No. 85.
Woensdag 31 Januari 1912.
27e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELFMAA,
Buitenland.
dindbouw.
COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 8/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
LUXEMBURG.
De correspondent van de Kölnische
Ztg. seint uit Luxemburg de volgende
bijzonderheden over het oproer te
Differdingen
Te Differdingen hebben 500 Italianen,
I werklieden in de ijzergieterij aldaar,
het werk nedergelegd. Deze staking
bij het Deutsèh-Luxemburgische Eisen-
hüttenwerk heeft een oproerig karakter
aangenomen. De poorten van de fabriek
werden opengebroken, de stakers dron
gen de fabriek binnen en schoten door
de vensters in het kantoor, waar de
raad van beheer bijeen was. 's Middags
wilden stakende arbeiders verhinderen,
dat de trouw gebleven werklieden op
de fabriek hun eten kregen en vielen
dezen met steenen en revolverschoten
aan. De te hulp gesnelde brandweer
gebruikte hare spuiten tegen de oproer
lingen. Toen uit de menigte schoten
op de gendarmen gelost werden, vuur
den dezen op het volk; een of twee
man bleven dood, verscheiden werden
gewond. Een doode moet het slacht
offer van steenworpen geworden zijn.
De officier van justitie, de majoor
die over de troepen bevel voert, en de
Itaiiaansche consul hebben zich naar
Differdingen begeven. Men verwacht
een. versterking van de gendarmerie
met Luxemburgsche soldaten.
PERZIE.
Naar te Teheran beweerd wordt,
hebben Rusland en Engeland aan Perzië,
lat een leening wil sluiten, de voor
waarde gesteld, dat Perzië aan den
voormaligen Sjah Mohammed Ali, en
aan prins Salar-ed-Dowlé jaargelden
moet waarborgen. Men weet, dat Mo
hammed Ali vroeger een jaargeld kreeg
van den Perzischen staat, maar dat hy
hit door zyn met oogluiking van
Rusland ondernomen inval in Perzië
- had verbeurd. Perzië schijnt zich
in de voorwaarden van Rusland en
aland te willen schikken en is
naar het heet bereid om onder-
icheidenlijk 40.000 en 10.000 tomans
toe te staan. Verder zullen de eigen
dommen van Sjoea-es-Saltané, over
welker inbeslagneming door de gen
darmerie van Shuster het Russisch-
Perzische conflict in hoofdzaak was
laugekomen, aan den prins worden
teruggegeven. De ex-sjah en Salar-ed-
Dowlé zullen zich in Engeland tegen
woordig wèl het land van de vorsten-
u-ballingschap vestigen.
De toestand in Teheran is en blijft
hachelijk voor de regeering. De sol
daten die niet of zeer slecht betaald
vorden, beginnen roerig te worden en
«p uitbetaling der soldij aan te dringen.
CHINA.
Generaal Liangpi, die voorheen com
mandant geweest is van de uit Mantsjoes
bestaande Keizerlijke garde, is het
ilachtoffer geworden van een bomaan-
«lag. Hij verliet een rijtuig dat hem
ter zijn woning gebracht had, toen
«en in officiers-uniform gekleede Chi
nees, die in een rijtuig voorbijreed, een
bom wierp. Van Liangpi werden de
beenen verbrijzelden ook ontving hij
andere verwondingen.
De toestand van Liangpi, wien een
been is afgezet, is zeer zorgwekkend.
De dader is bij de ontploffing omge
komen.
Liangpi behoorde tot de reactionairen
in den laatsten tijd werd hy er van
verdacht, een gewapenden aanval op
de Chineezen te Peking te hebben be
pleit en de hand te hebben gehad in
den moord, gepleegd op generaal Moe
loetsjing.
Generaal Tsjoenghoesitsji, de com
mandant van Tientsin, die een beslist
tegenstander is van de revolutionairen,
keerde Vrydag uit Peking terug naar
Tientsin. In de buurt van de Chinee-
sche wijk verliet hy den trein en hij
stapte in zijn rijtuig, toen een jeugdige
Chinees twee bommen naar hem wierp.
Het rijtuig werd beschadigd, maar de
generaal bleef ongedeerd. De pleger
van den aanslag nam de vlucht, maar
werd achtervolgd. Hij loste schoten
op zijn vervolgers en kwetste een po-
litie-agentmaar ten slotte werd hij
gegrepen.
