Dfi erfenis van oom Reiki
No. 14.
Zaterdag 20 Mei 1911.
27e Jaafg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEM A.\.
Buitenland.
FEUILLETON.
AXELSCHE
COURANT.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 50 Centfranco per post 60 Cent.
Voor België 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—ÜITQ EVER
AXEL.
AÜVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maai.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
DÜITSCHLAND.
In de vergadering van den Dussel-
dorpschen gemeenteraad heett de eerste-
burgemeester dr. Oehler zijne leven
dige spijt over het vergaan van het
mooie luchtschip „Deutschland" uitge
sproken. Uit een gesprek met dr.
Eckener, den gezagvoerder van het
luchtschip, had hij de overtuiging ge
kregen, dat aan het ongeluk niemand
schuld had en dat het uitsluitend aan
het ongunstige weer te wijten was ge
weest. De kracht van den wind was
zoo groot geweest, dat 300 menschen
de kabels niet hadden kunnen houden.
De burgemeester heeft aan de Deut
sche LuftschifFahrt-Gesellschatt uit
naam van de stad zijn leedwezen uit
gesproken en er den wensch bij ge
voegd, dat de maatschappij zich bij
hare verdere ondernemingen niet zou
laten ontmoedigen, maar spoedig een
nieuw schip in de vaart zou brengen.
De Kölnische Zeitung deelt nog op
gezag van dr. Eckener mede, dat het
weer, voor men den tocht wilde onder
nemen, zich zeer gunstig liet aanzien.
Maar toen het luchtschip voor drie
vierde gedeelte naar buiten gebracht
was, schoot de wind plotseling hevig
uit en trof het luchtschip recht in de
flank. Men riep het publiek te hulp,
honderden jonge rappe handen deden
al wat zij vermochten en het leek
reeds, of men het gewonnen had, toen
de wind zich opnieuw en nog krach
tiger verhief. Het schip slingerde nu
Hardop zeide zij»Jou schaapje
Je bent werkelijk een lief schaapje.
Hoe kan je je nu zulke dwaasheden
inbeelden Moet ik je nog uitdrukke
lijk verzekeren dat ik van je houd
Kom, geef me een kus. Kussen onder
zusters gaat tegenwoordig wel voor zeer
onmodern door, maar waarom moet je
dan ook eeuwig en altijd modern zijn
Dodo's frissche lippen trilden even.
»Je spot met mij, Signe. Voor een
theatrale scène in den Biedermeier-stijl
ben ik niet gesehapen hoewel, dat
zou tegenwoordig ook weer zeer modern
zijn.»
»Kijk er eens aan 1 Dat is een heel
aardige aesthetisch-literarisch-kunsthisto-
rische opmerking. Leerde je zoo iets
ook in je geliefde Körlin Maar maak
mij niet boosik kan toch niets meer
doen dan je zeggen ik mag je graag
lijden.*
»Zegik houd veel van je*
Signe
»Ik houd veel van je.«
En zij lei haar armen om Dodo's hals
en kuste haar hartelijk. En toen sprong
ziJ °P. ging naar den vleugel, en
opende hem.
onophoudelijk tegen de loods en na
elkaar knapten drie kabels. Toen was
de vernieling niet meer te stuiten.
Naar het algemeene oordeel van vak-
menschen is de Dusseldorpsche loods
niet goed gebouwd. Zij is te smal,
heeft maar een uitgang, in plaats van
twee en kan niet draaien, zoodat het
luchtschip niet altijd met de richting
van den wind mee kan uitzeilen.
ENGELAND.
Dinsdag is te Londen het gedenk-
teeken voor koningin Victoria plechtig
door koning George onthuld, in 't bij
zijn van den Duitschen keizer, eenige
koloniale eerste-ministers, voor de rijks-
conferentie overgekomen, het diploma
tieke korps pnz. Precies om 12 uur
dru'kte de koning op een electrischen
knop, waardoor een draad, die het
doek ophield, smolt, en het doek viel.
