De erfenis van oom Rei
No. 41
Zaterdag 26 Augustus 1911.
27e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
oor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELJEMAfl,
Buitenland.
FEUILLETON
AXE1SCHE
COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrydagnamiddag TWEE uren.
DUITSCHLAND.
In Pruisen is een koninklijke com
missie ingesteld, die de oprichting van
een bureau voor het onderzoek en de
bestrijding van epidemisch optredende,
maar nog niet voldoende bestudeerde,
besmettelijke ziekten ten doel zal
hebben. Tot deze ziekten worden ge
rekend, hersenvlies-ruggemergontste
king, pest, pokken en vlektyphus.
Wanneer in het buitenland een epidemie
uitbreekt, zal een commissie naar het
brandpunt van de besmetting afge
zonden worden.
Volgens een bericht uit Parijs aan
de Wiener Allgemeine Zeitung, moet
op dit oogenblik te Parijs tusschen
Cambon en het Pransche Kabinet het
volgende voorstel in overweging ge
nomen worden Spanje staat aan Frank
rijk de kolonie Rio Muni af, die tusschen
Frausch Kongo en Kameroen gelegen
is en het eiland Fernando Po, dat voor
ligt. Frankrijk doet deze bezittingen
aan Duitschland over en staat verder
een streek van de Fransche Middel-
Kongo aan Duitschland af. Frankrijk
erkent het noordelijke deel van Marokko,
waarvan de Zeboe de zuidelijke grens
vormt. Een dergelijke schikking, waar
door Tandzjer niet in handen zou
vallen van een groote mogendheid, zou
ook met Engeland's wenschen over
eenkomen.
Het overige gebied van Marokko
wordt tot Fransch gebied van invloed
Verklaard.
Duitschland zou door deze schikking
in Afrika ongeveer 230,000 vierkante
kilometers met ongeveer "1,200,000 in
woners winnen.
De Kölnische Ztg. heeft een hoofd
artikel, onder het opschriftTusschen
de veldslagen, over den toestand van
het oogenblik.
De Kölnische verklaart daarin, dat
niet te loochenen valt, dat er op het
oogenblik onder een groot gedeelte van
de Duitsche partijen een uiterst opge
wonden stemming heerscht, waarin zich
de, in den loop der jaren ontstane,
opvatting uitspreekt, dat Duitschland,
voornamelijk door de schuld van zijne
diplomaten, in elke internationale ver
wikkeling bij voorbaat bestemd is om
de toegevende partij te zijn. Het zou
beter zijn, indien de verantwoordelijke
mannen in Duitschland de openbare
meening bijtijds in behoorlijken omvang
aangaande het beloop van de Duitsch-
Fransche onderhandelingen op de hoogte
gesteld hadden. Blykbaar zijn deze
onderhandelingen thans op het doode
punt gekomen. Men zal moeten af
wachten, of men erin slagen zal, ver
dere samensprekingen te beginnen.
Voor overijling bestaat er echter voor
Duitschland geen reden. Duitschland
kan kalm afwachten. Zijne belangen
dwingen het niet om haast te maken.
De politieke toestand is niet van dien
aard, dat Duitschland gedwongen zou
zijn, om vandaag of morgen een defi
nitieve beslissing over zijne houding
in de Marokkaansche kwestie te treffen
Wij kunnen, zegt de Kölnische ten
Dodo werd het hot gemaakt door een
paar luitenants van de garde. Ze zag
er dan ook allerliefst uit, maar moeder
zou zeker gevonden hebben dat haar
wangen wat al te zeer gloeiden. Dat
was ook altijd een eigenaardig verschil
bij de meisjes. Dodo altijd dadelijk
vuurrood, Signe altijd bleek als ivoor,
met slechts een schemer van een zachten
blos. Signe altijd koel, zelfs wanneer
zij, zooals nu, tusschen twee vuren was.
Eensklaps bedacht Gudareza dat hij
zijn zoons nog volstrekt niet gezien had.
Precies Friedel was natuurlijk niet hier
immers zijn aanstaande was nog niet ten
hove voorgesteld. Maar Eberhard Eber-
hard moest er toch zijnDat zulke
jongens niet eens even omkijken naar
hun vader! wel neen, geen denken aan
Of was hjj er soms toch niet?
