Ie erfenis van on Reinhait
No. 24.
Woensdag 28 Juni 1911.
27e Jaarg.
Nieuws- eli Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. Dl EL EM AN,
Buitenland.
FEUILLETON.
COURANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Cent; franco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De Kroningsfeesten in Engeland.
Donderdag is de koning gekroond
en over geheel Engeland, maar in
't byzonder in de hoofdstad, waar
honderdduizenden gelegenheid hadden
deel te nemen aan de feestelijkheden,
is deze groote gebeurtenis met het
grootst mogelijk enthousiasme gevierd.
Tusschen hall tien en halt elf begaf
rich de stoet van Buckingham Palace
naar Westminster Abby.
De stoet was in drie deelen verdeeld,
die elk met tusschenruimte van een
halt uur het Paleis verlieten.
Het eerste deel van den optocht
bestond uit de koninklijke en vertegen
woordigers der mogendhedenhet
tweede gedeelte uit den prins van Wales
en de andere leden der koninklijke
familie, terwijl het derde, behalve vier
rijtuigen met leden der hofhouding,
alleen de groote gouden koets met
koning George en koningin Mary be
vatte. Dit is strikt in overeenstemming
met de hof-etiquette, die in den kro
ningsstoet zelf geen personen plaats
geeft voor die hooge gasten, welke door
rang en waardigheid de aandacht kun neu
afleiden van Hunne Majesteiten.
De eerste processie, bestaande uit
veertien rijtuigen, vervoerde alle vorste
lijke en andere gasten in volgorde en
rang, de minderen in rang eerst, de
.ioogergeplaatsten later. Prins Hendrik
was met prins en prinses George van
I Saksen en de erfprinses van Saksen
"MeiningeD in het zesde rijtuig gezeten.
Om Signe heen was er een gezoem
van stemmen, een praten, een lachen.
Een paar tamelijk flauwe vleierijtjes voor
de schoonste aller hertoginnen werden
er gezegd volstrekt niet naar haar
emaak. Naast haar stond een der ver
koopsters, met een grooten ruiker roode
papavers in haar laag décolleté, ver
voorover gebogen en koketteerde zeer
in 't oog vallend met een jongen dandy,
die deed alsof hy bepaalde rechten kon
doen gelden. Onwillekeurig wierp Signe
het hoofd wat in den nek. »Wat ben
ik schuldig?* vroeg een ander. »Wat
u wilt »Neen, neen*verbeterde
Dodo, »een mark het glas, maar aan de
^weldadigheid worden geen perken ge
steld. Signe, je hebt geen verstand van
zaken doen. Je mag hier niet zoo her-
toginnig zjjn.»
»Neen, hier had zij werkelijk geen
verstand van. En na den eersten storm
dien hare verschijning deed ontstaan
dunde juist bij haar de schaar van
klanten. Zij voelde zelve onmiddellijk,
dat zij hier niet paste. Met den eersten
den besten, die een mark op het blad
kon leggen, een gesprek beginnen, voor
De tweede stoet, die van de leden
der koninklijke familie, bestond slechts
uit vijf rijtuigen, waarvan 'de laatste
koets, die de vijf kinderen van den
koning bevatte, eveneens het voorwerp
was van veel spontaan gejuich en
zakdoekgewuif.
Maar het enthousiasme bereikte zijn
toppunt, toen tegen elven de kouinklijke
stoet zelf in het gezicht kwam. Deze
stoet met zijn talrijke hooge militairen
in schitterende uniformen, de tientallen
Indische officieren in hun veelkleurige
prachtige uniformen, met schilder
achtige tulbanden en hoofddoeken,
leverde een onvergeetlijk schouwspel
op, waarvan de groote gouden koets
met haar acht isabelschimmels het
hoofdpunt der belangstelling uitmaakte.
De nadering van Hunne Majesteiten
was het sein voor een aanzwellend en,
alles overstemmend gejubel, dat, ge
mengd met het klokkespel in den
Abdytoren, het bulderen der kanonnen
in Hyde Park en van den Tower en
het spelen van het Britsche volkslied
door de verzamelde muziekkorpsen van
verscheidene regimenten vóór den in
gang der Abdy een grootschen indruk
maakte.
