Binnenland. Landbouw. Rechtszaken. Gemengd JNieuws. die ook ter dood veroordeeld was maar wiens proces nog zal worden herzien. Dresner was voor zijn valschen eed betaald door iemand die werkte in het belang van Becker. iV. R. Crt. De Staten van Gelderland hebben in de vac.-Schimmelpenninck van Oye van Hoevelaken tot lid der Eerste Kamer gekozen mr. O. J. E. baron van Wasse naer van Catwijck, (a.-r.), lid van de Tweede Kamer, met 36 stemmen tegen 22 op mr. J. Everts P. Hzn., oud lid der Staten van Gelderland, (lib.) Avp. TWEEDE KAMER. Woensdag deelde de Voorzitter van de Tweede Kamer mede, dat is inge komen een missive van den Minister van Waterstaat, ter geleide van het rapport omtrent de oorzaken van het spoorwegongeluk te Beilen, nabij de brug over het Oranjekanaal op 24 December 1913. Verslagen zijn uitgebracht le door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en 2é door den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten. De Minister van Waterstaat schrijft over deze rapporten o.m. het volgende „De beide rapporten bevatten uit voerige gegevens omtrent de omstandig heden, waaronder het ongeval plaats had, zoomede aangaande de toedracht daarvan en de daarna genomen red dingsmaatregelen en voorts verklarin gen van alle personeD, van wie vermoed kon worden, dat zij in staat zouden zijn, inlichtingen te verstrekken. Gelyk uit een en ander moge blijken, is overtreding of veronachtzaming van de betrekkelijke voorschriften niet ge constateerd, terwijl evenmin sprake is van schuld of nalatigheid van het per soneel. Ook mag uit de rapporten worden afgeleid, dat de oorzaak van de ramp niet is toe te schryven aan ondeugdelijke samenstelling van den trein, aan den toestand van het mate rieel, aan de soort der gebezigde voer tuigen of aan de snelheid, waarmede de trein werd vervoerd. Intusschen hebben de uitgebreide onderzoekingen van den Raad en de Maatschappij niet kunnen leiden tot het met zekerheid vaststellen van de oor zaak der ontsporing, welke de ramp heeft ingeleid. Aan de hand van de onderscheidene omstandigheden, welke werden gecon stateerd, hebben de opstellers van de beide verslagen zich onderstellingen gevormd omtrent hetgeen vermoedelijk tot die ontsporing aanleiding heeft kun nen geven. Volgens de beide rapporten moet worden aangenomen, dat de ontsporing is veroorzaakt gedurende den korten fijd, waarin het A B rijtuig no. 2088 het gedeelte spoorweg bereed, dat zich ter lengte van ruim 22 M. uitstrekt van het zuidelyk landhoofd der brug tot en met de eerste wisselstang. Doch terwijl de raad de oorzaak meent te moeten zoeken in den toestand van het ge deelte van den weg in de onmiddellijke, nabijheid van genoemd landhoofd dus vóór de plaats, waar het eerste teeken van ontsporing is aangetroffen, zoekt de maatschappij die oorzaak in het breken van een wisselstang voorbij die plaats. Zooals uit het aan het verslag der Maatsch. toegevoegde naschrift moge blyken, is dezerzijds last gegeven om trent de door R. Stevens aan de Asser Courant, eenige weken na het gebeurde, verstrekte mededeelingen een opzettelijk onderzoek in stellen. Uit de in dat naschrift en in 's Raads verslag dien aangaande vermelde inlichtingen, welke by later gehouden besprekingen nader bevestigd zijn, moet