No. 36.
Zaterdag 2 Augustus 1913.
"29" «laai*£.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
F. DIELEMAi\,
Buitenland.
FEUILLETON/
Ds dochter van den Spion.
Binnenland.
COURANT
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
elkeD regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE BALKAN OORLOG.
De Bulgaren offeren in deze laatste
dagen nog honderden menschenlevens
om op de conferentie te Boekarest ten
minste met een enkel succes te kunnen
voor den dag komen. Maar de kans
bljjkt tegen hen. Wel bewijzen de
jongste gevechten, dat zij nog bij machte
zijn hun vyanden heete oogenblikken
te bezorgen.
Berichten uit Athene maken nog
belangwekkende bizonderheden open
baar over het naspel van den slag bij
Simitli.
De Bulgaren waren den 26sten afge
trokken naar Dzjoemaja, maar toen zij
daar versterkingen ontvingen, die van
Tsaribrod naar Kustendil per spoor en
verder te voet waren toegesneld, waag
den zij een hervatting van den strijd.
Het ging vooral om een paar versterkte
hoogten bij Dzjoemaja, die de Bulgaren
in 't begin van den dag bezetten. Drie
maal bestormde een Grieksch regiment
met de bajonet de hoogte 1378. Drie
maal behielden de Bulgaren haar. Maar
ten slotte werden zij toch tot den terug
tocht gedwongen. Dzjoemaja staken zij
bij het heengaan in brand. De Grieken
hadden die plaats 5 of 6 K. M. van
de grens gelegen bij het afzenden
van dit bericht, nog niet bezet, maar
men hield dat voor een kwestie van
enkele uren.
Het departement van oorlog maakt
bekend, dat de Bulgaren, na hun
nederlaag van 26 dezer naar Dzjoemaja
Roman van E. von WaldZedwiïz.
Nadruk verboden.)
42)
igenaardige gedachten kwamen bij
hem op; hij vergeleek zich zelf met die
vallende stukken, die zoo zalig verge
noegd, met vollen, jeugdigen overmoed
m het verderf stortten, niet vermoedende
dal zij in hnn val verbrijzeld zouden
"ordeD, om beneden als stof aan te
komen.
'Indien gij mij ontrouw werd, Camilla
Ik leg u den prijs der liefde vol, onver-
vaUcht aan de voeten. Zoo waar ik
Stefan Karovachewitch heet gaaft gij
mij dit niet. Camilla Camilla
ik mag daaraan niet denken I"
Het mocht een toeval zijn, dat zijn
ibevende hand met den greep der dolk
F" aanraking kwam dit was echter niet
het geval toen hij woest dat wapen uit
tfe schede trok, krampachtig omklemde,
het blanke staal in de lucht heen en
*eer zwaaide, als vocht hy tegen onzicht-
vijanden.
'Voort daarmedeKalm, Stefan, gij
een dwaas! Weg daarmede, reeds
t5®d*chte zou een misdaad zijn
riko hing als een levenlooze massa in
terugtrokken, na versterkingen ontvan
gen te hebben besloten de verloren
stellingen te hernemen. Zij ondernamen
toen aanvallen, die alle werden afge
slagen, waarbij zij groote verliezen
leden, en werden den 27sten difinitief
verslagen. Zondag eindigde een gevecht
op den rechtervleugel onbeslist met
aanzienlijke verliezen aan beide kanten.
De Bulgaren trokken terug, door de
Grieksche artillerie bestookt. Zy staken
Dzjoemaja in brand.
Op den linkervleugel van het Griek
sche leger is een treffen begonnen. De
Bulgaren hebben er een aanzienlijke
strijdmacht verzameld.
De Bulgaarsche vrouwen, vergaderd
op een openluchtbijeenkomst, hebben
een besluit aangenomen, waarbij zij
dezen oorlog, noodzakelijk om het werk
van de bevrijding der Bulgaren in
Macedonië te voltooien, goedkeuren.
Terwijl zij een vurigen groet zonden
aan de onoverwinnelijke Bulgaarsche
soldaten, die de wereld door hun moed
verbazen, doen zij een beroep op de
mogendheden om den inval der Turken
in de tenauwernood bevrijde gewesten
te stuiten en eischen een volledig
herstel van den vrede op den Balkan.
