le erfenis van oom Reinhard.
Xo. 17.
Zaterdag 10 September 1911.
27e .laai*«r.
1 MJJÉJk
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh- Vlaanderen.
F. niELKlfAV,
Buitenland.
FEUILLETON
ANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrydagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot A regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnaniiddag TWEE uren.
Oorlog of geen oorlog l
Aan die vraag wijdde dezer dagen
staatsraad Den Beer Poortugael een
opstel in de «Nieuwe Courant."
Hij noemt daarin den toestand verre
van rooskleurig, al beleven wij gelukkig
een tijd waarin noch Duitsehland noch
Frankrijk een oorlog willen, ja, waarin
de regeeringen en de kern der bevol
kingen van beide landen dien zelfs,
te recht, een ramp achten.
I En wat tot behoud van den vrede
kan meewerken, het zijn de droogte
en de veeziekte.
Het is de droogte, de buitengewone
droogte en hitte, die, in Amerika be
gonnen, dit jaar in een groot gedeelte
van West-Europa heeft geheerscht en
nog niet heeft opgehouden de droogte,
die de meeste weilanden verschroeit,
de beken, bronnen en waterputten doet
opdrogen en de oogsten doet mislukken.
Voeg daarbij de veeziekte, welke zich
over Duitsehland, België en Nederland
heeft verspreid, en de stijgende eu
I onrustbarende duurte der levensmid
delen voor mensehen en voor dieren,
toodanig dat zij in België en in Frankrijk
reeds tot oproerige bewegingen aan
leiding heeft gegeven, dan zijn dat
omstandigheden van zoodanig hoog
ernstigen aard, dat regeeringen, als zij
de oorlogskansen overwegen, verplicht
t(jn daarmede duchtig rekening te
houden.
De legers van beide Staten, Frankrijk
en Duitsehland, kunnen en zullen
waarschijnlijk in de beste orde ver-
keeren, maar er is nog een andere
macht, die ook een woordje heeft mee
te zeggen. De natuur treedt thans op
als de goede fee, als vrede-beschermster.
Wanneer 500.000 man Duitsche
troepen met 10.000 paarden in den
kortst mogelijkeu tijd moeten worden
aangevoerd tegen 500.000 man Fransche
troepen, eveneens met 10.000 paarden
op een beperkt operatieterrein, waar
thans de droogte de velden verdord
heeft en waternood heeft doen ontstaan,
dan kan dit, gevoegd bij de schaarschte
van vee en van andere levenmiddelen,
voor de legerverpleging zulke ernstige
bezwaren opleveren, dat de gevolgen
ervan op de oorlogs-operatiën bezwaar
lijk zijn te overzien.
Maar niet alleen de legers, ook de
bevolkingen zouden er ontzaglijk ouder
lijden. Thans vooral zou de oorlog
onvermijdelijk achter zich aanvoeren
de vreeselijke en afzichtelijke Megaera,
in de gedaanten van hongersnood en
pestilentie. De cholera nadert. In de
landstreken, waar de oorlog woedt en
gebrek en ellende heeft gezaaid, zou
zij een vruchtbaren en voorbereiden
bodem vinden, om rustig en lustig
voort te woekeren en geheel West-
Europa te doen besmetten.
De oorlog is altijd en onder alle
omstandigheden een ramp en een diep
treurig rechtsmiddel, maar ontzettend
zou thans de verantwoordelijkheid van
de machtbebhers en van de onder
handelaars zijn, waar het ten slotte niet
om een recht, maar slechts om een
betrekkelijk nietig belang te doen is,
Toen verzocht zij, snel besluitend
>Zijn Karli en Magdalena al naar bed,
mevrouw Ik had ze nog zoo graag
eens gezien.»
Werkelijk?' De kleintjes liggen al
in hun bedje, maar zij slapen zeker nog
niet. Als u wilt, ga dan maar mee.»
Zij moesten door de eetzaal terug.
Een bediende kwam hen tegen met
terfrisschingen. Signe nam een glas
water van het blad en dronk het in
één teug leeg. Het was of haar keel
verdroogd was. Toen gingen ze door
een lange, halfduistere gang en eindelijk
opende mevrouw Neumann een deur.