Maar daar zat immers aan dezelfde
tafel de overste von Jugenheim. Eber
hard's regimentscommandant, die juist
bezig was zich een portie truffelsla,
waaraan drie krachtige mannen genoeg
zouden hebben gehad, op zijn bord te
schuiven. Wat moest die man een be
nijdenswaardige maag hebben
slotte, de gebeurtenissen op ons laten
aankomen en misschien is het wel een
voordeel, dat de opschorting de moge
lijkheid verbiedt, dat de openbare
meening in Duitschland tot klaarheid
komt.
ENGELAND.
Aan de Noordooster Spoor is het
geschil ook bijgelegd. Men kent hier
de kwestie. Deze maatschappij heeft
al geruimen tijd geleden de vakver-
eenigingen erkend. Zij bleef dan ook
buiten de regeling van 1907. Het
personeel had hier geen verzoeningsraad
noodig, het kon zich in een geschil
door het bestuur van zijn vakvereeni-
ging laten vertegenwoordigen. Toch
staakte verleden jaar het personeel ook
aan deze lijn, deels omdat het bestuur
der vakvereenigingen het noodig vond
om den spoorwegdienst zoo mogelyk
u heel het land stil te leggen, dus uit
taktiek, deels omdat het personeel op
e manier zyn eischen van korter
werktijd en meer loon kracht kon
bijzetten. Op de bijeenkomsten aan
het departement van handel nam de
directie geen deel en zy achtte zich
door de overeenkomst van Zaterdag
uiet verplicht om het stakende personeel
op den ouden voet weer in dienst te
nemen. Maar nu is de zaak ook aan
deze lyn in orde.
Gelyk een weggetrokken onweer in
de verte nog rommelt, houdt hier en
daar de staking aan. Zoo hadden
Dinsdag te Manchester, waar het sta
kende spoorwegpersoneel de overeen
komst heeft aangenomen, de vracht
Uw zoon? Neen, beste meneer von
Gudareza, die is niet hier.
Er was iets aarzelends in den toon
iets alsof de overste er een beetje mee
verlegen zat. Wat mocht het zyn
»Is mijn jongen ziek?*
»Neeu
Jugenheim nam nog een paar groote
happen, en toen zei hij, met een plotseling
besluit dat hem niet gemakkelijk viel
Willen wij aanstonds niet even een
rustig plekje zoeken, meneer von Guda
reza Ja, het is hier eigenlijk wel niet
de geschikte plaats.... maar....*
Gudareza werd ongerust. Wat kon
er aan de hand zyn Iets ergs P Iets
goeds las hij niet op dat uitgedroogde
cavaleristen-gelaat.
Zij waren toen, nadat het souper ge
eindigd was, door een paar zijzalen
gegaan, totdat zij eindelijk een vrije
vensternis vonden.
„Ja.... het is hier eigenlijk niet de
geschikte plaats. Ik zou u ook liever
de prettige balstemming niet bederven,
mijn beste meneer von Gudareza. Wat?
Met twee zulke knappe dochters het
is prachtig I Die oudste dochter van u...
kranig, kranigJa... ja... u hoeft u
nu niet bepaald bang te maken. Het
is geen doodwond. Maar heelemaal in
orde is het toch ook niet 1 Het is maai
het best dat ik u klaren wijn schenk.
Een vader kan dikwijls meer voorkomen
dan zoo'n arme overste als ik beu. U
moet weten... uw zoon is den laatsten
tijd werkelijk niet op den goeden weg.
