien of over de bergen. Daardoor is mij het genoegen gegund u te ontmoeten. Zijt gij hier voor langen tijd »Ik Ik hoop binnen een paar dagen weder te Parijs te zijn. Heeft u soms iets te zeggen aan uw vrienden Lucie's gelaat werd ernstig en op eenigszins ruwen toon, antwoordde zij >Neen, niets Ik zou er u zelfs zeer erkentelijk voor zijn als gij niet verteldet dat gij mij hier ontmoet hebt. Ik heb mij hier afgezonderd om rust te genieten. Ik wil niet dat men mij schrijven zal Ik beo lui geworden en zou op die brieven maar moeten antwoorden en die gedachte alleen boezemt mij schrik iu.« »Sta mij toe u dezefde vraag te doen, die u daar even tot mij richttetZijt gij hier voor langen tijd »Voor zoo lang als het mij bevallen zal.* »Maar dat is misschien voor uw heele leven »Nemea wij aan dat het voor mijn heele leven is«. heen en boorden hun weg tot zelfs in de stookruimten. De kool in de berg plaatsen vloog in braud en daar de bunkers half leeg waren, brandde de steenkool lustig. In de machinekamer werd de petroleum door een granaat opgespat en rondgesproeid in blauwe en groene vlammen Overal waar de brandende petroleum te land kwam, werden slachtoffers geschroeid of in vlam gezet. De mannen verstaken zich in de donkere ruimten, doch de granaten wisten hen te vinden de dood had een rijken oogst. De treeselijke luebtpersingen, ont staan door ontploffingen in een kleine ruimte, hebben diepen indruk gemaakt op de manschappen van de Blücher. De lucht, onder druk, raast door elke opening en baant zich een weg door elk zwak punt. Alle losse of zwakke deelen worden tot rondvliegende instru menten van vernieling. Open deuren werden dichtgeslagen. Gesloten deuren werden als blikken platen uitwaarts geb.ogen en overal in het rond werden de menschelijke lichamen rondgewar- reld als dorre bladeren in een winter storm, om tegen de ijzeren muren te pletter geslagen te worden. Een man werd door een dichtklappende deur in tweeën geslagenanderen door de winddruk tegen de machines dood ge bonsd. En nog andere gruwelen, te vreeselijk om te herhalen, vielen voor. Benedendeks was het afgrijselijk maar boven was het nóg afgrijselijker. De Biücher werd door zooveie schepen onder vuur genomen. Zelfs de kleine torpedobootvernielers bekogelden haar. »Wat zegt u? Maar dat is een klui zenaarsleven U gaat u dus als een Maria Magdalena een deugdzame Maria Magdalena natuurlijk begraven in een grot in het Cheviot of Grampian gebergte? U heeft daar het recht niet toeGij behoort aan de wereld, aan hare bewondering, aan .c »Ik behoor allereerst aan mij zelve, viel Lucie hem lachend in de rede. »Ik houd niet zoo veel van de wereld, dat ik voor haar mijn vrijheid wil opoffereD als ik Schotland verlaat, zal ik Qiis schien naar mijn land terugkeeren. »Geheel alleen »Griffith zal mij niet verlaten.* >Neen, zeker niet zeide het reus achtige meisje, met een liefdevollen blik. »Nooit >U ziet dus, dat mijn eenzaamheid toch niet volkomen zal wezen.* Zij zal niettemin kwelleud zijn Maar waar woont u? De gastvrijheid der Schotsche bergbewoners is zoo groot. Waar ontvangt u die?* >Bij den predikant Griffith te Lochness. Maar ik zou u dankbaar zijn, als gij er u niet loOi det. Wij ziju geheel onder ous. Uw bijziju mocht die eenvoudige lieden vrees aanjagen.* »Met andere woorden u jaagt mij weg. U vreest rnijn indringerigheid ^Volstrekt niet; ik vrees uw begoo cueiiug Zij lachte, als in de dagen toen zij „Het was één onafgebroken ontploffing" zei een kanonnier. Het schip slin gerde als een volle laag het trof, maar richtte zich dan weer op. De geschut- ploegen werden zoo geteisterd, dat de stokers naar boven moesten komen om ammunitie te helpen dragen. De man nen lagen plat op het dek om veiliger te zijn. De dekken zagen er uit als een dooreengewarde massa ijzer-afbraak. In een casematde eenige die, dachten zij, onvernield was bleven twee mannen hun kanon bedienen. Zij vuur den maar door en verstelden de schiet- richting, naarmate het schip meer slagzij maakte. Toch hadden enkelen door dit alles heen de hoop, om er het leven af te brengen, niet ver loren. Anderen hadden van den aan vang at de zekerheid, dat zij het niet zouden outkomen. De ramp was zoo snel over hen gekomen, dat weinigen tijd hadden om te beseffen, wat er voor hen dreigde, of om huu positie te rea- liseeren. De Blücher was aan het eind van haar reis. Zij kon niet meer meekomen, ook was de stuurinrichting onklaar geraakt. Het