No. 72. Zaterdag 21 December 1912. 28e Jaarg. 1 Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAiV, i Buitenland. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—ÜITG EVER AXEL. AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DE BALKAN OORLOG. De vredesonderhandelingen zullen Jlaandag te Londen beginnen. Koning George zal de onderhandelaars ontvangen. Nader blijkt, dat de Bulgaren langs het station van Adrianopel niet alleen mondvoorraad, maar ook troepen en munitie zullen mogen aanvoeren. Van gezaghebbende Turksche zijde heeft de correspondent van Wolff's bureau te Konstantinopel opnieuw ver nomen, dat Turkije geen vrede zal sluiten, als Adrianopel niet Turksch en geen vesting mocht blijven. Behalve het leger bij de linie van Tsjataldzja, heeft men te Konstantinopel een aantal rekruten en nieuwe reser visten verzameld, die nu in den wapen handel geoefend worden. Verder zijn er nog verscheidene voltallige divisies uit Klein-Azië onderweg, waarvan de iterkte en de bewegingen streng geheim worden gehouden. Als de onderhandelingen afgebroken mochten worden, zal Turkije met een aanzienlijke strydmacht tegenover den vyand staan. Dr. Dillon, de correspondent van de Daily Telegraph, kondigt aan dat eei- lang een reeks van de afschrikwek kendste gruwelen, die ooit in een oorlog ayn gepleegd en die een smet werpen op den roem der christelijke volkeren op den Balkan, de aandacht van de openbare meening zullen vragen. Uit Konstantinopel en Boekarest heeft dr. Dillon berichten gekregen over on- menschelijke slachtingen, die christe lijke soldaten in den omtrek van Saloniki onder de weerlooze Mohammedaansche bevolking hebben aangericht. De Bul- gaarsche bendelingen maakten de Mo hammedanen niet enkel wreedaardig af, maar zij hebben, naar uit geloofwaardige bron wordt verzekerd, hun slachtoffers de duivelachtigste martelingen laten ondergaan. De welvoegelijkheid ver biedt, de walgelijke misdaden op vrou wen gepleegd, te beschrijven. Tot de meest zielschrijnende afschu welijkheden behoort, dat de gewonden opzettelijk levend begraven werden. Dr. Dillon zegt, dat de bijzonderheden van deze gruwelen niet lang meer geheim zullen blyven, daar onderschei dene consuls van Praukrijk, Engeland, Duitschland en Italië er reeds uitvoerig verslag over hebben uitgebracht aan hunne regeeringen. Een oorrespondent van de Times heeft een bezoek aan San Stetano gebracht en beweert, dat geenszins is uitgemaakt of de ziekte van de Turksche soldaten wel cholera is. Wij weten, zoo zegt hij, dat de zieke soldaten geleden heb ben, zooveel als een mensch lijden kan, van uitputting en honger. Het is voor- loopig, voor een wetenschappelijke diag nose is gemaakt, niet uit te maken of de zieken van San Stetano lijden en sterven aan cholera of door de gevolgen van een gedesorganiseerden oorlog. Uit menschelijk, niet van wetenschappelijk oogpunt, is de kwestie voor het overige niet van belang. De correspondent geeft een beschrij ving van de Grieksche school, thans als hospitaal ingericht. Zoo moet een hospitaal in de middeleeuwen er hebben uitgezien. Driehonderdvijftig zieken in acht kamers. Van gesteriliseerd water of ontsmettingsmiddelen geen sprake. Matrassen op den vloer, de kamers overvol, geen verbandmiddelen, geen waschwater, geen schoon goed,enslechts twee vrouwen en drie mannen om al die zieken te verzorgen. Behalve de cholera, of de ziekte die daar veel van heeft, vindt men er ook veel lijders aan andere vreeselijke kwalen. Velen hebben koudvuur aan de beenen, die blauw en stijf zijn, als bevroren. Afzetten