IjVo. 18,
Zaterdag 21 September 1912.
28e Jaarg
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor Bklgië 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AOVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Kameropening.
Reeds voor twaalven trok oud en jong
naar den weg, dien de stoet zou volgen,
om zich daar in dichte rijen te scharen
achter de langs den geheelen weg van
het Paleis tot aan het Binnenhol opge
stelde militairen. Vooral in de omge
ving van 't Paleis heerschte reeds vroeg
een ongekende drukte. Tegen 12 uur
kwamen daar de grenadiers met de
Kon. Mil. Kapel aanmarcheeren. 't Wa
ren de afzettingstroepen, die dienst
moesten doen in Noordeinde en Voor
hout, zoomede de manschappen, die met
hetRegimentsvaandel, onder commando
van kapitein jhr. Six, de eerewacht op
het plein vóór het Paleis uitmaakten.
Eenige minuten vóór één uur daver
den uit de wachtende menigte voor het
Paleis hoera's. Koningin Wilhelmina
had zich namelijk aan een der balcon-
vensters vertoond, en nauwelijkshadden
de belangstellenden Hare Majesteit, die
gekleed was in wit satijn, met witten
hoed met pleureuse, en het cordon van
den Ned. Leeuw, opgemerkt, of juich
kreten stegen op en er werd gewuifd
'met hoeden en zakdoeken. De Prins,
in admiraalsunitorm, was bij haar.
Gedurende het vóórrijden der hofrij
tuigen, bleven Koningin en Prins aan
het venster. Precies ten één uur reed
de gouden koets voor het bordes. Het
.Wilhelmus" klonk, Koningin en Prins
stapten in de koets en langzaam bewoog
zich de stoet voort tusschen de dichte
rijen, dikke hagen toeschouwers naarhet
Binnenhof.
Tot de leden van het gevolg, die te
paard het Koninklijk rijtuig vergezelden,
behoorde de gepens. luit.-generaal Rost
van Tonningen, generaal-majoor jhr. de
Lannoy kolonel Froger, oud-comm. van
het reg. gren. en jagers.
In den stoet waren in de hotrijtuigen
o.m. Hr. Ms. grootofficieren generaal
Van Heutsz, jhr. de Ranitz, baron Taets
van Amerongen en jhr, van de Poll.
'De kamerheeren waren jhr. van den
Bosch, jhr. van Geen, I. W. I. baron
Taets van Amerongen, R. A. baron van
Hardenbroek, rar. J. A. H. baron van
Zuylen van Rengers, jhr. mr. W. Roëll,
C. Ba Nijevelt, E. N. van Weideren
Baron van Asbeck.
Vooral in het Voorhout was een
eaorme menigte op de been. Evenals
hij vorige gelegenheden was op het
voorplein van het Mauritshuis aan
groepen weeskinderen een plaatsje in
geruimd.
Plechtig klonk het koninklijk echt
paar, bij het oprijden van den stoet op
deze historische plek het oude Wilhel
mus tegemoet, gespeeld door de kapel
der jagers van welk corps het 4e bat.
onder aanvoering van luit.-kol. Von
Schmidt, de eerbewijzen gaf.
Propvol stond het Binnenhof. In zes
dubbele rijen had de menigte zich ge
schaard achter de militairen. Ook de
J vensters der laadsgebouwen waren dicht
bezet.
In het rijtuig droeg H.M. een groot
kraagstuk van hermelijn, dat zij echter
in het rijtuig achterliet, toen zij de zaal
binnenging.
Alvorens de zaal binnen te gaan, pas
seerden de vorsten een haag van digni
tarissen ter weerszijden van het bordes
geschaard. Ditmaal vond H. M. daar
o.a. de adjudanten in buitengewone
dienst gep. vice admiraals jhr. J.A.Roëll,
P. J. Stokhuijzen, J. H. L. J. baron
Sweerts de Landas Wyborgh den gep.
luit.-generaal Kool en kapitein ter zee
Zegers Rijser.
De Ridderzaal bood weder den be
kenden schitterenden aanblik van uni
formen, zwaar van zilver en goud, van
hooggepluimde steken en kleurige unifor
men van ridderorden en breede eere
linten, in alle tinten, van smaakvolle
damestoiletten en pracht van gala-co-
stumes.
