29e Jaarar.
No. 22.
Zaterdag 14 Juni 1913.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. ÜIELEMAN,
Gemeenteraad van Axel.
AXELSCHEII COURANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor Bblgié 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Zitting van 10 Juni 1913.
(Slot).
VII. Schrijven van het bestuur van
den polder Beoosten blij benoorden be
treflende verharden met klinkers van het
voetpad aan den Ouden Weg.
In dezen brief wordt aan het gemeente
bestuur medegedeeld dat de polder in
hare vergadering ran 22 Mei 11. heeft
besloten het voetpad loopende langs de
Beoostenblijsohe straat van af het begin
dier straat in aansluiting met het voetpad
aan den Ouden Weg te verharden met
klinkers, onder voorwaarde dat Uwe
gemeente de helft bijdraagt in dé kosten
van aanleg. De gemeenteopzichter advi
seert hieromtrent om eene rij Doorniksche
kantsteenen aan te brengen langs het
klinkerpad en het pad plm. 10 cM. boven
de bestrating te leggen.
De Voorz. zegt dat het voorstel van
B. W. luidt om de helft in de kosten
toe te staan, doch niet meer dan 135.
Hierna leest de Voorz. de begrooting
voor die door het polderbestuur is ge
maakt, met de volgende cijfers:
Lengte van het voetpad 274 M., breedte
1 M. en 110 stuks steenen per M.3 is
30140 steenen 7 cent 210,98.
274 M.' te bestraten
10 cent per M.3 n 27,40.
Werkloon aan voetpad 20,
Vervoer steen 5,
Zand 5.
Samen 268,38.
Dhr. Wolfert zegt dat het hem vreemd
voorkomt dat voorgesteld wordt aan
Beoostenblij meer te geven dan indertijd
aan den Noordpolder is gegeven, toen het
voetpad over den Ouden weg is gelegd
Dit voetpad heeft over de 800 gekost
en van de gemeente werd slechts 200
in de kosten toegestaan, dus nog niet
eens het vierde gedeelte, terwijl hier de
helft wordt voorgesteld. Daarom zou hij
er voor zijn Beoostenblij op gelijke manier
te behandelen en ook 1/i van de geraamde
kosten te geven.
De Voorz. zegt dat het moeihjk gaat
om voor alle polders eenzelfde bedrag te
bepalen, dat hangt veelal aan verschillende
toestanden af.
Dhr. de Peijter meent dat de menschen
aan den Ouden Weg indertijd meer be
hoefte hadden aan een voetpad dan dat
ze behoefte hebben aan het thans ge-
vraagde voetpad. Aan den Ouden weg
is de hoofdweg een aarden weg, terwijl
hier de hoofdweg bekeid is, waar men
toch altijd over heen kan.
De Voorz. zegt er dezeu winter ook
wel eens te zijn geweest maar het ziet
er daar treurig uit.
Dhr. Smies zou met bet voorstel-Wolfert
mee kunnen gaan, nl. rekening houden
met het bedrag dat aan den polder Noord
is toegestaan en bijv. altijd maar 1/4 te
geven.
De Voorz. zegt dat het moeilijk zal
gaan om een vasten maatstaf aan te
nemen, daar zal blijken dat in 'teene
geval de gemeente er meer belang bij
heeft dan in 't andere, en daarmede moet
toch rekening gehouden worden.
Dhr. de Feijter meent ook dat elk geval
op zich zelf moet worden beschouwd,
maar in deze twee gevallen ziet hij weinig
verschil en zou eene som van 100 ook
genoeg achten.
Dhr. Kruijsse gelooft dat vergelijking
hier niet opgaat, want eerst heeft de
Noordpolder al zijn bouwgrond aan den
Ouden Weg verkocht, en toen het vol
gebouwd was bleek het dat er esn voet
pad hoog noodig was, maar met den
Beoostenblij polder is dat een ander geval
deze heeft in 't geheel geen grond aan
bewoners verkocht. Ook staan aan
dien weg twee weegbruggen en is het
een toegangsweg tot het station. Boven
dien was het polderbestuur van Beoosten
blij in de meening dat ook aan den
Noordpolder indertijd eene subsidie ge
geven was van de helft der te maken
kosten. En wanneir nu de gemeenteraad
niet mocht kunnen besluiten overeen
komstig het schrijven van den polder,
dan zou de zaak moeten uitgesteld worden
tot de volgende Meivergadering en dat
zou niet gewenscht «zijn.
