No. 78.
Woensdag 8 Januari 1913.
28e Jaarar.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAl\,
Buitenland.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKERUITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DE BALKAN-OORLOG.
Reuter verneemt uit Turksche bron,
dat de Turksche gevolmachtigden besloten
zijn, volstrekt te weigeren om Adrianopel
of de eilanden in de Egeïsche Zee af te
staan, het koste wat het wil.
Het is dus zeker, dat de vredesonder
handelingen afgebroken zullen worden.
De Montenegrijnsche gevolmachtigde,
graaf Wojnowits, heeft in een onderhoud
met een vertegenwoordiger van Reuter
gezegd: Te Tsjataldzja zijn de Bulgaren
zeer sterk. Indien de bondgenooten den
strijd hervatten, zullen zij versterkt
worden door de Serviërs en de Grieken.
Als de oorlog hervat wordt, zullen wij
geen genoegen meer nemen met de nu
roorgestelde grens. Dan zal die grens
over Tsjataldzja loopen. De Montene-
grijnen willen Skoetari hebben en de
helft van het sandzjak Nowibazaar met
de steden Ipek en Dzjakowa. Dit is voor
on3 vaD het hoogste belang en is onze
minimum-ei8ch. Het is volkomen waar,
dat wij Skoetari nog niet hebben genomen,
maar wij hebbeD het ingesloten en de
val van die plaats is slechts een kwestie
van weken.
Wat het denkbeeld der Turken betreft,
om de zaken aan de mogendheden over
te laten, weten wij wat er zal gebeuren
indien de laatsten tusschenbeide komen.
Ook Turkije weet dat en het zou ver-
«tandig van haar zijn, om niet om die
tussehenkomst te vragen.
Wat de bondgenooten betreft, zij zijn
bereid de vijandelijkheden te hervatten,
die de grootste ramp voor het vroeger
zoo groote Ottomaansche rijk tengevolge
zullen hebben.
De bijzondere correspondent van de
Temps heeft iemand gesproken, die van
het Grieksche leger in het Zuiden van
Albanië is teruggekomen. Hij verklaarde,
dat de strijd daar voor Griekenland zeer
eervol was. In Macedonië hebben de
Grieksche troepen groote voortvarendheid,
i maar op het westelijke oorlogsterrein,
waar zij kwamen te staan tegen een
groot deel van het Turksche leger uit
Monastir, groote volharding aan den dag
gelegd. Op het oogenblik is de toestand
van de Grieken uitmuntend. De Turken
hebben ontzaglijke verliezen geleden bij
hun pogingen om het verloren terrein te
herwinnen en de Grieken krijgen onop
houdelijk versterkingen. Welhaast zullen
zij dubbel zoo sterk als de Turken zijn,
en dan zal het pleit beslecht zijn.
Twee uit Adriauopel gevluchte officieren
hebben aan de Bulgaren bericht gebracht,
dat in de vesting de nood op het hoogst
is gestegen. De bevolking, die van alle
levensmiddelen verstoken is, zit s avonds
bij gebrek aan petroleum in de diepste
duisternis en bestormt Sjukri-pasja met
verzoeken, om aan de vreeselijke ellende
zoo spoedig mogelijk een einde te maken.
N. R. Crt.
DÜ1TSCHLAND.
De staking aan de kolenmijn Velseu
bij Saarbriicken heeft zich Vrijdag in
den loop van den dag nog uitgebreid,
zoodat er ten slotte 670 man niet opge
komen bleken te zijn. Het grootste
gedeelte van de nachtploeg was Vrijdag
avond niet verschenen. Ook op de
kolenmijn van de mijninspectie Luisenthal
is de beweging overgeslagen. Van de
551 delvers kwamen daar Vrijdagmiddag
maar 242 te werk. De stakers hielden
zich een tijdlang in de buurt van de mijn
op en gingen daarna volkomen kalm
heen. Zij gaven geen reden op, waarom
zij niet wilden afdalen. Ook 2 veilig
heidsmannen, vertegenwoordigers van de
mijnwerkers die in. het bijzonder met
het toezicht op de veiligheidsmaatregelen
belast zijn, bleven weg.
Het schijnt dat een gedeelte van de
leden van de christelijke vakvereeniging
met het besluit van de distrietsconferentie
niet mee wil gaan en nu toch de staking
wil doorzetten.