Tusschen de ambtsgewaden der Ka
merleden zag men.enkele heeren in rok
of gekleede jas en verschillende militaire
uniformen. Evenals altijd droeg de
Voorzitter der vereenigde vergadering
de groot-tenue als generaal, waarover
het lint van het Grootkruis van den
Nederlandschen Leeuw.
Dan zag men verder de leden van
den Raad van State, van de Reken
kamer en van den Hoogen Raad in
blauwe en groene ambtscostuums, een
aantal leden van het corps diploma
tique in van goud en ridderorden flon
kerende uniformenden Turkschen
gezant met zijn roode fez, den Japan-
schen gezant, voorts den Commissaris
der Koningin iD Zuid-Holland, burge
meester Van Karnebeek, in ambtscos-
tuum, verschillende leden van den
generalen staf, o. a. de chef, generaal
Snijders.
Een kleurrijke groep vormden de
Ministers, waarvan verscheidenen ge
tooid met groene, roode of paarse groot-
kruisordeliuten. Zij namen ter linker
zijde van den halven cirkel plaats,
waarin, tegenover den troon, de Kamer
leden gezeten waren.
De Koningin ging naast den heer
't Hooft en gevolgd door den Prins, die
door den heer van den Borch van Ver-
wolde werd begeleid, voorafgegaan en
gevolgd door hoogwaardigheidsbeklee-
ders, kamerheeren en hofdames, naar
den troon.
Zittende, met welluidende, doch tame
lijk zachte stem las H. M. daarna de
Troonrede voor.
Toen zij de lezing beëindigd had,
stonden allen op en hieven de Kamer
leden een driewerf: „leve de Koningin,
hoera" aan.
Het geduld der menigte was op niet
te lange proef gesteld. De plechtigheid
had slechts ongeveer een kwartier ge
duurd. En opnieuw ouder het spelen
van het „Wilhelmus" stegen Koningin
en Prins in en zette de stoet zich ouder
hetzelfde hartelijke gejuich als waar
mee zij bij aankomst begroet waren in
beweging, om langs denzelfden weg als
hij gekomen was naar het Koninklijk
Paleis terug te keeren.
Het verlaten gebouw van Binnenl.
Zaken had de planken van de vensters
gehaald en de ramen en het houtwerk
netjes schoongemaakt. De ontruimde
kamers waren veranderd in tribunes
voor de ambtenaren en hun familiën.
Door geen enkel incident kenmerkte
zich de tocht 'noch naar noch van de
vergaderzaal.
In het Paleis vertoonden H. M. en de
Prins zich eenige oogenblikken achter
een der vensters. Het gejuich dat ver
stomd was, brak nu opnieuw en zoo
mogelijk nog levendiger los, terwijl de
Koninklijke Militaire Kapel opnieuw het
„Wilhelmus" inzette. Eerst toen het
volkslied uitgespeeld was, trok het Kon.
Echtpaar zich terug, waarna de troepen
onder een vroolijken marsch aftrokken.
Te 2 uur 47, dus eenige minuten
vroeger nog dan was aangekondigd,
verlieten H. M. de Koningin en Prins
Hendrik de residentie en begaven zich
naar Soestdijk, uitgeleid door den Bur
gemeester en den Gouverneur der
residentie, generaal De Meester en toe
gejuicht door een talrijke menigte.
STATEN-GENERAAL.
Zitting van de Vereenigde Vergadering
van de beide Kamers op Dinsdag
17 September 1912, tot opening
van de zitting der Staten-
Generaal.
De vereenigde vergadering van de
beide Kamers tot opening van de ge
wone zitting der Staten-Ganeraal werd
te 12 uur door den heer Schimmelpen-
ninck van der Oye, die den voorzitters-
stoel inneemt, geopend, die door den
griffier van de Eerste Kamer liet voor
lezen een Kon. besl. van 5 Sept., hou
dende zijn benoeming tot voorzitter
van de Eerste Kamer, gedurende de
zitting welke heden aanvangt. Vervol
geus benoemde hij de commissie, die
H. M. de Koningin in het gebouw zou
ontvangen en uitleiden.
De Miuister en de leden van den
Raad van State kwamen te één uur in
de Ridderzaal.
H. M. de Koningin, vergezeld van
Prins Hendrik, kwam kort daarna in
de vergaderzaal, nam plaats op den
troon en hield, terwijl de Prins naast
haar zat, de Troonrede.
