IV. Vaststellen begrooting gemeente gasfabriek voor 1912. De Voorz. deelt mede dat in de eerste post een abuis is ingeslopen. Er stond n.l. dat het lichtgasverbruik geraamd werd op 15000, dit moet zijn j 55000. Dhr. Smies zegt dat deze begrooting op lossen voet in elkaar is gezet en de gegevens meestal berusten op die van andere gemeenten, dus er nog niets van kan gezegd worden. De Voorz. zegt dat dhr. Smies dit terecht opmerkt. Er valt thans slechts te vermelden dat reeds meer dan 200 aansluitingen zijn ingekomen. Voor 't overige valt nog niets met zekerheid te bepalen. Z. h. s. wordt ook deze begrooting vastgesteld. V. Vaststellen gemeentebegrooting voor 1912. Daar niemand het woord verlangt, teneinde eene algemeene beschouwing te geven over de begrooting, deelt de Voorz. mede dat a. tengevolge van eene aanmerking gemaakt in de commissionale vergade ring, eene lijst is opgemaakt waarop alle patroons voorkomen, die in aan merking wenschen te komen voorde ver schillende reparaties aan de gemeente gebouwen, eigendommen enz. Eén persoon heeft verzocht niet op de lijst te worden geplaatst, waarmede rekening is gehouden, b. dat van de onderhandelingen tot het leggen van een duiker over het kanaal met den eigenaar Missu nog niets beslissends kan worden gezegd Bij „Bezoldiging Wethouders" vraagt dhr. Smies waarom dit bedrag hooger is geraamd dan verleder jaar. Hij zou er voor zijn met het oog op de zware financieele offers, die de gemeente in dezen tijd brengen moet, het cijfer te laten zooals het is, en ook het pre sentiegeld van de raadsleden. De Voorz. meent dat het beter is deze twee voorstellen niet te combi neeren, doch ieder afzonderlijk te be handelen. Dhr. Dekker vraagt of de Wethouders om verhooging gevraagd hebben. De Voorz. zegt de Wethouders te goed te kennen, dan dat deze om ver hooging zouden vragen. Echter is het zijne meening dat er tegenwoordig, na gaande de vele werkzaamheden, veel van de Wethouders wordt gevergd dat er vergaderingen worden gehouden tot soms 4 maal in de week, en de voorgestelde verhooging niet noemens waardig gerekend mag worden bij den verrichten arbeid. Hier valt volgens spreker de piëteit te betrachten en niet te zitten loven en bieden of wikken en wegen, doch in eens te beslissen door voor of tegen te stemmen. De postin stemming gebracht wordt verworpen met 5 tegen 3 stemmen. Voor het voorstel-Smies stemden de hh. de Feij- ter, Smies, Wolfert, Dekker en Dreg- mans, tegen de hh. Dieleman, Oggel en Van Driel. De beide Wethouders stemden niet mee, zoodat de post met f 100 werd verlaagd, en alzoo bleef zooals in 1911. Thans stelt dhr. Smies voor ook bet presentiegeld op 100 te houden. In de begrooting was voorgesteld dit op 150 te brengen. Tevens stelt dhr. Smies voor om het geld van de achtergeblevenen niet te verdeelen, maar dit in de gemeentekas te storten. Dhr. Kruysse zegt dat de post met f 50 door hen was verhoogd dan werd het per vergadering betaald, terwijl er was gerekend op t 11 per vergadering en dan 12 .vergaderingen per jaar. Dhr. Smies zegt dat zulks evengoed kan met 100 als met 150. Het voor stel-Smies om het presentiegeld op 100 te houden wordt aangenomen. Dhr. Oggel wenscht het rondbrengen van de aanslagbiljetten der gemeente belastingen, waarvoor op de begrooting 15 is uitgetrokken, door de gemeente- bode's te laten verrichten, omdat er nu een binnen- en- een buitenbode is. De Voorz. zegt dat dit eene zaak is heelemaal het ontvangerschap rakende. „Er wordt een