\o. 84.
Woensdag 29 Januari 1913.
28e Jlaarg,
I
Van Houten's
Cacao
Nieuws- en Advertentieblad
1
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
De dochter van den Spion.
F. DIELEMAlV
Buitenland.
FEUILLETON.
/ftöeders geeft uw kinderen
dadelijks
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRO KKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE BALKAN OORLOG.
's Middags om drie uur had op de
Porte, in tegenwoordigheid van Mah-
moed Sjelket pasja en alle ministers en
plechtige wijze de voorlezing plaats van
het besluit van den Sultan, waarbij
Mahmoed Sjefket tot grootvizier be
noemd wordt, en van de fetfa, welke
Emeni-Essend effendi tot sjeich-oel-islam
aanwijst. Reeds hebben zeven ministers
den eed afgelegd.
Men vertelt, dat in de verwarring
Nazim pasja zelf een schot loste en
daarop in het linkeroog en in de rech
terslaap werd getroffen. In het geheel
vielen op de Porte vijf dooden.
De Jong-Turken geven uiting aan hun
levendige spijt over den dood van Nazim
pasja. Zij beweren, dat die niet van
te voren beraamd was, maar geheel
aan het toeval was toe te schrijven.
Alle journalisten, oud-afgevaardigden
en voormalige ambtenaren, die zich in
hechtenis bevonden, zijn op vrije voeten
gesteld. In kringen die voeling houden
met het departement van buitenland-
sche zaken, verzekert men, dat het
kabinet volkomen op de hoogte is van
den militairen toestand en het moreel
der troepen en dat het enkel op eer
volle voorwaarden vrede zal sluiten.
Het program van het Comité, is als
volgtAdrianopel en de eilanden moe
ten behouden worden. Men wil niet
onmiddellijk oorlog, maar als de kwestie
van Adrianopel en van de eilanden
niet op diplomatieke wijze in orde kan
{Nadruk verboden.)
Roman van E. von Wald—Zedwitz.
2)
Een medaille sierde zijne borst. Nazi
had deze bekomen, toen hij, geholpen
door zijn meester, bij Risano een kind
aan de woedende golven ontrukt had.
Maar ook zijn meester was niet onbeloond
gebleven. De burgerlijke luitenant Frans
Hessenstein was voor zijn bij die gelegen
heid betoonden moed tot ridder von
Hessenstein benoemd. Het bleef twijfel
achtig of de officier dan wel Petrovac
gelukkiger was door de onderscheiding
aan eerstgenoemde ten deel gevallen
zooveel stond intusschen vast, dat de
Kroaat thans, nu hij een ridder mocht
dienen, zich daardoor zeer gevleid toonde.
Petrovac beminde zijn meester buiten
gewoon. Slechts met de grootste moeite
en er op wijzende, dat het beneden den
stand van een militair was, kon Hessen
stein het zijn oppasser afwennen dat deze
hem bij iedere gelegenheid de hand of
den uniformrok kuste. Petrovac had den
doopnaam van Ignaz ontvangen, maar
als zijn meester hem Nazi noemde weende
hij van vreugde. »Nazi,« bij dien naam
had zijne moeder hem in het ouderlijke
huis ook steeds aangesproken.
te drinken, dat is gezonder voor hen en voor
hunne zenuwen dan welke andere drank ook;
maar iet er op dat ge van deze krachtige
pittige cacao niet veel noodig hebt voor de
bereiding, dan zult ge ondervinden dat ge
hun voor uiterst weinig geld het gezondste
te drinken geeft dat maar te bedenken is.
Het linnen dak was gespannen. Pe
trovac ging, niettegenstaande de brandende
zonnestralen, onmiddellijk weder naar
het fort, maar kwam spoedig terug met
een hangmat en een veldstoel, haalde
tabak en pijp uit zijne zakken te voor
schijn, en gaf deze den officier.
>Dank je wel, Nazi, dank je wel
Nazi greinsde opnieuw. Inderdaad,
hij was toch schoon, die slaaf, wanneer
hij hartelijk lachte. Spoedig snoerde hij
de hangmat vast aan twee aloëstengels,
zette den veldstoel daar naast, gat op
dit voorwerp verrekijker, tabakszak en
verder rookgerei een plaatsje en noodigde
Hessenstein met een veelbeteekenende
handbeweging uit het zich in de hangmat
zoo lekker mogelijk te maken. Eerst
toen zijn meester daaraan voldaan en
zijne tevredenheid te kennen gegeven
had, kroop de Kroaat zoo dicht mogelijk
bij de hangmat en vlijde zich vervolgens
zoo lang als hij was op den grond.
Met het beste voornemen om iederen
wenk van zijnen meester te gehoorzamen,
hield Nazi zijne blikken strak op Hessen
stein gevestigd, maar zijne oogleden
schenen al zwaarder en zwaarder te
worden, al meer en meer nam de knecht
eene gemakkelijke houding aan, zich er
weinig over bekommerende, dat een
gloeiende zonnestraal zijn als't. ware plat
gedrukten neus blakerde. Na verloop
van korten tijd was hij ingeslapen en
snorkte als een droomende rhinoceros.
