ƒ15000,—
Landbouw.
Rechtszaken.
Gemengd Nieuws.
Bekend maki n gen.
Algemeene opneming
Voetpaden met de Kunstwerken.
Ad verten tiën.
Aanbesteding.
Het bouwen ïan een WERKMANS
WONING, a. Metselwerk, b. Timmer-en
Schilderwerk.
(Ingezonden).
Verslag der Onderlinge Verzekerings-
Maatschnppty tegen Hagelschade
in Zeeland, uitgezonderd het
voormalig IVe district
over het jaar 1913.
Ingevolge het bepaalde in art. 1330
▼an het reglement hebben wij de eer
onderstaand verslag uit te brengen over
den toestand der Maatschappij en hare
verrichtingen gedurende het drie en
twintigste boekjaar.
Het atgeloopen jaar was voor de
veieeniging alles behalve voordeelig.
Aan hagelschade moest worden uitbe
taald f 21824,71 of ruim 2maal meer dan
het hoogste bedrag, dat sedert de op
richting der Maatschappij in één jaar
werd uitbetaald (1910). In 1912 bedroeg
de hagelschade slechts 2574,26.
De nadeeligste jaren voor de Maat
schappij, voor wat de uitgekeerde
schadevergoedingen betreft, waren
1897 met 8919,54.
1900 5492,01.
1903 8233,30.
1909 4455,32.
1910 9840,24.
1913 21824,71.
Bü de in het atgeloopen jaar geleden
schade waren 32 deelgenooten betrok
ken, woonachtig in de gemeenten Clioge,
Graauw, Hontenisse en Stoppeldyk.
Zij strekte zich uit over 471 gemeten,
nl. 20 gemeten karwei, 170 gemeten
vlas, ongeveer 30 gemeten tarwe, 49
gemeten gerst, 3 gemeten rogge, onge
veer 25 gemeten haver, ongeveer 34
gemeten erwten, 12 gemeten paarden
boonen, 16 gemeten bruine boonen, 25
gemeten aardappelen en ruim 87 ge
meten beetwortelen.
By de vaststelling variëerde de schade
van 11 tot 90 voor 101/, gemet erw ten
bedroeg de geschatte schade zelfs 100
De Maatschappij telt thans 472 deel
genooten, die 19447 gemeten (8665 H.A.)
hebben verzekerd.
Van deze 19447 gemeten zyn er 12988
verzekerd door 338 deelgenooten, mede
deelgerechtigd in het afzonderlijk be
heerd kapitaal (art. 22b rgt.) bestaande
uit 26000,-3 obligatiën Amsterdam
1895 in bewaring bij de Nederlandsche
Bank, 651,09 ingelegd bij de Rijks
postspaarbank benevens 454,40' we
gens te goed op de afdeeling „Nieuw
Kapitaal" art. 25 rgt. voor geleende
gelden, zoodat het aandeel in dat ge
meenschappelijk bezit op 31 December
bedroeg 1,77 per gemet.
Gezamenlijk bezitten alle deelgenooten
(art. 25 rgt.) 9000,-4 °/o obligatiën
Rotterdam 1900 en 1901 in bewaring
bij de Nederlandsche Bank, zoomede
3,01 ingelegd bij de Rijkspostspaar
bank. In mindering van dit bezit
komt echter een bedrag van 454,40'
voor schuld aan de afdeeling „Oud
Kapitaal" art. 22b rgt. wegens geleende
gelden, zoodat het aandeel in dat ge
meenschappelijk bezit op 31 December
slechts bedroeg 0,44 per gemet.
In de algemeene vergadering, gehou
den te Axel op 29 Maart 1913, werd
de heer K. J. A. G. baron Collot d'Escury
te Kloosterzande, aan de beurt van af
treding, als bestuurslid herkozen.
Bij de benoeming eener commissie
van drie personen en van hunne plaats
vervangers, die in 1914, 1915 en 1916
de rekening zal nazien, bleek dat her
benoemd werden tot vaste leden de
heeren Aloïs Govaert te Westdorpe, B.
C. Puylaert te Zuiddorpe en Charles
Ysebaert te St. Jansteen en tot plaats
vervangende leden de heeren J. F. de
Maat—Staal te Stoppeldyk, Cyr. J. van
Waes te Westdorpe en Henri Bonte te
Koewacht.
De benoemden lieten zich hunne ver
kiezing welgevallen.
De vereeniging, opgericht in 1891,
die uitsluitend onderling werkt, begon
nen zonder kapitaal, heeft aan hare
deelgenooten reeds ruim tachtig duizend
gulden voor schadevergoeding uitge
keerd
van 1891 tot 1913 58716,61.
in 1913 21824,71.
Totaal 80541,32.
Zy bezit thans nog ongeveer 32000.