afgeleid worden, dat de afwijkingen van de bedoelde spoorstaaf van onbeteekenendenomvang waren en op zich zelve geen aanleiding tot ontsporing hebben kunnen geven. Trouwens is blijkens de stukken aan de bedoelde afwijkingen, zoomede aan de geconstateerde zetting van het grond werk bijzondere zorg besteed. Bovendien is dadelijk na het ongeval bij een nauwgezet onderzoek van het betrokken spoorgedeeltegeenerleigebrek opgemerkt, dat met de oorzaak van het ongeval verband zeu kunnen houden. Trouwens afwijkingen, als waarvan, bier sprake was, en de daaruit voort vloeiende behoefte aan bijlichten van het spoor, doen zich uit deu aard dezer zaak meermalen voor op elk deel van het net. Ten aanzien van het verschil in de onderstellingen van den Raad van Toe zicht en de Maatschappij omtrent de oorzaak van de ramp heeft de Minister gemeend met vertegenwoordigers van den Raad en de Maatschappij eene bespreking te moeten houden ten einde de verschillende onderstellingen nader aan elkander te toetsen en zoo mogelyk tot meer overeenstemming dienaangaan de te geraken. Het daaromtrent gehouden uitvoerige overleg heeft echter geene aanleiding gegeven tot wijziging van het ingenomen standpunt. Ook eene herhaalde bespre king, gepaard gaande met bezichtiging van de ten bureele van den Raad aan wezige wisseldeelen in bijzijn van de zelfde vertegenwoordigers, heeft niet tot verandering van inzicht vermogen te leiden. Wel heeft de ondergeteekende uit een en ander de overtuiging gekre gen, dat de Maatschappij alles heeft gedaan om het onderzoek zoo vrucht dragend mogelijk te doen zijn en er geene sprake van kan zijn, dat aan haar, bekende omstandigheden harerzijds min of meer met voordacht niet zouden ziju medegedeeld, eene gevolgtrekking welke uit enkele uitdrukkingen in 's Raads verslag zooals bij de besprekingen gebleken is tegen de bedoeling zou kunnen worden gemaakt. Zooals uit de verslagen blijkt, berus ten beide aanwijzingen van de vermoe delijke oorzaak slechts op onderstel lingen. In deze omstandigheden, nu geene gegevens ter afdoende verklaring vaD het ongeval zijn kunnen worden ver kregen, en de ondergeteekende geene der beide onderstellingen op zich zelf als onaannemelijk beschouwt, kan hij niet uitmaken, welke van beide h< t meest waarschijnlijk is te achten. Intusschen is ook thans gebleken, dat ondanks getrouwe naleving van de in het belang der veiligheid gegeven voor schriften toch nog ongelukken kunnen voorkomen, in verband waarmede het meest strenge toezicht op de dienstuit voering en den toestand van weg, kunst werken en materieel, met name van wissels» in de hoofdsporen, vooral buiten de stations-emplacementen en van spoor aansluitingen bij landhoofdeu, een eerste vereischte blijft. De ondergeteekende heeft dan ook aanleiding gevonden den Raad van Toezicht op te dragen te doen nagaan, op welke gedeelten van het spoorwegnet (niet alleen van de Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen, maar ook van de andere Maat schappijen) buiten de eigenlyke stations emplacementen in hoofdsporen nog wissels worden aangetroffen van eene constructie als bovenbedoeld, en waar wissels in de onmiddellijke nabijheid van landhootden voorkomen, opdat omtrent een en ander de noodig blyken- de voorzieningen kunnen