\o. 417.
Zaterdag 13 September 1913.
*29e *iaarg.
I*
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
e.
F. DIELEMAX.
Buitenland.
FEU ILLET O N.
De dochter van dsn Spion.
Binnenland.
ie.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en VrUdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
Nog geen ongeluk met de door het
uodlot vervolgde Zeppelins heelt, als
[en de bladen gelooven mag, in Duitsch-
land zulk een diepen indruk gemaakt
lis het vergaan vau het marine lucht-
ichip L. I. In de eerste plaats is het
iet eerste ongeluk van dien aard, waar
bij menschenlevens te betreuren ziju:
wd de 20 man aan boord zijn er maar
ïd. Maar verder had men op de
■ppJin-kruisers als hulpwapen voor
jé vloot groote verwachtingen gebouwd.
Iet een goed geoefend eu sterk lucht
eskader hoopt men de Duitsche zee-
:ht op geduchte wijze te versterken
|MI haar een grooteu voorsprong, bij
SDdere vlooten vergeleken, te verschaf
fen. Maar nu is al dadelyk weer ge
ileken, hoe broos het nieuwe aanvals-
verkenningsluchtschip ook boven
see is. De eerste berichten weten het
tngeluk aan een plotseling opstekenden
norm, maar uit de latere telegrammen,
krijgt men den indruk dat die storm
liet de rechtstreeksche oorzaak van het
mgeluk is geweestgasverlies eerst bij
tea tocht op groote hoogte om den wind
te ontvlieden, daarna inkrimping van
bet gas ten gevolge van daling van de
temperatuur van de lucht, hadden het
draagvermogen zoodanig verminderd,
dat het schip naar beneden gedrukt
werd en in zee viel.
Het vergane luchtschip was op 17
October 1912 door den rijksminister van
marine in eigen persoon overgenomen,
nadat het voordien verschillende proef
tochten ook boven de Noord- en Oostzee
gedaan had. Het werd in de loods
Puhlsbüttel bij Hamburg gestationeerd.
De L I was er op gebouwd, om lang
in de lucht te kunnen blyven en een
groote snelheid te ontwikkelen. Zij was
wat hare afmetingen betrof, de grootste
Zeppelin, die totdusver dienst deed
160 bij 15 M. In het hulsel waren 18
gascellen aangebracht, drie motoren van
170 P.K. elk moesten het schip in staat
stellen, ook tegen sterkeu tegenwind op
te varen. De twee schuitjes waren
door een gang verbonden, waarin een
verblijf voor officieren en manschappen
was ingericht. Van elk schuitje liep
een koker naar een plat bovenop, waar
men een vrij uitzicht over zee eu uaar
boven toe had. Een zoeklicht van
40,000 kaarsen, dat 1500 M. ver de zee
bestraalde, stelde de L I in staat, ook
's nachts op aanval en verkenning uit
te gaan.
Van Hamburg uit had het luchtschip
tal van oefentochten gedaan. O. a. heeft
het in den nacht van 8 op 9 Juli v"an
Johannisthal uit by storm een moeielijku
reis volbracht; dank zij zijn sterkeu
bouw, kon het toen na een tocht van
8 uur onbeschadigd landen.
Op 18 zeemijlen ten N.W. van Helgo
land, waar het deel nam aan de groote
manoeuvres van de vloot, is het, na
den heeleu dag bij vrij goed weer in
de lucht te hebben gekruist, nu Dinsdag
avond gebleven.
In enkele weken zal de Duitsche
marine al weer een nieuwen lucht-
kruiser hebben, de LII. Zij heeft meer
jloman van E. von WaldZedwitz.
(Nadruk verboden
Het gezelschap hield een oogenblik stil,
daar Marie Esther op een scherpen steen
getrapt en zich een weinig aan haar voet
bezeerd had. Frans wendde zich tot
Hiss Harley.
»Ik bewonder uwe onverschrokkenheid
Miss. Freule von Similoff vertelt mij
daar juist, dat u iu de kleederdracht der
Crivosciërs het bergland hebt doortrokken.
D moet belangwekkende studiën gemaakt
hebben.»