vast tarief van geheven en een cent per biljet. Hierin ver andering brengen zou alleen kunnen door een desbetreffend raadsbesluit. Wordt besloten den post te behouden. Bij den post „Onderhoud straten, pleinen enz." zegt de Voorz. dat thans in behandeling kan komen het adres van eenige ingezetenen om alhier eene reuklooze beerruiming in te voeren. De Voorz. is overtuigd van het nood zakelijke van zulk eene inrichting en geeft daarom in overweging om den post op de begrooting te behouden. Het plan bestaat om dan eene commissie te benoemen, die de opdracht heeft te onderzoeken, in hoeverre de zaak voor uitvoering vatbaar is, en mocht de Raad dan in den loop van het volgend jaar een besluit nemen om van ge meentewege de beerruiming in te voe ren, dan kon over het geld worden beschikt. Dhr. Wolfert zegt dat er ook nog eene geldleening bij staat van j 4500. die zou er dan toch wel af kunnen. De Voorz.: Dat kan zoo blijven, zoolang de Raad B. W. niet machtigt tot die leening over te gaan, gebeurt dit niet. Dhr. de Feijter vraagt bij „reiniging straten" waar die 250 aan worden De Voorz.Aan het ophalen van de haardasch en het vuilnis brengen buiten de gemeente. Thans hebben we daarvoor een vrachtenaar met kar en paard noodig, omdat de gemeente zoo groot wordt dat men het met de gewone kar niet meer at kan. Dhr. de Feijter neemt hiermede ge noegen. Dhr. Smies zegt dat hij gezien heeft dat zoo'n hoog bedrag is uitgetrokken nl. i 300, voor het opknappen van de muziektent. Hij vraagt welke plannen daaromtrent toch wel bestaan. De Voorz. antwoordt dat aanvankelijk het plan was eene kleine reparatie aan de teut te verrichten, maar toen na gehouden bespreking bleek dat dp tent te klein werd, hebben we van den Broeke gelast eens op te nemen wat de restauratie zou moeten kosten, ter wijl bovendien de tent rondom nog 75 cM. grooter werd gemaakt. Een en ander zou ongeveer 300 moeten kosten. Dhr. Smies vindt het wel aardig dat nu de tribune door de gemeente is overgenomen, er over geklaagd wordt dat ze te klein is, daar werd vroeger nooit iets van gehoord. Hij is er echter tegen om zoo'n groote uitgaat te doen voor iets wat niet zoo direct noodig is, dan zijn er wel andere dingen in de gemeente, die dringender verbetering noodig hebben. Hij stelt voor om het bedrag voor het restaureeren van de tent terug te brengen op ƒ175. De Voorz. zegt dat de Raad hier mede niets bereiken zal dan dat we binnenkort weer klachten zullen krij gen, dat de tent te klein wordt. Beter is het ieder jaar wat te doen, van 't jaar de muziektent, het volgend jaar weer wat anders, anders komt alles op elkaar, in het laatst van mijn geachten voor ganger is dit systeem ook in toepassing gebracht. We moeten er ons niet toe laten verleiden een post te verlagen, als we hem uit kunnen geven, en de belasting er niet door wordt verhoogd. Dhr. Smies: De hoofdelijke omslag is toch met 400 verhoogd. De Voorz. Neen die is op hetzelfde cyfer uitgetrokken. Dhr. Smies zegt dat die 125 die van de muziektent over blijven beter aan de straten kunnen worden gebruikt, want dat is in één woord verschrikkelijk. Hij stelt daarom voor den post van 300 met f 125 te verminderen. Nadat de Voorz. nog opgemerkt heeft dat hot gemakkelijker gaat eene kleine uitgaat, zooals de restauratie der tent, te doen in een jaar waarin geen be- lastiugverhooging is dan wel, brengt hij het voorstel-Smies in stemming, hetwelk wordt aangenomen met 6 tegen 4 stemmen. Voor stemden de hh. de