Kanonnen vuurden een saluut van 41
schoten en soldaten presenteerden het
geweer. Vervolgens trokken de troepen
langs de plaats, waar de koning en de
keizer stonden en groetten. Het weer
was goed. In antwoord op een toe
spraak van den voorzitter van het
gedachteniscomité heeft de koning her
innerd aan de belangstelling, die koning
Eduard voor deze herdenking heeft
getoond en wees op het aandeel, dat
de koloniën eraan hebben genomen.
De koning uitte de innige voldaanheid
van hem zelf en zijn familie over de
aanwezigheid van zijn be vrienden neef,
den keizer, die met de keizerin deze
historische plechtigheid heeft bijge
woond. De koning legde den nadruk
Een oogenblik dacht zij na. En on-
middellyk daarop klonk haar heerlijke
alt door de kamer. Zij zong van Mörike
»Wir Schwestern, wir schonen
Wir haben nuszbraun Haar
Und flichtst du sie in einen Zopf,
Man kennt sie uicht fürwahr.
Wir Schwestern, wir schonen,
Wir tragen gleich Gewand
Spazieren auf dem Weisenplan
Und singen Hand in Hand -«
Er werd vandaag wat vroeger gegeten
dan gewoonlijk, want voor den avond
was een loge in de opera besproken.
De eetkamer was op de straat verdie
ping. Toen de beide zusters, arm in
arm, de breede trap afkwamen, stond
vader juist in de groote hal. Het aar
dige tooneeltje deed hem plezier. Hij
klapte vroolijk in de handen en riep
»Bravo, dat mag ik zien En jullie
ziet er kostelijk uitKomt eens hier
dat moet ik eens van dicht by be
kijken.*
Zij waren reeds in groot uitgaans-
toilet. Signe weer in haar lievelings
kleur, een matblauwe zijden japon, Dodo
in een luchtige crême-kleurige. Vader
liet ze de revue passeeren, deed een
paar passen achteruit, een paar passen
vooruit. Voortreffelijk, voor zoover ik
kan oordeelen.* Hij meesmuilde. Voor
Körlin zou het wel een beetje te laag
uitgesneden zijn, maar hier nu, dat
op de liefde en de vereering, die de
keizer steeds voor koningin Victoria
heeft gevoeld en zei, dat zijn tegen
woordigheid gedurende de laatste dagen
van haar leven en daarna nooit ver
geten zullen worden. „Krachtige en
levende banden van bloedverwantschap
en vriendschap binden onze tronen en
personen. Mijn volk verheugt zich met
mij, dat de keizer hier heden is." De
koning eindigde met warme hulde te
brengen aan de toewijding van ko
ningin Victoria aan het openbaar belang.
Berichten over stakingen zijn in den
regel voor den krantenlezer weinig
aantrekkelijk. Ze lyken bijna alle op
elkaar. Het gaat meest om korter
werktijd of hooger loon of ter bescher
ming van een gestraften kameraad, en
zelfs wanordelijkheden, die er soms
voorvallen, breken de eentonigheid
van het nieuws weinig. Maar in een
staking als die aan de kolenmijnen in
Zuid-Wales moeten toch de oeconomi-
sche gevolgen die hij heeft gehad de
aandacht trekken.
Hernieuwde onderhandelingen heb
ben tot een vergelijk gevoerd, dat
waarschijnlijk aan de staking een einde
zal maken, slechts waarschijnlijk,
want de stakers moeten het nog goed
keuren. Maar daar is groote kans op,
want de nood nijpt onder hen en het
bestuur van het Mijnwerkersverbond
van Groot-Brittanje heeft hun, naar het
heet, aangezegd, dat, nemen zij het
vergelijk niet aan, het verbond met de
ondersteuning van 36.000 in de week,
die het hun sedert Januari uitkeert,
is zeker de zede van het hof.* Toen
gaf hy eerst de oudste, daarna Dodo een
kus: »Dat is een hors d'oeuvre.* Maar
hij voelde daarbij zelf het onderscheid
dat hij maakte. Signe kuste hij op het
voorhoofd altijd had hij het dwaze ge
voel dat men haar eigenlijk slechts de
hand kon kussen. Dodo kreeg een
fliuken zoen, en ten overvloede klopte
hij haar nog zacht en teer op den
schouder: »Kind, wat zit jij goed in
het rleesch, je kon er wel wat van aan
Signe geven.*
Hij was in zoo goede luim als hy
zelden in den laatsten tijd was. Ook
aan tafel bleef hij in die stemming.
