Binnenland. Gemengd Nieuws. plotselinge poging van den president van de Republiek, om zich met dezen boozen vijand te verzoenen. Een uit legging, die op het oogenblik het meest geloof vindt, is dezeDe onzekere positie van het kabinet Barthou maakt het mogelijk, dat dit ministerie onver wachts omvergeworpen wordt door de radicalen. Die radicalen worden op het oogenblik ten strijde gevoerd door den oud-minister Caillaux, die tegen den driejarigen diensttijd is, en een nauwe aansluiting met de socialisten predikt. De radicaal Clemenceau daar entegen, ofschoon ook sterk tegenstan der van het ministerie-Barthou, is voor stander van den driejarigen diensttijd en voert altijd strijd tegen de socialisten Poincaré schijnt zich nu met Clemen ceau hebben willen verzoenen, om wanneer het ministerie-Barthou omver geworpen wordt, en indien hij verplicht zou zyn een radicaal tot minister-presi dent te nemen, zoo mogelyk Clemenceau te kunnen krijgen, of een creatuur van Clemenceau en aldus Caillaux te kun nen ontwijken. A. R. Crt. Zaterdag is te 'sGravenhage in den ouderdom van 67 jaar overledpn de gepeusionneerde luitenant-generaal der artillerie, de heer W. F. ridder van Rappard, oud-minister van Oorlog. Ridder van Rappard volgde in April 1907 generaal Staal als minister van Oorlog op in het kabinet-De Meester. Zijn ministerschap duurde slechts tot Februari van het volgende jaar. Evenals zijn voorganger ondervond ook hij geen instemming bij de Staten-Generaal met zijn voorstellen betreffende het blijvend gedeelte, hetgeen zich uitte door de verwerping van zijn begrooting, waarop gelijk met den heer Van Rappard hei geheele ministerie aftrad. De overledene, die een eervolle mili taire loopbaan bij het wapen der artil lerie achter zich had, was als overste o.a. hoofd van de 4e Afdeeling (artillerie) aan het dept. van Oorlog, en kolonel der artillerie te Amsterdam. Ongeveer tegelijk met zijn bev orde ring tot den generaals-rang kwam hij te staan aan het hoofd van het depart, van Oorlog. Een zijner lievelingsdenk beelden was de snelle afwerking van de Stelling van Amsterdam, wat bij de Volksvertegenwoordiging ook geen volle instemming vond. De overledene was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw Avp. AXEL, 27 Mei 1913. Vrijdagavond zagen we alhier op de bovenzaal van den heer Gilyamse voor de liberale kiesvereeniging optreden het Tweede Kamerlid, den heer W. de Jong uit 's Gravenhage. Voor een vrij talrijk publiek zette de redenaar uiteen waarover de aanst. stembusstrijd loopt, betoogende, dat de voorstelling als zouden hierbij christe lijke kiezers staan tegenover onchriste lijke (paganisten) onjuist is. »Dan zal ik gaan, ik wil de eerste ontmoeting tusschen moeder en zoon niet «toren,» zeide zij ten laatste, maar mevrouw Hessensfein hield haar terug. >Ik weet, dat mijn zoon hartelijk blij zal zijn, als hij u hier vindt, kindlief.» Zouder eenige bedoeling waren deze woorden door haar zeer hartelijk gespro ken. Zeer viel het mevrouw Hessenstein eensklaps op, dat het jonge meisje sterk bloosde. vlk wil toch maar liever vertrekken,» antwoordde zij. Der oude dame ontging de beschroomd heid van het anders zoo vroolijk en vrij moedig schepseltje niet. Zij wilde Marie Esther niet langer ophouden en geleidde haar naar de tuindeur. Wordt vervolgd.) Met voorbeelden trachtte spr. duide lijk te maken, dat bij de behandeling van verschillende wetsvoorstellen waar bij juist de chr. beginselen op den voor grond treden, deze zoek blijven, of aan zienlijk verschil van meeuing bestaat bij de chr. leiders. Komende tot de Grondwetsherziening weiischte spr. met weglating van ver schillende bezwaren, die te noemen zouden zijn, stil te staan bij art. 192. Zoo zal hij laten rusten art. 171, omdat het ongewijzigd is voorgesteld, ofschoon de Ned. Herv. dominees nog niet gerust zijn. Mocht dat artikel ge wijzigd worden, dat alle bestaande en toekomstige kerken gelijke subsidie kregen, dan zou dat volgens spr. een ramp zijn voor de Ned. Herv. Kerk Art. 192 houdt in- volkomen flnanci- ëele gelijkstelling van openbaar en bij zonder onderwijs. De heer De Jong vindt dat onrecht vaardig, waar de noodwendige contróle over de besteding der Staatsgelden wordt afgewezen en de waarborgen voor deugdelijk onderwijs den Staat niet worden gegeven. Spr. herinnerde aan wat minister Heemskerk in de Eerste Kamer had gezegd, n.l.