No. 34.
Zaterdag 3 Augustus 1912.
28e Jaarsu
Van Houten 's
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Ho» -°-18
Buitenland.
i
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
Het rijksdepartement van koloniën
heeft een beschrijving uitgegeven van
Nieuw-Kameroen, het stuk van Fransch
Kongo dat, voor de erkenning van de
Fransche hegemonie in Marokko, aan
Duitschland is afgestaan. Men weet, dat
menschen, die met de streek bekend
waren, dadelijk gewaarschuwd hebben,
dat dit door de slaapziekte geteisterde,
moerassige gebied niet de minste toe
komstwaarde had. De verdienstelijke
staatssecretaris van koloniën von Linde-
quist was daarvan zelfs zoo sterk over
tuigd, dat hij de verantwoordelijkheid
voor den slechten ruil niet op zich wilde
nemen en zijn ambt neerlegde. Hij ging
heen in volslagen ongenade. De beschrij
ving, die het departement van koloniën
thans openbaar gemaakt heeft, is afkom
stig van dr. Ritter en blijkt grootendeels
den slechten dunk, dien Lindequist van
Nieuw-Kameroen had, te rechtvaardigen.
Enkele aanhalingen mogen dit duidelijk
maken. Van het Sanga-gebied, de zuide
lijkste van de twee wiggen, die aan het
Duitsche gebied toegang tot de Kongo
rivier verleenen, leest men in het amb
telijke stuk
»De temperatuur is bijna het geheele
jaar gelijk en schommelt over dag bijna
Diet. Zij is bijna ondragelijk, omdat de
lucht tot verzadigens toe met waterdamp
gevuld is. Bovendien is de muggenplaag
in Afrika nergens zoo groot als hier.
De gewone tropische ziekten vertoonen
zich in dit gebied in een bijzonder eru-
stigen vorm ook de slaapziekte is hier
zeei verspreid. Kenners van het land
achten het onmogelijk, dat blanken er
duurzaam verblijf houdenzelfs een
tijdelijk verblijf van slechts enkele maan
den wordt gewoonweg als moorddadig
beschouwd.
»De Kandeko-rivier stroomt in haar
bovenloop tusschen de laatste oostelijke
uitloopers van het bergland, op haar
linkeroever zijn nog hoogten van 400 M.
boven de zee, verder oostelijk naar de
Sanga toe eindigen deze hoogten in het
hier beginnende groote moerasgebied, dat
het heele vooruitspringende gedeelte van
de Sanga-wig vult. Dit gebied behoort
tot de grootste overstroomde gebieden
van de wereld.... Maar weinige streken
van het zuidelijke gedeelte die het heele
jaar droog ziju, zijn tot nu toe bekend.
Het op alle kaarten voorkomende, aan
den Duitschen Kongo-oever gelegen Bonga
moet in den tyd van de overstroomingen
maanden lang onder water staan. Hoe
beperkt de mogelijkheid van een oecono-
mische ontginning is, blijkt hieruit, dat
de Societé Franco Congclaise de la Sangha
en andere maatschappijen, die tusschen
de Sanga en het Kandeko-gebied een
concessie gekregen hadden, na korten
tijd hun werkzaamheid weer gestaakt
hebben, omdat hun concessiegebied s/4
gedeelte van het jaar onder water stond
en er geen factorijen konden aangelegd
worden.*
Dat is natuurlijk het slechtste gedeelte
van Nieuw-Kameroen. Maar de andere
gedeelten zijn al niet veel beter. Overal
GOED en GOEDKOOP
is 9
in vierkante bussen
1 Kg. 1.50
- 0.80
V4Kg./0.42i|
woedt de slaapziekte, die heele streken
ontvolkt heeft en, naar het stuk uitdruk
kelijk verklaart, ook de blanken niet
spaartdaarnaast heerschen pokken, me-
laatschheid en andere ziekten. De ka-
oetsjoek-boomen zijn alleen in het noor
delijkst gedeelte van het land nog onge
rept, in het zuiden daarentegen al sterk
gedund.
