Cacao No. U. Zaterdag 17 Mei 1913. 29e .iaarg. De dochter van den Spion. VAN HOUTEN S Nieuws- en Advertentieblad F. DIELEMAN. voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Binnenland. FEUILLETON. SCHE Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor Bklgië 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. COURANT. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. TWEEDE KAMER. Zaterdag heett de Tweede kamer aalgenomen het wetsontwerp tot pen- sioneering van gemeenteambtenaren en van hunne weduwen en weezen. Woensdag hield de Kamer her nieuwde stemming over het sociaal- democr. wetsvoorstel, om de stembussen geopend te houden van 's morgens 8 uur tot des avonds 8 uur. Het werd verworpen 34/26. De Kamer ging hierna in comité- generaal tot het vaststellen der huis houdelijke raming, waarna zy tot nadere bijeenroeping uiteenging. Avp. De Verzekeringswetten. In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer zegt de Regeering o. a. ongeveer het volgende Eenige leden verklaarden alleen dan hun stem aan de verzekeringswetten te zullen geven, wanneer de Regeering uitdrukkelijk de verzekering gaf, dat zij bij aanblijven in de volgende parle mentaire periode zoo krachtig mogelijk mogelijk een spoedige behandeling van de tariefsherziening zal bevorderen- In verband met deze verklaring zij opgemerkt, dat hetgeen door deze leden wordt verlangd, ook door de Regeering noodzakelijk wordt geacht. Herinnerd moge worden, dat de min. van Financiën in de andere Kamer in haar vergadering van 4 Maart jl. zich zoo duidelijk mogelijk heeft uitge sproken. Die uitspraak rustte niet op eenige (Nadruk verboden.) Roman van E. von WaldZedwitz. Zij legde de hand op hare lippen, zacht, bijna onhoorbaar fluisterde zij de woorden. Niemand moest ze hooreu, zelfs de maan scheen haar een gevaar lijke getuige, ook de honden vreesde zij, want wie kon weten hoeveel betoovarde menschenzielen in die dieren huisden »Oindat gij een vampyr zijtU Weg was zij, Milan stortte neder, de medelijdende honden lekten hem het kille voorhoofd. Bij het aanbreken van deD dag vonden de vrouwen hem, toen zij water kwamen scheppenzij deinsden ontzet terug hjj kwam bij en liep wankelend naar huis. »Gij zijt een vampyr!* De woorden van Zorka brandden hem in de ziel. Vandaar dus de schuwe blikken der mannen, vandaar het vrees achtig terugdeinzen der vrouwen en meisjes, daarom dus trokken de moeders hare kinderen bezorgd naar zich toe, als zij Milan Grajewitch ontmoetten. Had een ander menschelijk wezen het ge waagd zulke woorden tot hem te zeggen, dan zou zijn laatste uur geslagen hebben, maar Zorka zij mocht het doen. ..EN VOORAL 's MORGENS, 'S MIDDAGS en 'sAVONDS EEN KOP doctrinaire overweging, maar op de overtuiging, door het tegenwoordige Kabinet steeds uitgesproken en gehand haafd, dat de versterking van 's lands financiën, door de verzekeringswetten noodig geworden, moet worden gezocht in wijziging van het tarief van invoer rechten. Avp. Op de Dinsdag te Utrecht geho'u- den algemeene vergadering van de ver- eeuiging „Volksonderwijs" heeft het Tweede Kamerlid mr. H. Smeenge een rede gehouden over„onze openbare school en de ingediende voorstellen tot wijziging van art. 192 van de grondwet". Naar aanleiding dezer rede werd aangenomen de volgende door het hoofdbestuur voorgestelde motie „De vergadering enz., »Bloem van mijn leven, zon van mijn dag, ster van mijn troosteloozen, een zamen nachtklaagde de Serviër, en doodelijk vermoeid ging hij liggen op de rustbank bij den haard, waarop, als teeken van rouw, nooit weer een kool zou gloeien. »Wat is toch de mensch een lafhartig schepsel! Waarom de levensvlam niet te blusschen, waarom dit ellendige lichaam niet te vernietigen Is dan het sterven zoo moeilijk, is het dan zoo smartelijk van dit jammerlijk tranendal te scheiden Een geweldige honger kwelde hem, maar hij strekte geen hand uit naar het brood of naar het gedroogde vleesch-, om dien te stillen. »Ik wil sterven, ik wil het Aan den muur hingen zijne wapenen, zij schitterden hem verleidelijk tegen. Hij greep er naar, maar liet het geladen pistool weer zinken. »Neen, want misschien.... misschien....* Hij sloot de oogen, liefelijke droom gestalten doemden voor hem op, allen met Zorka's schoone trekken. Zijn vale lippen bewogen zich ^zonder dat hij het wist. »Misschien is zij toch nog vatbaar voor een menschelijke aandoening.