„Met blijdschap zal ik den dag begroeten, dat de openbare school tot uitzondering en de bijzondere regel zal zijn geworden" en aan hetgeen dr. Kuyper schreef in de Stand.„zoo ver zelfs moet worden gegaqn, dat het zijn van een kind op de openb. school een smaad wordt, die drukt op den goeden naam van vader en moeder". Spr. noemde dat een toeleg om de openb. school te vernederen tot een armenschool. De bijz. school wordt dan de zgn. school der ouders of „vrije" school, doch als spr. leest wat tusschen 1 en 15 Jan. gebeurt om veel kinderen in zoo'n school te krijgen, ter bekoming van meer subsidie, bespeurt hij van vrijheid zeer weinig. Hierna, behandelde spr. het dwang systeem van Talma in zake de ouder domsverzekering. De heer De Jong noemde dat een klasse-instituut, omdat ze alleen de loonarbeiders helpt en de werkgevers ook de arme uitsluit. Dat oude vrouwen niet voor pension- neering in aanmerking komen, vindt spr. meer dan erg, terwijl ook de premie betaling geen genade kan vinden in de oogen van dhr. De Jong. Hij pleit daarom voor de voordeelen van een premievrij staatspensioen. Spr. zegt, dat men al moge beweren, dat daardoor de arbeider zou zijn beleedigd in zijn gevoel van eigenwaarde, hij gelooft daarvan niet veel, nu nog nimmer eenig protest is gehoord van een hoofdofficier of minister die beleedigd is, omdat mijn heer zooveel duizend gulden pensioen genoot, zonder er premie voor te hebben betaald. Staatspensioen bevordert de spaarzaamheid, en mochten er al on deugden uit dat stelsel komen, dan zullen deze, zei spr. toch niet grooter zijn, dan die blijkens de Duitsche rap porten uit de dwangverzekering voort vloeien. Hierna behandelde spr. in 't kort het Tarief, dat volgens hem beteekent een nog duurder leven voor arbeiders en middenstanders. Het moge waar zijn, dat de loonéu zullen stijgen, dan zal toch die loons- verhooging niet in evenredigheid zijn aan de prijsstijging der verbruiks- middelen. Alzoo zei spr. is protectie nooit een arbeidersbelang, omdat zij niet is een belasting naar draagkracht. Spr. meende dat te kunnen bewijzen, doordat allerlei dagelijksche behoeften 88/4 millioen be lasting moeten opbrengen, terwijl uit weelde-artikelen slechts Is/* millioen wordt getrokken. Ook in handen der socialisten waren volgens spr. de staatsbelangen niet veilig. Resumeerend achtte spr. het ver standig niet te kiezen een candidaat van de coalitie, ook niet een socialist, maar raadde hij den kiezers uit het district Oostburg aan hun stem uit te brengen op den liberalen candidaat jhr. De Muralt. Voor debat gaf zich niemand op. In eene j.l. Zaterdag gehouden algemeene vergadering van de anti- yrevolutionnaire kiesvereeniging Neder land rn Oranje alhier is besloten de vier aftredende leden der Provinciale Staten voor het district Hulst te proclameeren als candidaten voor de a. s. verkiezing van voornoemd college dit zijn dus de heeren rar. P. Dieleman (a. r.) te Mid delburg, P. F. Fruytier (kath.) te Honte- nisse, F. C. 0. M. Hombacb (kath.) te Hulst en A. Moerdijk (kath.) te Zuid dorpe. Door Burg. en Weth. van Axel- is bepaald, dat de stemming voor leden van den Raad, dit jaar zal plaats hebben op 1 Juli en de herstemming zoonoodig op 11 Juli. De aftredende leden zijn de heeren W. Dieleman, A. E. C. Kruysse en J. M. Oggel. - Zondagnamiddag brak door onbe kende oorzaak brand uit in de schuur van den landbouwer P. G. te Koewacht. Het perceel brandde met de landbouw- materialen dat het bevatte geheel af, evenals de belendende schuur van den voerman A. V. Een 800 K.G. aardappelen, een 5000 sigaren, die voor verder vervoer gereed stonden en ook eenige landbouwgereed schappen werden mede vernield. Een en ander was, hoewel laag, tegen brand schade verzekerd. M. Crt. In de gistereu gehouden raads zitting van Neuzen is benoemd tot directeur van de hoogere burgerschool de heer dr. E. C. Godee Molsbergeu, leeraar aan een hoogere burgerschool te Zaandam. De benoemde was vroeger bij de oprichting directeur van de bijzondere christelijke H. B. S. te Rotterdam en daarna aan een inrichting in Zuid- Afrika, tot hij weer naar Nederland terugkeerde en een benoeming te Zaan dam aanvaardde. M. Crt. Toen dezer dagen de vrouw van J. Taelman, timmerman te Philippine, terug kwan van een boodschap in een winkel, vond zij haar tweejarig doch tertje op haar hoofd staand in een ketel gevuld met koud water. Waarschijnlijk met de handjes in het water willende plassen, is het kind voorover gevallen. Bewusteloos haalde zij het kind er