Zoodra de vorstelijke personen de
Abdij waren binnengekomen, begon
daar de plechtige ceremonie, welke
niet minder dan drie uur duurde. De
plechtigheid droeg in hoofdzaak eeq
kerkelyk karakter en werd grooteu-
deels geleid door den aartsbisschop van
Canterbury, die, nadat de aanwezigé
onderdanen van den koning, aan hem
waren voorgesteld, den koning, ontdaan
drie mark beminnelijk lachen, voor tien
mark tal van geestigheden wisselen
neen, neen. Maar het was hier voor
haar ook slechts een toevlucht geweest.
Nu maar zoo gauw mogelijk weg....
Een heer op jaren naderde het tentje,
iemand met een breed, vroolijk gezicht
onder een geweldig kaal hoofd, lachte
haar bescheiden-vergenoegd toe, bijna
als kende hy haar sinds jaren »Maj_
ik ook een glas van u hebben, freule
von Gudareza? Dank u zeer. Ik zocht
u al in de groote zaal, ieder mist daar
de hertogin de Chouanne. O ja neemt
u mij niet kwalijk ik vergat mij
voor te stellen mijn Daam is Neumann.
Maar bij dien naam moet een mensch
minstens twee voornamen voegen Eber-
hard Joseph Neumann. Ik wou u graag
eens bedanken dat u zoo vriendelijk
bent geweest voor mijn twee wurmen
van kinderen.»
De man beviel haar, hoewel hy niets
aristocratisch over zich had. Even rond
als zijn lichaam was zijn manier van
spreken, en de grijze oogen keken haar
heel goedig aan, met een tikje van on
schuldige bewondering. Zij had zich
den man der elegante mevrouw Therese
Neumann en den vader van Karli en
Magda heel anders voorgesteld. Maar
zooals hij was beviel hy haar wel.
Het kwam tot een praatje, waarby
meneer Neumann nog twee glazen cham
pagne dronk. Bij het tweede en derde
van zijn mantel en kroon, leidde naar
den traditioneelen stoel van St. Edward.
Daarop volgde en de diepe be-
teekenis dezer uit de middeleeuwen
dateerende plechtigheid mag niet uit
het oog worden verloren de voor
stelling van den koning aan het volk
door den aartsbisschop die, zich vier
maal keerende naar een der zijden van
de Abdij, telkenmale den aanwezigen
luide toeriep: „Ik stel u hier voorden
wettigen en eenigen koning van dezen
Staat. Erkent gij hem als zoodanig
Het antwoord: „Wij erkennen hem als
zoodanig" is het sein tot het voortgaan
met de plechtigheid. Een langdurige,
plechtige dienst volgdede koning
werd gezalfd en gecommuniceerd en
daarna de regalia en koninklijke robes
aangeboden. Als ten slotte hem de
kroon werd op het hoofd gezet, kwam
het indrukwekkendste moment. Fan
fares schallen uit, het volk in de Abdij
riep als één man „God save the King"
en naar buiten werd van de groote
gebeurtenis kond gedaan door het ge
lijktijdig bulderen van de kanonnen in
Hyde Park, in den Tower en te Windsor.
Dan, als ook alle peers zich de aan
hun rang toekomende kronen hadden
opgezet, volgde het huldebetoon door
den aartsbisschop voor de geestelijkheid,
door den Prins van Wales, door den
hertog van Connaught, prins Arthur
van Connaught en door de vertegen
woordigers van den adelstand, volgde
de kroning van koningin Mary, welke
plechtigheid het slot vormde van de
zeer mooie en indrukwekkende cere-
Hoezeer de zenuwen en stellig niet
minder de fysieke kracht van den
vorst en van koningin Mary op de
proef waren gesteld tydens deze lange
en uitputtende ceremonie, waarbij de
„zeer zwaar te dragen" kroon een
eerste rol speelde, bleek op den terug
weg, toen de koning en de koningin,
beide gekroond, weder in de gouden
koets plaats namen, de koning met
schepter en ryksappel, de koningin
met den schepter met 't kruis en den
ivoren staf met de duif, symbolen van
vroomheid en deugd. Beiden bleken
doodvermoeid en beantwoordden op den
terugweg met moeite door buigen het
gejubel en gewuif, dat hen gedurende
den geheel en langen tocht naar het
paleis bleef vergezellen. Beide vorste
lijke personen vertoonden zich in hun
statiegewaden nog eenige pogenblikken
op het balkon alvorens zich terug te
trekken voor een welverdiende rust.