Eigenlijk gezegd ging het hem aan
tafel te plechtig, te ceremonieel toe, en
menigmaal dacht hij met een ongedul
dig verlangen terug aan de vervlogen
dagen, toen er wel is waar maar één
vleesch was, maar hij ook zonder bijzon
dere plichtplegingen, en vooral zonder
toilet te maken, op zijn bord rund-
vleesch met aardappelen of linzen met
spek had kunnen aanvallen. Nu was
zijn vrouw er op gesteld dat alles in de
puntjes ging, ja, eigenlijk kwam dat van
zelf. Alles dwong hem er toe de groote
mooie zaal met de eikenhouten zolde
ring, van welker cassetten het electrisch
licht scheeu, de elegante tafel met het
Meissen er porselein, het zware zilver,
de bloemen in het midden. En niet
het minst de aanwezigheid der beide
zal ophouden. En vermoedelijk zou
ook de toelage van het mijnwerkers-
verbond van Zuid-Wales ophouden.
Wat een geld heeft intusschen die
staking al gekostAlleen reeds de
ondersteuning vau het groote verbond
bedraagt een f 700.000. De groote
staking, die gaandeweg een 26.000
mijnwerkers omvatte, begon op het
eind van October, maar reeds waren
voordien ettelijke weken eenige hon
derden arbeiders buiten verdienste.
In het geheel, schat men, hebben
patroons en arbeiders samen een ver
lies geleden van 24 millioen gulden.
Voeg daarbij, dat honderden winkeliers,
die het van de mijnwerkers moeten
hebben, nauwelyks het hoofd boven
water houden dat duizenden gezinnen
sedert vele weken min of meer gebrek
hebben geleden en ondervoed zijn, dat
er in de bekende opstootjes groote
schade aan eigendommen is toege
bracht dat er verbittering is gewekt
by tienduizenden, en men komt tot
de slotsom, dat er achter zoo'n stakings-
bericht nog wel belangrijks steekt.
FRANKRIJK.
Naar de Times uit Tandzjer ver
neemt, spreken de laatste berichten uit
Fes, loopende tot 9 dezer, niet van
verbetering, eer verergering van den
toestand. De tuchteloosheid van de
soldaten des sultans en de oproerig
heid van de stedelingen nemen toe,
alsook het aantal Berbers, die de stad
belegeren.
Naar de Morning Post uit Tandzjer
verneemt, houdt de bedrijvigheid van
bedienden, die de majoor in zijn hart
nooit anders dan »luie dagdieven*
noemde. Hij zag het zelf in het ging
niet anders. Hij schikte zich en bromde
alleen maar in stilte. Hij schikte zich
immers overal en altijd. Dat was ook
zoo zonderling: vroeger had zijn vrouw
hem ook wel een beetje onder de pan
toffel gehad, maar alleen in de kleine
dingen van het dagelijksch leven. Voor
de groote beslissingen hadden zij steeds
gemeenschappelijk overlegd, en zijn stem
was altyd de beslissende geweest. Hij
voelde precies het onderscheid. Vroeger
had zij ten slotte altijd gezegd Dat
moet jij als man beter weten, Otto.«
Nu zei zij maar al te dikwijls: »Och
oudje, daar heb jij werkelijk geen ver
stand van.*
Maar heden dacht hij niet aan dat
alles. Hij was werkelijk in een zonnige
stemming. Hij voelde zich feestelijk
gestemd, het beviel hem in het nieuwe
huis, hij genoot er van dat Ida er zoo
statig uitzag in haar lila zijden japon,
dat de dochters zoo- mooi waren en zoo
fraai gekleed. Ja, ja... de rijkdom had
toch ook zijn goeden kant. Daarvan
had hij juist dien morgen nog een by-
zonder bewijs gehad. Een vroeger
officier van ziju bataljou was bij hem
gekomen, er was nooit iets byzonders
aan liet kleine kereltje geweest, reeds
in die dagen gold hij voor iemand die
het luchtigjes nam, en het had weinig.