Provinciale Staten van
Zeeland.
Gemengd Nieuws.
Terstond na ontvangst van de be
vestiging van de berichten omtrent den
moord op aartshertog Frans Ferdinand
en zijn gemalin heeft de minister van
buitenl. zaken, jhr, Loudon, een telegram
van deelneming aan zijn ambtgenoot te
Weenen gezonden en heeft hij'een bezoek
van rouwbeklag afgelegd bij den Oosten
rijksch-Hongaarschen gezant, baron de
Giskra, aan diens woonhuis in de Yan
de Spiegelstraat in Den Haag.
Baron Sirtema van Grovestins, groot
meester van het Huis der Koningin,
heeft in opdracht van H. M., den gezant
de gevoelens van deelneming van H. M.
met de droevige gebeurtenis overgebracht.
De meeste hoofden der buitenlaüdsche
missiën in Den Haag hebben baron Giskra
een bezoek van rouwbeklag gebracht.
Van bijna alle gezantschapsgebouwen
in Den Haag is de vlag van de respec
tieve rijken halfstok geheschen.
Het hotel der Oostenrijksche legatie is
gesloten; de rouwvlag waait op het dak.
N. R. Crt.
OOST-INDIE.
In Benkoelen heeft een aardbeving
groote verwoesting aangericht aan de
gouvernementsgebouwen en de water
staatswerken. Zeventien Chineezen en
vier inlanders werden gedood er zijn
twintig gewonden, ondar wie 7 Europe
anen.
Den nacht volgende op den dag, dat
de aardbeving plaats had, heeft een wolk
breuk ernstige waterschade veroorzaakt,
waardoor de reeds aangerichte verwoes
ting werd voltooid.
De schade wordt ambtelijk op een
millioen gulden geschat. Twintig Euro
peanen hebben, doordat hun huizen in
stortten, ernstig letsel bekomen.
AXEL, 30 Juni 1914.
In Terband met een tot ons gericht
verzoek vestigen wij de aandacht onzer
lezers op de aanvulling en wijziging
van den dienst der telegraaf, waarbij,
ter voorkoming van de onbestelbaarheid
van telegrammen, in de adressen der
telegrammen voor het binnenlandsch
verkeer kosteloos worden overgeseind
de namen van openbare straten of
wegen en huisnummers, of de in de
plaats daarvan gebezigde aanduiding
van gebouwen, hotels, ziekenhuizen,
kasteelen, villa's enz.
Aan de gisteren alhier gehouden
vogelschieting, uitgeschreven door de
handboogmaatschappij, werd door 50
schutters deelgenomen. De hoogvogel
werd geschoten door den heer Em. van
Acker alhier, die zich dit jaar te Axel
en Westdorpe koning geschoten heeft.
De eerste zij vogel werd geschoten door
den heer Alph. D'Hert van Zuiddorpe,
de tweede zij vogel door den heer C. J.
M. van Laere alhier, de eerste kalle
door den heer J. Reuling van Hulst en
de tweede kalle door den heer R. van
Waes te Koewacht.
In de gisteren alhier gehouden
vergadering van ingelanden van den
Buthpolder werd het dijkgeschot be
paald op 1,50 per hectare.
In plaats van den heer Lev. de
Feijter Jz., die bedankt had, werd als
dijkgraaf benoemd de heer P. de Feyter
Lz. en in plaats van den heer D. van
Dixhoorn, die bedankte als plaatsver
vangend dijkgraaf de heer P. Dekker Pz.
allen alhier woonachtig.
Dezer dagen wordt te Amsterdam
in het Paleis voor Volksvlijt eene inter
nationale tentoonstelling gehouden van
wat op het bakkersvak betrekking heett.
Deze tentoonstelling staat onder be
scherming van Z. K. H. Prins Hendrik
en wordt gesteund door tal van hoog
geplaatste personen.
Vrijdag had er een wedstrijd voor
beschuit plaats, waarbij naar meu ons
mededeelt, onze stadgenoot de heer
J. F. Scheele een bronzen medaille
verwierf.