worden be vorderd. De gang van het onderzoek heeft den ondergeteekende doen overwegen de wenschelijkheid om naast de bestaande bepalingen, en afgezien van justicieele bemoeiingen, eene regeling voor het ouderzoek nopens ernstige spoorwegon gevallen in het leven te roepen, gelijk soortig aan de deswege, in Engeland geldende voorschriften. Als bijlagen zijn bij de rapporten nog gevoigi verschillende photographieën van de beschadigde rijtuigen, van ver schillende standen der wissels en allerlei spoorwegmateriaal, benevens verkla ringen van reizigers, van het spoorweg personeel en andere personen. Blijkens meedeeling in het Z. Land bouwblad heeft de Minister van L N. en H. mr. M W. F. Treub, het e'ere- voorzitterscbap en hebben de heeren F. B. Löhnis, inspecteur van den land bouw, en dr. K. H. M. van de Zande, inspecteur van het landbouwonderwijs, het lidmaatschap aanvaard van het F.ere-Comité der te Middelburg te houden Landbouwtentoonstelling. AXEL, 8 Mei 1-014. Woensdagavond overleed alhier mej. de Wed. M. van Dixhoorn de oudste ingezetene onzer gemeente, in den ouderdom van 97 jaren. Door Gedeputeerde Staten is be noemd tot schatter der pachtwaarde vau gronden gelegen in de calamiteuze Margaretba, Kleine Huissens- en Een dragtpolders de heer C. van Esbroeck te Hengstdijk. Bij besluit van Gedep. Staten is voor een jaar vrijstelling verleend van den dienst voor de militie aan F. Bracke, op grond van studie voor geestelijke, en verder op grond van kostwinner schap aan J. M. Andriessen, G. J. van den Berg, B: Nederlof, J. B. Ruben, W. S. Verlinde en M. J. van Doeselaar, allen te Ter Neuzen. Bij besluit van Ged. Staten van Zeeland, d.d. 24 April 1914 is vastge steld de lijst van hoogstaangeslagenen in de Rijks directe belastingen in die provincie. De bevolking der provincie bedraagt 232.515, het getal hoogstaangeslagenen 155, waarbij de volgende namen uit Oostelijk Zeeuwsch-Vlaapderen Colloc d'Escury, Karei Jan ADdré Guijon baron, te Hontenisse, geb. te Gravenhage 15 Dec. 1858. Dieleman Petrusz., Jacobus, te Zaam- slag, geb. te Zaamslag 11 Nov. 1852. Dieleman Wz., Petrus, te Axel, geb. te Hoek 6 Nov. 1835. Dumolevn, Arthur Dominicus, te Hon tenisse, geb. te Westdorpe 16 Oct. 1869. Dumoleyn, Emile Bernardus, te Hon tenisse, geb. te Westdorpe 17 Oct. 1866. Feyter, Levinus de, te Axel, geb. te Neuzen 23 April 1838. Hoeve, Frans van, te Axel, geb. te Axel 1 Dec. 1851. Hombach, Fernand Corneille Octave Mari, te Hulst, geb. te Hulst 9 Mei 1863. Huyssen, Jacobus Johannes, te Zaam slag, geb. te Neuzen 29 April 1862. Kaan, Franyois, te Hoek, geb. te Hoek 23 Dec. 1853. Kerf, Cerillus Johannes de, te Sint Jansteen, geb. te St. Jansteen 31 Jan. 1873. Koster, Abraham, te Axel, geb. te Axel 27 Mei 1844. Kraker, Abraham de, te Zaamslag, geb. te Zaamslag 15 Jan. 1864. Lensen, Abraham Cornelis, te Neuzen, geb. te Neuzen 3 Juni 1875. Maertens, Henricus Ludovicus Jose- phus, te Hulst, geb. te Hulst 29 Febr. 1848. Malotaux, Pierre, te Sas van Gent, geb. te Valenciennes (Frankrijk) 28 Juni 1863. Moer, Lambertus Jan van der, te Neuzen, geb. te Colijnsplaat 9 Nov. 1859. Rompu, Johannes Adrianus van, te Neuzen, geb. te Neuzen 17 Nov. 1855. Seydlitz, Josephus Augustinus Joan nes Berchmans Maria Gislenus, te Hulst, geb. te