In den beginne was hij voortreffelijk
bijua te veel ijver en buitengewoon veel
belangstelling. Ik was zeer in mijn
schik over de aanwinst die het regiment
had gekregen. Ook een goed kameraad...
zeker Maar nu sinds een paar weken
veranderd als een blad aan een boom
Niet ijverig, ik kan gerust zeggen lui
in den dienst. Nu hier een verzuim
dan daar. Om kort te gaan ik heb
hem eergisteren voor drie dagen huis
arrest moeten geven. Maar dat is het
nu eigenlijk niet. Myn hemel! Wij
zullen allebei wel eens kamerarrest ge
had hebben. Ik ben maar bang dat er
wat anders achter steekt. Ik heb
eens geïnformeerd. Natuurlijk... cherchez
la femme...*
De overste speelde met zijn monocle
tusschen zijn lange, uitgedroogde vingers
>Nu ja... ik ben ook geen heilig
boontje. Waarachtig niet. Maar toch..,
het is een ellendige geschiedenis, de
zaak zit dieper. Spreekt u zelf eens
met uw zoon. Misschien biecht hij het
aan uMisschien krijgt u de zaak
weer in orde... zoo, laten we nu weer
naar de zaal teruggaan*....
Signe had weer haar koele, gereser
veerde houding aangenomen. Zij was
reeds den heelen avond beducht dat
Horfeek zijn aanzoek zon doen en zij
had hem zoo gaarne het vernederende
rijders het werk nog niet hervat. Te
Liverpool maakt het stakende spoor
wegpersoneel met het nog niet in dienst
genomen trampersoneel gemeene zaak.
En nu dreigen 1500 man van het
trampersoneel, die niet gestaakt hebben,
te zullen staken, als de stakers weer
in dienst worden genomen Te Harwich
willen de machinisten en stokers van
de Lancashire- en Yorkshire-Spoor nog
niet aan het werk. Te Grangemouth
staat het havenbedrijf nog grootendeels
stil. En zoo zijn er nog een aantal
plaatsen, waar de strijd niet alleen
aan de sporen voortduurt.
In Zuid-Wales hebben de opstootjes
een eigen karakter. Te Tredegar,
Ebbw Vale en Rhymney richt het
oproerige volk zich bepaaldelijk tegen
de Joden. Naar 't heet, hebben die in
de steden veel huizen en beklaagt men
zich sedert lang over de hooge huur.
Er worden ook winkels geplunderd.
De anti-Joodsche onlusten in Zuid-
Wales worden erg. Woningen en
winkels van Joden worden op groote
schaal vernield en geplunderd. Hon
derden Joden zijn hun huis ontvlucht en
hebben hun bezittingen prijsgegeven.
Dinsdagavond is in de mijndalen van
Monmouthshire het oproer weer be
gonnen, vooral in de steden Ebbw Vale,
Rhymney en Tregedar. Zoo ernstig
was de toestand, dat te Ebbw Vale de
kleine staat van beleg werd afgekondigd.
De troepen werden opgeroepen en
gingen met gevelde bajonet op de woeste
menigte in. Er moesten ook soldaten
gezonden worden naar Cwm en Bryn-
mawr.
en pijnlyke van een weigering bespaard.
Maar by liet zich niet afschrikken. Hij
week niet van haar zijde, hij wilde maar
niet begrypen. En toen Hoburg was
komen opdagen, was hij het hoofd geheel
kwijt geraakt.
Bij het teruggaan naar de balzaal ver
klaarde hij zyn liefde, met bevende
lippen. En zij zeide, zoo vriendelijk-
zacht als het maar mogelijk was, nog
eer hij had uitgesproken »Neen
meneer von Horfeek Toe gaat u
niet verder. Het is onmogelijk
Heel zacht waren de woorden van
weerskanten geuit tusschen al die men-
schen, midden tusschen al dat gedempte
gezoem van stemmen. En toen gingen
zij verder, als ware er niets geschied.
Maar op eens zag Signe in een der
groote spiegels dat haar cavalier doods
bleek was geworden.
Het deed haar werkelijk leed. Een
fatsoenlijk, welopgevoed man van goede
oude familie, beminnelijk, eerlijk aardig
alles alles. Maar alleen.... hij had
nog iets van een jongen, trots zijn snor.
Misschien was hij ook niet ouder dan
zij zelve. Geen oogenblik had zij kunnen
twyfelen of zij meen moest zeggen. Maar
het speet haar zoo om hem. Zij had
het liefst hem de handen willen reiken
en zeggen »Och, trek het u zoo niet
aan Het is werkelijk de moeite niet
waard. Er zijn aardige meisjes genoeg.
U vindt er wel heel spoedig een die u.