Binnenland. Landbouw. Na een verblyf van drie maanden- in het Taunis-gebergte is Z. K. H. de Prins Zaterdagochtend omstreeks halt twaalf in de Residentie teruggekeèrd. H. M. de Koningin, vergezeld van het Prinsesje, begroette hem bij aan komst aan het Staatsspoorstation, waar ook de burgemeester, de gouverneur der residentie en de Duitsche gezant ter verwelkoming aanwezig waren. Op het perron voor de Koninklijke wachtzaal bemerkte de Prins den onder voorzitter van het Nederlandsche Roode Kruis, generaal De Waal, naar wien hy zich dadelijk begaf. Ook de Koningin en het Prinsesje kwamen naar generaal De Waal en H. M. heeft zich enkele oogenblikken met hem onderhouden. Onder gejuich van een vrij talrijke menigte werd in open automobielen naar het Huis ten Bosch gereden. H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins hebben Maandagmiddag in het paleis ten Bosch, by gelegenheid van den verjaardag van den Prins, een audiëntie van gelukwenscbing ver leend aan het civiele en militaire huis van de leden der vorstelijke familie, aan de ministers, departementshoofden, den vice-president van den Raad van State, den commissaris der Koningin in Zuid Holland, den burgemeester van Den Haag, den directeur van Hr. Ms. kabinet en aan den gouverneur der residentie Prinses Juliana verscheen met hare ouders in de ontvangstzaal. Prins Hendrik is Zaterdag, kort na zijn aankomst in Den Haag, de Ko ningin Moeder ten haren paleize gaan begroeten. Zondag hebben de Koningin en de Prins by de KoningiD-Moeder het mid dagmaal gebruikt. Pestbestryding, Prins Hendrik heeft, als voorzitter van het Ned. Roode Kruis door den ondervoorzitter aan den min. Koloniën de diensten van die vereeniging doen aanbieden voor de bestrijding van pest op Java. De minister, het aanbod zeer waardeerende, heeft aan de Indische Regeering gevraagd, op welke wijze bedoelde hulp zoude kunnen worden verleend. De Vereeniging van Nederl. Ge meenten heeft aan H. M. de Koningin een adres gericht, waarin er op wordt aangedrongen, dat althans de gemeenten eenigszins worden tegemoet gekomen en wel door le. haar te ontheffen van de kosten van vervoer en verpleging van arme krankzinnigen en 2e. een hoogere tegemoetkoming te verleenen ia wedden van Burgemeester en secretarissen, twee denkbeelden, welke tflykens het verslag der Staatscommissie „vry alge meen instemming vonden". TWEEDE KAMER. Bij de voortgezette behandeling van het ontwerp inkomstenbelasting schreef de heer Bos den ongunstigen financi- ëelen toestand in het land toe aan het beleid van het vorige kabinet, dat tot dekking der uitgaven te zeer staarde op tariefherziening en daardoor niet zorgde voor de dekking der tekorten. Spreker beval den minister aan bij de indiening van het budget tevens de middelen aan te geven tot dekking der uitgaven. Hij reserveerde zijn stem omtrent verhooging van den bieraccijns en tabaksbelasting en verdedigde van een standpunt van belasting naar draag kracht het aanhangige wetsontwerp tegenover de rechterzijde. De heer Tydeman betoogende, dat een duurzame versterking onafwijsbaar ia, verklaarde zich. vóór het ontwerp. De heer Tydeman betreurde evenals de heer Bos, dat de minister het zoo genaamde auikerpotje wilde opheffen. Spreker kan zich vereenigen met het stelsel der aanhangige inkomstenbelas ting met verscherping van de progres sie zou hij zich niet kunnen vereenigen. De heer Vliegen betoogde tegenover de rechterzijde, dat de maatschappij in het algemeen geen teekenen van deca dentie, doch van verjongingen bezieling vertoont, welke alleen door een futlooze zelfzuchtige klasse kunnen worden be treurd. Lettende op verhooging der dividenden van vennootschappen is het thans geen tijd om te jammeren over eenige verhooging der directe belas tingen ook is er geen reden te klagen over te zware belasting van onroerend goed. Indiening van voorstellen tot aanbouw van één slagschip is eerst te verwach ten, nadat vice-admiraal Tydeman, naar Batavia vertrokken voor een bespreking hierover met de Indische regeering, zijn opdracht vervuld heeft. Eerstdaags wordt hij te Batavia verwacht. M. Crt. Meel- en Broodleve'anciers onder controle. De Ged. Staten van Zeeland deelen in Prov Blmd n«. 