Bovenstaande cijfers spreken vol
doende voor het nuttige dezer Maat
schappij. Meerdere deelneming, waar
toe het laag entréegeld (slechts viei en
veertig cents per gemet in de afdeeling
„Nieuw Kapitaal" art. 25 rgt) eene
welkome gelegenheid biedt, blijft niet
temin gewenscht, omdat bij vermeer
dering van deelgenooten het kapitaal
aanzienlijk grooter wordt en de draag
kracht der Maatschappij vermeerdert.
Het Bestuur,
K. J. A. G. COLLOT d'ESCURY,
Voorzitter.
FRANQOIS VAN WAESBERGHE,
Secretaris Penningmeester.
AXEL, 3 April 1914.
Op de Woensdag te Koewacht ge
houden jaarmarkt waren aangevoerd
22 paarden, 53 stuks hoornvee, 12
geiten en 37 varkens.
Verschillende premies werden uitge
keerd. De handel was niet erg levendig,
flinke pryzen werden dan ook niet be
steed. Cr*-
In de week van 25 tot en met
31 Maart kwamen ter kennis van den
centralen gezondheidsraad 1 geval van
roodvonk te Hoek en te Ossenisse, 3
gevallen van diphteritis te Goes en 1
geval dier ziekte te Tbolen.
M. Crt.
PREDIKBEURTEN TE AXEL
Zondag 5 April 1914.
Ned. Herv. Kerk.
Voorm. 9Vi are Ds. J. B. T. Hugenholtz.
Nam. 2 ure Ds. J. B. T. Hugenholtz.
Bev. nieuwe Lidmaten.
Gereformeerde Kerk.
Gebouw Kerkdreef.
Voorm. 9 ure Ds. J. H. Lammertsma.
Nam. 2 ure Ds. Chr. Bruins.
Gebouw Stationstraat.
Voorm. 9 ure Ds. Chr. Bruins.
Nam. 2 ure Ds. J. H. Lammertsma.
Gereformeerde Gemeente.
Voorm. 9 ure Leeskerk.
Nam. 2 ure Leeskerk.
Arrond. Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 3 April 1914.
A. G., 32 j., bootwerker te Terneuzen,
is wegens diefstal veroord. tot j 10 of
10 dagen hechtenis.
J. C. d. R., 45 j., werkster te Ter-
neuzen, is wegens alsvoren veroord.
tot 14 dagen gevangenisstraf.
C. v. D., 45 j., jager te Stekene (B.),
is wegens overtreding der Jachtwet
(gepleegd te St. Jansteen) veroord. tot
10 of 4 dagen hechtenis, met ver
nietiging van het vonnis van den kanton
rechter te Hulst.
B. K., 27 j., landbouwer te Terneuzen
(Triniteit), beklaagd van het veroor
zaken van lichamelijk letsel, is vrij
gesproken.
H. A. D., 19 jaren, arbeider te Koe
wacht, beklaagd van mishandeling van
zijn vader, is vrijgesproken.
De brand te Almelo.
Het staat nu vast, dat er bij den brand
die de stoomspinnerij te Almelo heeft
verwoest, vijf menschen zyn omgekomen.
De namen der slachtoffers zijn: W. ter
Stal, 51 jaar, gehuwd P. Brummer, 21
jaar, gehuwd B. Schollink. een jongen
van 15 jaar J. Egbertsen, 29 jaar wed uw
naar met 3 kinderen, en H. Voerhuis,
ODgehuwd.
De brand ontstond op de derde verdie
ping en alle pogingen om met extricteurs
het vuur te blusschen bleven vruchteloos.
Zij die op de vierde verdieping werkten
moesten door een ware vu irzee zich een
weg baDen en bekwamen dan ook allen
brandwonden aan gelaat en handen.
Een werkman liet zich langs een touw
naar beneden glijden en schroeide zich
daarbij ernstig de handpalmen.
De heele spinnerij is één ruïne. Een
machine van 700 P. K. in 1913 in gebruik
genomen is niets meer dan een hoop oud
roest.
De fabriek, die op beurspolis was ver
zekerd, is in 1863 gebouwd. Koning
Willem III legde den eersten steen.
Een part. correspondent van het Hbld.
meldt aan zijn blad het volgende omtrent
de ramp
Dinsdagmorgen was, als naar gewoon
te, het werk om halfzeven begonnen.
De wielen snorden, er werdt gepakt
en gesjouwd, totdat plotseling op de
derde verdieping de kreet »brand"
weerklonk. De mannen, die op de
zaal werkzaam waren trachtten in
allerijl het vuur te stuiten men greep
naar snelblusschers, rukte de brandende
lappen katoen weg. Alles te vergeefs.
Met bliksemsnelheid grepen de vlammen
om zich heen, een verstikkenden rook
verspreidende. Op lijfsbehoud bedacht,
bemerkende dat aan blusschen niet te
denken viel, moesten de mannen hun
heil in de vlucht zoeken. Brand
Brand 1 klonk het aan alle kanten, en
alles vluchtte weg van de machines.