Te Sluiskil had een elfjarige jongen
B. B. Vrijdavond de aardigheid met een
karabijnpatroon te spelen en er met
een hamer op te slaan. Opeens ont
plofte de patroon, reet de hand van
ded jongen open en verbrijzelde den
kleinen vinger. Hoe kwam die jongen
aan zulk gevaarlijk goedje. Hij zeide
de patroon gevonden te hebben. On
middellijk moest de dokter gehaald
worden om de hand te verbinden en
den vinger te amputeeren. Tem. Ct.
Voor den dienst in Ned.-lndië is
bestemd P. C. van Kemseeke te Hulst,
voor Europeesch detachementscomman
dant der 2de klasse bij de gewapende
politie. M. Crt.
Een ernstig ongeluk gebeurde
Vrijdagmiddag te IJzendijke. De 16-
jarige landbouwerskuecht C. Aers reed
weg met den voer steenpuin. Door het
schokken over de steenen week het
voorkrat van den wagen, terwyl een
deel der lading den jongen in zijn val
meesleurde. Aers kreeg de beide wielen
van het voertuig over do beide beenen,
waardoor die zoo goed als afgedrukt
werden. In zorgwekkenden toestand
werd bij bij familie binnengedragen..
M Crt.
Wyziging Regl. Wegen
en Voetpaden.
In de jongste najaarszittiug werd door
den heer jhr. W. Z. van Teijlingen een
voorstel ingediend om Ged. Staten uit
te noodigen een voorstel in te dienen
tot wijziging van het reglement op de
wegen en voetpaden, waardoor
,a. een gebodsbepaling wordt vast
gesteld, omtrent het behoorlijk ver
wijderen van aanhangend slijk van de
wielen van voertuigen, komende van
het land of aardenwegen, zich begeven
de op kunstwegen
„b. een gebodsbepaling wordt vastge
steld, waardoor voor het openbaar ver
keer hinderlijk houtgewas, langsbochten
van kunstwegen, staande aan die wegen
of de daaraan grenzende landerijen, op
aanzegging van Burg. en Weth. moet
worden opgesnoeid
„c. teneinde eens voor al de heer-
schende onzekerheid weg te nemen,
in art. 85 te bepalen of de openbare
voetpaden al dan niet met rijwielen
mogen bereden worden."
Hoewel de Staten zich reeds tweemaal
(in 1901. en in 1908) tegen een dergelijke
bepaling hebben verklaard, meenen G.
S. toch thans een voorstel als in a.
bedoeld te moeten doen.
Aangaande het ad. b. gevraagde
schrijven van Ged. Staten:
De mogelijkheid te openen, om voor
het verkeer hinderlijk houtgewas
alzoo kliout en boomen hetwelk
in boe' i u van kunstwegen op de aan
die wegen grenzende landerijen staat,
op aanzeggiug van burg. en wetb. te
doen opsnoeien, schijnt ouS niet zonder
bedenking. Al mag het waar zijn, dat
het hier in den grond der zaak slechts
eene quaestie van appreciatie geldt,
eene vraag vau meer of minder, daar
immers ook nu reeds in het provinciaal
wegenreglement het bijzonder belang
meermalen wordt achtergesteld bij het
algemeen belang, zoo schijnt ons toch
de voorgestelde eigendomsbeperking op
particulier terrein een te ingrijpende
maatregel, welke door de vrees voor
ongelukken niet voldoende gewet
tigd is.
Bovendien zou de consequentie, wan
neer het voorschrift tot opsnoeiing niet
het verwachte resultaat mocht opleve
ren, moeten leiden tot het maken van
bepalingen, krachtens welke het hout
gewas zelfs geheel zou kunnen worden
opgeruimd en ook andere het uitzicht
belemmerende zaken en getimmerten in
het belang van het verkeer zouden
kunnen verwijderd worden. Aan de
noodzakelijkheid, om aan zoodauige
bepalingen eene regeling voor de ont
eigende boomen of gebouwen te ver
binden zou niet te ontkomen zijn.
Bestaan er alzoo onzerzijds ernstige
bezwaren tegen het uitstrekken van de
bemoeiingen van het reglement op dit
punt tot de beplantingen op de aan de
wegen grenzende landerijen, anders
staat het ten opzichte van de beplantin
gen. op de wegen.
Uit de bestaande bepalingen vioeit
voort, dat een bevel tot opsnoeien van
boomen in het belang van den weg niet
mogelijk is, tenzij hunne takken over
de rijbaan haugen, en dat hakhout
slechts kan verwijderd worden, wanneer
het belang van den weg zulks vordert.