De kinderstemmetjes klonken haar tege
moet »Mama 1 Mamawat breng je
ons mee
»Hier kijkt maar.»
„Tante Signe 1 Tante SigneZij
waren beiden in hun bedjes opgestaan
en strekten de armen naar Signe uit.
»Ik heb het wel gezegd,» verklaarde
Karli triomfantelijk, »dat u zou komen.»
»En nu sprookjes vertellen,» riep Magda
«r tusschen door.
Mevrouw Neumann lachte. »Kijk nu
tulke egoistjes eensl U moet u niet
laten vangen. Kom gaat nu weer
liggen en dekt je behoorlijk toe.» Zij
gaf ieder een kus. »Zoo en nu
moeten wij weer weg, kinderen.»
Zij lagen zoo stil en lief. Maar hun
oogen keken zoo verlangend.
»Mag ik niet even bij ze blijven
Een kwartiertje maar verzocht Signe.
Karli was weer gaan opzitten in zijn
bedje, en hief een triomfantelijk ge-
krijsel aan.
»Maar
»Toe, laat u mij een paar minuten
hier. Ik vind den weg wel alleen.»
Die ondeugden Papa zal eens komen 1
Wacht maar!» En toen zei mama toch I
»U bent zoo lief voor de kinderen, en
zij houden zooveel van u. Als u wer
kelijk wilt....»
Er kwam echter niets van het ver
tellen. Signe kon haast niet spreken.
Maar zij ging van het eeue bedje naar
het andere, kuste de kleinen, en bracht
met moeite oen paar woorden uit.
»Tante Signe, je bent vandaag zoo
heel anders Tante Signe, je bent zoo
ernstig.»
»Je kunt niet altyd vroolijk zijn, Karli.
Als ik terugkom heusch, heel gauw
dan zal ik je mooie verhaaltjes ver
tellen...»
Het werd stil in het vertrek. Alsof
de kinderen met onbewuste fijngevoelig
heid iets vreemds in Signe wilden eer
biedigen.
het verkrijgen van wat meer handels
belangen in Marokko.
De verantwoordelijkheid van een
oorlog onder de vermelde omstandig
heden zou zóó ontzettend groot zijn,
dat het niet aan te nemen is, dat men
het tot een oorlog zal doen komen, een
oorlog die zoo lichtelijk kan overslaan
op andere landen en die geweldig zal
zijn, als al de vernielkrachten, waarover
men tegenwoordig beschikt, worden
ontketend en waarvan de fatale terug
slag de gansche wereld jaren lang zal
doen lijden.
Zulk een oorlog zou zijn niet alleen
een misslag, maar een misdaad jegens
de menschheid.
Keizer Wilhelm en Fallières staan
daartoe moreel beiden te hoog.
De droogte kan m. i. meewerken om
het oorlogsgevaar te bezweren.
A quelque chose malheur est bon 1"
Een berichtgever van de Press-Cen-
trale verzekert, dat Italië aan de
Fransche regeering onmiskenbaar te
verstaan heeft gegeven, dat het in geval
van oorlog zijne bondgenootschapsplich
ten jegens Duitsehland stellig zou
nakomen.
De vaak niet officieus sprekende
Westminster Gazette stelt de vraag,
wat de tegenwoordige stand van de
onderhandelingen is. Er is een groote
vooruitgang bereikt door de aanneming
van het beginsel, dat Duitsehland aan
Frankrijk de vrije hand in politiek op-
Zij had een stoel genomen en was
tusschen de twee bedjes gaan zitten.
Ieder der kinderen had een hand te
pakken gekregen en streelde die, de hand
en van lieverlee' ook een stukje arm,
zacht en teeder.
Eens zei Magda Tante, je hebt koude
handen. Steek ze even onder de dekens,
dan worden ze warm. Toen omhelsde
Signe haar en boog zich diep over haar
heen. Maar tegelijk riep Karli»Ik
wil tante ook warm maken." Die ja-
loersche kleine kerel
Een tijdje zat zij toen weer stil tus
schen de twee kinderen. Nu en dan
deed een van beiden fluisterend een
vraag iets kinderlijks, onbeteekenends.