uit en riep onmiddellijk om hulp. Een buurvrouw, die haastig kwam toesnel len, mocht het nog gelukken de levens geesten bij het kind weder op te wekken. Midd. Crt. J.l. Donderdagmiddag maakte H. AI. de Kóningin andermaal een grooten tocht per auto met eenige dames en heeren van Haar gevolg. Te ruim één uur met drie auto's van Het Loo ver trekkende, reed H. M. over Beekbergen, Loenen en Brummen, stak bij het Bronkhorster Veer den IJsel over en bereikte over Steenderen den weg van Zutphen naar Doesburg. Over Hoog- en Laag-Keppel ging de tocht verder naar Doetinchem en Zeddam tot nabij Montlerland, waar H. M. de auto verliet en met de Haar vergezellende dames en heeren door het bosch naar 's Hee- renberg wandelde. Vervolgens werd de tocht weer in de .auto's voortgezet door 's-Heerenberg tot nabij de grens en terug naar Zeddamvan hier over Didam, Zevenaar en Groessen naar Wester voort, waar de IJsel weer werd overgestoken, vervolgens door het Velp- sche Broek naar Velp en Rozendaal en langs den Apeldoornschen straatweg terug naar Het Loo, waar H. M. te zes uur aankwam. M. Crt. Een briefje van Prinses Juliana. Bij bezoek van H. AI. de Koningin aan de Tentoonstelling „De Vrouw" op Don derdag 15 dezer, zou een klein meisje, de -2V2-jarige Anneke de Balbian Vester, een popje aanbieden voor het Prinsesje. Maar op het groote moment liep het anders dan was voorzien. Het kind klemde het popje vast en zei duidelijk „Nee, ik wil 'taan 't Prinsesje zelf geven De Koningin vond dit blijkbaar aardig, en, sprekend tot de moeder vau het kind, zeide zy „O ik begrijp het zoo goed, laat haar het popje nu maar bonden; u kunt het me immers wel sturen." Alevrouw Vester nam echter haar het poppetje af en overhandigde het aan de Koningin, die, zich neerbuigende, de kleine met vrien delijke woorden bedankte. Hare Alajesteit lachte hartelijk om het geval, evenals mevr. Overvoorde, de presidente van de Historische Com missie en andere dames, die er getuigen van waren. Dit oogenblik is door een goede foto bewaard gebleven. Toen korten tijd daarna de Koningin met het gevolg weder op hetzelfde terrein terug keerde, hoorde men uit een groep van neigende dames plotseling een helder kinderstemmetje luid roepen: „Dag Koningin dag Het was weer hetzelfde onberekenbare kleintje, dat nu Hare Majesteit als een bekende ook uit de verte groette. Dezer dagen werd, naar het N. v. d. D. bericht, de moeder van. de kleine Anneke verrast door een groot pakket van Het Loo. Het bevatte als begeleidend schrijven een briet van Hr. Ms. particulieren secretaris, jhr. Van Geen, met de mededeeling. dat toen de Koningin op den avond van 15 dezer het popje aan de Prinses gaf, deze dadelijkzoogenaamd „zelf" een briefje wilde schrijven-en daarop bloemen ging plukken om ze aan dat lieve meisje te zenden. Volgens opdracht van de Koningin stuurde jhr. Van Geen thans een en ander aan Anneke toe. Hij voegde er by, dat de Prinses zelf de potloodkrabbels op het papier schreef, daarbij aan freule Van de Poll zeggende wat het beteekende. Dit had de freule er overal bijgeschre ven, zoodat het werkelijk de woorden waren van de Prinses aan Anneke. De brief vertoont dus een reeks van potloodkrabbels, een bekend soort van kinderlijk handschrift „avant la lettre". Daaronder, mede in potlood en regel op regel, de woorden door de Prinses aan de freule opgegeven. De tekst luidt dan als volgt PALEIS HET LOO. Cdit als gedrukt hoofd.) 19 Mei 1913. I Lief meisje, Ik dank u wel voor het mooie popje. Ik heb bloempjes geplukt in mijn tuintjeik heb ze gedroogd voor u. Ik vind het popje heel mooi, met haar rose sleepjapon. Dag lief meisje. JULIANA. In den brief was een afzonderlijk papier gesloten, waarin een handjevol mooie bloemen. -- De aviateur de Waal steeg Zater dagochtend om 3 uur 40 min. met zyn mechanicien Kuntner als passagier te Soesterberg op, om naar Nymegen te vliegen. In de nabijheid van Veenendaal kreeg hij defect aan de machine en moest dalen. Juist toen het toestel aan den grond was, sloeg een rukwind haar over den kop. De beide luchtreizigers kwamen onder het toestel, maar wisten er zich onder vandaan te werken. De Waal werd gewond aan den rechterarm en had een buil op het voorhoofd. Kuntner kreeg een lichte wonde aan het been. De machine werd geheel vernield. Het ongeluk gebeurde op 10 minuten afstands van de kom der gemeente Veenendaal. M. Crt

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1913 | | pagina 2