No. 67 ff oensdag 27 November 1912, 28e .laar Van Houten's Cacao Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. jr. F. Dl EL EM Aft, axel. Buitenland. Provinciale Staten van Zeeland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER ADVERTENTIEN van 1 tot. 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. DE BALKAN-OORLOG. De Roemeen8che correspondent van de Lokal-Anzeiger seint aan zijn blad Particuliere berichten, die wij zooeven uit Boekarest van voortreffelijk ingelichte, geheel onpartijdige zijde krijgen, stellen den toestand voor Bulgarije als zeer ernstig voor. Bulgarije wist zeer goed, dat het groote voordeel in een overrompeling van Turkije lag, maar het heeft daarmede geen rekening gehouden zijn actie alleen tot voor de poorten van Konstantinopel uit te breiden, het heeft zich tevens door een bloedigen aanval in het bezit van Macedonië willen stellen. Het bijna onge- loofli]ke succes, dat het aan de onbekom merdheid dankte, waarmede het bij Kirk Kilisse en Loele Boergas zijn troepen, heel zijn jonge intellect, er aan waagde, maken de berekeningen van den generalen staf te schande. Wie op een tijger schiet moet raken, verklaarde een hooggeplaatst Bulgaarsch officier aan een hooggeplaatst Roemeensch officier, die na den strijd bij Loele Boergas op de gevaren wees van het verder voorwaarts rukken in het geforceerde tempo. De sluier, die de Bulgaren over den loop der dingen hebben weten te werpen, moet binnenkort op geheven worden. Bulgarije heeft tot 17 November meer dan 95.000 man verloren. Zijn heele intellect is op het slagveld gebleven of ligt in de hospitalen, waarin ten deele typhus, cholera en pokkeu woeden. Wat heden nog onder de wapenen staat, zijn zeer jonge of zeer oude lieden. Het is nog niet te denken, hoe Sofia, dat den stand van zaken reeds begint te ver moeden, de verschrikkelijke waarheid zal opnemen. In één gevecht zijn o.a. meer dan 700 academici gevallen. Bul garije zou na dezen oorlog niet eeus meer zijn hooge bestuursposten in het eigen land kunuen bezetten, daargelaten dat het het noodige, goedgevormde per soneel voor het inrichten van een bestuur in de bezette gebieden zou kunnen leveren. Voor Adrianopel en Tsjataldzja ont breekt thans reeds de schietvoorraad. Het karakteristieke van dezen veldtocht is het kolossale verbruik daarvan. Bul garije heeft acht dagen noodig om de behoeften voor één dag strijd naar de Tsjataldzja-linie te zenden. De Bulgaarsche kanonnen voor Adria nopel zwijgen eveneens,omdatd.eamunitie ontbreekt. Bulgarije weet, dat het Adria nopel niet kan innemen en dat het voor Tsjataldzja niets meer vermag uit te richten. Als Turkije uit het onuitputte lijke reservoir van Klein-Azië de noodige troepen vroeg genoeg zou kunnen aan voeren en voldoende met schietvoorraad voorzien, dan zou men thans met 50.000 mau tot Sofia kuuneu doordringen, daar achter de Tsjataldzja linie niet veel meer dan een groote leegte is. lurkije weet, dat het zelf den vrede dicteereu kan, als het nog slechts eenige dagen kan standhouden. De Roemeensche officier, van wien dit bericht afkomstig is, beëindigde het met de verklaring, dat men met een volledige Eiken dag wordt RON A meer gewaardeerd. Het aantal geregelde gebruikers neemt voortdurend sterk toe. Hun goede voorbeeld kan met gerustheid door iedereen worden gevolgd. Daar men voor een heerlijken kop chocolade van RONA minder noodig heeft dan van andere soorten, is zij zoo bizonder voordeelig in 't gebruik. Velen hebben dit reeds door ervaring geleerd. omslag van het oorlogsgelak zou moeten rekening houden, als niet binnen acht dagen een wapenstilstand gesloten werd. Het ambtelijke blad Mir deelt mede dat de Turksehe troepen een aanval hebben ondernomen tegen het bij Adria nopel gelegen en door de Bulgaren bezette fort Kartal Tepe, met het doel dit te heroveren. De Turken werden echtei gedwongen met achterlating van 35Ü dooden zich in de vesting van Adrianopel terug te trekken. De Mir, het Bulgaarsche regeeringsblad, schrijft Wij hebben er in toegestemd den opmarsch, waarvan Konstantinopel het doelwit was, te staken en vredes onderhandelingen aan te kuoopen. Niet uit vrees voor de cholera, die wij kunuen overwinnen, evenals wij het Turksehe leger overwonnen hebben, doch om aan de wereld een bewijs van onze voor zichtigheid te geven en van onzen wensch om niet tot daar door te dringen, waar de belangen van Europa elkaar zoodanig doorkruisen, dat de bevrijding van de christenen van het schiereiland er