No. 91. Zaterdag 22 Februari 1913. 28e Jaarg. De dochter van den Spion. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. 55Wz (ekker (M er cnjjocdAoo/i enyoedAoo/i. F. hlFLOIAV Buitenland. Binnenland. FEUILLETON. D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE aren. By dit blad behoort een byvoegsel. DE BALKAN-OORLOG. De Russische regeering heelt een belangrijken stap gedaan door aan de mogendheden in overweging te geven de rol van bemiddelaars in het geschil tusschen Roemenië en Bulgarije op zich te nemen, en de mogendheden hebben niet geaarzeld aan dezen wenk gehoor te geven. De besprekingen daarover rgn rechtstreeks tusschen de kabinetten der mogendheden gevoerd en reeds is zoowel te Boekarest als te Sofia de raad gegeven de bemiddeling te aanvaarden. Het is inderdaad de beste weg om uit de moeilijkheid te geraken, want de directe onderhandelingen tusschen beide landen hebben tot nu toe niets opgeleverd dan ontstemming wederzijds, die licht tot een oorlog had kunnen leiden, waarvan de gevolgen niet te overzien waren in verband met de spanning tusschen Rusland enOostenrijk. In den toestand op het oorlogstooneel komt weinig of geen verandering. Er is geen enkel bericht over een succes van een der partijen. N. R. Ct. Herhalingsoefeningen. De volgende lichtingen en korpsen, waartoe de ingelijfden van de militie te land behooren, komen dit jaar voor herhalingsoefeningen in werkelijken Nadruk verboden Roman van E. von Wald— Zbdwitz. Deze zou het uiterlijk van een gepen- sionneerd overste gehad hebben, indien hij geen lange grijze haren gedragen had en zijne kleeding niet al te versleten geweest was. Zijn gestalte was trotsch, het buis stond open en liet de bruin verbrande, krachtige borst zien, het over kleed was slechts los omgehangen en verhoogde 't schilderachtige zijner ver schijning. Uit het bronskleurige, scherp geteekende gelaat kwam een schoon gevormde, gebogen neus van onder een hoog gewelfd voorhoofd te voorschijn en een witte, op militaire wijze gedragen knevel bedekte de lippen, waarachter een onberispelijk, verblindend wit gebit prijkte. Donkere oogen, die wel een weinig van hunnen fonkelenden glaos verloren hadden, voltooiden het geheel. De uitdrukking van die spiegels der ziel was verschillend, nu eens vriendelijk, bijna van onderwerping getuigende, dan weder wild, trotsch en listig. Zelfs den meest geoefenden gelaatkenner zou het moeilijk gevallen zijn te bepalen, of de oude Stojan Karovachewitch een eerlijk man was. dan wel een schurk. Den dienst (de tusschen haakjes geplaatste cijfers beteekenen het aantal dagen van het verblijf onder de wapenen). Lichting 1906: de reg. int. (11), de comp. wielrijders (11), de comp. luitenant Hessenstein boezemde de grijze, eerwaardige zoon der bergen onwille keurig achting in, en zich vriendelijk tot dezen wendende, vroeg hij »Nu, hebt ge goede zaken gemaakt, oude In plaats van antwoord te geven boog Stojan de knie en trachtte de hand van den officier te kussen. Frans liet dit echter niet toe. Karovachewitch ant woordde alstoeu «Slechte tijden, genadige heer, onrust overal, geen handel, geen wandel, moor den, doodslag aan alle hoeken en einden, de Heilige Maagd moge ons helpen !c Hij maakte drie kruisen, keek aan dachtig naar den hemel en deed een zonderling geluid hooren. Hessenstein knikte toestemmend. «Gij hebt wel gelijk, oude, maar wie draagt daarvan de schuldGij zeiven en niemand anders, gij zijt een onrustig volk, Krivosciërs en Bochezen, geen haar beter dan dat in Herzegowina en Bosnië.