Voor Vrijdag stond op het program
ma een feestelijke rondgang door de
City en Zuid-Londen en reeds vroeg in
den morgen wemelde het van troepen
en politie. Niet minder dan zestig dui
zend soldaten werden gebruikt om de
route af te zetten en als men daarby
telt de vele duizenden militairen die
in den optocht meemarcheerden, dan
kan men zich een denkbeeld vor
men van het levendig, kleurrijk en
krijgshaftig tafreel, dat dé stad aanbood.
Was de kroningsstoet indrukwekkend
die van Vrijdag was schitterend en
stellig meer belangryk, want hoewel
thans de vorstelijke en andere gasten
van den koning een tribune innamen,
werkte hij wel een beetje komisch met
zijn lippen.... »Merkwaardig gewas
echte weldadigheidschampagne, door een
menschenvriend gratis geschonken
maar dit belette hem niet allerlei van
zijn familie te vertellen. Een beetje lang
van stof was hij, maar aan den anderen
kant zoo vroolijk dat men dit gaarne er
op den koop bij nam. Zelfs Dodo werd
een oogenblik in het gesprek getrokken,
als buurvrouw zijner Elly op college.
Een verkeerde wereld denk ik wel
eens. Nu zitten de jonge meisjes in de
collegezalen... Ja... eu kleine kinderen
doen mee aan tableaux vivants. Ik was
er eigenlijk niet voor, maar wat doe je
al niet uit weldadigheid? Zelfs het
eigen vleesch en bloed breng je ten offer
en je eigen goede tong er bij. Want
deze champagne.... nu, ik hoop dat de
zoon van mijn vader hem nog eens lek
kerder mag drinken.» Toen nam hij
weer een klein aanloopje ott galanterie:
»Maar zelfs de slechtste champagne kan
onder bijzondere omstandigheden lekker
smaken.... Ja, en nu moet ik weer terug
tot mijn strenge gebiedster. Want
merkwaardig ik geloof dat zij van
daag jaloersch zou kunnen worden.»
En hij lei een papiertje van honderd
mark op de tafel. »Neen niet terug
geven....» Het klonk nu bijna weer
bescheiden.
Signe kreeg een idee. Eigenlijk moest
zij er in stilte over glimlachen. Maar
zij sprak het toch uitMeneer Neu
mann, ik heb hier maar een gastrol
gegeven. Wilt u zoo vriendelijk zijn
mij in de zaal terug te brengen
»Wel, met het grootste genoegen.»
Zy kwam vlug uit het tentje. Hij
stond nog even verlegen, niet volkomen
zeker of hij haar den arm zou aanbieden.
Zij nam hem en zij verdwenen. >Die
passen slecht bij mekaar zei freule
von Barn berg, de dame met de papavers,
tot Dodo.
In de groote zaal zwierden de dansers
reeds rond. De neer Neumann neuriede
de walsmelodie de nieuwste uit »die
Lustige Wittwe» mee eu vroeg »Ik
hoef toch niet te dansen, wil ik hopen
Dat gaat mij niet goed af. Vroeger al
evenmin. Is het geen wonder dat ik
met dat al toch zoo'n.lieve, mooie vrouw
heb gekregen
Het kwam er weer zoo echt trouw
hartig uit. Waarom een wonder?»
antwoordde Signe. >Zoo dwaas zijn wij
vrouwen toch niet dat wij de heeren
der schepping met den maatstaf meten
of zij goed kunnen dansen Trouwens
ik wil van mijn hart geen moord
kuil maken ik dans heel graag, maar
de hoogste zaligheid zie ik er niet in.»
Hij keek het schoone meisje naast hem
schalks aan »Dus toch wel een zalig
heid.»
Signe lachte»Onder omstandigheden
I een kleine. Dat wil ik niet ontkennen.»