Het ging overal goed, behalve op de
vierde verdieping. Daar waren de arme
kerels, als 't ware vóór ze het wisten,
omringd van de vlammen die van om
laag, zijwaarts, overal opkronkelden
begeerig zoekend naar nieuwe prooi.
De meesten slaagden er nog in de trap
te bereikenwel liepen enkelen aan
hoofd en handen deerlijke brandwonden
op, doch hun leven was gered. Alleen
de 5 hierboven genoemden helaas niet
Zóó snel had het vuur om zich heen
gegrepen dat, toen de machinedry ver,
gewaarschuwd om de machine stop te
zetten, van dat machinelokaal naar de
fabriek wilde gaan om te zien wat er
aan de hand was, de vlammen reeds
boven het dak uitsloegen en binnen
enkele minuten was heel het reusach
tige gebouw van vier verdiepingen,
ongeveer 50 bij 100 M. groot, één vlam
menzee.
De brandweer van de fabriek, de
brandweer van de gemeente het was
alles niet meer dan een druppel water
op een gloeiende plaat.
Trouwens, men kon zelfs het water
niet vau boven afin de fabriek brengen.
Alles was reddeloos verloren, met uit
zondering slechts van het voorste ge
deelte van het gebouw, de zoogenaamde
schutskamer, waarin de katoen kapot
geslagen wordt, en de loodsen waar de
balen katoen bewaard worden en de
vrouwen het garen, wanneer het uit
de fabriek komt, aan bundels winden.
Verder is alles één ruïne.
De voorspinnerij gelijkvloers, met
alle bijgebouwen, de droszaal op de
tweede verdieping, niets is er meer
van over. Een kostbare stoommachine
van 700 p. k., eerst het vorige jaar in
gebruik genomen, is niet meer dan een
boop oud roest. En midden in deze
ruïne liggen nog de verkoolde lijken
der slachtoffers. Want men heeft de
fabriek nog niet kunnen binnengaan.
Tot ongeveer 3 uur in den middag
woedde het vuur met hevigheid voort.
Eerst later begon het zichtbaar te ver
minderen.
Vooral in den aanvang, toen de brand
pas uitgebroken was, deden zich schok
kende tooneelen voorvrouwen die om
haar echtgenoot jammerden, kinderen
die luid schreeuwend hun vaaerzochten,
moeders die haar dochters riepen.
Sommigen moesten bewusteloos wegge
dragen worden.
De meesten konden even later gerust
gesteld worden, maar inmiddels werd
bekend, welke slachtoffers deze ramp
had geëischt. En alom heerschte diepe
verslagenheid.
De burgemeester van Almelo heeft
een telegram van H. M. de Koningin
ontvangen, waarin M. verklaart, ten
zeerste getroffen te zijn door de be
richten betreffende het omkomen van
vijf arbeiders bij den brand der katoen
spinnerij Twente. H. M. verzoekt den
burgemeester aan de nagelaten betrek
kingen der slachtoffers de betuiging
van Haar oprechte deelneming over te
brengen.
De justitie, die, naar de N. R. Crt.
meldt, op het terrein van den brand
aanwezig was, beeft daar ter plaatse
in beslag genomen de gevonden ver
brande overblijfselen van de 5 vermiste
personen, en deze doen vervoeren naar
het ziekenhuis ter onderzoek.
Op het terrein was ook aanwezig
graaf van Rechteren Limburg Almelo,
commissaris der Koningin in Overysel.
111110?*' Burgemeester en Wethou-
ders van AXEL, maken be
kend, dat van de geldleening, groot
is uitgeloot No. 8.
Axel, den 1 April 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
L. J. DEN HOLLANDER.
De Secretaris,
J. A. VAN VESSEM.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente AXEL, brengen ter kennis
van belanghebbenden, dat te beginnen
op 13 April 1914, van wege de ge
meente eeno
zal worden gehouden van de
Axel, den 2 April 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
L. J. DEN HOLLANDER.
De Secretaris,
J. A. VAN VESSEM.
Voor de betoonde deelne-
ming by het overlijden van
onzen veelgeliefden Zoon, Broeder en
Behuwdbroeder, de heer
Marinus Lambertus van Vessem,
betuigen wij onzen lrarteiyken dank.
T. C. LEIJSENN A AR,
Wed. M. J. van Vessem.
Pa. Ca. VAN VESSEM.
n A. J. VAN VESSEM.
Ouddorp. p A VAN VESSEM—
Birkenfeld.
J. A. VAN VESSEM.
P. H. VAN VESSEM—
Minjon.
Axel, 3 April 1914.
De ondergeteekende is voornemens
namens zyn principaal, op Zaterdag 11
April 1914, des namiddags ten 6 ure,
ten huize van dhr. A. van Puijvelde,
café „Den dubbelen Arend" te Axel,
aan te besteden, in twee perceelen
Bestek en teekening liggen van af
heden ter inzage in voornoemd café.
Axel, 3 April 1914.
De Bouwkundige,
C. VAN DEN BROEKE.