* Pathe Fatme kende Milan's genegen heid zij had, op hoop van eene ruime belooning, voorbarig gehandeldhij was er nu vertoornd over. Bij de laatste kennis genomen hebbende van de door de regeering ingediende voor stellen tot wijziging van de Grondwet, in het bijzonder ten aanzien van art. 192 dier Grondwet de openbare school beschouwende als dat instituut van onderwijs en op voeding voor alle kinderen van ons volk, dat in staat is, voldoende waar borgen te geven voor een juiste geeste lijke, zedelijke en lichamelijke ontwik keling van onze jeugd, ook als deugde- lfjken grondslag voor goed voortgezet onderwijs van oordeel, dat een wijziging van art. 192 der Grondwet in den geest der door de regeering ingediende voor stellen zal zijn ten nadeele van onze volkswelvaart en onze volkseenheid machtigt het hoofdbestuur namens volle maan had zij bij Stefan, den lieve lingsbroeder van Zorka, met wien deze door innige liefde verbonden was, volgens landsgebruik, voor Milan aanzoek gedaan, opdat hy den heer des huizes zijne wenschen kenbaar mocht maken. Stefan had haar geen ja en geen neen gezegd, en toen zij hem, in naam van Milan, broederschap had aangeboden, had zij een ontwijkend antwoord gekregen. Het aan bod van broederschap was half en half afgewezen; het was een doodelijke be- leediging voor den Serviër, die alleen door bloedwraak kon uitgewischt worden. Milan had, toen hij het hoorde, zijn toorn bedwongen en niet den dolk tegen Stefan Karovachewitch getrokken, hy was immers de broeder van Zorka, en in zijn aderen stroomde immers hetzelfde bloed als in die zijner zuster. Het zou haar bedroefd, het zou tranen uit hare oogen geperst hebbenneen, neen, liever zijn trots onderdrukken, liever dulden en dragen, als zij slechts gelukkig was. Stefan had na het onderhoud Zorka ontmoet, het was eenige dagen voordat zij te zamen het bezoek aan 't fort Mamula gebracht hadden. Vol liefde was hij haar tege moet getreden en had haar naar buiten gebracht, daar waar de laatste hutten van Ubli niet meer te zien waren; geen mensch mocht hooren wat hij met haar sprak. Stil, t eenzaam was het hier. Geen luisterend oor zoover het gezicht reikte de sluipende hagedissen behoefde men als haar met alle kracht voort te gaan in den lande de overtuiging te vestigen, dat aanneming van die voorgestelde wijziging een ramp zou zijn voor het geheele Nederlandsche Volk". In antwoord op een vraag van een der afgevaardigden antwoordde de voor zitter, dat Volksonderwijs wel aan politiek mag doen in de gegeven om standigheden, waar de openbare school wordt bedreigd, en dus nu wel aange raden mag worden geen kerkelijken te stemmen. M. Crt. De Koningin op de tentoon stelling „De Vrouw" 18 13 1913. H. M. de Koningin kwam gister morgen lOVs uur te Amsterdam aan. Ze begaf zich eerst naar het paleis op den Dam, waar veel publiek H. M. op wachtte en toejuichte. Om 11 uur ging de Koningin nanr de tentoonstelling De Vrouw 1813—1913, waar ze werd ontvangen door de leden van het damescomité, die haar rond leidden. Verschillénde afdeelingen werden be zocht. Een langdurig bezoek werd ge bracht aan de afdeeling koloniën, waar H. M. een fraai bouquet werd aange boden. Om half één werd het dejeuner ge bruikt in het Paleis, waar behalve het damescomité ook aanzaten de dames barones Verschuer en mejuffr. Johanna Naber. Om 2 uur bezichtigde H. M. het huis 1813 en vertrok om 3.35 weer naar Het Loo. M. Crt. verraders niet te vreezen. Zorka lachte toen nog zoo kinderlijk blijde nu had zij het verleerd, nu viel de donkere, ernstige trek op haar gelaat, vroeger een en al vroolijkheid en slechts zelden bewolkt, zoo duidelijk in het oog, dat hare liefelijkheid bijna geheel verdwenen was. Weinige weken waren voldoende geweest, om uit de lachende meiroos een sombere koningin der nacht te maken. Zacht had hij haar naar zich toe getrok ken het deed hem leed het onschuldige hart zijner geliefde zuster smart te ver oorzaken en hij wist zeker, dat hij het doen zou door 't geen hij haar te zeggen had. Wat is het, broeder, vroeg zij levendig. >Wilt gij mij iets toevertrouwen Hebt gij Zophian, de dochter des wojwoden in Cettinje, bij uw laatste uitstapje naar het land der zwarte bergen, te diep in de vurige oogen gezien Zij woelde met hare vingers in zijn dichte, bruine lokken en trok hem bij het haar, zooils men dat een lievelings hond pleegt te doen. Stefan schudde het hoofd. »De liefde moet hier in het spel zijn, want zoo ernstig kijkt gij mannen slechts, wanneer die het hart doet gloeien. Wacht, ik ben er, de dochter van Stefan liet haar niet uitspreken^ hij kuste haar op deu mond en belette haar op die wijze voort te gaan. I Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1913 | | pagina 1