De New York Herald verneemt uit
Peking, dat Toeantsjitsjoei, die het bevel
voert over de regeeringstroepen, die
tegen de opstandelingen te Hankou
zullen moeten vechten, heimelijk brie
ven gezonden heeft aan andere hoofd
officieren van het z.g. Noorderleger,
waarin hy hen uitnoodigt, met hem
samen te werken tegen de Mantsjoes.
Verder seinde hy aan Joeansjikai dat
zijn, Toeantsjitsjoei's, troepen geweigerd
hebben, met vechten voort te gaan.
De Mantsjoeprinsen, die zich aan
vankelijk verzet hadden tegen het af
standdoen door den Keizer, zijn nu,
tengevolge van de actie van Toean
tsjitsjoei, weer omgedraaid.
De Daily Telegraph verneemt uit
Peking, dat daar verteld wordt, dat de
Japansche gezant uit Peking is terug
geroepen, hetgeen tot verschillende
oordeelvellingen heeft aanleiding ge
geven. O. a. wordt het vermoeden ge
uit, dat Japan een wijziging van zijn
beleid ten opzichte van China voorheeft.
Ook wordt verteld, dat sommige Man
tsjoeprinsen rechtstreeks met Tokio in
onderhandeling zijn getreden, teneinde
een gewapende inmenging door Japan
te weeg te brengen.
In de Japansche pers wordt de vij
andige stemming jegens Joeansjikai
aangewakkerd, hetgeen berichten als
de bovenstaande nieuw voedsel schenkt.
AMERIKA.
Donderdag zyn opnieuw eenige klui
zen in de kelders van'het door brand
vernielde Equitablegebouw te New-York
geopend. De inhoud bleek volkomen
intact te zijn. Nog andere kluizen
zullen binnenkort aau de beurt kunnen
komen en de ervaring met de tot nu
toe geopende kluizen geeft hoop, dat
ook de inhoud der nog niet geopende
onbeschadigd zal worden gevondeu.
De werklieden, die inet het oprui-
mings- en bergingswerk bezig zyn
deden dien dag een curieuze ontdek
king. Uit het puin werd nog levend
een marmotje te voorschijn gehaald,
dat er 16 dagen in barre kou en zonder
eten had onder gezeten.
De Argentijnsche regeering heeft
besloten een maritieme demonstratie te
houden tegen Paraguay. Tot dat doel
zullen 2 Argentynsche pantserschepen
en 2 torpedobootvernielers naar Para
guay gaan. Dat lezen wy ten minste
in de Times. Echter zal zoo'n maritieme
demonstratie op de Parana wel moeilijk
heden opleveren. Want Paraguay ligt
diep het binnenland in, en de Para-
guaysche havens zyn niet bereikbaar
voor schepen van groote afmetingen.
De revolutie in Ecuador duurt no„
voort. Echter heeft de leider van een
deel der opstandelingen, de rebellen
generaal Pedro Moteno het afgelegd.
Hij was door de regeeringstroepen ge
grepen en voor een krijgsraad gebracht,
die hem tot 16 jaar gevangenschap had
veroordeeld. De inwoners van Guaya
quil waren daar echter niet mee vol
daan. Zij maakten zich van den re
bellen-generaal meester, schoten hem
dood, sleurden het lijk door de straten
der stad onthoofden en verbrandden het.
De ongeregeldheden in Guayaquil
duurden den ganschen nacht. En in
verscheiden wijken werd er druk met
revolvers gewerkt.
Een lastig insect.
Onlangs wilde een tuinman te Lisse
een heerlijk erwtensoepje eten, toen hij
tot de onaangename ervaring kwam, dat
de erwten vol kleine kevertjes zaten.