St. Nicolaas (België) 28 Sept. 1868. Vtelde, Pieter Abraham van de, te Neuzen, geb. te Hoek 27 Jan. 1838. Vogelvanger, Georges, te Hulst, geb. te Hulst 18 Jan. 1879. Waesberghe, Franciscus Josephus Ludovicus Maria van, te Hulst, geb. te Antwerpen 7 Juli 1868. Waesberghe, Louis Francois Maria I van, te Hulst, geb. te Hulst 6 Sept 1881. Wauters, Ferdinandus Johannes, te Sas van Gent, geb. te Sas van Gent 17 Febr. 1862. Wauters, Henri Honoré Marie, te Hulst, geb. te Hulst 1 Juni 1849. Wauters, Petrus, te Sas van Gent, geb. te Sas van Gent 22 Aug. 1848. Wieland. Gerard, te Neuzen, geb. te Zaamslag 6 Oct. 1845. Het laagste gezamenlijke bedrag van aanslagen, dat tot de plaatsing op de lijst heeft geleid, is 434.31. Dinsdag, Woensdag en DonderdaJ werd te Middelburg de bakkerij ten toon stelling gehouden. Maandagavond werd in een vergadering van genoodigdenf de tentoonstelling geopend. De voor- zitter, de heer C. J. de Wolff wees er op in een toespraak, dat ook nu de Zeeuwsche bakkers begrepen, dat een dergelijke 'tentoonstelling niet weinig" bijdraagt tot vergrooting van de vak kennis en hen in staat stelt kennis te maken met allerhande artikelen, die hun tot nog toe onbekend gebleven waren. Blijkens de Midd. Crt. maakte hel geheel een uitstekenden indruk en wat het aantal bezoekers evenals het gehalft der inzendingen bevredigend. Van de inzenders uit Zêeuwsch- Vlaanderen behaalden de volgende hee ren bekroningen: A. de Hulster, Oost burg, P. J. Bril, Zuidzande, P. M. Maa( Terneuzen en H. de Hullu, Oostburg, ieder een verguld zilveren medaille, ol diploma daarvoor. A. Weijnen van Weynsbergen, Hoofd plaat, H. Weisfeit, Aardenburg en A. van der Linde, Aardenburg, zilveren medaille. P. D. Marijs, Axel (voor ontbijtkoek), D. A. Cijsouw, Groede, C. Kostense, Biervliet en H. J. de Jonge, Axel (vooi speculaas) een eervolle vermelding. Naar we heden in de Midd. Crt. lezen, werden in de broodwedstrijden nog prijzen behaald door de heeren J. E. Scheele, Axel, zilv. med., J. Oele, Zaam slag, dipl. zilv. med. en mej. wed. E, Gijsel, Sas van Gent, br. med. Het doet ons genoegen, dat daarbjj door onze ingezetenen een goed figuur is geslagen. PREDIKBEURTEN TE AXEL. Zondag 10 Mei 1914. Ned. Herv. Kerk. Voorm. 1 ure Ds. J. B. T. Hugenholtï Nam. 2 ure Ds. J. B. T. IlugenholU Gereformeerde Kerk. Gebouw Kerkdreef. Voorm. 9 ure Ds. Chr. Bruins. Nam. 2 ure Ds. J. H. Lammertsma Gebouw Stationstraat. Voorm. 9 ure Ds. J. H. Lammertsmt Nam. 2 ure Ds. Chr. Bruins. Gereformeerde Gemeente. Voorm. 9 ure Leeskerk. Nam. 2 ure Leeskerk. Arrond. Rechtbank te Middelburg. Zitting van 8 Mei 1914. L. M. V., 14 jareD, dienstmeid te St Jansteen, is wegens diefstal veroordeeld tot 3,50 of 1 week tuchtschool. le J. v. E., 18 jaren, arbeider te Axel 2e E. F. S., 16 jaren, bierbrouwersknechl te Axel, zijn wegens mishandeling vat een dier veroord. no. 1 tot f 7 of 14 d, hecht., no. 2 tot 7 of 14 d. tuchtschool, L. d. B., 47 jareD, vrouw van J. N, zouder beroep te Boschkapelle, is wegen! mishandeling veroord. tot 10 of 10 d, hecht. Feesten te Middelburg. Deze week is te Middelburg het onst- hankelijkheidsteeat gevierd. Men meende daar der waarheid ge trouw te moeten blyven en geen 100-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1914 | | pagina 2