V Binnenland. veel te veel geleden, men wordt ern stiger, nu men ziet, dat oorlog in vredes tijd een begrip is, waar men zich te weinig indenkt. Reeds lang zijn de soldaten veranderd en vooral zij, die in het vuur waren, zij spreken weinig, omdat zij te veel hebben gezien en gevoeld zij schelden niet op hun vijanden, neen, meestal verdedigen zij hen tegenover de opge blazen kelen van hen, die thuis zijn blijven zitten en bij hun bier den oor logstoestand overzien, doch zoo opper vlakkig zijn. De kaarten, waarop de vijanden en hun staatshoofden op ge- meene manieren waren voorgesteld met gedichten en bijschriften, woorden be vattende, waarvan men gemeend had, dat zij wel door de „spraakmakende gemeente" gebruikt, doch nooit ge schreven worden, zijn ingetrokken, niet op wonsch van de hoera schreeuwers thuis, doch op verzoek van militairen, die zich over het zenden van zulke prullen beklaagden en zelfs verzochten deze niet te zenden, daar zy ze zouden weigeren. Zoo ziet men, dat het edele in den mensch boven kan komen. Jammer, dat zoo gevoelige slagen noodig waren, om verbetering te biengen. Een medewerker van de Times, die in Duitschland vertoefde schrijtt o. m.Ik bevond mij in Dusseldorf, toen de Engelsche vlieger die stad voor de tweede maal met een bezoek vereerde. Het was een prachtig stuk. Hij verraste de Duitschers. Do soldaten die het vliegtuig hoog boven zich zagen, beschoten het onophoudelijk, totdat het plotseling in glij val lager en lager kwam. Het volk was dol van vreugde en riep „hoerah." Soldaten maakten zich al gereed om het vliegtuig te grijpen, zoodra het op den grond zou liggen, toen de vlieger plotseling van een hoogte van 100 a 200 Meter ver scheidene bommen wierp, van welke er een het doel een Zeppelin-loods trof, waarin zich de luchtkruiser bevond, die toevallig bevel had ge kregen zich juist dien middag naar het leger in Frankrijk te begeven. Ofschoon ik een heel eind uit de buurt was, hoorde ik de ontploffing-; ik zag den rook hoog opstijgen en in de algêmeene verwarring den vlieger ontkomen. Van het fraaie luchtschip was enkel wat afbraak en asch overmaar den volgenden dag meldden alle Duitsche bladen„Zeppelinloods licht bescha volgde hen achterdochtig met oogen Waartoe diende dat onderhoud Hij dacht reeds dat zij hef eens waren met elkaar en woede maakte zich van hem meester. #Wij kunnen nu wel weer naar de herberg gaan en ons gereed maken voor het vertrek,» zeide Mina. »Zij zullen ons wel zien en langs den weg terug komen.» »Ik zal hen gaan waarschuwen,» zeide de graaf, »want zij schijneu zich in het geheel niet te herinneren dat wij er Dog zijn en zouden misschien wel tot Beuze val doorwandelen, als ik hen niet ging halen.» En zonder eenige bemerking af te wachten, liep hij haastig langs de pinken stak in de schuinte het strand over en klom toen de kaai op. Hij richtte ver volgens zijn schreden naar de brug van Dives en in stede zich te vertoonen verborg hij zich zooveel mogelijk, als was het zijn plan hen te verrassen, die hij zou gaan halen. deed echter moeite voor niets zij waren op een stapel planken Hij want gaan zitten en bleven daar kalm door praten. üe weg was verlaten, de kleine haven was ledig, alleen de zeezwaluwen die om hen fladderden, azende op visschen door de eb op strand gespoeld, hadden hen kunnen hooren. Zij hadden zich van hun gezelschap verwijderd, zonder dat vooruit te h^tben dfgd." Er werd niets vermeld van de vier officieren, die daarbij gedood waren en van de velén, die gewond werden. Maar Düsseldorf wist het den censor ten spijt en de zenuwachtigheid, die er het gevolg van was, was onbeschrij felijk. En de menschen begonnen eraan te twijfeleu of al, wat er dagelijks over hun leger in de kranten kwam, wel waar was-A'. R. Crt. Dc sfryd in België cn Frankryk. Een correspondent van de Daily Mail te Duinkerken meldt: Het plan van de Duitschers is om Calais te vermeesteren (of Boulogne, indien het met Calais niet lukt) via Hazebroek en St. Omer en blykbaar zijn ze van zins, daar heel wat op te zetten. Troepen, die in wanorde van de linie NieuwpoortDixmuiden terug zijn getrokken, worden niet ver van Brugge verzameld en hersteld en meer in Zuidelijke richting naar Yperen ge zonden. Nieuwe troepen worden aan hen toegevoegd. Het is nu vrij zeker, dat de laatste aanvallen aan den noordelijken oever van de Yser door infanterie-linies wer den gedaan, „die een machinegeweer achter zich hadden om hen in den rug te beschieten, als zij weken." Rondom Yperen worden sterke