No. 70. Zaterdag 7 December 191%. aarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELKMAiW Buitenland. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. AOVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrydagnamiddag TVFEE uren. DE BALKAN OORLOG. i De wapenstilstand tusschen Turkije eenerzijds en Bulgarije, Servië en Monte- aegro anderzijds is geteekend. Grieken land is er buiten gebleven, zoodat de vijandelijkheden tusschen Turkije en dat land zullen voortduren. Het garnizoen van Skoetari heett Dinsdag een verwoeden uitval gedaan, die volgens berichten uit Montenegrijn- sche bron is afgeslagen. De Montene grijnen hebben een belangrijke stelling ten Noorden van den Sjiroka Wrh (berg) bezet. Te Parijs beschouwt men den inter nationalen toestand tengevolge van de rede van den Duitschen rijkskanselier en van de geschillen tusschen deBalkan- staten als verergerd. Het Handeltblad meldt een telegram ait Konstautinopel, volgens hetwelk het totstandkomen van den vrede met Bul garije, Servië en Montenegro is ver- tekerd. Tegen Griekenland zal de oorlog worden voortgezet. Turkije zal na het sluiten van den vrede tot den Balkanbond toetreden. Als gevolg van den strijd om Salo niki gelooft men dat een oorlog tusschen Bulgarije en Griekenland zal uitbreken. Aan de Temps wordt uit Athene ge meld, dat het verslag van den Bulgaar- schen generaal Thodorof over de onder werping van het Turksche garnizoen te Saloniki in Grieksche kringen groote bevreemding gewekt heett. Het is be kend, antwoordt men van Griekschen kant, dat de Turken zich pas hebben overgegeven, nadat de Grieksche kroon prins het bevel tot den opmarsch ge geven had en een voorhoede reeds met de Turken in aauraking was gekomen. Onbegrijpelijk is het, dat de Bulgaren ongeveer 60.000 man van hun Thracisch leger naar Saloniki gezonden hebben, waar hun Grieksche bondgenooten gee nerlei versterkingen noodig hadden. Deze 60.000 man zouden voor Adria- nopel en Tsjataldzja Doodiger geweest zijn, waar zij tot een snel slagen van den aanval van de Bulgareu zouden bijgedragen hebben. Uit Konstantinopel aan het Berliner Tageblatt Men verwacht een spoedige hervatting van den strijd. Woensdag is een besluit uitgevaardigd, waarbij de lichting 1913 opgeroepen werd. Men bericht, dat de draadlooze ver binding met Adrianopel hersteld is. Dinsdag moet een Bulgaarsche aanval op Adrianopel afgeslagen zijn. Het transport van troepen naar de Tsjataldzjalinie wordt onophoudelijk voortgezet. In de laatste dagen kwamen hier 15 bataljons uit Bagdad aan. De troepen worden bij aankomst in de moskeeën ondergebracht, om zich daar Jr aan een quarantaine te onderwerpen. Maandagnacht hebben de Turksche troepen van het garnizoen van Skoetari een uitval gedaan, om den gordel van de Montenegrijnsche belegeringstroepen te verbreken. Zij ondernamen met hun artillerie een hevigen aanval laugs de heele linie van de Kri tot aan Wraka, maar de Montenegrijnen konden den vijand afslaan en hem groote verliezen toebrengen. Ook aan den kant van den Tarabosj tot Oblika werd een verwoed gevecht geleverd, in den loop waarvan de kolonne in het centrum van generaal Martinowits een belangrijke stelling ten N. van den berg Sjiroka bezette. De Montenegrijnen verloren een officier en 6 soldaten aan dooden en 2 gekwetsten. De Turken deden een wanhopige poging om de stellingen te hernemen. De toestand van Skoetari is onhoud baar. Het garnizoen van Skoetari heeft Maandagmiddag om 1 uur een uitval tegen den linkervleugel van de Monte negrijnen gedaan. Het gevecht ver spreidde zich langs de heele linie en de slag duurde tot 5 uur 's ochtends. De artillerie aan weerskanten vuurde den heelen nacht. Te Skoetari hebben branden en projectielen veel schade aangericht. De Turken werden naar hun schansen teruggedreven metachter- lating van een menigte dooden langs den weg van hun opmarsch en hun terugtocht. A. R. Crt. De heer De Kanter bepleitte uitbrei ding van het aantal beroepsconsuls en ondersteunde het verzoek van het „Alg. Ned. Verbond" om zooveel mogelijk de Nederlandsche taal te gebruiken in ambtelijke correspondentie met vreemde Regeeringen, zoomede nadere overwe ging van de subsidieaanvrage van „Vrede door Recht" voor het a. s. vredescongres en vroeg ten slotte spoe dige oplossing van de grensregeling bij Baarle-Nassau en Baarle-Hertog. De heer Van den Berch van Heem stede vroeg maatregelen inzake het verbod van invoer van hooi en stroo in Engeland een quasstie, waarmede men in de laatste vier jaar niets verder is gekomen. De heer Ankerman drong aan op toekenning van subsidie aan „Vrede door Recht". De heer Hugenholtz vroeg mededee- liugen over de onderhandelingen met Venezuela, en inlichtingen over 's Min. optreden inzake het uitsteken der repu blikeinsche vlag in Indië bij de Chi- neezenrelletjes. Zijn er reeds uitnoodi- gingen verzonden voor de 3e Vredes conferentie? Nu een wereldoorlog dreigt zou opening van het Vredespaleis bet toppunt zijn van huichelarij. In ieder geval noodige de Min. den Czaar van Rusland niet uit, want wij willen hier niet overstroomd worden door geheime Russischp politieagenten. De heer Smeenge vestigde de aan dacht op den waterstand in de Drenth- sche kanalen. De politieke toestand in Europa. De min. van Buitenl. Zaken