41. aan de colleges van B. en W. in deze provincie een circulaire mee van den minister van binnenland sche zaken betreffende het te Wagenin gen bestaande station van maalderij en bakkery. De minister herinnert er in die cir culaire aan, dat deze instelling ten doel heeft, behalve het verspreiden van vak kennis onder de molenaar en bakkers, het op hooger peil brengen van het product. Daartoe is by het station voor bakkerijen en molenaars resp. meelfa brieken, de gelegenheid geopend, zich onder contróle te stellen. Eene inrich ting, die zich onder contróle gesteld heeft, is verplicht ten aanzien van de artikelen waarvoor onder contróle-stel ling is geschied, zich te houden aan de voor .het station vastgestelde normen door de verschillende artikelen. Het komt den minister voor, dat onder de verbruikers die een aandrang tot contróle kunnen oefenen, in de eerste plaats wel het rijk mag worden gere kend. Hij zou het daarom wenschelijk achten, dat, wanneer van rijkswege op dracht tot levering van meel of brood en soortgelijke artikelen wordt gegeven, de voorwaarde wordt gesteld, dat de leverancier moet staan onder contróle van het station voor maalderij en bak kerij te Wagegingen. landbouw zij het volgende meegedeedl dat op Zeeland betrekking heeft In Walcheren is dit voorjaar bij den abnormalen regenval in Maart opnieuw gebleken dat de waterloozing van vele landerijen te wenschen overlaat. Voor al uitgestrektheden grasland hebben hiervan de schadelijke gevolgen onder vonden, bestaande in vertraagden gras- groei, alsook in vertraging van het tijd stip waarop het vee in de weide kan worden gebracht. Doch ook laag ge legen perceelen wintergraan hebben van den boogen waterstand te lyden gehad. De stand van wintertarwe en winter- gerst is goed, winterrogge, koolzaad, karwei en klaver, evenals de graslanden staan ool& goed. Vrijdag werd te Middelburg de voor jaarsvergaderiDg gehouden van het hoofd bestuur van de Z. L. M. De voorzitter herdacht het overlijden van den heer Stern, den voorzitter van de afdeeling Oostburg en deelde mede dat met de notarissen ten slotte voeling is gekregen ten aanzien van de beperking van de onkosten bij verkoopingen. Het dagelijksch bestuur zal in het vervolg iedere maand vergaderen. Naar de voorzitter vervolgens meedeel de staat het met de voorbereidende werk zaamheden voor de provinciale tentoon stelling te Middelburg zeer gunstig. De rekening, sluit in uitgaven op 21.897.85 met een nadeelig saldo van /117.12s. Voor de paardenfokkerij werd ƒ4438.88 uitgegeven. Aangaande de aanhoudingsbijdragen voor merries werd beslist, dat meebren gen van het veulen niet verplicht is. Het dag. bestuur zal onderzoeken, of een vereen, tot aark. van mestst. be drijfsbelasting moet betalen. (Ontleend aan de M. Cl.) Stand der wintergewassen. Uit het overzicht in de Staatscourant van den stand der wintergewassen op 10 April 1914, dat onder medewerking der rij kslandbou wieeraren samengesteld is naar gegevens, verstrekt door corre spondenten van de directie van den AXEL, 21 April 1914. De verjaardag van Prins Hendrik is alhier onopgemerkt voorbijgegaan. Gis teren evenwel wapperde van het stad huis en een zestal particuliere gebouwen de driekleur. Des avonds gat Concordia, ook in verband met 's Prinsen geboorte dag, een welgeslaagd concerr, waarby met uitzondering van de volksliederen, alle nieuwe nummers werden uitge voerd. Een zeer talrijk publiek was op de markt aanwezig. Van de muziek was niet veel te genieten, daar een deel van het publiek zeer luidruchtig was. Zij, die op een behoorlijken afstand luisterden, hadden er veel meer aan. De bloeiende tulpen rond de tent maken een mooi effect. Er ik dan ook niemand die er aan denkt om door afplukken de zaak weer te ontsieren. Van avond geeft de zangvereeniging Orelio een concert, waarschijnlijk ook nog in verband met den dag van Zoudag. Zooals we kortelijks in ons vorig Dummer mededeelden, werd Vrijdag middag alhier op de Raadszaal een lezing gegeven over het nut van schiet oefeningen. Daar die vergadering niet bijster druk bezocht was, beloofden we om het nut der zaak, er op terug te komen. Een kapitein der infanterie zyn naam hoorden we niet noemen voerde het woord en begon met de vraag: „Wat zyn we?" Het antwoord was: Inwoners van Axel, Zeeuwen, Nederlanders en dan beteekent, dat volgens spr. gezamenlijke bezitters van een stuk grond, dat in de oertijden is ontwoekerd aan de golven. Juist wij Zeeuwen weten dat het best en onder vinden nog jaarlyks op wat wijze. Maar behalve, dat de natuurlijke ele menten het steeds op dat stuk land voorzien hadden, waren er ook mensche ljjke hartstochten, die zich belust maak ten op ons land. Eu zoo beteekent Nederlander ook eigenaar van den grond, die door onze voorvaderen na een bloedigen stryd van 80 jaren aan vreemde overheerschers werd ontrukt, totdat