Feijter, Wolfert, Oggel, Dregmans, Dekker en Smies, tegen de hh. Lamaltre, Kruijsse, Van Driel en Dieleman. Dhr. Oggel dringt er op aan om toch vooral de aandacht te schenken aan de verbetering der straten, waaronder er zijn, die zoo langzamerhand levens gevaarlijk worden. De Voorz. vraagt welke straten door dhr. Oggel bedoeld worden. Dhr. Oggel noemt de Oosterstraat. De Voorz.Dat zit hem voornamelijk in de slechte steenen, niet in het leggen daarvan. Dan zou u aan de orde moe ten stellen om de geheele straat uit te breken en met nieuwe keien te leggen, maar met 125 kan het beoogde doel niet bereikt worden. Dhr. Oggel gelooft wel, wanneer het werk maar door vaklui gebeurt. De Voorz. zegt dat indertijd de Ooster straat door vaklui is ge.legd, menschen die tegenwoordig werken aan het leggen van de gasleiding, en waarvan door deskundigen getuigd wordt, dat zij goed kunnen werken. De Gentsche Vaart straat echter is niet van vakmannen gelegd. Dhr. OggelDie straat heb ik niet willen noemen, hoewel daar wel ver betering noodig is. Dhr. DielemanKomt er in de Oosterstraat ook gas, dan zouden op breken en lichten samen kunnen gaan. Dhr. Oggel zegt dat met het leggen van de gasbuizen de straten niet ver beteren, dat is dagelijks na te gaan. Dhr. Dieleman We zouden kunnen wachten tot we aan die straat komen. Dhr. OggelEr kan niet langer worden gewacht, moeten de menschen daar dan verongelukken? Dhr. Smies zegt dat er indertijd eens gesproken is over het plaatsen van eene pomp in de Nieuwstraat. Hij meent dat die pomp daar niet noodig is, de meeste menschen hebben daar een wel, terwijl aan de Steenovens nu wel de grootste nood voorbij zal zijn. Dhr. Oggel is van een tegenoverge steld gevoelen, heel Axel door hebben de menschen in vele straten pompen. De Nieuwstraat is een nieuwe buurt en daar hebben ze evenveel recht op eene pomp als in andere buurten, terwijl ik er voor zou zijn om de menschen aan de Steenovens ook te helpen, temeer nog daar ze zelf den put willen delven en den grond er gratis beschikbaar voor stellen. We moeten allen helpen of niemand. Dhr. Dekker meent ook dat de menschen in de Steenovens dezelfde rechten hebben als de kombewoners. Zes weken lang hebben die menschen daar uit een klein putje moeten drinken, waar ook wel 'eens beesten in liepen. Zeer zeker zouden die menschen daar voor jaren geholpen zyn wanneer de gemeente daar een put liet metselen. De kosten zouden misschien f 50 kunnen bedragen. De Voorz. geett in overweging om vooralsnog een afwachtende houding aan te nemen met het oog op de plannen voor het leggen van een waterleiding. Ofschoon hij personen aan kan wijzen in de Nieuwstraat die geen welput bezitten, vindt hij het ook verkeerd overal in de gemeente pompen te zetten, omdat de menschen er op den duur op zouden gaan rekenen, en zelf geen welput meer aan hunne woning zouden bouwen. Ten anderen wanneer wij consequent willen blyven, moeten we er geen pomp zetten, omdat indertijd eenzelfde verzoek aan de bewoners van de Stationstraat is geweigerd. De directe nood aan de Steenovens is thans voorbij, en wanneer eenmaal de waterleiding er mocht komen, en de Ronde Putten werd niet geprojecteerd, dan is er nog altijd tyd om een welput in de Steen ovens te maken. Dhr. Kruijsse is van gedacht dat, wanneer een bedrag op de begrooting wordt gebracht voor het maken van een welput aan de Steenovens, men ineens maar een groot bedrag moet nemen, teneinde de adressen van de andere buurtbewoners niet te moeten