strijd krachten samengetrokken. Het is de laatste kans van de Duitschers en zij willen met alle geweld een overwinning behalen. Toch zijn de verdedigers nog heel opgewekt. Men heeft den Duit schera bevolen: „Vooruit naar Calais!" en zij ontwikkelen al hun kracht, maar staan nog stil. N. R. Crt. De N. RCrt. publiceert het volgen de telegram dat uit Noord-Frankrijk aan de Times werd gezonden Zondag en Maandag donderden de kanonnen hevig bij Yperen en La Bassée.' Ten zuidoosten van Yperen, in de nabijheid van Meessen (Messines), hervat de vijand zijn aanval met groote, schier met wanhopige kracht. Hier, bij Atrecht en bij La Bassée, heelt hij groote ver sterkingen gekregen. De aan de bondgenooten toegebrachte verliezen zijn ongetwijfeld aanzienlijk, doch de verliezen der Duitschers aan dit noordelijke front worden achtmaal zoo groot geschat. Wij hebben geen terrein gewonnen, maar ook niets ver loren. Ofschoon de Duitschers dus geen terrein verloren hebben, hebben zij afgesproken. Lucie was eerst blijven staan bij een oude visscherspiDk, die tot woning was ingericht en waarop een troepje kinderen zat. Zij had hen eenig klein geld gegeven en op dat oogen blik Paul bemerkt, die haar was gevolgd alleen uit beleefdheid. Hij had evenmin als zij een andere gedachte hij. had niet tot zichzelf gezegd »Ik zal haar volgen, een afwijking in het gesprek uitlokken en haar dan alles zeggen, wat haar bevalligheid en schoon heid mij ingeven.» Hij was niet zoo vast besloten, niet zoo handig. Hij ondervond reeds van den eersten dag dat hij haar had ontmoet, den invloed van haar bevalligheid. Zij behaagde hem meer dan ooit eene vrouw hem tot heden had bekoord. Hij dacht altijd aan haai en had zich al afgevraagd of hij ditmaal niet smoorlijk verliefd was. Maar tus schen die gedachte en het uitspreken eener liefdesverklaring, lag voor hem nog een groote afstand, een lange weg om te eindigen bij hgt huwelijk. Want iets anders zou hij van Lucie niet gedaan kunnen krijgen hij had daar trouwens ook niet over gedacht. Hij was er zeker van dat degene, die dit aanvallig meisje zou huwen niet te beklagen zou zijn, maar hij bad nog. niet besloten dat hij diegene zou wezen. Hij zag er tegen op en toch was hij op de helling en bemerkte niet dat hij die zeer snel atging. (Wordt vervolgd.) reusachtige verliezen aan manschappen en materieel geleden. Dat is de toe stand van het oogenblik. Ruw geschetst, bezetten de bondge nooten een sterk verschanste linie teD westen van de lijn Dixmuiden-Yperen- Rijssel-Atrecht. Al deze steden hebben van de vyandelijke granaten ernstig geleden. Geen van beide partijen kan ze nu bezet houden. De lijn van het front vertoont ten zuidoosten van Rijssel op de hoogte van La Bassée een merk waardige kromming. De Duitschers doen een laatste, wan hopige poging om door te breken. De Kölnische Zeitung bevat volgens Wolff's Bureau een uitvoerige beschrij ving over de gevechten in het Argonner woud, waarin men het volgende leest. Men kon de zich in het woud ge nestelde Franschen niet aan het lijf komen, daar een stormaanval en een krachtig voorwaarts rukken in het dichte kreupelhout eenvoudig uitge stoten waren. Bovendien werd het handgemeen door het struikgewas zeer belemmerd en eindelijk was een be schieting van deji vyand met artillerie- en geweervuur door de plaatselijke moeilijkheden geen lichte zaak. Ook konden geen vliegers de stellingen van den vijand verkennen, daar uit de lucht in het woud geen troepenbewe gingen konden wordeü gezien. Daaren boven moesten wij in den aanvang eenige kilometers over open terrein, voordat wy aan het woud kwamen, aan welks zoom de voorhoede der Fran schen lag. Nauwelijks was er echter een bosch brand veroorzaakt, of wij konden bij den eersten stormaanval de Franschen van de sokken, loopen. Toen was het echter zaak, zich voor de Fransche hoofdmacht verdekt op te stellen en tevens onder de aarde de vijandelijke loopgraven te naderen. Daar by heeft het aanvankelijk niet aan met groote heftigheid ondernomen aanvallen van de Franschen, in het bijzonder van de regimenten alpenjagers ontbroken. De aanvallers werden ech ter steeds danig getuchtigd en meestal drongen onze troepen met de wijkende Franschen in hun eigen loopgraven. Spoedig hield dan ook, afgezien van uitvallen van kleiner omvang, alle aan valslust bij den vijand in weerwil van de overmacht, waarover hij in den be ginne beschikte, op. Met eiken stap, dien wij verder in het woud deden, werd onze toestand gunstiger. Op het oogenblik zyn