Of het eten lekker was geweest Of
Auguste weer een paar glazen had om
gegooid? Zij antwoordde. Maar hare
gedachten dwaalden af.
Terug naar het verleden.
Alles had deze avond weer gewekt
en opengereten.
Maar wat was dat eigenlijk, wat haar
heden zoo aangreep en schokte, dat zij
al haar zelfbeheersching verloor Liefde
Weer ontwakende liefde?
Als het dat nog maar geweest was
Dat zou smart gebracht hebben, maar
in die smart het geluk. Geluk ook bij
het afstand doen ervan
Maar het was geen liefde. En dit
was het meest beschamendehet was
niets anders dan diep gekwetste ijdelheid.
zicht belooft, in ruil voor een vergoe
ding elders, mits er waarborgen tegen
een handelsmonopolie worden verstrekt.
De waarborgen moeten van dien aard
zijn, dat Duitsehland en alle andere
mogendheden de begeerde gelijkheid
op handelsgebied krygen en dat zij toch
geen afbreuk doen aan de bijzondere
politieke positie waarvoor Frankrijk
vergoeding betaalt. De scheidingslijn
tusschen politiek en handel is zeer
moeielijk te trekken, maar de erkenning,
dat alle mogendheden er bij betrokken
zijn en dat de regeling, indien zij tot
stand komt, in de akte van Algeciras
opgenomen moet worden, moet den
toestand gemakkelijker maken. Duitseh
land kan bij Frankrijk niet aandringen
om het iets te geven, dat Frankrijk
niet heeft te vergeven, en alle volken,
met inbegrip van Engeland, hebben er
belang bij om toe te zien dat de regeling
billijk en eerlijk is. Men vergeet soms,
dat Engeland's aandeel in Marokko,
naar zijn handel gemeten, grooter is
dan dat van elke andere mogendheid
het bedraagt 39 pet van het totaal,
terwijl Frankryk's aandeel 30 en
Duitschland's aandeel 10 is. Frankrijk
heeft Engeland vergoeding betaald en
dit land is verplicht, om het zijn diplo-
matieken steun te verleenen. Indien
Duitsehland vergoeding ontvangt voor
de prijsgave van Marokko in politiek
opzicht, zal het, wat den handel betreft,
in hetzelfde geval verkeeren als Enge
land en zullen beide landen hetzelfde
belang hebben bij waarborgen tegen
een monopolie en bij gelijke behande
ling onder het Fransche protectoraat.
Zij zag dit met haar scherp verstand
volkomen in. Als Viktor vanavond, toen
hij haar zag, geschrokken was, als het
bloed hem eensklaps naar het gelaat
was gevlogen, dan zou zij triomfantelijk
voor hem hebben kunnen staan, en met
een glimlach hem de hand hebben
kunnen reiken.
Daarbij zou er dan nog wel iets van
naar eens zoo warm gevoel voor hem in
het spel zijn geweest, maar zij zou dit
hebben weten te onderdrukken. Zonder
genade, hoeveel pijn het haar zelf
ook zou hebben gedaan.
Maar dat hy deed alsof hij haar niet
zag, dat het zien van haar niet in zijn
dart weer alle oude wonden deed bloe
den en oude liefde niet deed ontwaken,
dat hij in haar tegenwoordigheid een
ander het hof kon maken, dit had
haar zoo diep getroffen.
En daaiover schaamde zij zich en wist
toch Je ijdelheid is sterker dan iedere
zelfkennis.» En tegelijkertijd voelde zij
diep in haar ziel Daarom ben je
altijd arm. Je hebt het verlangen iemand
lief te hebben, en je zult altijd eenzaam
blyven.»
»Houd je niet van me vroeg
Magda. >Hou je niet van me zei
Karli haar na. »Je doet zoo raar van
avond, tante Signe.»
»Ja zeker zeker - kinderen
En zij omhelsde ze. En kuste ze.
liefhebben