Alice kon hare verbazing niet geheel
rerbergenbaron Similoff wierp zijne
dochter een verwijtenden blik toe, en het
meisje, hoewel de eigenlijke beweeg
redenen er van niet kennende, bloosde
niettemin.
Hessensteiu bemerkte, dat hij een punt
bad ter sprake gebracht, dat beter onaan
geroerd was gebleven, maar miss Harley
was slim genoeg om schertsenden losweg
bare avonturen in die sagen rijke streken
I te verhalen. Een eind weegs gingen beide
paren te zamen, totdat baron Similoff
met miss Harley, en Frans met Marie
Esther, oogenschijnlijk toevallig, weer bij
«lkaar waren.
ruimte voor gas en dientengevolge een
grooter draagvermogen. De motoren
zijn ook veel sterker en ontwikkelen
met hun drieën 900 P.K.
In een korte beschouwing over het
ongeluk schrijft de Köln. Ztg.„Zee-
mansdoodHij wacht nu ook den
luchtvaarder, sedert het jongste wapen
zich ook op zee heeft ontwikkeld en
heeft moeten ontwikkelen. Het is een
stille, hardnekkige worsteling tusschen
de naties eu in den boezem van de
naties met de weerspannige elementen,
om de heerschappij in de lucht te ves
tigen eu ook de wijde zee aan haar te
onderwerpen. Gruwelijk ernstig zal de
strijd van de toekomst zijn, de dood zal
rijkelijk oogsten te water, te land en in
de lucht. Daarom komt het er op aan,
het wapen te smeden, dat in dien strijd
mee moet vechten. De heerschappij
ter zee zal voortaan niet alleen van de
oorlogsvloot afhangen, een beslissend
woord zal de zeeluchtvloot meespreken.
„Nog is men niet aan het doel. Nog
staan de volken die den toon aangeven,
pas aan het begin, maar de ontwikkeling
is niet tegen te houden en zij verlangt
dat men zich geheel geeft, dat men goed
en bloed in de weegschaal stelt, niet
minder dan bij eiken anderen dieDSt
onder het vaandel Er kan geen
twijfel bestaan, voor welk hoog doel de
mannen die met de L I gebleven zijn,
hun leven gelaten hebben.
Zij zijn den zeemans en soldaten-
doo4 gestorven, bij de vervulling van
hun plicht. Eere zij hun nagedach
tenis P
N.R.Crt.
»Ik geloof, dat ik beter had gedaan
deze reis niet op het chapitre te brengen
het scheen der jonge dame en ook uw
vader niet zeer aangenaam te zijn het
zou mij spijteD, als er voor u onaange
naamheden uit zouden voortvloeien.»
Voor mij? Ik hoop, dat mi3s Harley
o-een reden heeft om deze reis geheim
te houden.»
Frans was stil geworden, ook kwam
by hem de gedachte op, dat mijnheer
Similoff toch tot de Russen behoorde,
voor wie de Regeering gewaarschuwd
had, dat misschien ook miss Harley een
van die vrouwen was, op wie in het
ontvangen schrijven bijzonder de aandacht
was gevestigd. Deze reis kwam hem
verdacht voor, Dog meer de in 'toog
vallende verlegenheid van Alice én de
bestraffende blik van den baron; ook
het verzoek om de Vesting te mogen
bezichtigen had iets vreemds. Hoe pijn
lijk dit alles hem ook was, zoo had hij
toch wel kunnen jubelen, want dearge-
looze wijze waarop Marie Esther van
deze reis gesprokeD had, gaf hem de
zekere overtuiging, dat zij zelve geheel
onschuldig was.
»Laten wij een weinig aanstappen
fluisterde Alice den baron toe. Toen zij
buiten het gehoor van het jeugdige paar
waren, ging zij voort: De onvoorzichtig
heid van freule Marie Esther zou ons
in zeer ernstige ongelegen heden kunnen
brengen.»
Koninklijk bezoek aan Amsterdam.
Dinsdagochtend ten 11.42 u. zijn de
Koningin en de Prins met Prinses Juliana
en gevolg per Holl. Spoor naar Amster
dam vertrokken voor het jaarlijksch
bezoek aan de hoofdstad.