Dit ontnuchterende verslag doet in de
pers de vraag rijzen, wat Duitschland
eigenlijk met deze onherbergzame wilder
nis moet aanvangen. De Berl. Zeitung
am Mittag antwoordt hierop »Geduld,
geduld De wijsheid van ons ministerie
van buitenlandsche zaken, die zich in
den zomer en den herfst van 1911 in
haar heele ondoorgrondelijkheid getoond
heeft, zal stellig schitterend de proef
doorstaan, al moge ook onze nieuwe
koloniale toekomst 9 maanden van het
jaar onder water liggen
FRANKRIJK.
De Gaulois, het royalistische blad, dat
de dingen der republiek nog wel eens
graag spottend beziet, herinnerde er
Dinsdag aan, dat monsieur Fallières"
31 Juli, als naar gewoonte, zijn honderd
duizend frank maandelijksche toelage
opstrijkt. Daar over zes maanden zijn
presidentschap afloopt, zal, zoo rekent de
Gaulois voor, monsieur Fallières nog het
ronde sommetje van zesmaal honderd
duizend frank binnen krijgen.
»Men kan zich voorstellen, dat monsieur
Fallières niet de moeite neemt om naar
het ministerie van financiën te gaan, om
het vergulde mauna in ootvangst te
nemen, dat de goede Frausche belasting
plichtigen hem zenden.... Sa grandeur
l'attaché au rivage.... Neen, op het Elysee
of op het kasteel van Rambouillet, als
hij er buiten is, wil de president wel
uit de handen van een hooggeplaatst
ambtenaar van financiën de tien pakjes
van biljetten van 1000 frank aannemen,
die deze uit ziju portefeuille genomen
heeft.
»Het tooneel zou waard zijn kinema-
tografisch opgenomen te wordenDe
ambtenaar in kwestie, deftig in de
planken-jas, gehandschoend en met een
hoogen zijden, stralend als een lichttoren,
laat zich door den knecht aandienen.
Twee minuten later wordt hij binnen
gelaten in de werkkamer van den heer
Fallières, wiens gelaat, bij het zien van
den bode-met-geld, opgeklaard wordt door
een breeden glimlach.
>De hooge ambtenaar buigt, maakt de
vakjes van zijn portefeuille open, neemt
er de gloednieuwe, kostbare bankbiljetten
uit en legt die neder op de schrijftafel
van den president. Dan zet monsieur
Fallières zijn bril op, strijkt met 'n
zichtbaar genoegen over de aardige brief
jes, telt ze zorgvuldig en sluit ze niet
minder zorgvuldig weg in een van zijn
laden, waarvan hij den sleutel omdraait.
Vervolgens doopt hij zijn pen in de
inkt en plaatst zijn naam op de kwitantie,
die de afgezant der schatkist hem eer
biedig overreikt.
>Monsieur Fallières vindt het tot slot
goed, om met ronde hartelijkheid de hand
te geven aan zijn bezoeker.... De heer
Fallières is tevreden, heel tevreden*
Zoo spot de royalistische Gaulois met
den eersten ambtenaar der Republiek
ENGELAND.
Het is met de staking aan de haven
van Londen vreemd gegaan. Zaterdag
beveelt het stakingscomité hervatting van
werk aan. Zondag verwerpen de stakers
dien raad en het stakingscomité zegt,
dat de staking nu ook officieel zal voort
duren. Maandag spoort het bestuur van
de vereeniging der bootwerkers de leden
aan, weer aan het werk te gaan, en de
leden van het Verbond van Matrozen en
Stokers blijken er in groote meerderheid
ook voor. Maandagavond besluit het
stakingscomité daarop zijn raad van Zater
dag te bevestigen, behalve bij de enkele
patroons, die weigeren de overeenkomsten
van voor de staking te handhaven.
Zoo hebben dan Dinsdag de stakers,
althans het meerendeel, zich weer voor
werk aangemeld. Volgens een Reuter-
telegram werden zij algemeen weer in
dienst genomen en kregen de arbeiders,
die de patroons gedurende de staking
hadden geholpen, gedaan.
Onderzoek »Titanic*.
