No. 72.
29Ja
Vain Bouten's
Zaterdag 13 December 1913.
De dochter van dsn Spion.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
FEUILLETON.
AXEL
COUllANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AÜVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
alken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franeo ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
FRANKRIJK.
De Fransche Kabinetscrisis is opgelost.
In de plaats van Louis Barthou en
zijn medewerkers treedt een ministerie-
Doumergue, dat aldus is samengesteld
Doumergue, ministerpresident en
Buitenl. Zaken René Renoult, Binnenl.
Zaken Bienvenu-Martin, Justitie Cail-
laux, Financiën Meunier, Arbeid Nou-
lens, Oorlog; Monis, Marine; Viviani,
Onderwijs Malvy, Openb. Werken
Fernand David, HandelReynauld,
LandbouwLebrun, Koloniën. Péret
wordt onderminister van Binn. Zaken,
Maginot van Oorlog, Ajam van Koop
handel, die van Financiën vervalt, die
van Schoone Kunsten Abel Ferry of
Jacquier.
Doumergue heeft zich er door de
oorlogsverklaring der conservatieve pers
niet van af laten brengen om zijn be
moeiingen tot samenstelling van een
ministerie voort te zetten. Dank zij die
yastberadenheid is hy ook geslaagd.
Het thans gepresenteerde Kabinet is
geprononceerd radicaal. Slechts twee
leden, de ministers van koloniën en
landbouw, behooren tot de democratische
linkerzijde en naast hen de minister
van Ouderwijs tot de groep der onaf
hankelijke socialisten.
Wat het program der nieuwe Reg.
aangaat, valt wel te voorspellen, dat
het in hoofdzaak die punten van het
program der radicale partij zal bevatten,
welke nog vóór de Mei verkiezingen
ernstig in behandeling genomen kunnen
Roman ran E. von WaldZbdwitz.
Nadruk verboden.)
Daar »Almachtige God, spaar hem
klonk het van Zorka's bevende lippen.
Hij zonk in elkaarvan boven af, uit
Stefan's buks, vond eeo kogel zijn weg
tot den jongen officier; zijn aangezicht
werd met bloed overdekt. Nog eenmaal
spande hij al zijne krachten in, maar de
iwakte overmeesterde hem, hij viel naast
zijn verwonde strijdgenooten. Nevens
Zorka knielde Jusu, hij haalde kruit en
lood aan, hy laadde de moordgeweren,
een schampschot sieide reeds zijne wan
gen, maar hij gaf geen acht op de daar
door veroorzaakte pijnmet den blik
onafgebroken op de jonge vrouw gericht,
zag hij tot haar op als tot een heilige.
Plotseling was het hem zonderling te
moede geworden, haar tooverachtig beeld
dad in zijn knapenhart den jongeling
gewekt. Hij beminde gloeiend, onstuimig,
zonder dat hij een vermoeden had wat
liefde was. De soldaten stormden voor
waarts, de opstandelingen weken, aan
Zurka gelukte het, door op den grond te
'allen en zich den schijn te geven alsof
dood was, in het leven te blijven.
Jubu viel over haar, niemand gaf acht
s&ccoc&v isv-c x^
worden. Caillaux zal zich als minister
van financiën een onderzoek van den
algemeenen toestand voorbehouden en
het leeningsontwerp van Barthou eerst
opnemen wanneer hij het onvermijdelijk
acht. In den Senaat zal het nieuwe
Kabinet inzonderheid voor de eigen aan
gifte der belastingplichtigen en voor de
onderwerping der Fransche staatsrente
aan de inkomstenbelasting ijveren. Men
kan dus reeds thans voorzien, dat de Reg.
haar voornaamsten stryd om het bestaan
in den Senaat zal hebben te voeren.
op deD knaap Alles werd stil, van verre
krijgsgedruiseh, Zorka hief het hoofd op,
Jusu juichte, met een sprong was de
jonge vrouw over den steenen muur, in
't volgend oogenblik knielde zij naast den
bewusteloozen officier, met hare handen
trachtte zij den vliedenden levensadem
vast te houden, vast duwde zij de hand
op de gapende wonde.
»Help mij, Jusu, bij de ziel uwer
moeder, help mij, knaap
Jusu bood hulp. Frans sloeg de oogen
op, hij zag de jonge vrouw droomend
aan, de leveusteekeneu verdwenen op
nieuw.
>Pak aan, knaap, ik smeek je!«
Iedeie minuut was kostbaar. Zij wist
wel dat de beestachtige vrouwen konden
komen, om de verwonden ellendig uit
te schudden, voor hare klauwen zou zij
hem daa niet meer kunnen behoedeu.
»Voorwaarts, Jusu, voorwaarts
Jusü gehoorzaamde zwijgend, als 't
ware spelender wijze droegen zij het
zware lichaam uit den hollen weg.
Waarheen Jusu, waar is hij zeker?*
VerderVoorwaarts, steeds voor
waarts zeide hij.
