27e Jaarg. le erfenis vao oom MM. No. 51. oensdag 11 October 1911. n Nieuws- en Advertentieblad - Xi voor Zeeuwsch-Vlaanderen. FOIIXFHW, Buitenland. I II! KAM D't blad verschijnt eiken Dinsdas- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent. Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Nood in Zeeland. Het bestuur van het Provinciaal iWatersnoodcomité in Zeeland verzoekt te melden dat het zich voorstelt op een nader te bepalen dag, in de volgende veek te Middelburg over den toestand, geschapen door den stormramp, voor wat de provincie Zeeland betreft, eene bespreking te houden met afgevaardig den van den Raad van bestuur vaQ den Koninklijken Nationalen Bond voor Reddingswezen en eerste hulp bij onge lukken ,Het Oranjekruis" en van de ,A.lgemeene vereenigde commissies tot leniging van rampen door watersnood" te Amsterdam. Voorts stelt het bestuur van het provindiaal comité er prijs op, om langs dezen weg comités en particulieren, die bjjdragen wenschen te zenden tot leni ging van de door stormramp geleden schade en den daardoor ontstanen nood, opmerkzaam te maken op het feit dat Bruinisse, hoewel zwaar geteisterd, niet eenige plaats in Zeeland is, die getroffen werd, doch ook te Yerseke soortgelijke en zeer belangrijke schade n geleden, evenals te Krabbendyke en andere plaatsen, waarom het pro vinciaal comité den milden gevers met aandrang verzoekt, ter wille van gelijk matige verdeeling, hunne gaven te willen doen toekomen aan den penning meester van „Het Oranjekruis", jhr. mr. L. H. J. F. van Bevervoorden tot Oldemule te Amsterdam, of aan den secretaris-penningmeester van het pro vinciaal comité, mr. J. F. van Deinse te Middelburg, terwijl vermoedelijk ook Eensklaps lachte zij luide. Zij had eensklaps zulk een blij gevoel van be vrijding. Zoo ongemotiveerd lachte zij dat hare moeder verbaasd zei»Neen, Signe.... Jij bent toch een grappig kind. Eerst een paar uren zoo koud als een kik- vorsch, en nu lach je zoo op eens. En niemand weet waarom Moet je dat dan ook altijd weten sntwoordde zij, terwijl haar oogen schit terden. »Dodo heeft gelijk een mensch moet ook niet altijd alles weten. Ook niet, waarom iets mooi is. Maar Dodo heeft ook hierin gelijk: de overblijfselen van groote kunst daar zijn nog mooi in die droevige overblijfselen. Wat hoef ik te weten waarom P Zij geven mij dien indruk. Ik denk er aan dat Livia hier bijua twintig eeuwen geleden voor die schilderingen stond eu ze bewonderde en den meester prees dien ze had ge maakt.* »En daarom lach je P« Daarom niet. U moogt gerust den ken dat ik zelf niet weet waarom ik lach. Moeder was gebelgd. Maakte Signe de penningmeester der Algemeene Ver eenigde Commissies, de heer S. P. van Eeghen te Amsterdam, bereid zal worden gevonden giften tot leniging van de ramp in ontvangst te nemen. Onmiddellyk zoodra aan het bestuur van het Provinciaal Comité, dat in Zeeland bij gelegenheid van den wa tersnood van 1906 werd gevormd en sinds dien zich tot Koninklijk goedge keurde vereeniging heeft geconstitueerd, bleek dat eene nieuwe ramp Zeeland en speciaal Bruinisse en Yerseke had getroffen, is het reglement van het Comité in werking gesteld en heeft zich als gevolg daar van onder voorzitterschap van mr. J. P. C u te Zierikzee een sub-comité gevormd voor Schouwen, Duiveland en St. Pnilipsland. Het plaatselijk comité, dat reeds te Bruinisse was in het leven geroepen, stelde zich reeds onder leidiug van dit sub comité. In Zuid- en Noord-Beveland wordt eveneens een sub-comité geconstitueerd onder voorzitterschap van den heer J. N. Eelenbaas, burgemeester