De leiders van de werklieden moeten
van zins zijn, om de uitbreiding van de
beweging te stuiten.
Een ander bericht uit Saarbrücken
meldt, dat de mijuwerkers in Geislautern
en Obervölklingen zich in druk bezochte
bijeenkomsten Vrijdagmiddag eens van
hebben verklaard met de stakers aan
de mijn Velsen en eenstemmig besloten
hebben, ook het werk neer te leggen.
Prins Hendrik, de broer van den Keizer,
is toen hij Vrijdagochtend een bezoek
bracht aan het vliegveld te Johannisthal,
met zijn adjudant aan boord gegaan van
het marineluchtschip en heeft een tocht
gemaakt, die over het koninklijke paleis
te Berlijn, de Linden en den Charlotten-
burgschen straatweg naar Johannisthal
terug ging. De prins was zeer voldaan
over de goede samenwerking tusschen
de gezagvoerders en de bemanning aan
boord van het luchtschip.
Later bood het bestuur van het Duitsche
proefstation voor luchtvaart den prins een
noenmaal aan.
Het gemeentebestuur van Berlijn is
van zins, een belasting op het bier te
leggen. De vereenigde brouwerijen hebben
nu besloten, om, indien die belasting
meer dan 20 pf. den H.L. van door
ondergisting gebrouwen bier mocht be
dragen, den bieiprijs te verhoogen en
zoodoende ook dien prijs in overeenstem
ming te brengen met de steeds hooger
o-eworden kosten van de bereiding.
N. R. Crt.
FRANKRIJK.
De gemeenteraad van Parijs heeft be
sloten de vestingwerken te laten ver
vallen. Dit besluit is genomen in een
buitengewone vergadering met 67 tegen
8 stemmen. De staat heeft aan de stad
Parijs de terreinen van den riüg van
versterkingen afgestaan en de zg. militaire
zone zal civiele zone worden, waar de
stad door onteigening de beschikking
over ruimte zal krijgen. N. R. Crt.
EGYPTE.
De Ahram, een Egyptisch blad, schrijft
In welingelichte kringen zegt men, dat
Engeland er van afziet van Alexandrië
een oorlogshaven te maken. De redenen
zijn o.a., dat de groote kosten geheel op
Engelands rekening zouden komen en de
oorlogshaveD alleen ter verdediging zou
dienen, en dat is niet mogelijk zonder
steun van vestingwerken. Men begint
dus met de haven te versterken.
Maar, vraagt de Ahram, heeft Turkije
toestemming gegeven Zal het die geven
Of zal men het er niet om vragen P In
Egypte redeneert men bovendien als
volgtEgypte heeft geen vijanden in
Europa, zoodat de verdediging van het
land voldoende verzekerd is door zijn
18000 man militie en de Eng. bezetting.
N. R. Crt.
Op
P. J. Siegers f.
83 jarigen leeftijd
is Zaterdag
te Vlissingen overleden de heer P. J.
Siegers, het oudste lid van Ged. Staten
van Zeeland. Hij behoorde tot de a.-r.
partij, maar was om zijn groote gaven
van geest en karakter bij alle partijen
zeer gezien.
De Midd. Crt. schrijft over den over
ledene het volgende
Zoo is dan toch bewaarheid, wat in
de laatste weken door zoo velen gevreesd
werd en is de heer Siegers aan compli
caties tengevolge van het lange ziekbed,
gevolgd op het ongeluk dat den geachten
gedeputeerde in September getroffen
heeft, overleden.
Eenige weken geleden zag men den
toestand nog hoopvol in. Het gebroken
been was genezen, zoodat de heerSiegers
er reeds weder op kon staan.
Het bleek echter dat het brooze
lichaam van den 83-jarigen grijsaard
te veel door dit ongeval geleden had.
De heer Siegers had een veel bewogen
en eervolle loopbaan achter zich. Den
2en Januari 1848 werd P. J. Siegers
aangesteld als klerk ten kantore der
dir. bel. enz. te Vlissingen, in '55 werd
hij geagreëerd klerk bij dien dienst en
in 1857 door den raad van administratie
geadmitteerd als commies-expediteur
tot het doen van aangifte ten kantore
der in- en uitgaande rechten enz.