wy er reeds heer en meester en hoewel de laatste Franschen nog niet uit het Argonner woud verdreven zijn, is dit daaraan toe te schrijven, dat wij van een al te scherp optreden afzien om nuttelooze verliezen te vermijden, aangezien het eindresultaat toch niet meer twijfel achtig is. N. R. Crt. De stryd ter zee. De Engelsche admiraliteit deelt mede Nadat de plaats waar de Königsberg zich ophield was aangeduid door den aanval op den Pegasus (19 Sept.) heeft de admiraliteit de concentratie van een aantal snelle kruisers gelast in de Oost Afrikaansche wateren. Deze oorlogs bodems hebben in onderlinge samen werking de zee gedurende langen tijd nauwgezet afgezocht. Op den 30 Oct. werd de Königsberg door Z. M.'s Chat ham ontdekt. Hij lag toen ongeveer d mijlen van de monding op de rivier Rufiji tegenover Mafia-eiland (Duitsch Oost Afrika). Wegens zijn grooteren diepgang kon de Chatham de Königsberg niet bereiken. Waarschijnlijk zit de Duitsche kruiser, behalve bij ho Jg water, aan den grond. Een deel der beman ning van de Königsberg is aan land gezet en ligt op den oever der rivier verschanst. Zoowel deze verschansin gen als de kruiser zelf zijn door de Chatham beschoten, maar wegens de weelderige palmbosschen is het niet mogelijk vast te stellen welke schade door de beschieting is aangericht. Tij. dens de operaties om de Köuigsberg te vermeesteren of te vernietigen zijn af doende stappen genomen om den kruiser in de rivier op te sluiten, door het doen zinken van een kolenschip in de eenige bevaarbare geul. Daar de kruiser nu gevaDgen is en niet meer in staat eenige schade te doen, zyn de snelle schepen die hem hadden gezocht, vrijgekomen voor auderen dienst. Een andere gecombineerde operatie is sedert eenigen tijd door snelle krui sers tegen de Emden gevoerd. Daarbij zijn de Engelsche kruisers geholpen door Fransche, Russische en Japansche oorlogsschepen en door de Australische kruisers .Melbourne en Sydney. Dins dagmorgen werd bericht ontvangen dat de Emden bij de Cocos eilanden was aangekomen en op het eiland Keeling een gewapende afdeeling had ontscheept om het draadloos telegrafische station te vernielen en den telegraafkabel te kappen. Daar werd de Emden door de Sydney verrast en tot een gevecht genoopt. In den hevigen strijd, die volgde, heeft de Sydney drie dooden en dertien ge wonden gekregen. De Emden werd op het strand gedreven en is verbrand. De verliezen aan menschenlevens op de Emden moeten zeer groot zijn. Aan de overlevenden is alle mogelijke hulp geboden. Met uitzondering van het Duitsche smaldeel, dat uit de Chileenscbe kust opereert, zijn de geheele Indische Oce aan en Stille Zuidzee nu van vijandelijke oorlogsschepen gezuiverd. De admiraliteit heeft bet volgende telegram gezonden aan de Sydney en het departement van marine van het Australische gemeenebestOnze harte lijke gelukwenschen met het schitte rende wapenfeit van de Australische vloot en den onschatbaren dienst, wel ken zij aan de zaak van de bondge nooten en aan den vreedzamen handel ter zee heeft bewezen door de vernie tiging van de Emden. w. g. Grey, minister van buitenlandsche zaken. N. R. Crt. Nederland en de oorlog. De commissarissen der Koningin hebben in opdracht van den minister van landbouw, nijverheid en handel a. i. aan de burgemeesters een brief gericht, waarin het wenschelyk wordt genoemd, de vraag onder de oogen te zien, of in de verschillende gemeenten voldoende voorraden verbruiksartikelen, in het bijzonder voedingsartikelen, aaD- wezig zijn. De regeering acht zich niet van de zorg ontheven, zoolang niet overal in den lande wordt medegewerkt om zich van voorraden te verzekeren, in het bijzonder voor de personen, wier in komsten zeer gekrompen zijn. De minister zag dan ook gaarne in de verschillende gemeenten de volgende vragen beantwoord 1. Zijn er nog voldoende voorraden voedingsmiddelen beschikbaar bij gros siers of w inkeliers 2. Zijn er waarborgen, dat de voor raden uiet meer dan in de tegenwoordige omstandigheden raadzaam is, naar el ders verkocht zullen worden 3. Zyn er door het gemeentebestuur, steuncomité of een andere corporatie voorraden ingeslagen Hoe groot zijn deze Waarin bestaan ze en in het bijzonder, zijn die voorraden voldoende om hulpbehoevenden in den winter daaruit te voorzien Is bij die voor raden ook gerekend op verkoop aan anderen 4. Wanneer nog geen maatregelen getroffen zijn, wordt gevraagd, welke gronden daarvoor zyn. A. E. Crt.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1914 | | pagina 2