was duidelijk, dat haar lot bezegeld was. Nu werd de bel geluid, die anders 's Zondags de man schappen voor de godsdienstoefening opriep. Zij, die nog ongedeerd waren, verzamelden zich aan dek en hielpen, voor zooveel zij konden, hun gewonde kameraden. In groepen schaarden zij zich op het dek bijeen en wachtten op het einde. Er werden „Hoera's" uit gebracht voor de Blüchertoen drie „Hoera's" voor den Keizer. Daarop nog geen beslommerigen kende en coquette was en voegde er bij »Men moet voorzichtig zijn er zijn daar jonge dames »Kom 1 U spot met mij Doch ik zal u gehoorzamen. Laten wij hier dus voor goed afscheid nemen. Miss Griffith u weet dat ik uw beeld raedeneem, gegrift in mijn hart en dat ik tot mijn laatsten snik niet zal ophouden u te be minnen Hij groette de beide dames en zag haar zich verwijderen langs den fraaien weg en verdwijnen in een kromming van het dal. Twee dagen later vertrok hij van Elinburg naar Dover en vaa daar naar Parijs. Ofschoon hij beloofd had te zullen zwijgen was het eerste wat hij deed, toen hij thuis was, naar baron de Cravant gaan eu tot deze te zeggen »YVeet ge wie ik in Schotland, bij een meer ontmoet hebJuffrou w Andrimont.* Eu toen deze verbleekte over zijn teleurgestelde liefde en zijn gekwetste ij delheid, vervolgde de salon acteur »Ja, mijn waarde, bloeiend als een rooszij wandelt over de heuvels met die groote Griffith. Zij vertelde mij Frankrijk, haar familie en u te hebben verlaten, zonder dat er hoop is dat zij zal terugkeeren. Zij heeft mij zelfs doen beloven er nieis van te zeggen, maar daar gij hier, naar ik meende, veel belang in zoudt stellen, heb ik het u vert'eld. Gij begrijpt dat ik die belofte aah onze zongen de Duitsche zeelieden de „Wacht am Rhein", en toen pas werd verlof ge geven het schipte verlaten. N. R. Crt. De Duitsche verklaring. De Basler Anzeiger schrijft over de verklaring van den Duitschen marine staf Daar Engeland het beginsel aan genomen schijnt te hebben, dat macht boven recht gaat, zal men ook Duitsch- land het recht tot een dergelijk optreden moeten toekennen. Nu wreekt het zich, dat de onzijdigen niet van den beginne af aan tegen hun behandeling door de Engelschen schelp verzet hebben aan- geteekend. Het blad wijst erop, dat het Engeland gelukt is „alle neutrale staten tot uit voerverboden van volstrekte en voor waardelijke contrabande te dwingen" en legt nadruk op het verschil van opvatting, daar het bij Amerikaansche waren (volgens de Amerikaansche re geering) de „zaak van de oorlogvoe renden" is, het vervoer van contrabande te verhinderen, terwijl in Europa de neutralen zeiven daarvoor moesten waken, wat in de praktjjk slechts op een ondersteuning van Engeland neer komt. Het blad besluit met te zeggen, dat Duitschland zich op het standpunt stelt, dat het volkenrecht door Engeland ge schonden is en voert daar bewijzen voor aan. Het geheime bevel van de Engelsche admiraliteit moet den toe stand buitengewoon compliceeren. Men kan zich afvragen, of men, indien de zeevarende mogendheden daartegen niet protesteeren, niet met het geval vriendschap opofferde »Ik dank u zeer, mijn waarde,* zeide Cravant geroerd. »Gij hebt mij een grooten dienst bewezen.* >Dat dacht ik wel. Tot ziens.* Hij ging heen, Paul woedend achter latende. Dus was Lucie, die, naar hem was meegedeeld, vertrokken was om niet met hem te trouwen en binnen korten tijd weer zou terugkeeren, in Schotland en dacht er volstrekt niet over uaar Frankrijk terug te keereu tot de familie waarmede zij geheel en al gebrouilleerd scheen. Was hij dus bedrogen De kalmte waarmee hij het verlies zijner liefde had gedragen kon dus beschouwd worden als een eigenaardig bewijs van de lauwheid zijner gevoelensWas Lucie het met de familie de Fontenay alleen eens om d§ze breuk 3 Had mea hem uiet bij haar zwart gemaakt? De achterdocht, reeds te Deauville bij hem opgekomen, keerde weer tot hem terug. Hij vond alles duister, dubbel zinnig, en wilde klaarheid. Om die te krijgen, besloot hij naar Cravant te gaan. Van Parijs daarheen was anderhalf uur sporeu. Hij kou dus gemakkelijk zijn onderzoek doen, door een trein over te blijven, waardoor hij een déjeuner ofr diner met Armaud en Mina zou vermij den, als de verklaringen, die hij wilde vragen, hem niet voldoende waren. Zonder zijn komst te melden, opdat zijn j bloed ver wauteu geen gelegenheid zouden AXELSCHEÜS COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1915 | | pagina 1