In 1865 vestigde hij zich als kassier
en commissionnair in effecten, welke
kassierszaak later werd voortgezet onder
de firma P. J. Siegers en Zoon.
De heer Siegers heeft tijdens zijn
leven vele openbare en kerkelijke posten
bekleed, te veel om hier alle op te
noemenalleen zij er aan herinnerd
hoe de overledene van 1856—1879 ge-
meentehaveumeester en ontvanger der
havengelden enz. was en van 1857
1894 sluismeester van de koopmans
haven, van 1868—1897 lid van de
kamer van koophandel en fabrieken te
Vlissingen.
In 1893 werd hij gekozen tot lid van
de Provinciale Staten en in Juli 1895
tot Gedeputeerde. Bij periodieke ver
kiezingen werd de heer Siegers steeds
herkozen, zoodat hij beide betrekkingen
tot aan zijn dood toe heeft waargenomen.
In de laatste jaren trad de heer Siegers
bij ontstentenis van den Commissaris
der Koningin herhaaldelijk als diens
plaatsvervanger op.
Volledigheidshalve zij hier nog ver
meld, dat de heer Siegers in 1907 laat
stelijk werd herbenoemd als lid van het
provinciaal kerkbestuur van de Ned.
Herv. Kerk in Zeeland en deel uit
maakte van de synode, die van 1911
1913 zitting had.
De regeering wist zijn diensten te
waardeeren door hem in 1898 te be
noemen tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw en in 1907 tot
officier in de Oranje Nassau orde.
Met den heer Siegers is heengegaan
een man van groote werkkracht en
bekwaamheid, (wiens heengaan heel
veel leegte achter zal laten) en daarbij
van een haast te soberen eenvoud.
Vooral voor Vlissingen, doch ook voor
het gewest is het heengaan van den
heer Siegers een groote slag.
De begrafenis zal naar den wensch
van deD overledene in den diepsten
eenvoud plaats vinden.
Bal ten Hove.
H. M. de Koningin en Z. K. H. de
Prins gaven Vrijdagavond ten hove ter
gelegenheid van het Nieuwejaar het
gebruikelijke gala-bal, dat pl.m. 1000
genoodigden in de met palmen versierde
zalen vereenigde
Onder de gasten bevonden zich o.a.
alle leden van de Hofhoudingen van de
Koningin, de Koningin-Moeder en den
Prins de gezanten, de audere leden der
legatiën met hunne dames de ministers,
de directeur en hoofdambtenaren bij het
Kabinet der Koninginde leden van
den Raad van Stateeenige Staats
raden i. b. d.alle leden van de beide
Kamers die daar wonen, met de leden
van de griffiëu dier Kamersde leden
der overige hooge Staatslichamende
Gedep. Staten van en eenige burge
meesters uit Zuid-Holland de Raad van
's-Gravenhage en den gemeente secre
taris verder een groot aantal leden
der rechterlijke macht, officiereu, enz.
Kort na 9 uur verschenen de Koningin
en de Prins in de balzaal, alwaar cercle
werd gehouden, bij welke gelegenheid
verschillende personen aan H. M. wer
den voorgesteld.
Tijdens het bal, dat hierop begon,
onderhielden Koningin en Prins zich
met verschillende bezoekers.
H. M. droeg een wit gebrocheerd
toilet, met paarlen geborduurd en ge
garneerd met oude kanthet lint en
de plaque van de orde van den Ned.
Leeuw en de keten der orde van de
Wendische Kroon van Mecklenburg op
het hoofd een diadeem van paarlen en
briljanten.
De souperzaal en buffetten boden een
mooien aanblik, door een versiering
met niet minder dan 3000 gele dubbele
tulpen, prijkende in bloemvazen en
andere tafelsierstukken verbonden door
guirlanden van fijn frisch groen.
Tegen middernacht verliet de Kon.
familie de feestzalen en keerden de
balbezoekers huiswaarts. Avp.
Naar men weet bevindt de'Minister
van Justitie, mr. E. R. H. Regout, zich
om gezondheidsredenen in het Zuiden
van Frankrijk.
In verband met van daar ontv ingen
berichten omtrent den minder gunstigen
toestand van den Minister, is Vrijdag