Dhr. de Feijter zegt dat het plaatsen
der paaltjes reeds een groote verbetering
hebben aangebracht, wanneer die er al
lang gestaan hadden zou het nooit zoo'n
vaart geloopen hebben, en wanneer er
een klinkerpad komt en de paaltjes wor
den weggenomen dan helpt het weer niet.
De Voorz. is ook van mee ïing dat èn
paaltjes èn kantsteenen er beslist noodig
zijn.
.Dhr. Wolfert zou willen voorstellen
om 100 subsidie te geven.
Dhr. Kruijsse zou het betreuren dat
ter wille van een 30 het plan nidt zou
kunnen doorgaan.
Dhr. Oggel zegt wanneer door de ge
meente bedongen wordt dat er kant
steenen moetea komen, dat dan de
ramingskosten ook hooger zuilen worden.
Dhr. Van Driel zegt dat de dijkgraaf
gezegd heeft dat ze het pad hooger willen
leggen en er hier en daar een geul onder
steken. Thins is het pad aan den Ouden
weg een blind pad, zoolang dit er niet
komt.
Dhr. de Feijter acht eene bijdrage van
100 voldoende, de polder is toch ook
zoo arm niet»
De Voorz. vreest dat dan het pad er
niet zal komen.
Dhr. de Feijter zegt dat alle polders
wel met dergelijke verzoeken kunnen
komen.
Dhr. Kruijsse zegt dat hiertegen ook
geen bezwaar kan zijn wanneer zoo'n pad
ten dienste komt van de bewoners van
een complex huizen, maar voor een land
weg, waai aan geen huizen staan zou het
onzin zijn om een pad te verharden.
Dhr. de Feijter vraagt als nu de ge
meente maar 100 geven wil eu het
pad wordt niet gelegd aan wien ligt dan
de schuld
Dhr. Oggel zegt dan kan de polder
nog \yel eens een buitengewone vergade
ring beleggen.
Dhr. Kruijsse zegt dat dit al gauw meer
I zou kosten als het klinkerpad leggen,
j Dhr. Oggel acht het pad ook van groot
belang en zou er ook voor zijn om maar
over die 35 heen te stappen.
De Voorz. zegt dat het voor de school-
kinders ook een heele uitkomst zou zijn,
en stemmen we niet toe, dan hebben
we toch weer de kans dat we van het
najaar .weer een verzoek om verbetering
krijgen van de ouders van schoolgaande
kinderen.
Dhr. Kruijsse wijst nog eens op het
belang dat de gemeente er bij heeft,
voornamelijk het complex huizen aan
den Ouden weg. Daarom wordt eene
subsidie aan de gemeente gevraagd.
De bedoeling zit ook bij het polder
bestuur voor om een voetpad van
macadam aan te leggen tot aan den
Zeedijk toe, maar hiervoor zal de polder
niet bij de gemeente om subsidie aan
kloppen.
Dhr. de Feijter vraagt of de gemeente
als onderhoudsplichtige kan worden
aangewezen.
De Voorz. zegt dat de polder het
onderhoud voor hare rekening neemt.
Dhr Dieleman zegt dat er meer
plaatsen in do verschillende polders zijn
waar een complex huizen staan, en
vindt het jammer dat de polder dien
eisch stelt om de helft toe te staan in
de kosten, wanneer hij dat niet deed
was het voor ons gemakkelijker zelf
een bedrag te noemen.
Dhr. Smies vindt den eisch nog al
hoog.
De Voorz. acht het bedrag te klein
om daarvoor terug te schrikken.
Dhr. Wolfert vraagt of het polder
bestuur gemachtigd is om het pad te
leggen, ook als de raad eischt dat er
kantsteenen langs het pad moeten
komen.