Ofschoon nu eenerzijds deze bepalin
gen op sommige punten reeds van
verdere strekking zijn dan de door den
heer Van Teijlingen bedoelde, daar zij
niet slechts gelden voor de bochten
van kunstwegen, maar voor alle wegen
zonder onderscheid en in hun geheel,
en het voorstel van verwijdering van
houtgewas niet spreekt, zoo kan toch
anderzijds niet ontkend worden, dat zij
onvolledig schijnen en weinig eenheid
vertoonen.
Naar wij meenen, moeten de boomen
op de bermen van wegen in alle geval
len, waarin zy schade aan den weg
aanbrengen, opgesnoeid worden, onver
schillig of éiunne takken al dan niet
over de rijbaan hangen, terwyl voorts
behalve het hakhout ook boomen moeten
kunnen verwyderd worden, zoowel in
het belang van den weg, als van de
veiligheid van het verkeer.
De meening, dat onzekerheid bestaat
of de voetpaden met rijwielen mogen
worden bereden, deelen G. .S. niet.
Reeds de woorden van art. 85„op de
voetpaden mag alleen met kruiwagens
gereden worden" sluiten ry wielen on
dubbelzinnig uit en ook in de praktijk
is steeds het standpunt gehuldigd, dat
met rijwielen niet op voetpaden mag
worden gereden.
Te 1 a a t i n g e k o m e n
adressen.
Op 26 Mei jl. is ingekomen een ver
zoek van V. J. Born te Hontenisse c.s.,
om den weg van Hulst naar Walzoorden
geschikt te maken voor wielrijders, welk
verzoek wordt ondersteund in een adres
van het Dag. Bestuur van den A. N.
W. B., en van het bestuur van de Pro
vinciale Zeeuwsche Vereeniging tot be
strijding der tuberculose is op 6 Juni
een verzoek ingekomen, om voor het
loopende jaar een subsidie te mogen
ontvangen.
Daar het onderzoek daaromtrent nog
niet is afgeloopen, geven G. S. in over
ging beide stukken in hunne handen te
stellen, ten einde daarover in de aan
staande Najaarszitting een voorstel te
doen.
Wyziging reglement cal.
polders of waterschappen.
Naar aanleiding van het dezer dagen
gepubliceerd voorstel tot regeling van
het recht op pensioen van de secre
tarissen-ontvangers en de weduwen en
weezen der ambtenaren zijn ingekomen:
een mededeeling van het bestuur van
den Zaamslagpolder, dat de vergadering
van ingelanden bezwaar heeft tegen de
voorgestelde wijziging, omdat daardoor
de polderlasten, zij het dan niet be
langrijk, toch eenigszins worden ver
hoogd en omdat de betrekking van
secretaris-ontvanger niet het hoofdbe
staan dier titularissen doch slechts eene
by betrekking is, waarvoor eene pensi
oenregeling niet zoo dringend noodig is
mededeelingen van de besturen van
de polders Margaretha, Kleine Huissens,
Een lracht, Groote Huissens en Nieuw-
Othene, dat de vergaderingen van inge
landen zich niet met het voorstel kun
nen vereenigen, omdat de betrekking
van secretaris ontvanger over het alge
meen wordt vervuld door personen,
wier financiëele draagkracht wel van
dien aard is, dat zij zelf voor hun pen
sioen kunnen zorgen omdat bovendien
die betrekking voor hen niet de hoofd
bron vau bestaan is en eindelijk, omdat
door deze reglementswijziging eene on
billijkheid zou ontstaan tegenover de
ontvangers griffiers.
Het bezwsa van den Zaamslagpolder
betreffende de verhooging van polder-
lasten achten G. S. weinig overtuigend,
om eene op zich zelf gewenschte ver
andering tegen te houden de aangren
zende polders, waaronder de Zaamslag
polder behoort, zijn slechts dan, wan
neer de geldmiddelen van den cal,
polder te kort schieten, tot bijdragen
verplicht tot een bepaald maximum,
zoodat het verleenen van pensioen door
het waterschap voor de waterkeering
van den cal. polder daarop weinig of
geen invloed zal hebben.