* Stojan had op dit oogenblik best voor het evenbeeld van een heilige kunnen doorgaan, zoo vroom en gelaten zag bij er uit. Zorka paltte ouverscbillig uare waren bijeen, slechts enkele malen wierp zjj een steelseden blik op het blonde, rossige gelaat van deu officier. Stefan keek onophoudelijk en beurtelings zijnen vader en den officier aan. De oude zweeg. «Gij hadt beter gedaan de weinige hospitaalsoldaten (II), de reg. art. (11), eu het reg. genietroepen, met uitzonde ring van de miliciens-telegrafisten (J1). Lichting 1907 de reg. inf. der Ilde en der IVde divisie (20), de reg. inf. lieden die men van u vorderde vrijwillig als militairen bescnikbaar te stellen, dan daartegen te protesteeren en in opstand te komen,vervolgde Hessenstein. Stefan beet zich op de lippen en boog het lichaam een weinig voorover onwille keurig greep zijn hand naar dè pistolen, die in deu gordel staken. «Lag het aan mij, uwe genade zeide de oude Karovachewitch daarentegen zoo ootmoedig mogelijk, daarbij eenen waarschuwenden blik op zijnen zoon werpende. «Het is een vroolijk leven, dat soldaten leven, niet waar jongens vroeg Hessen stein, zich tot zijne soldaten wendende. •Aangenaam en vroolijk, ja,« was het antwoord. «Je zoon die daar staat is een flinke veat. Willen we hem maar dadelijk hier houden ?c Stefan werd een duim grooterde toorn die in zijn binnenste woedde joeg hem een kleur in 't gelaat. «Had ik alleen iets te zeggen, ik zou hem met vreugde afstaan !c riep de oude. Stefan sidderde. «Eer, vaderen hij greep opnieuw naar zijn dolk. Tnaus was het Stojan die in drift geraakte zijn stem rolde gelijk de donder. «Zwijg knaap, je vader spreekt!* Stefaus gelaat gloeide van toorn. «Je schijut er nog geen plezier in te hebben, maar dat zal wel komennu der Iste en der lilde divisie (26), de comp. wielrijders (29), de comp. hospi taalsoldaten (26) en het korps torpedis- ten (11). Lichting 1908de reg. der Ilde en der IVde divisie (20), de reg. inf. der Iste en der lilde divisie (26), de comp. wielrijders met uitzondering van de viermaanders der 4de comp. (26), de 4de comp. wielrijders (de viermaanders) (19), de comp. hospitaalsoldaten (26), de comp. administratietroepen (20), de reg. veld-art. met uitzondering van de treinafdeelingen (27), het korps ponton niers (26), het korps pantserfort art. (20), en het reg. genietroepen, met uitzon dering van de miliciens telegrafisten(26). Lichting 1909het korps torpedisten (19). Lichting 1910 de reg. cavalerie (20), de reg. veld art., met uitzondering van de treinafdeelingen (27), het korps rijdende art. (27), het korps pontonniers (26), de reg vest.-art. (27), het korps pantserfort-artillerie (27), en het reg. genietroepen, met uitzondering van de miliciens-telegrafisten (26). Lichting 1911 het korps torpedisteD (19). Avp. H. M. de Koningin. De Koningin is voornemens den 26en dezer met de prinses Den Haag te ver laten en naar den Taunus te vertrekken, waar de prins naar men weet een kuur tot geneziug zijner rheumatisone pijnen ondergaat. Zy is van plan gedurende haar ver- biyf aldaar voor eenige dagen in de residentie terug te komen. N. R. Crt. jongen, misschien halen wij je nog wel eens,< zeide Hessenstein. Voor een oogenblik kwam er een zeer vreemde trek in het gelaat van den ouden man, maar daarna lachte hij weder even onderdanig als te voren. Stefan beefde, maar zweeg. Zorka drukte de nagels in de palm van hare hand, zonder echter een woord te spreken. Een half uur daarna zag men van af het fort Mamula nog slechts een klein wit stipje op de zee, een gedeelte van het zeil der boot van den ouden Krivos- cianer. Had Hessenstein dien man thans kunnen zien, hij zou bemerkt hebben, dat nu ieder spoor van goedmoedigheid uit zijn verweerd gelaat verdwenen was. De oude maakte er zijne kinderen een verwijt van, dat zij zich zoo zonderling hadden gedragen. Hessenstein had het bezoek reeds bijna vergeten, maar Nazi stelde zich thans in het bezit van den verrekijker zijus meesters en keek de steeds kleiner wordende boot na. «Blokhuis Lustizza, verdoemd siste de Kroaat tusschen de tanden. Zorka keek naar het eiland, dat al meer uit het gezicht verdween de hand, die zij tot dusverre ter bescherming tegen de zonnestralen boven de oogen gehouden had, drukte zij nu vast op het hart. Wordt vervolgd.) AXELSCU

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1913 | | pagina 1