is hier noodig, of de menschen moeten sterven. Maar de Turk wil van afzetten niet weten, want hij gelooft dat de hemel dan voor hem gesloten zal zijn, hij sterft liever. Het is treffend hoe een Turk zelfs in zijn doodstrijd nog iets van zijn waardigheid weet te bewaren en tot zijn laatsten ademtocht zijn goede ma nieren bewaart. „Zij sterven, gelijk zij hebben geleefd, als edellieden van nature, steeds nog dankbaar voor eiken dienst, en als zij een gift van de hand wijzen, leggen zij in de weigering een dankbaarheid, alsof zij haar hadden aanvaard." Volgens een mededeeling van het ministerie van oorlog zijn er bij de verdediging van Adrianopel 24 officieren gesneuveld en 2 vermist. Van het eiland Chios meldt men, dat de Turken zich bij den berg Aipos te Pitio verschanst hnbben. De opmarsch van de Grieken is zeer moeilijk. Zihni- pasja, de Turksche bevelhebber, heeft besloten om tot het uiterste te vechten. De Grieken hebben totnutoe 100 dooden en gewonden, de verliezen van de Tur ken zijn grooter. De gevangen genomen Turksche ge neraal Galib pasja heefc in een gesprek verklaard, dat de Bulgaren twee dagen na den intocht van de Grieken te Salo- Dinsdagavond heeft hij gesproken met de directie van de maatschappij en met de leiders der staking. Na zijn onder houd heeft de lord mayor zich hoopvol over den toestand uitgelaten. Naar de minister van binnenlandsche zaken in het Lagerhuis mededeelde, heett Knox, de verlaagde machinist van den Noordoosterspoorweg, hem verzocht om herziening van het vonnis van den magistraat te New-castle, waarbij hij wegens openbare dronkenschap tot vijf shilling boete is veroordeeld. De min. onderzocht de zaak. De directie van de spoor heeft bekend gemaakt, dat zij, wordt het vonnis ver nietigd, Knox aanstonds in zijn ouden rang zal herstellen. Anders zal zij een jaar wachten en het, blijft in dien tijd zijn gedrag goed, na afloop daarvan doen. Dinsdag schatte men het aantal stokers en door de staking werkeloos geworden mannen op tienduizend. De maatschappij heeft de stakers wegens het neerleggen van hun werk zonder vereischte aankondiging voor den rechter gedaagd. N. R. Crt. niki waren aangekomen. Toen de Bul- gaarsche generaal Thodorot vroeg, waar om de Turken Saloniki aan de Grieken hadden overgegeven en niet aan de Bulgaren, had hij geantwoordNa de nederlaag bij Dzjenidzje (Janitsa) was de verdediging van Saloniki onmogelijk geworden en was verder bloedvergieten uoodeloos en hopeloos, daar de Grieken veel sterker waren dan de Turksche troepen. Het Grieksche leger sluit Dzjanina hoe langer hoe nauwer in. Het gerucht loopt, dat de aanval op de stad nu be gonnen zou zijn. N. R. Crt. ENGELAND. VaD vele zijden worden er pogingen aangewend om de staking bij den Noord oosterspoorweg in der minne te schik ken. Ook de lord-mayor van New castle wendt pogingen daartoe aan. TWEEDE KAMER. In de avondzitting van Maandag jl. werd de behandeling der landbouwbe- grooting voortgezet. De heeren Van Wichen, De Jong en Bos bestreden 's ministers voornemen om na 1913 geen subsidie meer te geven aan de boerenleenbanken. De Minister zegde overweging toe voor de gemaakte bezwaren, die, als ze steekhoudend blijken, kunnen leiden tot uitstel van de staking der subsidiee- ring tot over een paar jaar. Art. 28 (boerenleenbanken) werd z.h.s. aangenomen. De heer Vorstenman van Oyen be pleitte subsidieering ook voor andere paardenstamboeken dan de „Nat. Ver. tot Bev. der Paardenfokkerij" en aan stelling van een inspecteur der paar denfokkerij die ook van voorlichting in dep