men als onafhankelijk volk zich wist te handhaven, dank zij de offer vaardigheid van den Prins van Oranje, die inderdaad getoond heeft goed en bloed over te hebben voor ons vader land en de grondvester was onzer onafhankelijkheid. Nadat door hem het fundament was gelegd, is het gebouw opgetrokken door zijn nazaten en heeft ons land onder hun bestuur dusdanigen bloei verkregen, dat het zich gevreesd wist te maken voor de grootere mogendheden. Toch moest ons land nog herhaalde malen zwichten voor overmacht of waren inlandsche onlusten de oorzaak van haar verval. Spr. geeft aan de hand van onze geschiedenis daarvan voorbeelden aan en toont hoe het herhaaldelijk een Oranje was, die ons volk weer deed opleven en de toekomst verbeterde, En spr. verzekerde, dat dit zoo is en zal blijven, zoolang hel Huis van Oranje Nassau zal bestaan. Honderd jaren is het geleden, dat we I onze onafhankelijkheid weer herkregen I en nog voor enkele maanden vierde men weer overal een dier feesten, welke zich van alle andere onderscheiden, omdat het zyn Oranje feesten, waarby ons hart popelt van liefde voor dat Vorstenhuis. Vóór enkele maanden nog herdachten we hoe Willem van Oranje ons een grondwet schonk, waaraan we allen, zonder onderscheid onderdanig moeten zyn. Spr. achtte het niet de geschikte gelegenheid die Grondwet te behan delen, doch wenschte alleen te her inneren aan art. 181, volgens hetwelk ieder NederlSnder verplicht is in geval van oorlog, of als onze onafhan kelijkheid wordt bedreigd, de wapens op te vatten. Het is dus niet alleen een zedelijke verplichting, maar ook een wettelijke verplichting ons land te verdedigen, en zoo goed voor den sol daat als voor alle burgers. We moeten dus in tyd van nood de wapens opvatten. Maar wat doet iemand met wapens, als hij ze niet kan hanteeren en daarom moeten we allen leeren- schieten. Dan zijn we weerbaar. Bovendien is krachtens de Land stormwet iedereen soldaat en moet dus ook iedereen weerbaar zyn. Ieder, die vrij loot, is stilzwijgend by de Land storm ingediendwie soldaat is geweest en met groot vei lof thuis is, behoort bij den Landstorm. Die tot zijn 35e jaar bij de Landweer is geweest, blijft van zyn 35e tot 40e jaar nog bij den Landstorm. Thans biedt de Regeering ons koste loos de gelegenheid, om ons te oefenen in het schieten en spr. dringt er bij ieder jongeling en ieder man van 18 tot 40 jaar op aan, om deze gelegenheid met beide handen aan te grijpen. Eenmaal kunnende schieten, zal men er trotsch op zyn, dat men niet ver legen behoeft te staan, als de nood ons dwingt. Men vraagt zich wel eens af, waar voor zijn er dan nog soldaten noodig. Spr. beweert, dat een geoefend leger natuurlijk altijd zal moeten blijven bestaan en verzekert, dat zyn soldaten indien noodig tot hun laatsten snik zullen vechten, maar even noodzakelijk als het leger, is ook de overtuiging, dat naast dat leger staat een burgerbevol king, die bereid en in staat is het leger bij te staan. En daarom roept art. 181 iedereen op. De Minister van Oorlog behoeft slechts de handteekening van H. M. de Ko ningin om ieder Nederlander, die ge zond is en een paar goede armen en beenen heeft, te wapen te roepen. In dat geval kenne ieder zijn plicht en de strijd zal verlicht worden. Transvaal is er een voorbeeld van. Daar kon ieder man schieten. Daar gold de regel op 20 jarigen leeftijd met een geweer en 4 patronen het veld in om een ree te schieten en lukte dit, dan achtereen volgens met 3, 2 en 1 patroon Kwam hij dan met een bök thuis, dan werd hij beschouwd als een jonge man, een kerel, op wien men rekenen kon. Dank zij die geoefendheid, hebben de Transvalers zooveel gewonnen dat men nog allerwege hun moed roemt. Spr. denkt dat ook in Zeeland zulke mannen vele gevonden worden. Een der grootste generaals van dezen tyd heeft gezegd „Mijn Zeeuwen zijn myn beste soldaten". De jongeren spoort spr. aan dien naam hoog te houden en hun best te doen om goede schutters te worden. Hy roept hun toeneemt thans vry- willig de wapens op om er u mede te oefenen. Dan alleen kan gezorgd wor den, dat wanneer een overweldiger zich aan onze dierbaarste panden mocht vergrijpen God verhoede het onze onafhankelijkheid behouden blyft. Ook daD zullen onze soldaten liever sterven, dan dat H. M onze geëerbiedigde Ko ningin een haar gekrenkt wordt. Hierbij was de spr. aan het eind zyner rede. Hy deelde nog mede, dat de schietoefeningen zullen worden ge houden onder leiding van een sergeant,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1914 | | pagina 2