Eene groote menigte wachtte de komst
der Koninklijke familie af. De stad is
in feestdos.
Op het perron was de burgemeester
ter ontvangst aanwezig. Even voor den
vastgesteldeu tijd donderden de saluut
schoten van het aan de grens der stad
opgestelde geschut, ten teeken dat de
koninklijke trein in aantocht was. Even
daarna, om 12.36, stoomde de trein,
met den koninklijken standaard voor
op de locomotief, het Centraalstation
binnen.
Vlug stegen H. M. en Z. K. H. uit
het Koninklijk rijtuig, waarna H. M. de
Koningin onmiddellijk op den burge
meester toetrad en hem ter begroeting
de hand drukte. De burgemeester heette
H. M. welkom in de hoofdstad, waarna
ook Prins Hendrik den burgemeester
hartelijk begroette.
Ook Prinses Juliana werd door de
aanwezigen begroet, waarna, nadat de
begroeting van de leden van het gevolg
had plaats gehad, het vorstelijk gezel
schap zich naar de koninklijke wacht
kamer begaf.
Nadat daar eenige oogeblikken was
vertoefd, verlieten de gasten het station
en namen in de gereedstaande hof-
rijtuigen plaats.
>Eo het ergste is,« zeide de heer von
Similoff, »ik weet geen middel, om haar
juist in dezen tijd, nu er natuurlijk veel
menschen bij mij uit en in gaan, die in
staat zijn achterdocht op te wekken, uit
mijn huis te houden.»
Miss Harley hing eenigszins vaster aan
zijn arm.
»Ik zou wel een middel weten,» zeide
zij aarzelend.
Similoff noodigde haar met zijne blik
keu uit verder te spreken.
»Gij moet er eens over denken de
geheime weaschen der jongelieden spoedig
te vervullen.»
#Ik begrijp u niet, miss Harley», her
nam de baron verbaasd.
Alice lachte.
>0, wal zijt gij mannen toch kortzichtig
Hebt u werkelijk nog niet bemerkt welke
verhouding tusschen haar en den luitenant
tod Hessenstein bestaata»
»U schertst, miss Harley, beiden zijn
nog te jong.»
»Oud en mooi genoeg, om tot stervens
foe op elkaar verliefd te worden.»
>Maar welk een onzin, bedenk toch
eens, mijn schoonzoon een keizerlijk
officier, en ik....« Hier aarzelde hij; het
kostte hem blijkbaar moeite het juiste
woord uit te spreken. »Nu ja, waarom
ook niet een Russiche spion. De
positie, het geluk vau mijn schoonzoon
zouden vernield zijü als men mij in de
kaart keek, en natuurlijk zou mijn kind
daar eveneens zwaar onder lijden
Zou zij minder lijden, als gij een aan
zoek om die reden afslaat vroeg Alice
rustig.
Similoff moest haar gelijk geven.
»Maar gelooft u werkelijk, dat zij elkaar
lief hebben
>Ongetwijfeld. Vertrouw op mijn vrou-
wenblik, die in het hart kan zien.»
Zij sloeg daarbij de lange wimpers op
en zag hem met vurige oogen aan, zoodat
het bloed den Rus naar het hoofd vloog.
De wandeling in de war.me lucht had
een frisschen blos op hare wangen ge
maald, geheel haar wezen had iets be-
tooverends, hij trok haar arm vaster tot
zich.
»En hebben de vrouwen dezen scherpen
blik ook waar het haar eigeo zielsaan
gelegenheden geldt, miss Harley?»
Zij sloeg haar oogen neder en wilde
haar arm een weinig losmaken, maar
Similoff liet dit niet toe.
»Ik begrijp niet goed wat u bedoelt,
baron.»
»Niet goed, dan toch wel eenigêzins
moet ik duideliiker spreken
»Onder zulke goede vrienden en bij
zulke gemeenschappelijke belangen is
openhartigheid de voorwaarde. Ik héb
toch |een hekel aan halfheid.»
Zij zag daarbij ter zijde, alsof datgene,
wat zij zou hooren, haar moest beschamen.
QJVorit vervolgd.)