van Krab- bendijke. De inzending van gelden op Schouwen en Duiveland, Tholen, St. Philipsland, Zuid- en Noord-Beveland wordt reeds door sub-comités bevorderd. De centrale leiding van hulp ver schaffing en schadeleniging berust dus wederom, evenals in 1906, bij het provinciaal comité, waarvan het bestuur thans bestaat uit de heeren mr. H. J. Dijckmeester, Commissaris der Konin gin, eere-voorzitter, jhr. mr. E. A. O. de Casembroot, lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, voorzitter, jhr. M. zich soms vroolijk over haar en haar meeningen Maar zij zei niets. Tegen Signe kon je zoo moeilijk op. Zij was er voor) nu naar huis te gaan. Er kwam Immers een gast: »die meneer* von Braunstein. De ommekeer in Signe's stemming bleef. Het was als een zacht jubelen einde lijk weer eens een verstandig mensch En er kwam iets bij Van de oude ijdel- heid voor hem wil ik graag mooi zijn! Hij zal, hij moet mij dan ook werkelijk mooi vindea. Schoon als een Helleensche, schoon als het visschersmeisje op Lesbos. Toen zij aan den lunch verscheen, wist zij ik heb vandaag mijn bijzonder goeden dag, en zij verblijdde er zich over. Zij kwam iets te laat. Hare ouders stonden reeds mei hun gast te wachten aan de kleine tafel, heel aan het andere einde der groote eetzaal. Zoo moest zij door de lange rijen der tafels gaan, en zij voelde hoe aller oogen op haar gericht werden. Weer had zij haar vorstelijke houding terug. Het fijne kopje fier om hoog, den blik kalm en rustig voor zich uit. Voor den lunch werd nooit bijzonder groot toilet gemaakt. Zij had dan ook maar een wandelcostuum gekozen, maar toch met zorg. De korte rok van licht blauw laken sloot nauw om het lichaam, de blauwe zijden blouse met de gelige kant kleurde bijzonder goed bij haar van den Brandeler, burgemeester van Middelburg, onder-voorzitter, jhr. mr. A. van Reigersberg Versluijs en mr. J. F. van Deinse, advocaat te Middelburg, secretaris-penningmeester. De Italiaansch-Tgrksche oorlog. De correspondent te Rome van het Berliner Tageblatt seinde Zaterdag Het fort Sultania, dat de Italiaansche landingstroepen Donderdag hebben be zet, was de sleutel tot de Turksche stellingen. Nadat dit gevallen was, was elke tegenstand van Turksche zijde uitgesloten. N u de stad Tripoli door de Italianen is bezet, staat de moeilijke taak van de expeditie te wachten, die de Itali anen het bezit over het binnenland moet bezorgen. Men meent hier te weten, dat het geheele aantal Turksche soldaten iu Tripoli niet meer dan 5000 bedraagt. Ook acht men de gevechts- waarde van deze troepen gering, omdat zij slechts voor een deel uit Turken eu voor het overige deel uit Arabieren bestaan. De Arabieren van Tripoli hebben een afkeer van geregelden krijgsdienst en onder hen heerscht al lang de overtuiging, dat zij ingeval van een botsing met Italië de nederlaag zouden lijden. Naar thans bekend wordt, heeft eenigen tijd geleden een invloedrijk Arabisch hoofdman van Tripoli aan den koning van Italië een brief gestuurd, waarin hy dezen op het hart drukte teint, bij de eigenaardige kleur harer haren, in wier roodgoud een kleine kam met briljanten schitterde. Schitterde als haar oogen. En zij glimlachte, toen zij Braunstein de hand reikte. Zij glimlachte zoo be minnelijk dat hare zuster haar verbaasd aanstaarde. Zij was zoo vroolijk gedu rende den lunch dat hare opgewekte stemming ook de anderen meesleepte. Een tijdje, nadat de zaal reeds leeg was, zat men nog onder een glas champagne bij elkaar, babbelde en lachte en maakte plannen voor de toekomst. Men ontmoette elkaar veel in de vol