Daarna verliet Zij de vergadering,
welke, nadat de commissie van uitge
leide was teruggekeerd, door den voor
zitter werd gesloten.
EERSTE KAMER.
dat Uwe Majesteit, vergezeld van Zijne
Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden, de gewone zitting der
Staten-Generaal wederom in persoon
heeft geopend.
2. De mededeelingen van Uwe
Majesteit aangaande de vriendschappe
lijke betrekkingen met de andere
mogendheden en den algemeenen toe
stand van het land en van de over-
zeesche gewesten, vernamen wij met
groote belangstelling.
Dat de West-Indische koloniën werden
geteisterd door eene langdurige droogte,
wordt door ons zeer betreurd.
3. Uwe Majesteit zal bij den belang
rijken wetgevenden arbeid, die te
wachten staat, op onze toewijding en
krachtsinspanning kunnen rekenen.
4. Van harte beamen wij den wensch
van Uwe Majesteit dat op onzen arbeid
Gods zegen moge rusten.
TWEEDE KAMER.
De heer Lieftinck (U. L.) neemt als
oudste in jaren den voorzitterszetel in
en spreekt staande, ietwat onduidelijk,
een openingsrede uit..
„Ik behoef u wel niet te herinneren,
mijne heeren, zoo ongeveer zegt
de heer Lieftinck, dat het niet zoo
zeer aankomt op het aantal dan wel
op den aard der wetsontwerpen.
Zij moeten, willen zij van blijvend
nut zijn, in overeenstemming zijn met
het Nederlandsche volkskarakter en dus
staan cp den bodem, waarop het Neder
landsche volk steeds stond en God zij
geloofd nog steeds staat, namelijk den
bodem der vrijheid. Met die vrijheid
mogen zij niet in strijd komen, integen
deel, zij moeten er op zijn gegrondvest.
Alleen dan kunnen zij van nut zijn
voor het Nederlandsche volk in al zijn
geledingen".
Minister Kolkman bood daarna de
Staatsbegrooting voor 1913 aan.
Bij het opmaken van een nominatie
voor het voorzitterschap werd gekozen
tot eersten candidaat de heer Van
Nispen (Kath.) afgevaardigde voor Nij
megen, tweede candidaat werd de heer
De Geer, derde prof. Drucker.
Bij Koninkl. besluit van 17 dezer is
benoemd tot voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, voor het
tijdperk der tegenwoordige zitting:jhr.
mr. O. P. A. M. Nispen tot Sevenaer,
lid van die Kamer.
De griffier deed in de vergadering
vau Dinsdag voorlezing van het Kon.
besluit, waarbij de heer J. E. N. baron
Schimmelpeuninck van der Oije voor
het nieuwe zittingjaar opnieuw is be
noemd tot voorzitter der Eerste Kamer.
De voorzitter hield een rede, waarin
hij op den gewichtigen arbeid wees,
welke de Eerste Kamer wacht.
Besloten werd, op voorstel van den
voorzitter, de troonrede met een adres
vau antwoord te beantwoorden.
Het gewijzigd ontwerp-adres van ant
woord öp de Troonrede luidt
Mevrouw
1. De Eerste Kamer der Staten-
Generaal acht het een groot voorrecht,
Donderdag is jhr. Van Nispen als
voorzitter geïnstalleerd door den heer
Lieftinck, die hulde bracht aan de groote
verdiensten van den afgetreden voor
zitter Van Bylandt, wien hij een spoedig
herstel toeweuschte, waarna hij zeide,
overtuigd te zijn, dat jhr. Van Nispen
een waardig opvolger zal zijn.
Jhr. Van Nispen aanvaardde het pre
sidium met een zeer toegejuichte rede,
waarin hij eveneens graaf Van Bylandt
waardeerend huldigde. Hij beloofde met
vaste hand de vergaderingen te zullen
leiden, onpartijdig en met eerbiediging
van het vrije woord, zoolang de parle
mentaire grenzen niet worden over
schreden, waarna hij ten slotte een
ernstig beroep deed op de Kamer, om
1
5 45
6 17
6 20
7 12
715
7 35
•8 01
8 06
813
8 20
8 27
8 34
8 03
815
8 59
9 24
9 30
9 33
9 42
9 45
9 53
5 31
5 49
9 16
617
8 59
9 53
910
9 20
9 30
9 35
9 42
9 46
iXELSCHEM COURANT