Yo. 67.
Zaterdag 22 Novem 1913.
29e Jaurg.
ochtend een kop
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Binnenland.
FEUILLETON.
Do doohtsr van dsn Spion.
COURANT.
D>t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot A regels 35 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
TWEEDE KAMER.
Dinsdag zette de heer Rutgers zijn
,dde voort en verdedigde nader de
vorige Regeering tegen het verwyt, dat
gj een verkeerde schoolpolitiek heeft
gevolgd. Verder verdedigde hij de van
vele zijden gewraakte onder wijsregeling
-p Soemba.
Spreker hield vol dat de „Sarekat
Islam" niet is beïnvloed door de politiek
der vorige Regeering en vroeg over
legging van het geheime dossier be
treffende de oprichting der S. I.
Ten slotte hield hij beschouwingen
over de verhouding van den Gouver
neur-Generaal tot den Minister en vroeg
dezen laatste of de geruchten juist zyn
dat den Gouverneur-Generaal een andere
gedragslijn is opgelegd en overlegging
van de gewisselde telegrammen nopens
het al dan niet aanblijven van den heer
Idenburg.
De heer De Savornin Lohman be
toogde tegenover hetgeen omtrent de
verhoudingen van den Gouverneur-
Generaal en den Min. van Koloniën
gezegd is, dat niet vol te houden is
dat de G. G. eenvoudig een ambtenaar
is, zonder eigen verantwoordelijkheid,
die slechts de bevelen heeft uit te
voeren, welke het departement van
Koloniën hem geeft.
Spr. legde er den nadruk op, dat
men mannen als de vorige minister van
Koloniën, De Waal Malefijt, en' den
Gouverneur-Generaal, Idenburg, niet
mag beoordeel en naar hun persoonlijke
Roman van E. von WaldZedwitz.
Nadruk verboden.)
67)
Baron Similoff was op het standpunt
gekomen, waarheen zij hem met zekere
hand gevoerd had, doch nog achtte zij
den tijd nietv gekomen hem gelijk te
geven.
»Ik hoop, dat mijne toestemming u iets
waard zal zijn, baron zeide zij lieftallig.
De heer Similoff maakte een stomme
buiging. »Nu, dan heeft het plan mijn
volkomen instemming, baron Similoff,
indien voor uwe voor onze dochter
een tehuis gevonden wordt, waarheen zij
zich zelve getrokken voelt. Bedenk, zij
een jong, lief, onschuldig meisje.
In gedachten verzonken sloeg zij de oogen
neder.
»Natuurlijk, natuurlijk U antwoordde
de baron eenigszins verstoordeindelijk,
na een lange pauze, gedurende welke
Alice zeer nauwkeurig zijn gebarenspel
waarnam, vervolgde hij »ik weet geen
beter onderkomen voor haar, dan bij
mevrouw Hessenstein, zij bemint die
mevrouw als eene moeder en de oude
dame beantwoordt dat gevoel ten harte
lijkste Alice wat denkt ge daarvan?*
Beschaamd zag zij thans naar hem op.
zienswijzen in zake Zending en Christen
dom, maar naar hetgeen zij doen als
regeeringspersonen. En als zoodanig
is hun niets te verwijten nopens het
opdringen van kerstening.
Spr. hield daarna beschouwingen over
de onderwijs-politiek en eischte daarbij,
dat den inlander de vrije keuze worde
gelaten tusschen de gouvernements- en
de christelijke scholen.
Spr. hield ten slotte vol, dat het
vorige Kabinet in niets is afgeweken
in Indië van beginselen, ook door vorige
liberale Kabinetten gehuldigd en dat de
actie tegen het Kabinet gevoerd alleen
hieruit voortsproot, dat men een z.g
„fijne" niet wil zien op den troon te
Buitenzorg.
Na de pauze kwam de minister van
Koloniën aan 't woord. Hij betoogde
tegenover den aanval van den heer
Van Veen op 's Minister's persoon, dat
spreker geen plaats in het nieuwe Vry-
zinnige Kabinet kreeg als Concentratie-
candidaat, want het Kabinet stond, door
zijn extra-parlementair karakter, geheel
buiten de Concentratie.
Zich verder verdedigende tegenover
de grieven, geuit tegen sprekers rede
voeringen in den verkiezingsstrijd, doet
►U weet alle bedenkingen inderdaad
meesterlijk tei zijde te stellen 1*
»Alice, Alice, tot wederziens Die
woorden werden door den baron als
't ware jubelend uitgebracht.
l5e baron nam zijn hoedde reeds
bejaarde man scheen een jongeling ge
worden te zijn, snel verliet hij de kamer
en begaf zich dadelijk naar mevrouw
Hessenstein, miss Harley in den aller-
besten luim achterlatende. Zonder dat
zij zelve een bepaald voorstel gedaan
had, was de heer von Similoff juist op
de gedachte gekomen, die haar als de
beste voorkwam. Marie Esther zou uit
het huis verwijderd worden, een toenade
ring tusschen haar en den zoon van
mevrouw Hessenstein werd op die wijze
het meest zeker bereikt, het misverstand
dat alsnu nog bestond werd op deze
wijze het spoedigst terzijdegesteld. Zij
was opgestaan en ging met als 't ware
zegevierende schreden de kamer op en
neer Zij had haar doel bereiktspoedig
zou zij baronesse von Similoff, haar wan
kelende toekomst verzekerd zijn. Geen
oogenblik zou zij, al ware ook de dochter
van den baron iu huis gebleven, ernstig
geweigerd hebben de gade van den heer
von Similoff te worden, maar in ieder
geval was het toch aangenamer wanneer
Marie Esther elders een te huis bezorgd
werd. Plotseling bleef zij staan, een
gedachte scheen haar te pijnigen.