gende weken. Ja als de ouders hun reis naar Napels uitstelden tot Paschen, dan was daarvan minder het vooruitzicht op die beroemde week in Rome de reden, dan de aanwezigheid van Braun stein. Inderdaad bewees hij de beste, de oplettendste, de veelzijdigste gids te zijn. Hij deed mevrouw belangstelling krijgen iu de schilderijen-verzamelingen, hij bracht vader iu de kleine kunstenaars- caté's, liet hem bij de Fedelinaro Frascati drinken, en in de A itica Trattoria de beroemde »Zuppa alla Mariuara* proe ven, hij had voor Dodo allerlei kleine oplettendheden. Maar hij, die haar in Berlyn schier ontweken was, wijdde zich eigenlijk toch alleen aan Signe. Zij voelde, zij wist het. Maar zij was er blij om. Zij wiegde zich steeds weer in dezelfde zekerheidhij vereert mij, oorlogsschepen en troepen te zenden om het land in bezit te nemen, omdat de bevolking het Turksche juk-moede was. Zoowel de bevolking in Tripoli als in Barka zou vriendschappelijk tegenover Italië gezind zijn en hoopt met de hulp van Italië de voordeelen van de Europeesche beschaving op dezelfde wijze te verkrijgen als zij aan de bewoners van Egypte en Tunis ten deel gevallen zyn. Op dezen brief is, naar men ver zekert, geen antwoord gegeven. De ambtelijke Agence Ottomane maakt een telegram van den militairen bevel hebber van Tripoli aan het ministerie van oorlog openbaar, volgens hetwelk aan Turksche zijde 12 dooden en 23 gewonden waren. De schoten van de Turksche forten zouden verscheidene Italiaansche oorlogsschepen getroffen en zwaar beschadigd hebben. Volgens den correspondent van het Berliner Tageblatt ontving het ministerie van oorlog van den militairen bevel hebber te Tripoli bericht, dat tenge volge van de beschieting talrijke wo ningen zijn verwoest. Een groot aantal inwoners, waaronder verscheidene vrou wen en kinderen, zijn omgekomen, hetzij tengevolge van de onhandigheid van de Italiaansche artilleristen, die op het tort mikten, maar in de stad schoten, hetzij tengevolge van de wreed heid der Italianen, die zonder twijfel beproefden in de bewoonde wijken dood en verderf te zaaien. De Turksche raad van ministers heeft Zaterdag door tusschenkomst van hij bewondert mij, maar hij denkt er niet aan mij ten huwelijk te vragen. Zij voelde in den omgang met hem een zekerheid, zooals goede vriendschap die geeft. Zijn manier van vereering was niet opdringerig. Zij noemde het bij zich zelve iets onpersoonlijks, soms prikkelde het haar zelfs hem een beetje uit te lokken. Trof zy dan weer zijn ietwat schuwen blik van bewondering, dan triomfeerde zij en zei eenvoudig bij zich zelve: Hij vindt mij mooi.* Het was eigenaardig sinds Braunstein in hun kleinen kring was verscheuen, kwamen de zusters weer meer tot elkaar. Dodo voelde hoe Signe hare scherpheid en onverschilligheid verloor, hoe zij steeds warmer werd, belangstellender, weer voor toenadering vatbaar. Het gebeurde wel eens dat zij, als Dodo aan de schrijf tafel zat en een harer lange reisbrieven schreef, nog dikwijls laat in den nacht, eensklaps achter haar kwam staan, deD arm oin haar heen sloeg en haar op het voorhoofd kuste. En, als Dodo dan on willekeurig de hand wantrouwend op het velletje papier lei, glimlachend zei »Wees maar niet bang, ik wil je ge heimen niet kennen. Ik wil je alleen nog maar een beetje liefkozen zooals vroeger.* En het gebeurde ook wel, als vader weer eens bij het ontbijt Dodo eeu der vele brieven toeschoof, een beetje brommig, een beetje spottend ♦natuur lijk weer van je beminde neu-lieden....c

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1911 | | pagina 1