N. Crt.
ENGELAND.
De Times wijst op nog een voordeel
van het gebruik van olie als brandstof
op de vloot. Vroeger en nu nog moeten
Welsche steenkolen over de heele
wereld worden verspreid en opgeslagen
om de oorlogsschepen in de gelegenheid
te stellen, hun ruim weer te vullen.
den zadelplotseling deed zich een
schrille toon hooren en het instrument
ontviel aan zijn hand, de snaren waren
gebroken, de grijsaard viel dood ter aarde.
Jusn schrikte. Stefan kwam naderbij.
Hij zweeg een oogenblik.
Hij en de knaap namen hunne mut
sen af.
»Vader onzer klonk het van hunne
lippentoen het gebéd geëindigd was,
zongen zij een eenvoudigen doodenzang,
namen vervolgens den doode op, legden
hem in een rotskloof en stapelden op het
lijk een groot aantal steenen, in den
vorm eener pyramidedaarmede gereed
zijnde maakten zij#drie kruisen en reden
verder. Jusu weende; dooden had hij
reeds genoeg gezien, ook stervenden,
maar zij waren op het veld van eer
gevallen, een kogel, een dolksteek had
hen doen snev.endat wa3 natuurlijk,
zoo moest ieder eerlijk man eenmaal
8terven, Jusu kon het zich niet anders
denken, maar evenals de oude Piko, die
het steeds zoo goed met hem meende,
die hem nooit sloeg, die het laatste wat
hij bezat met hem deelde, zoo plotseling
te moeten sterven, dat schokte het gemoed
van het natuurkind in de ergste mate.
»Ook eens zoover te zijn Verder
dacht en voelde Stefan niets, toen hij
weer, even stil en onverschillig voor de
buitenwereld, zijn geboorteplaats Ubli
naderde. Het deed hem genoegen, dat
de duisternis hen overviel, zoodat zij de
Maar het ongeluk is dat die steenkool
bij lang bewaren slecht wordt en dan
in de ovens maar weinig beter blijkt
dan de gewoonste soort De olie daaren
tegen wordt beter van het bewaren.
Waarbij nog het groote voordeel komt,
dat de oorlogsschepen de olie in volle
zee kunnen laden, maar het nadeel,
dat, terwijl Wales dat de steenkolen
levert in het Vereenigde Koninkryk
ligt, de olie moet worden ingevoerd.
Men hoopt echter binnenslands nog
oliebronnen te vinden.
N. R. Crt.
Bij Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland is bericht ontvangen dat Dr.
A. Kuyper zijn benoeming tot lid der
Eerste Kamer heeft aangenomen.
De Nederlander zegt uit zeer ver
trouwbare bron te vernemen, dat Dr.
Bos aan H. M. de Koningin ontheffing
heeft gevraagd van de opdracht om
een Kabinet te formeeren uit de ge-
heele linkerzijde.
Bij de Dinsdag gehouden her
stemming voor een lid van de Tweede
Kamer voor het district Amsterdam II
zijn uitgebracht 2747 geldige stemmen.
(Het aantal kiezers is 5041).
Op den heer A. H. Gerhard (s. d. a. p.)
werden uitgebracht 1675 en op den heer
J. R. Snoeck Henkemans (c.-h.) 1072
stemmen, zoodat de heer Gerhard ge
kozen is.
By de herstemming in het district
Amsterdam VI zyn uitgebracht 3791
reis niet verder konden voortzetten, maar
onder den blooten hemel moesten over-
Dachten hy had dus nog een nacht,
om ongestoord aan haar te denken. En
welk een nacht was hetZwart een
zwarte hemel, als een reusachtig gewelf
uit een enkelen zwarten diamant gesne
den, plotseling bezaaid met een heirleger
van railliarden sterren. Iedere ster een
wereld, iedere ster haar oog, iedere straal
haar blik iedere flikkerglans haar
tooverlach. De gansche hemel was zij,
zij alleen Stefan had wel willen juichen,
hij wenschte zich vleugelen, om op te
stijgen in den nachtelijken aether der
weelde. Hoor er rolde weer een
steen naar beneden in de peillooze diepte
ook Stefan viel van zijn zalig» hoogte
naar omlaag, om bijna te vergaan in
kleinmoedigheid, in de ontzettende kwel
ling van den twijfel.
