*28e «laarg/
RONA
No. 97.
Zaterdag 15 Maart 1913.
Ds dochter van den Spion.
N i e u w s- en Adve r t e n t i e b 1 a cl
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Van HouteYs
Cacao
F. IHI.i.l.UVN
F EU ILL ETON.
DE VOLKSDRANK
D«t blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
A X E L.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE aren.
Buitenland.
DE BALKAN OORLOG.
Volgens de bladen hebben er bij Tsja
taldzja en Boelair schermutselingen plaats
gevonden.
Volgens een telegram uit Konstantinopel
aau de bladen, loopt daar het gerucht,
dat bij Boelair een groote slag aan den
gang is.
De val van Dzjanina heeft te Konstan
tinopel een zeer neerdrukkende invloed
geoefend, die zeker nog versterkt zou
worden door de overgave of vermeestering
van Adrianopel. Volgens de laatste be
richten uit die vesting raken munitie en
leeftocht gedaan en heerscht er veel
ziekte onder de troepen, met name scheur
buik en buikloop. Hier is een belangrijk
telegram van Sjukri pasja ontvangen, dat,
naar men zegt, meldde dat hij het nog
maar een weea kan uithouden. Sjukri
moet verder verklaard hebben, dat óf de
vredesonderhandelingen bespoedigd moes
ten worden ten einde de vesting voor
overgaat te behoeden óf onmiddellijk een
poging tot ontzet van Tsjataldzja uit ge
daan moest worden, teneinde het belegerde
garnizoen in staat te stellen, een uitval
te doen, die, zelfs indieu hij niet slaagde,
ten minste een on voorwaardelijkeovergave
zou voorkomen.
Men zegt, dat Sjukri's dradeloos tele
gram tot levendige gedachten wisseling in
den ministerraad aanleiding heeft ge
geven. De raad was in twee partijen
verdeeld. De eene was er voor, den
oorlog in schijn voort te zetten, maar
Nadruk verboden.)
Roman van E. von Wald—Zedwitz.
12)
III.
Ubli is een vrij aanzienlijke landstreek
in de Krivoscië, aanzienlijk alleen daarom,
wijl er slechts kleine en armzalige stadjes
en vlekken in het ruwe, wilde en onvrucht
bare bergoord worden gevonden, en, zoo
men weet, onder de blinden is éénoog
koning. Slechts langs zijpaden berg
op berg af, zich over verbrijzeld rots
gesteente slingerend, duizelende hoogten
bereikende, langs sombere rotskloven
voerende, over kale, in de zon brandende
bergtoppen bereikt de gewonde voet
eindelijk zijn doel. Een vreemde groep
werkte zich juist langs den steenachtigen
weg, die hier duidelijk zichtbaar, doch
verder op door afgebrokkeld rotsgesteente
bijna onherkenbaar was, naar boven.
>Halt, Jusu, laat de dieren tot adem
komen riep een grysaard, wiens zilver
witte baard bijna tot op den met wapens
prijkenden gordel reikte, van af zijn
muildier, 't welk hij gelijk eene dame
bereed, een knaap toe, die naast een
ander muildier liep, dat hij, zoo onver
schillig mogelijk, bij den teugel leidde.
mag in geen huisgezin
ontbreken.
onderwijl vredesvoorstellen te doen in de
hoop, dat de vrede gesloten zou worden
voor Adrianopel viel, de andere groep
moet zich verklaard hebben tegen het
voorstel van Sjukri om een uitval te
doen. Want indien die uitval niet slaagde,
zou dit den slag voor het land nog ver
zwaren.
In het Sobramé is een interpellatie
aangekondigd over de vechtpartij, die te
Soebotosko tusschen Grieksche eu Bul-
gaarsche troepen is geleverd en waarbij
aan beide zijden dooden vielen.
De Times verneemt uit Salouiki d.d.
Voorwerpen van allerlei soort waren op
het dier geladen. De oude hield de
teugels in, liet zich langzaam uit den
zadel glijden, terwijl Jusu hem zoo dienst
vaardig mogelijk te hulp kwam. De
oude ontlokte een sidderenden toon aan
een instrument, dat aan een kostbaren,
zeldzaam rijk versierden band en sterk
afstekende bij de schamele kleeding van
den man, over zijn schouders hing. Jusu
keek om, alsof hij iemand verwachtte.
Daar de weg voor een groot gedeelte
niet begaan was, deed hij eenige schreden
bergopwaarts en keek in de richting van
het zuiden.
»Zij komen nog niet riep hij, gespte
den buikriem van het muildier los, ont
lastte het van de bagage en den zadel
en vlijde zich zoo gemakkelijk mogelijk
naast deze voorwerpen op den grond.
Een poosje snuffelde hij in de pakgoederen
en scheen eindelijk gevonden te hebben
wat hij zocht. Een rood en blauw ge
streepte zak nam al zijne aandacht in
beslaghij maakte de banden daarvan
los en bracht een groot haverbrood, sterk
riekend knoflook, eenige stukken schapen-
vleesch van zwarte kleur en een handvol
gedroogde vijgen te voorschijn; toen hij
al deze kostbaarheden, die zijne oogen
deden schitteren, op den grond had uit
gelegd, noodigde hij met eene veelbe-
teekenende beweging der hand den ouden
man aan het maal deel te nemen.