»Nazi Petrovac kerel, wil je
wel eens niet zoo snorken !c
Hessenstein's stem had niet de minste
uitwerking, evenmin het gooien met zijn
juist gemikteu tabakszak, alleen scheen
een handvol zand, die op Nazi's half
geopenden mond terecht kwam, een
weinig doel te treffen. De Kroaat proeste
even, smakte met de lippen, keek droo-
merig naar de hangmat op, maar draaide
zich toen welgevallig om en drukte mond
en buik op den grond.
»De luitenant heeft goed gooien op
Petrovac,dacht Nazi en snorkte toen
opnieuw en nog veel harder.
Zand hielp niet meer en 't gedeelte
van het lichaam 't welk Petrovac thans
als mikpunt bood, scheen volkomen
gevoelloos. Hessenstein schoot dan ook
ten. slotte in een lach, eindelijk scheen
hij behagen te scheppen in het afschu
welijk geluid, dat zijn knecht voortbracht
en aan beesten uit de voorwereld deed
denken.
»Geen enkel geluid, geen enkele trom
melslag op dit vervloekte rotsennest,
alleen het bruischen van de zee en het
huilen van den wind,« dacht de jonge
luitenant, terwijl hij zijn blik over de
even vervelende als schoone omgeving
liet gaan. Hoe had deze een jaar geleden,
toen hij vernam dat hem het bevel over
het fort zou worden toevertrouwd en hij
zich voor eenige uren uit Risano naai
de vesting begeven had^ om zijne toe
gebracht worden, dan is de oorlog on
vermijdelijk.
De Sultan, de prinsen en Machmoed
Sjefket pasja zullen dan naar het front
gaan. In verband daarmee is reeds een
nationale garde gevormd.
Het nieuwe kabinet verspreidt pro
clamaties onder het volk, waarin het
zijn politiek uiteenzet. In deze vlug
schriften heet het, dat het Comité den
Sultan bevrijd heeft en den boozen geest,
die de positie van den Chalief wilde
aantasten, onschadelijk heeft gemaakt.
Te St. Petersburg heeft het officieuse
telegraaragentschap over de gebeurte
nissen te Konstantinopel niets anders
bekend gemaakt, dan de wisseling van
ministerie. Daardoor is de beoordeeling
van den toestand natuurlijk zeer on
zeker, maar men houdt toch de kans
op vrede voor zeer gering. Duitsch-
land geeft men de schuld van de om
wenteling en men is er te meer ver
bitterd over, doordat men het pijnlijke
gevoel heeft der Russische diplomatie
een voorbarige lauwerkroon te hebben
opgezet voor haar werk in de zaak des
vredes.
Te Weenen vindt men den interna
tionalen toestand zeer troebel. Men
weet nog niet of de Jong-Turken ernstig
vrede willen, of tot oorlog besloten zijn
men kan zich echter niet voorstellen
hoe zonder den afstand van Adrianopel
en het aanvaarden van de nota der
mogendheden vrede te bereiken is.
Aan den anderen kant gelooft men, dat
slechts dan Turkije kans op succes zal
hebben, indien zijn troepen tot het uit
voeren van bewegingen in staat zijn
komstige woonplaats te bezichtigen, hem
als 't ware in de wolken gebracht
Welke aangename luchtkasteelen had hij
zich, als de toekomstige op het fort Mamula
bevelvoerende officier gebouwd Nu zou
hij zich niet behoeven te schikken naar
de luimen van een hooger geplaatste.
Alleen, met twee onderofficieren en 20
jagers onder zijn commando, had hij zich
een Eden op het honderd schreden breede
en even zoo lange rotseneiland gedroomd.
Maar thans, nu hij op het plaatsje was,
dat hij vroeger zoo romantisch vond,
kwam hem alles onuitstaanbaar voor,
telde de jonge luitenant reeds de uren,
die nog moesten verloopen alvorens meu
hem zou aflossen. Hij moest nog een
maand blijven, en zoo ook maar de
minste kleinigheid in den weg kwam,
zou die »eeuwigheid,c gelijk hij gewoon
was te zeggen, nog langer duren.
Hij had zijnen kijker gesteld en richtte
dezen opnieuw naar den kant van de
haven zuchtend liet hij echter het werk
tuig weder zakken, geen stoomboot van
de Oostenrijksch Hongaarsche Lloyd deed
zich zien opnieuw schoof hij zyn kijker
in en richtte hem toen naar het noorden.
Wel zag hij den breeden spiegel van de
zoogenaamde Boga di Topla, wel zag hij
den zachtgroeuen zoom der tuinen, die
zich gelijk een lint tusschen de lichtblauwe
wateroppervlakte en de geel grauwe
rotsen slingerde. Ook zag hij duidelijk
de verblindend witte huizen van het vlek
ANT.