Camilla, als gij mij ontrouw werdt,
als gij het werdtDuizendmaal zeide
hij het, onophoudelijk dacht hij daaraan,
eindelijk sliep hij in, maar de slaap schonk
hem geen rust.
Toen hij ontwaakte waren zijne lede
maten nat van den morgennevel, een
witten rijp bedekte zijn geheele lichaam.
Was het alleen de kilheid van den nacht
die daarop was neergedaald, of was de
ijzige kou, die zijn hart omsloot, tot de
oppervlakte doorgedrongen P
»Op, Jusu, voorwaarts, zadel de
dieren
geldige stemmen. (Het aantal kiezers
is 6048).
Op den heer B. Nierstrasz (v. 1.)
werden .uitgebracht 2274 en op Mr. H.
Verkouteren (c.-h.) 1517 stemmen, zoo
dat gekozen is de heer Nierstrasz.
t Mr. T. M. C. Asser.
Dinsdag is te 's-Gravenhage overleden
de min. van Staat, Mr. T. M. C. Asser,
lid van den Raad van State.
Geboren in 1838 te Amsterdam, pro
moveerde Asser 19 April 1860 tot doctor
in de rechten. Twee jaar te voren had
hy de gouden medaille gekregen voor
zyn verhandeling over het Staatshuis-
houdkundig begrip der waarde. Reeds
in 1862 werd hij hoogleeraar aan het
Amsterdamsche Athenaeum, voor han
delsrecht, later ook burgerlijk recht,
strafrecht en strafvordering.
In 1875 werd hij benoemd tot raad
adviseur bij het dept. van Buitenl.
Zaken. Sinds 1893 was hij lid van den
Raad van State en sinds een tiental
jaren minister van Staat. In 1897 werd
hij lid en voorzitter der Staatscommis
sie voor het internationaal privaatrecht.
Alle bladen wijden kolommen aan de
groote verdiensten van mr. Asser op
internationaal gebied, welke hem vele
ridderordes deden verwerven.
Zes maanden geleden werd mr. Asser
op een vergadering van den raad van
State door een flauwte overvallen, na
dien hield hij zich bij wetenschappelijk
werk in zijn studeerkamer.
Maandag was mr. Asser, na een veer-
tiendaagsch ver blij t tot herstel van
gezondheid <jp Scheveningen in zijn
Jusu begroette met lodderigen blik den
naderenden dag en sloot zijn oogen nog
even, voor hij er toe kon besluiten de
warme schapevacht, die hij van Ptko
had geërfd, af te werpen en op te springen,
om de kluisters van de voorpooten der
paarden los te maken. Spoedig vlamde
er een vroolijk vuur, het ontbijt was
weldra gereed, en daarna vervolgden
beiden even stilzwijgend als gisteren hun
weg. Stefan wendde het hoofd af, toen
hij de eerste hutten van het stadje in
het oog kreeg. Met welke weeldedronken
blikken, met welk een zalig gevoel had
hij juist op deze plek zijn geboorteplaats
weergezien. Zij was toen aan zijne
zijde zij, wie iedere gedachte, iedere
slag van zijn hart gold. De dorre hoog
vlakte had hem toen een rozengaarde toe
geschenen, iedere hut een paleis, immers
een er van zou zij met hare tegenwoor
digheid vereeren. De bljjde hoop had
met haar tooverachtigen, bedrieglijken
schijn de naakte armzaligheid verguld.
Maar nu was het droombeeld verdwenen,
de werkelijkheid kwam helder aan het
licht, zij stond in zoo scherpe tegenstelling
met het verleden, dat zelfs het weinige
schoone van Ubli, de schilderachtige
indruk, dien het nu in het morgenlicht
op iederen toeschouwer moest maken,
Stefan geheel ongevoelig liet. Zij ontbrak
immers, zij
Wordt vervolgd.)