Dinsdag heeft Lord Mersey in het
Lagerhuis het oordeel der commissie in
zake den ondergang der »Titanic* bekend
gemaakt.
Aan het rapport is het volgende ont
leend
Het hof schrijft de botsing toe aan de
buitensporige vaart van het schiphet
acht het schip echter behoorlijk bemand
en van kaarten voorzien.
Het spreekt Duff Gordon vrij van po
ging tot omkooperij zegt dat Ismay niet
als directeur Van de White Star Line*
aan boord was, maar dat hij zedelijk
verplicht was geweest, op de »Titanic«
te blijven tot allen gered waren vindt
dat de derde klas passagiers niet onbillijk
zijn behandeld.
Het hof is van oordeel, dat Smith, de
gezagvoerder, een erustigen misslag heeft
begaan door met volle snelheid door het
ijs te varen, maar dat hij niet nalatig is
geweest. Naar het ijs was echter niet
voldoende uitgekeken.
Het hof meent, dat de vuurseinen, aan
boord van de »Californian« waargenomen,
van de »Titanic* waren. Ware de »Cali-
fornian* toen naar de plaats van de ramp
doorgestoomd, vele menschen hadden
gered kunnen worden.
Het hof beveelt de Regeering aan, een
comité, benoemd door het dep. van Handel,
de kwestie van schotten enz. te laten
onderzoeken en de voorstellen, die dat
comité doet, in een wetsontwerp neer te
leggen. De voorschriften van het dep.
van Handel inzake de scheepvaart moeten
herzien worden op het stuk van redding
booten. Die moeten behoorlijk bemand
en voldoende van seintoestellen en lampen
voorzien zijn. Het aantal booten moet
naar het aantal opvarenden en niet naar
de tonnenmaat geregeld worden. De be
manning van reddingbooten moet be
hoorlijk worden geoefend.
Oceaan-stoomschepen moeten, volgens
het hot, voor de radiotelegrafie dag- en
nachtdienst hebben. Het dep. van Handel
moet bijzondere voorschriften maken voor
schepen met landverhuizers, ook voor
buitenlandsche schepen, als zij een En-
gelsche haven aandoen. Bij het varen
door het ijsgebied moeten de schepen
hun vaart verminderen of hun koers
veranderen.
Het hof beveelt een internationale con
ferentie aan om verschillende kwesties
te regelen. Die conferentie dient (over
eenkomstig het hierboven vermelde) de
volgende onderwerpen te behandelen
Indeeling der schepen, vermindering van
snelheid als er ijs is, of verandering van
koers en het gebruik van zoeklichten.
JAPAN.
Dinsdag 30 Juli is de keizer aan hart
verlamming overleden in den ouderdom
van 59 jaren. De dagbladen wijden
kolommen druks aan het tijdperk zijner
regeering.
Hy wordt beschreven als een man met
geestkracht, welke hij geheel dienstbaar
maakte aan de taak waarvoor hij stond
de regeering.
Onder zijn bestuur heeft een omwente
ling plaats gehad, zooals de geschiedenis
geen tweede kende en waarin de keizer
zijn gezag volkomen handhaafde en als
voorstander van de Westersche bescha
ving zijn mede-oosterlingen voorging in
verandering van leefwijze, kleeding, enz.
Ook de oorlogen met China en Rusland
hebben zijne regeering niet tot de minst
woelige gemaakt.
Zijn opvolger is zijn oudste zoon Josji-
hilo, geboren den 31 Augustus 1879.
Dadelijk nadat de keizer den laatsten
adem had uitgeblazen, begon de plechtig
heid der troonsoverdracht.
Het keizerlijk sanctuarium werd ont
bloot en op het altaar werden de offer
anden neergelegd, bloemen en rijst.
De deuren der kapel werden geopend
en de getuigen traden binnen.
De Ovakina verkondigde plechtig aan
de geesten der voorouders de troonsbe
klimming van den nieuwen keizer en
de klokken luidden dadelijk den nieuwen,
vorst het welkom ton.
6
r-
-1
i
4XEL
COURANT.
Cacao
Jt
H