heeft in de Tweede Kamer verklaard, ten aanzien van den huidigen politieken toestand, dat de berichten die hij ge durende de laatste 24 uren heeft ont vangen, alle symptomen in zich droegen om te kunnen verwachten, dat langs den weg van conferenties en kanselarij- arbeid een einde zal worden gemaakt aan den toestand van oorlog en onrust die op het oogenblik in Europa bestaat, zoodat op deze wijze de rust zal worden hersteld, waar ze door oorlog werd ge stoord en de rust zal worden gehand haafd in die gedeelten van Europa, waar ze thans nog bestaat. De Minister bracht een woord van oprechte warme hulde aan de mannen en vrouwen die in dienst van het „Roode Kruis", de eer van de Neder landsche natie op waardige wijze hoog houden. Deze mededeeling werd door alle aanwezigen, ook op de tribunes, met luide bravo's en applaus begroet. Avp. TWEEDE KAMER. Bij de Algemeene Beschouwingen der Begrooting van Buitenl. Zaken besprak de heer Vorsterman van Oyen Maandag avond de onderhandelingen met België inzake de voorgenomen indijking van het zuidelijke gedeelte van den Braak man en het loozen van Belgisch water i door de Isabellasluis, en waarschuwde Iden Min. voor de bedreigde belangen van Philippine. De Min. v. Buit. Zaken, daarna aan het woord komende, legde allereerst de verklaring at, die hierboven is opge nomen, en zette verder uiteen, dat Nederland en Venezuela herstel der diplomatieke betrekkingen wenschen. Wat de uitroeping der Chineesche republiek betreft, de Minister erkende, dat hij te veel gewicht heeft gehecht aan het eenzijdig karakter der desbe treffende mededeeling door den Chi- neescheu gezant. Maar deze had zich niet tot Chineesche organen op Java mogen wenden, gelijk hij onmiddellijk gedaan heeft. De opening van het Vredespaleis is nog niet tot op een week vastgesteld. Bij het doen van de uitaoodigingen zal met de opmerkingen van den heer Hugenholtz geen rekening worden ge houden. De zaak Braakman en Philippine zal voor eventueele besprekingen met de Belgische Regeering onder de aandacht van den minister van Waterstaat ge bracht worden. De Miuister verklaarde zich vóór het gebruik van het Fransch als diploma tieke taal. Van hem is geen initiatief voor een subsidie voor het Vredescon gres te wachten. De Min. keurde het af, dat het besluit om het congres hier te houden zonder voorafgaande onder handeling met de Regeering is genomen I en betoogde, met een beroep op het verloop van het congres te Genève, dat de eer van ons land er absoluut niet mee gemoeid is, of het congres hier wordt gehouden. De waterstand in Drenthe heett 'sMin. aandacht. Na re en dupliek werden de alge meene beraadslagingen gesloten. Avp. Pensionneering Gemeente-ambtenaren. Bij de Tweede Kamer is thans inge komen het wetsontwerp tot pensionnee ring van gemeente-ambtenaren en van hunne weduwen en weezen. Het stelsel der voorgedragen regelin gen laat zich aldus resumeeren. a. Er wordt uitgaande van het beginsel dat de uitgaven voor de pen sionneering geheel door de inkomsten behooren te worden gedekt opgericht een fonds, waaruit worden gekweten I zoowel de eigen pensioenen der gemeen te-ambtenaren als de pensioenen hunner weduwen en weezen bde deelneming in het fonds is verplicht voor alle. gemeente-ambte naren, die na 1 Januari 1913 datum van het in werking treden van de wetten -- in vasten dienst worden aan gesteld c. de op 1 Januari 1913 fungeerende ambtenaren nemen mede deel in het fonds, tenzij zij binnen drie maanden na dien datum den wensch van het tegendeel hebben kenbaar gemaakt d. vóór 1 Januari 1913 als gemeente ambtenaar met vaste aanstelling bewe zen diensten komen bij de berekening van hef pensioen in aanmerking tegen storting in het fonds van een bijdrage die een voldoend aequivalent voor den hoogeren pensioenlast biedt e. de pensioenbijdragen zijn verschul digd door de gemeenten die bevoegd zijn ze voor een deel op de ambtenaren te verhalen f. overigens worden, ook omdat deze voorzieningen den overgaug van Rijks dienst in gemeentelijken dienst of om gekeerd dien van gemeentelijke betrek kingen in Rijksbetrekkingen niet mogen belemmeren, veeleer gemakkelijk moe ten maken, de pensioenen op zooveel mogelijk gelijkeu voet verleend als die der burgerlijke Rijksambtenaren en die hunuer weduwen en weezen g. uit 's Rijks kas Wordt een tege moetkoming verleend aan gemeenten die door de uitgaven, voortvloeiende uit deze wetten, in verhouding tot hare verdere uitgaven hare inkomsten on evenredig zwaar worden gedrukt. Ten opzichte van punt f wordt er in de Toelichting tot het ontwerp op gewezen, dat, waar van de Burger lijke pensioenwet, oudanks het streven naar aansluiting zonder dat het verschil van paaterie een speciale regeling ver- eischte, is afgeweken, bij de gelijktijdig met deze wetsontwerpen ingediende wetsvoordracht tot wijziging en aanvul ling van die wet, deze ter bevordering van de bedoelde gelijkvormigheid in overeenkomstigeu zin is veranderd. Voor de weduwen- en weezenpensi- oeuen is het.maxitnum gesteld op 600, het bedrag dat tot 1 Januari 1905 ook voor de pensioenen van de weduwen en weezen der burgerlijke ambtenaren in dienst van het Rijk als maximum heett gegolden. M. Crt, i

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1912 | | pagina 1