een Europeesche kwestie geworden is. De Turken moeten dat begrijpen en zich met het bezit van Konstantinopel tevreden stellen. En het chalifaat moet de noodige concessies doen om den toestand te redden. Wij werpen alle verantwoordelijkheid voor een verdere ontwikkeling van de gebeurtenissen van ons af. Het doel zou anders worden de Turken voor goed uit Europa te jagen, wat niet alleen de wensch is van de bondgenooten, maar ook van de openbare meening in Europa. Wij aanvaarden de onderhandelingen alleen om niet van veronachtzaming van de belangen der groote mogendheden beschuldigd te worden en geen van haar in een oorlog te wikkelen, doch wanneer wij ondanks onszelf gedwongen worden Konstantinopel binnen te trekken, is het niet twijfelachtig, dat de toestand na nieuwe verliezen zeer gewijzigd zal zijn en wij ons niet mgt de tegenwoordige eischen zullen tevreden stellen. Het blad, De Boodschapper van Athene, maakt melding van een uitlating van den Turkschen bevelhebber, die tegen over den Griekschen kroonprins heeft gestaan, en die zeide, dat de uitslag van den oorlog zonder de Grieksche vloot een geheel andere zou geweest zijn. De Grieksche vloot belette als meesteres van de Egeïsche Zee, dat 200.000 Turksehe soldaten uit Klein Azië en Syrië naar het Turksehe leger in Thracië werden overgebracht. In de Vrijdag gehouden najaarszitting van de Provinciale Staten kwam o. m. in behandeling eeD voorstel van Ged. Staten om een verordening vast te stellen tot het weren van inbreuken op natuurschoon, welke verordening werd aangenomen. Omtrent een verzoek van de A. N W. B. om den weg Walzoorden—Hulst meer bruikbaar te doen maken voor het rij wiel verkeer hadden Ged. Staten voorgesteld om op dat verzoek afwijzend te beschikken, waartoe z. h. s. werd besloten. Bij de behandeling van de Provinciale begrooting voor 1913 was door den heer mr. Van Dam het volgende voorstel ingediend „De ondergeteekende heeft de eer aan de Staten van Zeeland voor te stellen, om den dienst der Prov. stoom boot tusschen Ter Neuzen en Hoede- kenskerke te doen vervallen op een nader door heeren Gedeputeerde Staten te bepalen tijdstip". Hierbij zijn ingekomen een adres van den gemeenteraad van Hoedekenskerke met verscheidene adhaesie-betuigingen, waarin op het behoud van den dienst wordt aangedrongen. Ged Staten hadden geadviseerd het voorstel van den heer Van Dam aan te nemen met het plan alsdan de op heffing te doen ingaan 1 Januari 1913. Blijkens het afdeelingsverslag liepen de meeningen der leden over dit voor stel nogal uiteen. In een der afdee- lingen diende een lid de volgende motie in „De Staten der Provincie besluiten, Ged. Staten uit te noodigen in de a. s. zomerzitting met een afgerond voorstel te komen om een dagelij kschen dienst in het leven te roepen tusschen Ter Neuzen en Hansweert met tusschen- station Hoedekenskerke en, zoolang' daaromtrent niet beslist is, den thans bestaanden dienst op Hoedekenskerke te continueeren." Ged. Staten vonden in het afdeelings verslag aanleiding tot de mededeeling, dat zij zich voorstellen, omtrent het in het leven roepen van een dienst Ter Neuzen Hoedekenskerke —Hansweert een onderzoek in te stellen en de uit komst daarvau in de a. s. zomerzitting mede te deelen. Van 129 inwoners van Ter Neuzen en van de afdeeling „Axel" der Z. L. M. was nog een adres ingekomen voor een dienst Ter NeuzenHoedekenskerke Hansweert. Naar aanleiding van bovengenoemde mededeeling van Ged. Staten trok de heer Van Dam zijn voorstel in. Ged. staten hadden voorgesteld deel te nemen in het waarborgfonds voor eene in 1913 te Middelburg te houden tentoonstelling van Zeeusche kleeder drachten, woningen, meubelen, volks kunst, gebruiken, enz., tot een bedrag van 2500. Naar aanleiding van het afdeelings verslag voegden Ged. Staten aan dit voorstel toe „onder voorwaarde le. dat door de gemeente Middelburg voor een bedrag van 1000 in het waarborgfonds wordt deelgenomen. 2e. dat, indien de tentoonstelling des Zondags voor het publiek geopend wordt, dit niet zal geschieden vóór 12 uur. Over dit voorstel ontspon zich een levendige discussie met het gevolg, dat nadat twee voorstellen omtrent het sluiten van de tentoonstelling of niet toelaten van vermakelijkheden op Zondag waren verworpen, het voorstel van Ged. Staten met op één na alg. st. werd aangenomen. Bovenstaande ontleenden we aan het uitgebreid yerslag in de Midi. C'rt. SCHE COERANT. RO N A

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1912 | | pagina 1