Zwijgend, met den doodsangst in het
hart, droeg Zorka met den knaap den
officier uit de pas, zij sloegen daarna
links af en bestegen een berg daar deed
zich een sombere kloof zien, die als
't ware onoverwinlijk scheen. Jususchafte
raadals eeu rat verdween hij iu het
De kiesrechthervorming zal zij, voor
zoover haar betreft, laten rusten. En
met redenwant in het nieuwe minis
terie zitten eenige der meest besliste
tegenstanders der evenredige vertegen
woordiging. Inzake den driejarigen
diensttijd zal zij zich op het standpunt
stellen, dat de wet nu eenmaal bestaat
en dat inzonderheid in het grensgebied
het leger op de sterkte moet wot den
gehouden, welke de nieuwe legerwet
noodig heeft verklaard.
Avp.
gatvan daar uit voerde een thans droge
bedding naar de diepte.
»Daar beneden!* riep hij.
Hessenstein sloeg de oogen op, hij
zuchtte diep Zorka klonk dit als een
dankgebed in de ooren thans voelde zij
een lichten druk der handen, spoedig
nog een tweeden, die haar omtrent de
eerste zekerheid verschafte. Doch niet
alleen haar hand werd de beweging
gewaar, iedere zenuw vau haar hart
trilde.
»Hier, laat ons eerst rusten,* zeide
Jusu eindelijk, en dit zeggende liet hij,
geholpen door Zorka, den gewonde zacht
op deD grond zakken. Beiden hadden
zakken met spijzen, flesschen met azijn
en water bij zich men wascllte de hoofd
wonde, verbond die met een doek der
jouge vrouw eu goot deu gewonde bran
dewijn indaarna werd de wandeling
voortgezet en na verloop van twee uren
was Hessenstein, met zijne redders, vol
komen zekerde holte, die hen opnam,
was Jusu bekend, behoedde hen voor
ontdekking. Spoedig was een soort van
leger voor den smartelijk steunenden
gewonde gereed gemaakt en een tweede
verfrisschend verband aangelegd, dat Hes
senstein zichtbaar goed deed nog een
maal loosde hij een diepen zucht, daarna
viel hij in een zachten sluimer en ook
Zorka werd door den slaap overmand
Jusu zat aan hare voeten en keek, als
't ware van liefde dronkeD, uaar de
De Fransche Luchtvaartvereeniging
had tot- de verschillende groote spoor
weg-maatschappijen het verzoek gericht,
om op kosten dër vereeniging op de
daken der stations in zeer groote-letters
de namen der plaatsen aan te geven,
teneinde de luchtvaarders in de gelegen
heid testellen zich te kupnen, oriënteeren
en verkenningslandingen te vermMen.
De minister Van oorlog heeft ver
boden aan dit verzoek te voldoen, ómdat
in oorlogstijd de vijandelijke vliegers
in de namen op de stationsoverkap
pingen te duidelijk aanwijzingen zouden
vinden. N. R. Crt.
RUSLAND.
In Fergana (Russisch Toerkestan)
wonen Boekkarische Joden. Zij hebben
er den vooruitgang gebracht en ver
tegenwoordigen er de beschaving. Zoo
hebben zij er de katoennijverheid in
het leven geroepen en tot bloei gebracht.
Tot loon daarvoor worden zij nu het
land uitgedreven. De maatregel, dien
de Senaat tegen hen heeft genomen,
komt daar tenminste vrijwel op neer
deze heeft toch bepaald, dat de Boek
karische Joden iD Fergana voórtaan
niet meer als Russische onderdanen
zullen worden beschouwd, en het gevolg
daarvan is, dat zij allen het Russische
gebied zullen verlaten.
Aanleiding tót dien barbaarschén
maatregel is een klacht van de niet-
Joodsche bevolking, d'at zij niét tegén
de Boekkarische Joden op kan, omdat
dezen door middelen, hun ras eigen,
baar de concurrentie onmogelijk maakt.
In een antisemitisch blhd zou een
dochter vau Stojan Karovachewitch.
De aftocht der iusurgenten was in vollen
gang, de jagers moesten, wilden zij het
zoo duur en met zooveel bloed gekochte
voordeel niet verliezen, aan de vervolging
der vijanden denken, zonder zich, vooraf
om hunne dooden en gewonden te kunnen
bekommeren. De duivels in vrouwenge
stalten hadden zich over de ongelukkige^
reeds op hare wijze erbarmd, zij roofden
betgeen nog te rooven viel, ontkleedden
de nog warme lichamen, waarop zich
deze onmenschen als roofdieren wierpeu.
Ook Stefan Karovachewitch woelde onder
de dooden en schudde die uit, geen aan
gezicht keek hem aau, 't welk op dat van
zyn doodsvijand geleek.
»De kogel trof, ik zag hem vallen!*
krijschte hij, Weg is hij, weg O Stojan,
o geest mijns vaders, gij zult eèuwig
toornig op mij zijn, ik heb mi|n heiligen
eed gebrokeu, heden zou, heden moëst
hij sterven 1*
Opnieuw draaide hij de lijken om,
weder stootte hij een stervende dan hier,
dan daaraan. Hesseustein de aanvoerder
van den troep, was niet te vinden.
»Waar is hij Vrouwen hebt ge hem
niet gevonden
Zijn vraag bleef onbeantwoord. Eenige
jagers vertoonden zich, de vrou w :n stoven
in de richting van alle winden, Stefan
stond alleen ouder de gevallenen.
{Wordt vervolgd.)