Evenmin achten G. S. gegrond het
bezwaar, dat de betrekking, waaraan
recht op pensioen verbonden wordt,
niet de hoofdbetrekking is en de be
trokkenen zelf voor pensioen kunnen
zorgen.
Er bestaat toch geene enkele redén,
om aan het bekleeden van zekere be
trekking geen recht op pensioen te
verleenen, omdat de titularis nog andere
betrekkingen bekleedt. Verscheidene
bijbetrekkingen samen staan voor den
belanghebbende gelijk met ééne hoofd
betrekking en men zou daarom veeleer
tot de conclusie moeten komen, om aan
alle, dan om aan geene bijbetrekkingen
pensioen te verbinden. Verder is de
vermogensgesteldheid te recht nimmer
in aanmerking genomen bij de vraag,
of al dan niet pensioen zal worden ver
leend, evenmin als de bepaling eener
jaarwedde daarvan afhankelijk wordt
gemaakt.
Dat eene onbillijkheid zal worden
begaan tegenover de ontvangers-griffiers,
indien aan de secretarissen-ontvangers
recht op pensioen wordt gegeven, kun
nen zij niet toegeven. Het reglement
voor de cal. polders of waterschappen
kent alleen eigen, weduwen- en weezen-
pensioen voor de waterbouwkundige
ambtenaren en andere beambten en
bedienden, niet voor de secretarissen-
ontvangers, zoodat deze laatsten daarvan
tegenwoordig uitgesloten zijn. Daaren
tegen zijn de vergaderingen van inge
landen krachtens het algemeen regle
ment voor de polders of waterschappen
geheel vrij, om dit punt te regelen,
zooals haar goeddunkt, en derhalve
bevoegd, om al dan niet recht op pen
sioeu te geven aan de ontvangers grif
fiers. Van die bevoegdheid is dan ook
reeds in enkele polders gebruikgemaakt,
eene verplichting daartoe op te leggen
achten G. S. vooralsnog onnoodig.
Midd. Crt.
De
oudste
thuis.
De
lijke f
den t
kindje
ieddei
Daa
ken hu
De
I naar
portee
3en J
wordt
aan be
de o;
[nieuw
Niet
inzien
recht*
maal
minst'
minsti
omvai
Wa
variee
het p
wel
samei
het st
Eer
onder
draag
■,65 c
netje
beton
het v
de re
in rij
Hei
vóór
itreel
wezei
stedir
overg
Wn
wezei
omda
buite;
maar
mee
Vri
Beier
mach
terwi
De lc
in ei
wage
bleve
Te St. Maartensdyk begaf zich Zater
dagavond het vierjarig zoontje van den
voerman H. Nelisse op een smal plankje,
dat over een sloot aan den weg lag.
Het kind viel van de plank, doch bleef
met zijn truitje hangen aan een spyker
in een paaltje bij de plank. Alzoo met
het bovenlyf en hoofd in het water
hangende werd het door een voorbij
ganger opgemerkt, die in staat was het
knaapje uit zijn levensgevaarlijken toe
stand te verlossen. M. Crt. j
Vreeselijk. Vrouw W., wonende
in de Kraanstraat te Breda was onlangs
uit het gemeentelijk ziekenhuis, wTaar
zij drie maanden verpleegd werd, terug
gekeerd.
De geneesheer wilde, dat ze zou ge-,
zonden worden naar een krankzinnigen
gesticht, maar de man verzette zich
daartegen. Hij had een betrekking als
reiziger, zou echter een schoenenzaak
beginnen, zoodat hij altijd thuis kon zyn
en dan zou 't wel gaan.
Zaterdag echter heeft de vrouw in
een vlaag van krankzinnigheid haar
kind van vijf' maanden en daarna zich
zelf den hals afgesneden. Het tweede
kindje huilde verschrikkelijk, zoodal
de menschen op straat het hoorden.
Zij drongen binnen en vonden de vrouw
in een plas bloed, achter in den gang
van het huis. Naast haar lag het kindje
«n het mes.
I der
verdi
Laan
zoudi
op v:
arres
v. d
ruim
1 tot 2
gehu
echte
zelfs,
kome
Do
ontsti
pakte
los t<
uur
met
deert
een i
door
het e
vluel
Vrou
1 revol
wilde
schai
3nelc
keen
vrou
hem
naar
over