afwachten, want ook aan de Magrette zouden ze ook graag zoo'n welput hebben. Ook in het Buitenwegje, want er is tegenwoordig een welletje op het terrein van de gasfabriek, waar vele menschen uit het Buitenwegje water uit halen. Dhr. Dieleman: Op Schapenbout is ook behoefte aan zoo'n welput. Dhr. van DrielEn op Watervliet niet minder. Dhr. Oggel meent dat men het nu wel wat te ver drijft. Van de Steenovens is het bekend, daar hebben de menschen er dringend om gevraagd. Van de anderen is het niet bekend, tenminste niet officieel. Dhr. KruijsseDhr. Oggel schijnt het recht op eene pomp door eene buurt of straat te ontleenen aan het bestaan van andere pompen, maar wanneer daar rekening mee moest ge houden worden, dan was er geen einde. De Voorz. geeft den heer Oggel in overweging zijn voorstel in te trekken hetgeen deze doet onder beding dat, mocht de plaatsing noodig blijken, de gemeente er toe over zal gaan. Dhr. Oggel zegt dat de rioleerim: van de markt staat bij „Onderhoud vin wegen enz". Hij geeft, ter wille der bezuiniging, in overweging dit werk niet uit te voerën. Dhr. Smies meent ook dat de toestand daar thans goed is, het water er genoeg afloopt, en wanneer daar een riool gelegd wordt, zal er al gauw verstopping komen door het vele water dat daar samenkomt. De bestrating is er thans goed, en die zou ook met het maken eener rioleering kunnen verslechten, om die reden is hij daar tegen rioleering. Dhr. Dekker meent ook dat rioleeren daar overbodig is. De Voorp. zegt dat volgens een vast systeem moet worden vooruitgegaan, Wanneer we de rioleering nog een paar jaar op de begrooting kunnen houden met de gewone middelen, dan zijn we klaar. Hij vindt het niet ver standig van den Raad om thans inbreuk te gaan maken op datgene, waar hij (de Raad) verleden jaar mede begonnen is. Dhr. Smies zegt dat met het rioleeren de straten zoo slecht worden. De Voorz. zegt dat de ondervinding reeds veel heeft doen leeren, o.a. ook! met het leggen van de ontvanerputten in de Gentsche Vaartstraat en in de Oosterstraat. Dhr. Smies zou liever het geld ge bruiken voor verbetering van de Oostes straat. De Voorz. zegt dat daar met 400 niets te beginnen is, wel wanneer een gedeelte van de Noordstraat uitgebroken werd, en de keien daarvan in de Oosterstraat werden gelegd. Dhr. Smies't ls anders in de Oosterstraat een ongelukkige toestand. Op 'toogenblik zijn ze voor mij bezig kolen te vervoeren, en de voerlui moeten altijd omrijden, omdat ze de. straat niet kunnen passeeren. Dhr. Lamattre geeft in overweging] om 1200 uit te trekken voor ver betering der Oosterstraat, dat zal toch wel genoeg wezen. Dhr. SmiesEn dan de keien vai de Nieuwstraat naar de Oosterstraal brengen en eerstgenoemde met klinke^ bestraten. De Voorz. stelt voor om ieder bedrag, dat op deze begrooting vrijkomt, te renvoyeeren naar hoofdstuk 15, en van dat gezamenlijk bedrag de bestrating ter hand te nemen. Aldus wordt besloten. Dhr. Oggel vraagt naar aanleiding van de subsidie aan de avondvakteeken- school, of er nog al druk gebruik van wordt gemaakt. De Voorz. zegt dat op 'toogenblik 23 leerlingen zijn ingeschreven. J Bij „Premien voor de veemarkt' vraagt dhr. de Feijter of het met bet oog wenst te do< later Dhi op he De orde Dh: bed ra van i omda het B De is vc lijstei word' Dh van beam doen Dh doen hang De rechi en n Arbe maal Dl plicb te n Dt dhr. hare kom' zei vi verb Ni 20 Dare med Kam nare Di Kam

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1911 | | pagina 2