Toen men een onderzoek instelde bij
de buren bleek het, dat ook daar de
erwten in den zelfden toestand ver
keerden. Dit diertje is de erwtenkever,
een familielid van den boonkever. Beide
insecten richten onder de erwten en
boonen soms groote schade aan. Een
ander insect, na verwant aan de beide
vorigen is de korenkalander, welk
diertje leeft in graanpakhuizen en op
korenzolders. De korenklander is waar
schijnlijk uit het Oosten, met graan-
zendingen in ons land gekomen. De
kleur van dit insect wisselt af van
roodbruin tot zwartbruin de sprieten
en de pooten zijn iets lichter. De dunne,
kromgebogen snuit is uitstekend inge
richt om de graankorrels te kunnen
doorboren. Dit kevertje voedt zich met
het meel van tarwerogge- en maïs
korrels. In de lente beginnen de wijfjes
hare eitjes te leggen. Zij zoeken daartoe
een zware en meelrijke korrel uit en
boren daarin een gaatje, hetwelk scheef
in den korrel voortloopt. Hierin wordt
een eitje gelegd. Zoo worden door ieder
wijfje ongeveer 40 korrels met een eitje
begiftigd. Uit deze eitjes komen larven,
welke in de korrels blijven leven. De
opening, welke de moeder gemaakt
heeft, wordt door de larve dicht gemaakt
met een dun vliesje, dat de kleur heeft
van het koren, waardoor de aangetaste
korrels niet in het oog vallen. De larve
vreet de korrel uit zoodat er heel dik
wijls van deze niets anders overblijft
dan een dun schilletje, waarbinnen de
larve zich verpopt. Ongeveer een tien
tal dagen na het verpoppen komt uit
de larve de volwassen kever, die de
korrel verlaat. Dit gebeurt omstreeks
de eerste helft van Juli.
Veertien dagen later beginnen de
jonge kevers zich ook voort te planten,
zoodat voor de winter een tweede ge
slacht het levenslicht aanschouwt. Zoo
kunnen dus de klanders op onrustba
rende wyze in aantal toenemen. Om
te overwinteren kruipen de kevers in
spleten en naden van de vloeren en
balken van de graanzolders. Het is
duidelijk, dat men allerlei middelen
heeft aangewend, om deze lastige gasten
kwyt te raken. Een eenvoudig middel
is het volgende. Men legt jaarlijks op
verscheidene plaatsen van de koren
zolders enkele hand vollen groene hennip
met het zaad nog erin. Naar men zegt,
zyn dan in weinige dagen de klanders
verdwenen. Brehm raadt aan om door
de graanhoopen op afstanden van ruim
drie meter draineerbuizen te leggen,
die als luchtkoker dienen. Zy staan
ieder afzonderlijk met de buitenlucht
in gemeenschap maar kunnen ook met
elkander verbonden worden, zoodat zy
gezamenlyk één uitgang hebben. Hier
door wordt de lucht in den graanboop
koel gehouden en worden de kevertjes,
die van warmte houden en veel warmte
noodig hebben genoodzaakt het graan
te verlaten. De roode boschmier en de
meezen zijn geduchte vijanden van de
klander. Kan men deze dieren op de
graanzolders krygen, dan worden de
laatste spoedig gezuiverd. Het is ook
zeer wenschelijk, om het graan dikwijls
om te scheppen en de naden van vloe
ren, zolders en balken zorgvuldig te
reienign en te bestrijken met een bij
tende vloeistof.
Vee en paarden in België.
Volgens mededeeling van het Bel
gische ministerie van financiën werden
in 1911 23091 paarden uit België uit
gevoerd, tegenin 1910 30990, bovendien
gingen 2642 veulens naar het buiten
land (in 1910 3586). Onder de afne
mers staat Duitschland bovenaan.
De Fransche paarden verdringen op
eenige markten de Belgische in den
laatsten tijd omdat de eerste goedkooper
zijn. Ook levert Frankrijk de meeste
gebruikspaarden, maar ook de export
van Holland naar België is gedurende
de laatste jaren toegenomen, daar ver
schillende Nederlandsche provinciën in
België hengsten koopen, wier veulens
later weer in België van de hand worden
Uit Engeland komt het meerendeel
der paarden, die geslacht moeten wor
den, en ook dit aantal stygt.
In 1911 zijn 51544 runderen in België
binnengevoerd tegen 63418 in het voor
gaande jaar. Die vermindering is voor
namelijk aan het mond- en klauwzeer
in Nederland te wijten, wijl tengevolge
daarvan de Belgische grenzeu voj: o i
gesloten waren en Nederland de geliet'
koosde leverancier van melkvee voor
België is. De invoer van slachtvee