>Tast toe, heer !c
11 MaartHet gevecht tusschen Bul
garen en Grieken te Nigrita duurde
Vrijdag den heelen dag en den daarop
volgenden nacht door. De Bulgaren
vluchtten en staken de Kara-Soe over,
achtervolgd door vier Grieksche compag
nieën, die de bruggen verbrandden. De
Bulgaren heschen de witte vlag. Aan
Grieksche ziide waren de verliezen 15
dooden en 40 gewonden. 120 Bulgaren
zijn gevangen genomen.
De Weensche correspondent van het
Berl. Tageblatt seintVan oflicieuse
zijde verklaart men, dat met de militaire
»Noem mij niet heer, knaap, gij weet
hoe ik heet. Piko Zimunitsch is mijn
naamworden er nog heeren onder ons
gevonden Slaven, ellendige slaven van
de keizerlijken zijn wij. Wacht maar,
gij hebt gezonde leden, zij zullen u wel
spoedig hun uniform doen aantrekken.
Knaap, ik zou je de beide beenen stuk
slaan, waaneer ik je in de kleedij onzer
vijanden zag. En mijn zoon, mijn eigen
zoon, is hun waterdrager!*
Piko's stem sidderde geweldig en scheen
verschrikkelijk opgewonden. Hij zette
groote oogen op en daaruit schoot op eens
als 't ware een straal vuur.
»Dat zou ik ook zelf wel kunnen doen,
heer
»Geeu heer, ik wil dat woord niet
eerder hooren alvorens wij vrij zijn. Of
ik dat beleven zal? O, genadige hemel,
bewijs mij dezen dienst!*
Vroom hief hij de bevende handen ten
hemel, vroom sloeg hij de oogen op. De
vermoeidheid, die even te voren zijne
ledematen had doen verslappen, scheen
plotseling geweken te zijn, kaarsrecht
stond hij voor Jusu, grootsch, macotig als
een oude eik, als een beeld van lang
vervlogen tijden, een beeld zooals nog
maar zelden in Zuid-Dalmatië worden
aaugetroffen, en als wilde hij zeggen
Zulke reuzen woonden eenmaal hier, een
vrije en eerlijke volksstam werd door
hen beschermd. De bergen die thaus
naakt, kaal en ledig in den zonnegloed
maatregelen de politieke moeilijkheden
tusschen Oostenrijk en Rusland nog niet
uit den weg zijn geruimd. In de kwestie
van de Albaneesche grenzen staat men
nog steeds op het oude standpunt. De
kwestie van Skoetari en Dzjakowa is
nog steeds niet opgelost. Daarom betreft
de ontwapening dan ook slechts de
Oostenrijksche troepen, die aan de Gali-
cische grens liggen. De Engelsche Reg.
doet pogingen om een overeenstemming
tusschen Oostenrijk en Rusland tot stand
te brengen en daaruit moet men ook de
geruststellende verklaringen van den
Engelschen minister-president verklaren.
Men hoort eok, dat de Weensche Reg.
de mogendheden ertoe zou willen bren
gen stappen te doen om de Servische
regeering er op vriendschappelijke wijze
toe te krijgen haar troepen van de kust
van de Adriatische Zee terug te trekken.
N. R. Crt.
MEXICO.
Naar luidt van een te New-York via
El Paso ontvangen en met vertraging
overgekomen telegram, heeft bij Parral
in den staat Chihuahua een gevecht plaats
gehad, dat den 5den dezer begon en volle
twee dagen heeft geduurd. Velen sneu
velden. De opstandelingen werden ten
slotte overwonnen.
Aan de stad werd door de beschieting
veel schade toegebracht.
De inwoners kwamen in opstand, ver
brandden de gebouwen aan de markt en
deden een aanval op de banken.
De soldaten waren genoodzaakt te
vuren om de orde te herstellen,
N. R. Crt.
gloeien en knechten in plaats van heeren
dragen waren hunne bondgenooten
Heer en knecht deelden het maal een
drachtig samen.
»Hoe ver is het nog tot Ubli, Stefan
Karovachewitch hoorde men eensklaps
een volle, heldere stem vragen en 't scheen
twijfelachtig of de eigenaar daarvan een
man dan wel eene vrouw was.
»Nog een halve dagreis,* klonk het
antwoord.
»Zij komeu zeide Jusu, het woord
tot Piko richtende.
Beiden zagen naar den weg. Twee
mannelijke gestalten kwamen langs zij
paden nader. Nevens Stefan Karovache
witch, de zoon van Stojan Karovache
witch, die met de?en op het eiland
Mamula geweest was, reed een jonge
man, met opvallend schoone gelaatskleur
en blonde lokken. Zijne kleeding was
dezelfde als die van den man welke hem
vergezelde, alleen mooier, fijner van stof
en rijker aan versierselen.
Bij Piko en Jusu gekomen, hielden zij
stilStefan sprong uit den zadel, reikte
zijn metgezel zeer hoffelijk de hand en
was dezen bij het afstijgen behulpzaam.
Hij spreidde een kleed uit en noodigde
zijn begeleider uit daarop plaats te nemen.
Deze reikte hem dankbaar de hand, die
Stefaa, voorzichtig om zich heen ziende
en zeker zijnde dat zij niet bemerkt
werden, tersluiks aau de lippen bracht.
Wordt vervolgd.)
COURANT