uitgebreidsten zin zou kunnen dienen. De Minister zeide, deze laatste op merking ter kennis van zijn ambtgenoot van Buitenl. Zaken te zullen brengen. Wat de paardenstamboeken betreft, meende de Min., dat er meer samen werking behoorde te zijn, wil de Ned, paardenfokkerij een toekomst hebben. Voor een regeeringsinspecteur geld uit te geven, kan de Min. niet toezeggen. (Ook art. 30 (paardenfokkerij) werd z.h.s. aangenomen.) De Minister vereenigde zich met de meening van den heer Duymaer van Twist, dat het doel van het fokken van trekhonden moet zijn, deze dieren bereikbaar te maken voor den kleinen man. De heeren Van Nispen en Smeenge pleitten voor algemeene vleeschkeuring van rijkswege. De Min. deed in zijn repliek uitkomen dat een betreffend wetsontwerp zoo goed als gereed is. De heer Vorsterman van Oyen drong aan op het niet toekennen van ver goeding voor wegens mond- en klauw zeer gedood vee, als de wettelijke be palingen dienaangaande zijn overtreden. De heer De Jong vroeg instelling van taxatie-commissies. De Minister wees er op, dat inhouding der vergoeding niet als straf kan worden toegepast. Bij de atd. „Boschbouw en Domeinen" protesteerde de heer Duijs tegen den invoer van wilde zwijnen voor de jach ten, waar Prins Hendrik aan deelneemt. Spr. vroeg den Minister maatregelen tegen deze moordpartijen, middeleeuw- sche vertooningen, die in Nederland niet geduld moeten worden. De Minister merkte op, dat dit onder werp niet in de stukken is behandeld. Voor de bosscheu is de invoer van wilde zwijnen een voordeel. Van de omwonenden kwamen geen klachten in over hinder door de wilde zwijnen op het domein Het Loo. De heer Dolk drong er op aan, nu het Haagsche Bosch niet meer ons oude bosch is, tot parkaanleg over te gaan, speciaal achter het Malieveld en om de vijvers; met benoeming van een tuin architect. Spr. vroeg spoedige oprui ming van omgevallen boomen. De Minister zeide tot dit laatste gaarne te zullen medewerken, maar niet tot de verwezenlijking der beide andere ver langens van den spreker. We moeten zorgen, dat de kinderen, die na ons komen, weder een bosch hebben. De heer Van Poreest was het met den Minister eens en verzekerde, dat het algemeene instemming zal vinden, als het bosch bosch blijft. De verdere beraadslagiug werd ver daagd, nadat het artikel „Staatsbebos- sching" (evenals de andere artikelen) z. h. s. werd aangenomen. De behandeling van de landbouw- begrooting werd hierna verdaagd en Woensdag weer voortgezet. De heer Loeff betoogde toen het ver keerde, aan botercontröle-stations een stuk staatsmacht te gevenen het niet motiveeren der weigering Rijksmerken toe te staan, terwijl ze verder niet eens beroep op die weigering hebben. De heer Van Sasse van Ysselt bracht den Minister hulde voor hetgeen hij deed voor den landbouw in't algemeen en voor de zuivelbereiding in het bi zonder en bestreed den vorigen spreker. Wanneer aan de thans vastgestelde regeling wordt getoond is er kans, dat we weer teruggaan, tot den ouden ver keerden toestand. Het is practisch on mogelijk de weigering van het rijksmerk te motiveeren, met de mededeeling dat iemand „boterknoeier" is. De heer Teenstra sloot zich bij de bestrijding van den heer Loeff aan. De Minister erkende, dat het hier een gewichtige zaak geldt, 't Zou te veel gezegd zijn,'dat hem nu geen enkel bezwaar tegen den geldenden regel bekend is maar de bezwaren zijn van te weinig beteekenis, dat zij reden zou den kunnen opleyeren voor een ver andering. iXELSCHE

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1912 | | pagina 1