»En Stefan Karovaohewitch Zy liet
zich op een stoel valleu en leunde, in
gedachten verzonken, met de hand op
het hoofd. De kleur harer wangen ver
bleekte een weinig, haar lichaam trilde.
»Ik beu te ver gegaan, veel te ver!
Maar moe3t ik mij toenmaals, op mijne
gevaarlijke expeditie, niet verzekeren van
eene kracht, waarop ik onbepaald ver
trouwen en mij verlaten kon Wat niet
ieder uur mijns levens, waren niet de
meest gewichtige brieven, het geld, de
papieren in gevaar? Waardoor had ik
mij een beteren beschermer kunnen ver
schaffen, dan door Stefan's vurige liefde
Hoe weinig vrees Alice ook koesterde,
altyd vervulde haar toch de gedachte
Stefan Korovachewitch te ontmoeten, als
zij eenmaal de echtgenoote van Similoff
zou zijn, met angst. Neen, dat kon, dat
mocht niet gebeuren. Duidelijk stond hij
voor haar, zij zag van toorn de aderen
in zijn voorhoofd zwellen, zij zag het
sombere wraakvuur zijne# oogen, zij
bespeurde duidelijk hoe zijn hand naar
den dolk greep.
»Neen, neen, dat mag niet zoo wezen,
ik zou een kind des dood6 zijn* Lan
gen tijd spande zij hare gedachten in
een vrouw als Alice pleegt dit niet ver-
geefsch te doen. »Nu, ik ben er, zoo en
niet anders moet het komen. Ik zal er
voor zorgen, dat mijn verloofde hetzelfde
doet.* Kalm plaatste zij zich voor haar
schrijftafelin een lang bericht zette zij
de opperste leiding van den opstand uiteen
hij uitkomen dat hij wèl de politiek der
Indische Regeering, maar nooit de per
soon van den tegenwoordigen Gouver
neur Generaal in het debat betrokken
heeft. De Minister aanvaardt overigens
ten volle de verantwoordelijkheid voor
zijn woorden en dadeü van toen.
Spr. betoogde dat de geheele beschul
diging van den heer Van Veen slechts
berustte op persuitingen. Verder be
treurde hij ten zeerste dat de heer Van
Veen hem, Minister, gemaakt heeft tot
beklaagde zonder hem zelfs het recht
van hoor en wederhoor te schenken.
Wil de heer Van Veen dat de minister
hem zijn achting als mensch en rechter
zal kunnen blyven schenken, dan zal
hij anders tegenover den minister moeten
handelen.
Na een interruptie van dhr. Van Veen
ging de minister voort en zette uiteen,
waarom naar zyn overtuiging de Öouv.-
Generaal Idenburg kon aanblyven.
Hierna behandelde spr. zeer uitvoerig
de geestelijke stroomingen in de laatste
jaren in den Archipel en voornamelijk
op Java merkbaar geworden. Al dadelijk
verklaarde de minister geen gevolg te
kunnen geven aan den aandrang tot
overlegging van de geheime dossiers
en andere rapporten inzake de Sarekat
Islam, om vervolgens ontstaan, streven
en werkzaamheid dier partij in détails
te schetsen. Nagaande de invloeden
welke hebben bijgedragen tot machts
ontwikkeling van de partij, wees spr.
op het verkeerde van de minachtende
uitlatingen welke men ook in deze Kamer
wel eens heeft laten hooren ten opzichte
van den Islam. Dit werkt zeer verkeerd
en beweerde dat het thans geboden scheen
de spionnen terug te trekken, daar de
opstand goed in gang was, hunne werk
zaamheid dus voorloopig als geëindigd
kon worden beschouwd en hare veiligheid
en hare veiligheid en dien van den baron
inderdaad gevaar liep. »Men zal het
beweerde inzien eu ons toestemmen te
vertrekken,* zeide zij, tevreden gesteld na
den briet nog eenmaal te hebben gelezen.
Alice had met schrijven opgehouden,
zij zat alleen onder het zeil van het bal
kon en overlegde hoe zij haren toekom-
stigen echtgenoot voor het plan, om thans
de Bocche te verlaten, zou winnen hij van
zijn kant moest dezelfde eischen stellen.
»Een huwelijksreisje levert een ge
schikt voorwendsel op. Zeuden de werk
zaamheden van den baron dit toelaten;?
Waarom niet Het is thans alleen daarom
te doen, in tijd vau nood, geld tot onder
stand te zenden en dat kan ook van uit
het buitenland geschieden,* aldus dacht
Alice. Af en toe kwam tusschen deze
gedachten opnieuw de dreigende wraak-
gestalte van Stefan voor haren geestzelf
thans kon zij slechts met een geheimen
angst, die haar vreemd voorkwam, aan
den schoonen, jongen Crivoscianer den
ken daarbij moest zij erkennen, dat of
schoon hij verre beneden haar stond,
haar hart toch niet geheel vrij van
ieder gevoel voor hem gebleven wask
Wordt vervolgd.)