Dhr. Kruijsse vindt het vreemd dat
er nu zoo'n oppositie gevoerd wordt
door hen die buiten de gemeente als
't ware wonen. Anders is 't altijd wan
neer er iets binnen de gemeente ver
beterd of gelegd wordtWe moeten
er wel voor betalen en we kunnen er
niet van genieten, maar in dit geval
is het juist omgekeerd. Nu helpt de
polder betalen jn een werk dat binnen
de kom wordt uitgevoerd, daarom kan
hij zich die oppositie moeilijk verklaren
En om nu tot een resultaat te kunnen
komen, moet hy er nog bij zeggen dat
B. W. aan de subsidie ook de voor
waarde hebben verbonden dat die eerst
zal betaald worden in 1914 omdat wij
van de stelling uitgaan evenals bij
tusschentijdsche verhoogingen van jaar
wedden de begrooting er niet meer voor
te wijzigen. Laat ons dan de bepalin
er aan verbinden dat, wanneer mocht
blijken dat het pad toch niet helpt of
niet voldoet aan de verwachting van
B. en W., dat dan de subsidie vervalt,
Dhr. Dieleman vraagt of dhr. Kruijsse
denkt dat de ingelanden daarop in zullen
gaan.
Dhr. Kruijsse meent dat de polder
zulks afdoende zal vinden.
Hierna brengt de voorz. aan de orde
het voorstel van dhr. Wolfert om 100
subsidie te geven.
Dhr. Wolfert trekt dit voorstel in.
Het voorstel Oggel om 135 te geven
onder voorwaarde dat de polder het pad
voldoende zal onderhouden wordt m. a.
aangenomen.
Vin. Schrijven van de Directie der
Spoorwegmaatsch. Mechelen-Terneuzen
te St. Nicolaas betreffende aanleg straat.
De Voorz. zegt dat hij overeenkomstig
het besluit den heer de Graeff, Inspec
teur van de Volksgezondheid heeft uit-
genoodigd een onderzoek ter plaatse
te komen instellen, waarna deze schrif
telijk rapport heeft uitgebracht.
De Voorz. geeft voorlezing van het
rapport, dat den volgenden inhoud heeft.
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders
van Axel.
Ten vervolge op my a schrijven van
21 April 1913 en in verband met het
verslag van Uwe raadszitting van 29
April 11. mij uit de courant kenbaar
geworden, heb ik de eer Uw college
te berichten, dat ik op 5 Mei ter plaatse
de ontworpen straat heb gezien en niets
mij aanleiding geeft mijn U verstrekt
advies ter zake te wijzigen.
Ik blijf bij mijne meening, dat voor
het doel waarmede de straat wordt
elegd, nl het vormen van een
nieuwen en beteren verbindingsweg,
volstrekt geen geweld aan de bouw
verordening wordt aangedaan, door
alleen de breedte der verharding, de
tonrondte en de afwatering vast te
stellen.
Wordt de weg een bouwstraat, nl.
geschikt om daarlangs te bouwen, dan
heeft men aan den bouwer de noodige
voorwaarden te stellen van trottoiraan-
leg en rioleering, bij voorkeur op eigen
terrein. Kan het bouwen aan genoemde
straat, zonder dat deze geheel in orde
is gemaakt reeds uit hoofde van art. 3
le lid Uwer verordening worden belet,
ook op andere wijze kunnen de bouwers
gedwongen worden, nl. door den toegang
van ter zijde tot de straat zonder ver
gunning van B. W. te verbieden.
Aan iedere vergunning, bijv. om over
de te graven sloot te komen of om eene
eenvoudige afrastering langs die zijde
te verbreken, kunnen voorwaarden
worden verbonden, en deze zullen
moeten zijn het maken van troittoir en
riool en de verdere verharding van
den weg.
Uw College kan dus in geen geval
in moeilijkheden komen, noch behoeft
de gemeente eenige kosten ten behoeve
van de toekomstige bouwers te maken,
indien slechts bij de vergunning voor
straataanleg de voorwaarde wordt be
dongen als in mijn vorig schrijven ge
noemd, waarbij ik zoo noodig vroeg,
dat de Maatschappij zal toelaten dat de
aarden baan buiten de keiverharding
voor rekening van derden worde ver
hard en ter plaatse eene rioleering
worde gelegd op de wijze als B. W.
zullen voorschrijven.
Overneming van de straat voor en
aleer de geheele straat in or-Io zal zijn
gemaakt, moet ik Uw College om
redenen van practischen aard ontraden.
De Inspecteur v/d Volksgezondheid,
G. DE GRAEFF.